-
a. wordt onder „beheer van bestraalde splijtstof" verstaan alle activiteiten die verband
houden met de behandeling of opslag van bestraalde splijtstof, met uitzondering van
het vervoer buiten de inrichting. Hiertoe kunnen ook lozingen behoren;
-
b. wordt onder „beheer van radioactief afval" verstaan alle activiteiten, met inbegrip
van buitenbedrijfstelling, die verband houden met de behandeling, voorbewerking, bewerking,
conditionering, opslag of opberging van radioactief afval, met uitzondering van het
vervoer buiten de vestigingsplaats. Hiertoe kunnen ook lozingen behoren;
-
c. wordt onder „bestraalde splijtstof" verstaan splijtstof die is bestraald in en permanent
verwijderd uit een reactorkern;
-
d. wordt onder „decommissioning" verstaan alle maatregelen die ertoe leiden dat een kerninstallatie, anders dan een
faciliteit voor eindberging, niet meer aan regulering onderworpen is. Deze maatregelen
omvatten mede de processen van ontsmetting en ontmanteling;
-
e. wordt onder „eindberging" verstaan het plaatsen van bestraalde splijtstof of radioactief
afval in een geschikte faciliteit zonder de bedoeling het terug te halen;
-
f. wordt onder „faciliteit voor het beheer van bestraalde splijtstof" verstaan elke faciliteit
of inrichting waarvan het voornaamste doel is het beheer van bestraalde splijtstof;
-
g. wordt onder „faciliteit voor het beheer van radioactief afval" verstaan elke faciliteit
of inrichting waarvan het voornaamste doel is het beheer van radioactief afval, met
inbegrip van een kerninstallatie ten aanzien waarvan een procedure van buitenbedrijfstelling
loopt, op voorwaarde dat een dergelijke faciliteit of inrichting door de Verdragsluitende
Partij als een faciliteit voor het beheer van radioactief afval wordt aangewezen;
-
h. wordt onder „grensoverschrijdende overbrenging" verstaan elke overbrenging van bestraalde
splijtstof of radioactief afval uit een Staat van herkomst naar een Staat van bestemming.
-
i. wordt onder „ingekapselde bron" verstaan radioactieve stoffen die permanent in een
capsule zijn opgesloten of in een vaste niet verspreidbare vorm zijn gebracht, met
uitzondering van splijtstofelementen voor reactoren;
-
j. wordt onder „kerninstallatie" verstaan een civiele installatie met de bijbehorende
grond, gebouwen en uitrusting waar radioactieve stoffen worden geproduceerd, bewerkt,
gebruikt, behandeld, opgeslagen of opgeborgen op een zodanige schaal dat de veiligheid
in acht moet worden genomen;
-
k. wordt onder „lozingen" verstaan het planmatig en gecontroleerd in het milieu brengen
als legitieme praktijk, binnen de door het regulerend lichaam toegestane grenzen,
van vloeibare of gasvormige radioactieve stoffen die afkomstig zijn van gereguleerde
kerninstallaties tijdens de normale bedrijfsvoering daarvan;
-
l. wordt onder „operationele levensduur" verstaan de periode gedurende welke een faciliteit
voor het beheer van bestraalde splijtstof of radioactief afval voor het beoogde doel
wordt gebruikt. In het geval van een faciliteit voor opberging begint deze periode
op het moment waarop de bestraalde splijtstof of het radioactieve afval voor de eerste
keer in de faciliteit wordt geplaatst en eindigt zij bij de sluiting van de faciliteit;
-
m. wordt onder „opslag" verstaan het voorhanden hebben van bestraalde splijtstof of radioactief
afval in een faciliteit die in de insluiting daarvan voorziet, met de bedoeling het
terug te halen;
-
n. wordt onder „opwerking" verstaan een proces of een werkwijze waarvan het doel is radioactieve
isotopen uit bestraalde splijtstof te winnen voor verder gebruik;
-
o. wordt onder „radioactief afval" verstaan radioactieve stoffen in gasvormige, vloeibare
of vaste vorm waarvoor geen verder gebruik is voorzien door de Verdragsluitende Partij
of door een natuurlijke of rechtspersoon wiens beslissing door de Verdragsluitende
Partij wordt aanvaard en dat door een regulerend lichaam als radioactief afval wordt
gecontroleerd overeenkomstig het wet- en regelgevend kader van de Verdragsluitende
Partij;
-
p. wordt onder „regulerend lichaam" verstaan een of meer lichamen waaraan door de Verdragsluitende
Partij de wettelijke bevoegdheid is verleend elk aspect van de veiligheid van het
beheer van bestraalde splijtstof of radioactief afval te reguleren, met inbegrip van
het afgeven van vergunningen;
-
q. wordt onder „sluiting" verstaan de voltooiing van alle werkzaamheden op enig moment
na het plaatsen van de bestraalde splijtstof of het radioactief afval in een faciliteit
voor eindberging. Dit omvat mede het verrichten van de laatste technische of andere
werkzaamheden die zijn vereist om de faciliteit in een toestand te brengen die de
veiligheid voor de lange termijn garandeert.
-
r. wordt onder „Staat van bestemming" verstaan de Staat naar welke een grensoverschrijdende
overbrenging wordt gepland of plaatsvindt;
-
s. wordt onder „Staat van doorvoer" verstaan elke Staat, anders dan een Staat van herkomst
of een Staat van bestemming, over het grondgebied waarvan een grensoverschrijdende
overbrenging wordt gepland of plaatsvindt;
-
t. wordt onder „Staat van herkomst" verstaan een Staat waarvandaan een grensoverschrijdende
overbrenging wordt gepland of plaatsvindt;
-
u. wordt onder „vergunning" verstaan elke door een regulerend lichaam verleende machtiging,
toestemming of certificatie ter verrichting van activiteiten met betrekking tot het
beheer van bestraalde splijtstof of van radioactief afval;