-
1. „Vervoersondernemer": een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die op het grondgebied
van een van de Verdragsluitende Partijen geregistreerd is en die tegen betaling of
voor eigen rekening personen of goederen vervoert overeenkomstig de vereisten van
de nationale wetgeving die de toegang tot het beroep van vervoersondernemer en tot
de markt regelt.
-
2. „Voertuig": een motorvoertuig:
-
– zelfstandig of een combinatie van voertuigen;
-
– bedoeld voor het vervoer van personen of goederen over de weg, en dat c.q. die als
eigendom of uit hoofde van een huur- of leasecontract ter beschikking van de vervoersondernemer
staat.
-
3. „Bus" en „autobus": voertuigen gebouwd en ontworpen voor het vervoer van meer dan
negen personen, de bestuurder daaronder begrepen.
-
4. „Registratie": de toekenning van een kentekennummer aan het voertuig door de bevoegde
autoriteiten. In geval van een combinatie van voertuigen is het motorvoertuig de bepalende
factor bij de afgifte of vrijstelling van vergunningen.
-
5. „Land van vestiging": het grondgebied van een Verdragsluitende Partij waarbinnen
de vervoersondernemer is gevestigd en het voertuig is geregistreerd.
-
6. „Gastland": het grondgebied van een Verdragsluitende Partij waarbinnen met het voertuig
vervoer wordt verricht, terwijl het daar niet is geregistreerd en de vervoersondernemer
daar niet is gevestigd.
-
7. „Vervoer": de ritten met een beladen of onbeladen voertuig, ook indien het voertuig,
de aanhangwagen of de oplegger voor een deel van de rit wordt vervoerd per trein of
boot.
-
8. „Vervoer voor eigen rekening": het vervoer van personen en goederen uitsluitend bedoeld
voor of voortvloeiend uit de eigen economische activiteiten.
-
9. „Intermodaal vervoer": het vervoer van goederen waarbij de vrachtauto, de aanhangwagen,
oplegger, wissellaadbak of container, al dan niet met trekker, voor het eerste of
laatste gedeelte van de rit de weg gebruikt, en voor het resterende gedeelte per spoor,
via waterwegen of over zee reist.
-
10. „Geregelde passagiersdienst", een dienst waarbij personen worden vervoerd over een
omschreven traject, overeenkomstig een dienstregeling en waarvoor vaste tarieven in
rekening worden gebracht. Passagiers worden aan boord genomen of afgezet op van tevoren
vastgestelde haltes en de dienst is voor iedereen toegankelijk, hoewel in sommige
gevallen reservering vereist is.
Ongeacht wie de dienst organiseert omvat „geregelde passagiersdienst" eveneens een
dienst waarbij bepaalde categorieën personen worden vervoerd, met uitsluiting van
andere categorieën personen, ingeval deze dienst aan de bovengenoemde criteria voldoet.
Deze dienst wordt „bijzondere geregelde dienst" genoemd.
-
11. „Shuttledienst": een dienst waarbij, door middel van herhaalde heen- en terugritten,
van tevoren samengestelde groepen personen worden vervoerd van een gebied van vertrek
naar een gebied van bestemming. Elke groep, bestaande uit de personen die de heenrit
hebben gemaakt, wordt op een van de volgende ritten terugvervoerd naar het gebied
van vertrek. Onder een gebied van vertrek en een gebied van bestemming wordt respectievelijk
verstaan het gebied waar de rit begint en het gebied waar de rit eindigt, tezamen
met de omringende omgeving binnen een straal van 50 km.
De eerste terugrit en de laatste heenrit in een reeks van shuttleritten worden leeg
uitgevoerd.
De omschrijving van een shuttle-dienst wordt niet beïnvloed door het feit dat sommige
personen zich op de terugreis bij een andere groep voegen, of door het feit dat de
eerste rit naar het punt van bestemming en de laatste rit naar het startpunt onbeladen
worden uitgevoerd. Dat type shuttledienst wordt „reversed-shuttle" genoemd.
Een shuttledienst die accommodatie verzorgt voor ten minste 80 procent van de passagiers
op het punt van bestemming en, indien nodig, tijdens de rit, met of zonder maaltijden,
wordt een „shuttle met accommodatie" genoemd.
-
12. „Onregelde dienst": een dienst die noch binnen de begripsomschrijving van een geregelde
passagiersdienst valt, noch binnen de begripsomschrijving van een shuttledienst.
-
13. „Cabotage": vervoerswerkzaamheden binnen het grondgebied van de Verdragsluitende
Partij, het gastland, waarbij de laad- en losplaatsen op dat grondgebied liggen, door
een vervoersondernemer die is gevestigd op het grondgebied van de andere Verdragsluitende
Partij. De onbeladen ritten van een voertuig op het grondgebied van het gastland tussen
twee internationale vervoersactiviteiten, alsmede het vervoer tijdens het eerste of
laatste gedeelte van een internationaal gecombineerde vervoersactiviteit worden niet
aangemerkt als cabotage.
-
14. „Grondgebied van een Verdragsluitende Partij": het grondgebied van de Republiek Bulgarije
of het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.
-
15. „Bevoegde autoriteiten":
-
– voor het Koninkrijk der Nederlanden, het ministerie van Verkeer en Waterstaat;
-
– voor de Republiek Bulgarije, het ministerie van Verkeer en Communicatie;
-
– of in beide gevallen, elke persoon die of elk lichaam dat gemachtigd is de taken
te verrichten die thans door genoemde ministeries worden uitgeoefend.