Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Franse Republiek,
hierna te noemen de Partijen,
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving hun economische, handels-, fiscale,
sociale en culturele belangen schaden,
In herinnering roepend de bestaande intensieve administratieve bijstand en samenwerking
in het kader van de Europese Unie tussen de Nederlandse en Franse douaneadministraties
op het gebied van fraudebestrijding ingevolge bilaterale akkoorden, Verordening (EG)
Nr. 515/97, de op 7 september 1967 te Rome gesloten Overeenkomst inzake wederzijdse
bijstand op douanegebied, en gelet op de wens deze bijstand en samenwerking te versterken,
zoals geuit in de Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag
betreffende de Europese Unie (artikel 31 EU) inzake de wederzijdse bijstand en samenwerking
tussen de douaneadministraties, gedaan te Brussel op 18 december 1997, en ingevolge
Richtlijn 76/308 EEG van 15 maart 1976 betreffende de wederzijdse bijstand inzake
invordering,
Geleid door de wens om met dit Verdrag in het Caribisch gebied en met name op het
eiland Sint Maarten/Saint Martin, de door de eerder vermelde teksten voorziene bijstand
en samenwerking tussen de Partijen uit te breiden,
Herinnerend aan de bestaande bijstand en samenwerking tussen de Partijen in het kader
van de Inter-Caribische Douaneconferentie, het Europees initiatief inzake drugsbestrijding
in het Caribisch Gebied en het in 1996 aangenomen actieplan van Barbados,
Indachtig de zeer nauwe betrekkingen die tussen het Koninkrijk der Nederlanden en
de Franse Republiek bestaan in het Caribisch Gebied, met name op het eiland Sint Maarten
/ Saint Martin, ingevolge de „Articles accordés entre les commandans pour les Hollandois
et les commandans pour le Roy de France en l'isle St-Martin en laditte isle le 23
mars 1648'',
Zich bovendien bewust van de noodzaak in dit verband de administratieve bijstand en
samenwerking tussen de douaneadministraties van Nederland, van de Nederlandse Antillen
en van Frankrijk te intensiveren,
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de grondslag van de douanerechten
en andere belastingen die bij invoer of uitvoer van goederen worden geïnd en van het
waarborgen van een juiste naleving van verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen,
Gezien de internationale verdragen waarbij verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen
zijn voorzien ten aanzien van sommige goederen, met name het Verdrag van de Verenigde
Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, gesloten
te Wenen op 20 december 1988, en de bijlage daarbij,
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, in het
bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand van 5 december
1953,
Erkennende de noodzaak van wederzijdse bijstand en internationale samenwerking terzake
van aangelegenheden die verband houden met de toepassing van de douanewetgeving,
Zijn het volgende overeengekomen: