AMBASSADE VAN BELGIË
AMBASSADE VAN NEDERLAND
Betreft:
Benelux Economische Unie
Overeenkomst tussen de Regeringen van de BENELUX-landen en de Regering van de Tsjechische
en Slovaakse Federale Republiek inzake de afschaffing van de visumplicht voor reisvisa,
gesloten bij briefwisseling dd. 13 december 1990
Excellentie,
Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen dat de Regeringen van de BENELUX-landen,
gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende Overeenkomst
tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden
inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen van het BENELUX-gebied,
bereid zijn met de Regering van de Tsjechische en Slovaakse Federale Republiek onderstaande
overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht te sluiten:
-
1. In deze Overeenkomst wordt verstaan:
onder de „BENELUX-landen”: het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en
het Koninkrijk der Nederlanden;
onder „het BENELUX-gebied”: de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk
België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
-
2. De onderdanen van de Tsjechische en Slovaakse Federale Republiek kunnen voor een verblijf
van ten hoogste drie maanden het BENELUX-gebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend
vertoon van een geldig nationaal paspoort.
-
3. De onderdanen van de BENELUX-landen kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie
maanden het grondgebied van de Tsjechische en Slovaakse Federale Republiek zonder
visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal paspoort.
-
4. Voor een verblijf van meer dan drie maanden dienen de in deze Overeenkomst bedoelde
onderdanen het adequaat visum te hebben verkregen van de bevoegde diplomatieke of
consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen te begeven.
-
5. De onderdanen van de BENELUX-landen die zich op regelmatige wijze in de Tsjechische
en Slovaakse Federale Republiek ophouden en onderdanen van de Tsjechische en Slovaakse
Federale Republiek die zich op regelmatige wijze in een der BENELUX-landen ophouden
kunnen het land waar zij zich bevinden zonder visum verlaten en weder binnenkomen
op vertoon van een geldig nationaal paspoort en een geldige verblijfstitel.
-
6. Elke Regering houdt zich het recht voor de toegang tot haar land te weigeren aan personen
die niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die niet beschikken over
voldoende middelen van bestaan, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd
worden als personen die de openbare, rust, de openbare orde of de nationale veiligheid
in gevaar kunnen brengen.
-
7. Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de BENELUX-landen en in de Tsjechische
en Slovaakse Federale Republiek van kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking
tot de binnenkomst, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen,
alsmede met betrekking tot het verrichten van een winstgevende zelfstandige of niet-zelfstandige
activiteit, onverlet.
-
8. Elke Regering verplicht zich te allen tijde en zonder formaliteiten weder tot haar
grondgebied toe te laten:
-
a. Haar eigen onderdanen die zich op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij bevinden;
-
b. Personen die dat grondgebied zijn binnengekomen op vertoon van een door de Belgische,
Luxemburgse, Nederlandse of Tsjechoslovaakse autoriteiten afgegeven geldig paspoort,
zelfs indien de nationaliteit van die personen wordt betwist.
-
9. De ondertekenende Regeringen laten elkaar langs diplomatieke weg de specimens van
hun nieuwe of gewijzigde nationale paspoorten geworden, alsmede de gegevens betreffende
het gebruik van deze paspoorten, en dit, in de mate van het mogelijke, 60 dagen vóór
zij in dienst worden gesteld.
-
10. Met uitzondering van lid 8 kan de toepassing van deze Overeenkomst door elk der Overeenkomstsluitende
Partijen worden opgeschort.
Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen kennis te worden
gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende Regeringen van
de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde geldt voor het
ongedaan maken van de opschorting.
-
11. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst
tot Aruba en de Nederlandse Antillen worden uitgebreid door kennisgeving van de Nederlandse
Regering aan de Regering van de Tsjechische en Slovaakse Federale Republiek.
-
12. Deze Overeenkomst treedt in werking op de 1ste januari 1991 voor de duur van één jaar.
Indien de Overeenkomst niet 30 dagen voor het verstrijken van die periode is opgezegd,
wordt zij geacht voor onbepaalde tijd te zijn verlengd. Na één jaar, te rekenen vanaf
de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, kan elk der ondertekenende Regeringen de
Overeenkomst opzeggen door 60 dagen van tevoren de Belgische Regering daarvan mededeling
te doen.
De opzegging door één van de ondertekenende Regeringen heeft de beëindiging van de
Overeenkomst tot gevolg.
De Belgische Regering stelt de andere ondertekenende Regeringen langs diplomatieke
weg in kennis van de ontvangst van de in dit lid bedoelde mededeling.
Indien de Regering van de Tsjechische en Slovaakse Federale Republiek bereid is om
met de Regeringen van de BENELUX-landen een overeenkomst met bovengenoemde bepalingen
te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie voor te stellen, dat deze brief en die
met gelijkluidende inhoud, welke Uwe Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons
te richten, als Overeenkomst tussen de Regering van de Tsjechische en Slovaakse Federale
Republiek en de Regeringen van de BENELUX-landen zouden gelden.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van
onze bijzondere hoogachting te geven.
Praag, 13 december 1990.
Voor het Koninkrijk België:
(w.g.) (handtekening onleesbaar)
Voor het Groothertogdom Luxemburg:
(w.g.) L. DE MARCHANT ET D'ANSEMBOURG
Voor het Koninkrijk der Nederlanden:
(w.g.) L. DE MARGHANT ET D'ANSEMBOURG