Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] inzake het verlenen van vergunningen aan zendamateurs, Oslo, 16-01-1981

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 06-05-1981 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Noorwegen houdende een overeenkomst inzake het verlenen van vergunningen aan zendamateurs

Authentiek : EN

Nr. I

No. 2141

The Embassy of the Kingdom of the Netherlands presents its compliments to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of Norway and with reference to the conversations between representatives of the Government of the Kingdom of the Netherlands and representatives of the Government of the Kingdom of Norway concerning the possibility of an agreement between the two Governments on the reciprocal granting of permissions to licensed amateur radio operators of either country to operate stations in the other country, in accordance with the provisions of Article 41 of the Radio Regulation under the International Telecommunications Convention of Malaga-Torremolinos, 1973, has the honour to inform the Ministry that the Government of the Kingdom of the Netherlands is prepared to conclude such an agreement with the Government of the Kingdom of Norway in the following terms.

  • 1. A national of the Kingdom of the Netherlands who is licensed by his Government as an amateur radio operator and who operates an amateur radio station licensed by the said Government shall, when visiting Norway, be permitted by the appropriate Norwegian authority to operate an amateur radio service station subject to the conditions in this Agreement.

  • 2. A national of the Kingdom of Norway who is licensed by his Government as an amateur radio operator and who operates an amateur radio station licensed by the said Government shall, when visiting the Kingdom of the Netherlands, be permitted by the appropriate Netherlands authority to operate an amateur radio station subject to the conditions in this Agreement.

  • 3. The national who is licensed by his Government as an amateur radio operator, shall, before being permitted to operate a station as provided for in paragraphes 1 and 2, obtain from the appropriate administrative authority of the other Government, an authorization for that purpose.

  • 4. The appropriate administrative authority of each Government may issue or cancel an authorization as referred to in paragraph 3, under the same conditions and terms as authorizations for its own nationals.

  • 5. If an authorization referred to in paragraph 3 is cancelled by the appropriate administrative authority of either Government, the authority concerned shall inform the appropriate administrative authority of the other Government of such cancellation.

  • 6. The amateur radio stations of the Kingdom of the Netherlands and of the Kingdom of Norway, while being operated under the terms of this Agreement shall comply with the pertinent rules and regulations of the country in which they are operated, as well as the pertinent international rules and regulations.

  • 7. Amateur radio operating privileges provided for in this Agreement shall be granted on the basis of reciprocity.

  • 8. As regards the Kingdom of the Netherlands, the present provisions shall apply to the Kingdom in Europe only.

If the foregoing proposal is acceptable to the Government of the Kingdom of Norway, the Embassy has furthermore the honour to propose that the present Note and the Ministry's reply concurring therein shall constitute an Agreement between the two Governments, which shall enter into effect on the date that both Governments have communicated each other in writing that the constitutional requirements in their respective countries have been complied with.

The Agreement shall remain in force for an indefinite period and be subject to termination by either Government serving six months' notice on the other.

The Agreement may be extended to the Netherlands Antilles. Such extension shall take effect from such date and subject to the necessary modifications, as may be agreed upon in notes to be exchanged through diplomatic channels. After such extension has been effected, termination by the Government of the Kingdom of the Netherlands may be limited to one of the constituent parts of the Kingdom.

The Royal Netherlands Embassy avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of Foreign Affairs of the Kingdom of Norway the assurances of its highest consideration.

Oslo, August 13th, 1980

The Royal Ministry of Foreign Affairs,

Oslo - dep

Nr. II. ROYAL MINISTRY OF FOREIGN AFFAIRS

The Royal Ministry of Foreign Affairs presents its compliments to the Embassy of the Kingdom of the Netherlands and has the honour to acknowledge receipt of note No. 2141 dated 13 August 1980, which reads as follows:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

The Royal Ministry of Foreign Affairs has the honour to inform the Embassy of the Kingdom of the Netherlands that this proposal is acceptable to the Government of the Kingdom of Norway, who will regard the Embassy's note and this reply as constituting an Agreement between the two Governments.

The Royal Ministry of Foreign Affairs avails itself of this opportunity to renew to the Embassy of the Kingdom of the Netherlands the assurances of its highest consideration.

Oslo, 16 January 1981

Royal Netherlands Embassy

Oslo

Vertaling : NL

Nr. I

No. 2141

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen haar complimenten aan en heeft, onder verwijzing naar de besprekingen tussen vertegenwoordigers van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en vertegenwoordigers van de Regering van het Koninkrijk Noorwegen aangaande de mogelijkheid tussen de beide Regeringen een overeenkomst te sluiten inzake het wederzijds verlenen van machtigingen op grond waarvan het radioamateurs uit een der beide landen die in het bezit zijn van een in hun land afgegeven vergunning wordt toegestaan in het andere land gebruik te maken van hun zenders, overeenkomstig het bepaalde in artikel 41 van het Radioreglement ingevolge het Internationale Verdrag betreffende de Telecommunicatie van Malaga-Torremolinos, 1973, de eer het Ministerie mede te delen dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bereid is zulk een overeenkomst met de Regering van het Koninkrijk Noorwegen te sluiten, die als volgt luidt:

  • 1. Een onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden die van zijn Regering vergunning heeft verkregen tot het gebruiken van een zender als radioamateur en die gebruik maakt van een amateurzender, waartoe door die Regering eveneens vergunning is verleend, wordt, bij het bezoeken van Noorwegen, door de daartoe aangewezen Noorse autoriteit toegestaan een amateurzender te gebruiken met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst.

  • 2. Een onderdaan van het Koninkrijk Noorwegen die van zijn Regering vergunning heeft verkregen tot het gebruiken van een zender als radioamateur en die gebruik maakt van een amateurzender waartoe door die Regering eveneens vergunning is verleend, wordt, bij het bezoeken van het Koninkrijk der Nederlanden door de daartoe aangewezen Nederlandse autoriteit toegestaan een amateurzender te gebruiken met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst.

  • 3. De onderdaan die van zijn Regering een vergunning heeft verkregen tot het gebruiken van een zender als radioamateur, dient van de daartoe aangewezen autoriteit van de Regering van het andere land een vergunning te verkrijgen, voordat hij zijn zender mag gebruiken overeenkomstig het bepaalde onder 1 en 2.

  • 4. De daartoe aangewezen autoriteiten der beide Regeringen kunnen de onder 3 bedoelde vergunningen verlenen en intrekken op dezelfde voorwaarden als dit geschiedt ten aanzien van hun eigen onderdanen.

  • 5. Indien een vergunning als bedoeld onder 3 door de daartoe aangewezen autoriteit van een der beide Regeringen wordt ingetrokken, dient die autoriteit de daartoe aangewezen autoriteit van de Regering van het andere land daarvan op de hoogte te stellen.

  • 6. De amateurzenders van het Koninkrijk der Nederlanden en van het Koninkrijk Noorwegen dienen, wanneer zij worden gebruikt krachtens de bepalingen van deze overeenkomst, te voldoen aan de van toepassing zijnde regels en voorschriften van het land waar de zenders worden gebruikt, alsmede aan de van toepassing zijnde internationale regels en voorschriften.

  • 7. De voorrechten verbonden aan het gebruik van amateurzenders, als bepaald in deze overeenkomst, worden op basis van wederkerigheid verleend.

  • 8. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zijn deze bepalingen alleen van toepassing op het Rijk in Europa.

Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze nota en het antwoord daarop van het Ministerie, waarin zulks wordt bevestigd, een overeenkomst vormen tussen onze beide Regeringen, die in werking treedt op de datum waarop beide Regeringen elkander schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun onderscheiden landen bestaande grondwettelijke vereisten is voldaan.

De overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht en kan door elk der Regeringen worden beëindigd door middel van een zes maanden van te voren gedane mededeling aan de andere Partij.

De overeenkomst kan tot de Nederlandse Antillen worden uitgebreid. Een zodanige uitbreiding wordt van kracht vanaf een datum, en met de nodig geoordeelde wijzigingen, als overeen te komen in langs diplomatieke weg te wisselen nota's. Nadat een zodanige uitbreiding tot stand is gekomen, kan beëindiging door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden beperkt blijven tot één van de delen van het Koninkrijk.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen de hernieuwde verzekering te geven van haar bijzondere hoogachting.

Oslo, 13 augustus 1980

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken,

Oslo - dep.

Nr. II. MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van Nota No. 2141 gedateerd 13 augustus 1980, welke als volgt luidt:

[Red: (Zoals in Nr. 1)]

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden mede te delen dat dit voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van het Koninkrijk Noorwegen, die de nota van de Ambassade en dit antwoord zal beschouwen als een overeenkomst tussen de beide Regeringen.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen maakt van deze gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden de hernieuwde verzekering te geven van zijn zeer bijzondere hoogachting.

Oslo, 16 januari 1981

De Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Oslo

Naar boven