Preambule
De Partijen bij dit Verdrag,
Zich bewust van het risico van schade aan de gezondheid van de mens en het milieu
veroorzaakt door gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen en de grensoverschrijdende
overbrenging daarvan,
Indachtig de groeiende bedreiging voor de gezondheid van de mens en het milieu die
wordt gevormd door de toenemende produktie en complexiteit van gevaarlijke afvalstoffen
en andere afvalstoffen en door de grensoverschrijdende overbrenging ervan,
Voorts indachtig dat de gezondheid van de mens en het milieu het meest doeltreffend
kunnen worden beschermd tegen de gevaren die deze afvalstoffen opleveren door het
terugbrengen van de produktie ervan tot een minimum wat betreft hoeveelheid en/of
wat betreft het gevaar dat zij kunnen opleveren,
Ervan overtuigd dat Staten de nodige maatregelen moeten nemen om te verzekeren dat
het beheer van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen, daaronder begrepen
de grensoverschrijdende overbrenging en de verwijdering ervan, verenigbaar is met
de bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu, ongeacht de plaats van
verwijdering,
Erop wijzend dat Staten er zorg voor dienen te dragen dat de producent van het afval
werkzaamheden ten aanzien van het vervoer en de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen
en andere afvalstoffen uitvoert op een wijze die verenigbaar is met de bescherming
van het milieu, ongeacht de plaats van verwijdering,
Volledig erkennend dat iedere Staat het soevereine recht heeft de binnenkomst of verwijdering
van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen uit het buitenland op zijn grondgebied
te verbieden,
Voorts het toenemend verlangen erkennend dat grensoverschrijdende overbrenging van
gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan in andere Staten, in het bijzonder
in ontwikkelingslanden, worden verboden,
Erkennende dat bij grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen,
in het bijzonder naar ontwikkelingslanden, het risico groot is dat er geen sprake
is van milieuhygiënisch verantwoord beheer van gevaarlijke afvalstoffen volgens de
vereisten van dit Verdrag,
Ervan overtuigd dat gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen moeten worden
verwijderd in de Staat waar zij zijn geproduceerd, voor zover verenigbaar met een
milieuhygiënisch verantwoord en doelmatig beheer,
Zich er voorts van bewust dat grensoverschrijdende overbrenging van dergelijke afvalstoffen
uit de Staat waar zij zijn geproduceerd naar een andere Staat slechts zou moeten worden
toegestaan wanneer deze geschiedt onder omstandigheden die geen gevaar voor de gezondheid
van de mens en voor het milieu opleveren, en onder voorwaarden die in overeenstemming
zijn met de bepalingen van dit Verdrag,
Overwegend dat uitgebreidere maatregelen ter beheersing van de grensoverschrijdende
overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen bevorderlijk zullen
zijn voor een milieuhygiënisch verantwoord beheer en voor een vermindering van de
omvang van deze grensoverschrijdende overbrenging,
Ervan overtuigd dat Staten maatregelen moeten nemen voor een behoorlijke uitwisseling
van gegevens over en voor een behoorlijke beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging
van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen uit en naar die Staten,
Erop wijzend dat in een aantal internationale en regionale overeenkomsten het onderwerp
milieubescherming en -behoud in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt
behandeld,
Rekening houdend met de Verklaring van de Conferentie der Verenigde Naties inzake
het Leefmilieu (Stockholm, 1972), de Richtlijnen en Beginselen van Kairo voor Milieuhygiënisch
Verantwoord Beheer van Gevaarlijke Afvalstoffen, aangenomen door de Beheersraad van
het Milieuprogramma der Verenigde Naties (UNEP) bij besluit 14/30 van 17 juni 1987,
de Aanbevelingen van de Commissie van Deskundigen der Verenigde Naties inzake het
Vervoer van Gevaarlijke Stoffen (opgesteld in 1957 en iedere twee jaar bijgewerkt),
ter zake dienende aanbevelingen, verklaringen, akten en regelingen, aangenomen in
het kader van het stelsel der Verenigde Naties, en werk en studies verricht in het
kader van andere internationale en regionale organisaties,
Indachtig de geest, de beginselen, de doelstellingen en de functies van het Wereldnatuurhandvest,
aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties tijdens haar zevenendertigste
zitting (1982) als ethische code aangaande de bescherming van het leefmilieu en het
behoud der natuurlijke hulpbronnen,
Bevestigend dat Staten verantwoordelijk zijn voor het nakomen van hun internationale
verplichtingen aangaande de bescherming van de gezondheid van de mens en de bescherming
en het behoud van het milieu, en aansprakelijk zijn in overeenstemming met het internationale
recht,
Erkennende dat, in geval van een ernstige schending van de bepalingen van dit Verdrag
of van een protocol bij dit Verdrag, het desbetreffende internationale verdragenrecht
van toepassing is,
Zich bewust van de noodzaak de ontwikkeling en toepassing van milieuhygiënisch verantwoorde
technologieën waarbij weinig afval ontstaat, van mogelijkheden van hergebruik, van
goede systemen voor de omvang met en het beheer van afvalstoffen, voort te zetten
teneinde de produktie van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen tot een
minimum terug te brengen,
Zich tevens bewust van de groeiende internationale aandacht voor de noodzaak van een
strengere beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen
en andere afvalstoffen, en van de noodzaak deze overbrenging voor zover mogelijk tot
een minimum terug te brengen,
Bezorgd over het probleem van onrechtmatige grensoverschrijdende handel in gevaarlijke
afvalstoffen en andere afvalstoffen,
Voorts het beperkte vermogen van ontwikkelingslanden tot het beheer van gevaarlijke
afvalstoffen en andere afvalstoffen in aanmerking nemend,
De noodzaak erkennend van het bevorderen van de overdracht van technologie voor een
verantwoord beheer van gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen die plaatselijk
worden geproduceerd, met name aan de ontwikkelingslanden, in de geest van de Richtlijnen
van Kairo en besluit 14/16 van de Beheersraad van het UNEP inzake de bevordering van
de overdracht van technologie op het gebied van de milieubescherming,
Tevens erkennend dat gevaarlijke afvalstoffen en andere afvalstoffen moeten worden
vervoerd in overeenstemming met ter zake dienende verdragen en aanbevelingen,
Er voorts van overtuigd dat de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen
en andere afvalstoffen alleen moet worden toegestaan wanneer het vervoer en de uiteindelijke
verwijdering van die afvalstoffen milieuhygiënisch verantwoord zijn, en
Vastbesloten door strenge beheersing de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen
tegen de mogelijke nadelige gevolgen van de produktie en het beheer van gevaarlijke
afvalstoffen en andere afvalstoffen,
Zijn het volgende overeengekomen: