Het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België,
Overwegend dat de Nederlandse Taalunie (hierna te noemen „de Taalunie”) is opgericht
bij het op 9 september 1980 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake de Nederlandse
Taalunie (hierna te noemen „het Verdrag”);
Overwegend dat de Taalunie krachtens het op basis van artikel 15 van het Verdrag door het Comité van Ministers op 1 maart 1984 te Oud-Turnhout genomen besluit haar
zetel heeft te 's-Gravenhage;
Verlangend uitvoering te geven aan artikel 16, tweede lid, van het Verdrag dat bepaalt dat de Hoge Verdragsluitende Partijen een Protocol zullen sluiten waarin
de voorrechten en immuniteiten worden vastgelegd welke nodig zijn voor de uitoefening
van de functies en het bereiken van de doelstellingen van de Taalunie;
Zijn overeengekomen als volgt: