Het Koninkrijk België,
De Tsjechische Republiek,
Het Koninkrijk Denemarken,
De Bondsrepubliek Duitsland,
De Republiek Estland,
De Helleense Republiek,
Het Koninkrijk Spanje,
De Franse Republiek,
Ierland,
De Italiaanse Republiek,
De Republiek Cyprus,
De Republiek Letland,
De Republiek Litouwen,
Het Groothertogdom Luxemburg,
De Republiek Hongarije,
De Republiek Malta,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
De Republiek Oostenrijk,
De Republiek Polen,
De Portugese Republiek,
De Republiek Slovenie,
De Slowaakse Republiek,
De Republiek Finland,
Het Koninkrijk Zweden,
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten van de Europese Gemeenschap’’ genoemd, vertegenwoordigd door
de Raad van de Europese Unie, en
de Europese Gemeenschap, hierna „de Gemeenschap’’ genoemd, vertegenwoordigd door de
Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen,
enerzijds,
en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanie, hierna „Jordanië’’ genoemd,
anderzijds,
Overwegende hetgeen volgt:
De Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen
de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitische Koninkrijk
Jordanië, anderzijds, hierna „de Euro-mediterrane Overeenkomst’’ genoemd, is op 24
november 1997 in Brussel ondertekend en op 1 mei 2002 in werking getreden;
Het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland,
de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije,
de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek
tot de Europese Unie en de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden zijn op 16 april
2003 in Athene ondertekend en op 1 mei 2004 in werking getreden;
Op grond van artikel 6, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003 dient de toetreding
van de nieuwe overeenkomstsluitende partijen tot de Euro-mediterrane Overeenkomst
te worden overeengekomen door de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane
overeenkomst;
Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van de Euro-mediterrane Overeenkomst heeft overleg
plaatsgevonden teneinde ervoor te zorgen dat met de wederzijdse belangen van de Gemeenschap
en Jordanië rekening is gehouden,
Zijn het volgende overeengekomen: