Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman, Muscat, 19-09-1987

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-12-1989 t/m heden

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman

Authentiek : EN

Agreement on Economic and Technological Cooperation between the Kingdom of the Netherlands and the Sultanate of Oman

The Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Sultanate of Oman, hereinafter referred to as the Contracting Parties, desiring to strengthen further the friendly relations between their two peoples and to promote the development of economic and technological cooperation between their two countries, on the basis of equality and mutual benefit;

Have agreed as follows:

Article 1

  • 1 The two Contracting Parties shall, within the framework of their laws and regulations and taking into account their international obligations, do their utmost to develop and strengthen, on a mutually advantageous basis, economic and technological cooperation between their two countries.

  • 2 The Contracting Parties shall in particular encourage and promote economic and technological cooperation between:

    • a) nationals of the respective States;

    • b) nationals of the one State and the other State or its constituent sub-divisions or agencies.

  • 3 The cooperation which the Contracting Parties undertake to encourage according to paragraph (1) shall in particular include the establishment of projects and enterprises. Such cooperation may be undertaken through equity participation, loan finance, joint ventures or otherwise.

Article 2

The Contracting Parties recognize that the cooperation may concern inter alia:

industry, mining, energy, land and water development, commerce, agriculture, agro-industry, area and rural development, health services and facilities, infrastructure, transportation-infrastructure, communications, training of personnel, engineering and other services.

They shall inform each other of specific sectors in which they consider cooperation desirable.

Article 3

The technological cooperation referred to in Article 2 shall include applied science and may be implemented, subject to the laws and regulations of either Contracting Party, through projects and enterprises in which economic cooperation will be initiated or enhanced. Such cooperation may include inter alia:

  • a) the facilitation of direct contacts, the exchange of information and the elaboration of programmes;

  • b) the joint conduct of research projects;

  • c) the exchange of visits and study tours of specialized delegations, research personnel and specialists;

  • d) the development of training techniques and systems and the training of technical personnel;

  • e) the provision of managerial and technical expertise;

  • f) the convening of symposia and meetings on subjects of mutual interest.

    The nationals of the respective States or their agencies or companies may conclude agreements to ensure the establishment of such projects and enterprises.

Article 4

Each Contracting Party undertakes to facilitate with regard to the other Contracting Party, to the extent permitted by the former Party's legislation, the holding in its territory by the other Contracting Party or by its nationals of economic and commercial exhibitions and displays.

Article 5

The Contracting Parties agree to establish a Joint Committee on economic and technological cooperation. The Committee shall be composed of representatives to be appointed by the respective governments in connection with any meeting of the Committee.

Experts and advisors from both private and public sectors may be called upon at the request of either side, to attend the meeting of the Committee.

The committee shall:

  • - discuss any matter pertaining to the implementation of the present Agreement, and make recommendations thereon;

  • - explore and define sectors in which it considers the cooperation between the two countries may be broadened, and make recommendations thereon.

The Committee may appoint specialized working-parties to deal with cooperation in particular sectors. The working parties shall report to the Joint Committee.

The Committee shall at times to be agreed between the Contracting Parties meet alternately in the Sultanate of Oman and the Kingdom of the Netherlands.

Article 6

As regards the Kingdom of the Netherlands, the present Agreement shall apply to the part of the Kingdom in Europe, to the Netherlands Antilles and to Aruba.

Article 7

  • 1 The present Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date on which the Contracting Parties have informed each other in writing that the procedures constitutionally or legally required therefor in their respective countries have been complied with, and shall remain in force for an unlimited period, unless a 3 months' notice of termination has been given by either Contracting Party.

  • 2 Subject to the period mentioned in paragraph (1) of this Article the Government of the Kingdom of the Netherlands shall be entitled to terminate the application of the present Agreement separately in respect of any of the parts of the Kingdom.

IN WITNESS WHEREOF, the undersigned representatives, duly authorised thereto, have signed the present Agreement.

DONE in duplicate at Muscat in the English language, on this nineteenth day of September 1987.

For the Government of The Kingdom of the Netherlands

(sd.) J. TH. VAN LEEUWEN

For the Government of The Sultanate of Oman

(sd.) QAIS BIN ABDUL MUNIM AL ZAWAWI

Vertaling : NL

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Sultanaat Oman, hierna te noemen de Overeenkomstsluitende Partijen, geleid door de wens de vriendschappelijke betrekkingen tussen hun beide volken verder te versterken en de ontwikkeling van de economische en technologische samenwerking tussen hun beide landen te bevorderen op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel,

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

  • 1 De beide Overeenkomstsluitende Partijen doen, binnen het kader van hun wetten en voorschriften en met inachtneming van hun internationale verplichtingen, alles wat in hun vermogen ligt om, op basis van wederzijds voordeel, de economische en technologische samenwerking tussen hun beide landen tot ontwikkeling te brengen en te intensiveren.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen stimuleren en bevorderen in het bijzonder de economische en technologische samenwerking tussen:

    • a) onderdanen van de onderscheiden Staten;

    • b) onderdanen van de ene Staat en de andere Staat of van de samenstellende delen of instanties daarvan.

  • 3 De samenwerking tot het stimuleren waarvan de Overeekomstsluitende Partijen zich overeenkomstig het eerste lid verbinden, omvat in het bijzonder het opzetten van projecten en ondernemingen. Deze samenwerking kan tot stand komen door deelneming in het aandelenkapitaal, financiering van leningen, gemeenschappelijke ondernemingen of op andere wijze.

Artikel 2

De Overeenkomstsluitende Partijen zijn van mening dat de samenwerking onder meer betrekking kan hebben op:

industrie, mijnbouw, energie, landontginning en waterhuishouding, handel, landbouw, industrie voor de verwerking van agrarische produkten, regionale ontwikkeling en plattelandsontwikkeling, diensten en voorzieningen voor de volksgezondheid, infrastructuur, infrastructuur voor het vervoer, verbindingen, opleiding van personeel, werktuigbouw en andere diensten.

Zij stellen elkaar op de hoogte van de specifieke sectoren waarin zij samenwerking wenselijk achten.

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde technologische samenwerking omvat tevens de toegepaste wetenschappen en kan, onder voorbehoud van de wetten en voorschriften van elk der Overeenkomstsluitende Partijen, ten uitvoer worden gelegd door middel van projecten en ondernemingen waarin de economische samenwerking een aanvang neemt of wordt uitgebreid. Deze samenwerking kan onder meer omvatten:

  • a) de vergemakkelijking van rechtstreekse contacten, de uitwisseling van informatie en de uitwerking van programma's;

  • b) het gezamenlijk uitvoeren van projecten van wetenschappelijk onderzoek;

  • c) de uitwisseling van gespecialiseerde delegaties, personeel voor wetenschappelijk onderzoek en deskundigen voor bezoeken en studiereizen;

  • d) de ontwikkeling van opleidingstechnieken en -systemen en de opleiding van technisch personeel;

  • e) het verschaffen van kennis op het gebied van beheer en techniek;

  • f) het organiseren van symposia en bijeenkomsten over onderwerpen van wederzijds belang.

    De onderdanen van de onderscheiden Staten of hun instanties of maatschappijen kunnen overeenkomsten sluiten om de totstandkoming van zulke projecten en ondernemingen te verrekenen.

Artikel 4

Elke Overeenkomstsluitende Partij verbindt zich ertoe ten aanzien van de andere Overeenkomstsluitende Partij, in de mate waarin de wetgeving van de eerstgenoemde Partij zulks toestaat, het houden van economische en commerciële tentoonstellingen en manifestaties op haar grondgebied door de andere Overeenkomstsluitende Partij of door haar onderdanen te vergemakkelijken.

Artikel 5

De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen een Gemengde Commissie voor economische en technologische samenwerking in te stellen. De Commissie bestaat uit vertegenwoordigers die door de onderscheiden Regeringen in verband met bijeenkomsten van de Commissie worden benoemd.

Aan deskundigen en adviseurs uit zowel de particuliere sector als de overheidssector kan op verzoek van een der Partijen worden gevraagd de bijeenkomsten van de Commissie bij te wonen.

De Commissie:

  • - bespreekt alle aangelegenheden die verband houden met de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst, en doet aanbevelingen dienaangaande;

  • - onderzoekt en omschrijft de sectoren waarin naar haar oordeel de samenwerking tussen de beide landen kan worden verruimd en doet aanbevelingen dienaangaande.

De Commissie kan gespecialiseerde werkgroepen instellen ter behandeling van de samenwerking in bepaalde sectoren. De werkgroepen brengen verslag uit aan de Gemengde Commissie.

De Commissie komt op tussen de Overeenkomstsluitende Partijen overeen te komen tijdstippen bijeen afwisselend in het Sultanaat Oman en het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 6

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst van toepassing op het deel van het Koninkrijk in Europa, op de Nederlandse Antillen en op Aruba.

Artikel 7

  • 1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de in hun onderscheiden landen daarvoor constitutioneel of wettelijk vereiste procedures is voldaan, en blijft voor onbepaalde tijd van kracht, tenzij één der Overeenkomstsluitende Partijen een kennisgeving van beëindiging heeft gedaan met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden.

  • 2 Onder voorbehoud van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn is de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden gerechtigd, de toepassing van deze Overeenkomst afzonderlijk te beëindigen ten aanzien van een van de delen van het Koninkrijk.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekenende vertegenwoordigers, hiertoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN in tweevoud te Muscate in de Engelse taal, op de negentiende september 1987.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) J. TH. VAN LEEUWEN

Voor de Regering van het Sultanaat Oman:

(w.g.) QAIS BIN ABDUL MUNIM AL ZAWAWI

Naar boven