Het is wel te verstaan dat waar in dit Verdrag de term „staatkundig onderdeel” wordt
gebruikt, deze term slechts van toepassing is op Nederland.
Het is wel te verstaan dat bij de bepaling van de „plaats van de werkelijke leiding”
als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, en in artikel 8, eerste lid, omstandigheden die onder andere in aanmerking kunnen worden genomen zijn, de plaats
waar het lichaam daadwerkelijk wordt geleid en beheerst, de plaats waar de besluitvorming
op het hoogste niveau plaatsvindt inzake de belangrijke beleidsbeslissingen die essentieel
zijn voor de leiding van het lichaam, de plaats die een hoofdrol speelt bij de leiding
van het lichaam vanuit economisch en functioneel oogpunt en de plaats waar de belangrijkste
boekhouding wordt gehouden.
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats
in een van de Verdragsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van
de Verdragsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft.
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen
worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat
op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat
deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die
Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten
rechten op belangen bij, of voordelen uit vermogensbestanddelen die voortvloeien uit
die exploratie of exploitatie.
Het is wel te verstaan dat het begrip onroerende zaken niet mede omvat de goederen
die worden behandeld in artikel 12, tweede lid.
Met betrekking tot artikel 7, eerste en tweede lid, geldt dat, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende
Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar
gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald
op basis van het totale bedrag ontvangen door de onderneming, doch slechts op basis
van dat deel van de inkomsten van de onderneming dat aan de werkelijke werkzaamheden
van de vaste inrichting voor die verkopen of die bedrijfsuitoefening is toe te rekenen.
Met name bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering, installatie
of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting
of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming een vaste inrichting
heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale
door de onderneming ontvangen bedrag, doch slechts op basis van dat deel van de overeenkomst
dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Verdragsluitende Staat
waar de vaste inrichting is gevestigd. De voordelen die betrekking hebben op dat deel
van de overeenkomst, dat wordt uitgevoerd door het hoofdkantoor van de onderneming,
zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de onderneming inwoner
is.
Vergoedingen voor technische diensten, waaronder begrepen studies of onderzoeken van
wetenschappelijke, geologische of technische aard, of voor diensten van raadgevende
of toezichthoudende aard, worden aangemerkt als vergoedingen waarop de bepalingen
van artikel 7 of artikel 14 van het Verdrag van toepassing zijn.
VIII. Ad Artikelen 7,14 en 24
Het is wel te verstaan dat in het geval van lonen en salarissen die worden betaald
door een onderneming van een Verdragsluitende Staat waarvan het kapitaal, geheel of
gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, in bezit is van of beheerst wordt door inwoners
van de andere Verdragsluitende Staat, deze lonen en salarissen bij de berekening van
de belastbare winst van die onderneming aftrekbaar zijn, tenzij de lonen en salarissen
betrekking hebben op winstbestanddelen die van belastingheffing zijn vrijgesteld.
De voorgaande volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot lonen en
salarissen bij de berekening van de belastbare winst van een vaste inrichting.
In het geval van interest is het voorgaande slechts van toepassing indien de interest
wordt betaald aan een lichaam dat inwoner is van een Verdragsluitende Staat door een
lichaam dat inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, waarin het eerstgenoemde
lichaam onmiddellijk 100 percent van het kapitaal bezit.
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen
van artikelen 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven
uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat
die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het
kalenderjaar waarin de belasting is geheven. Indien door een belastingplichtige aanspraak
wordt gemaakt op een teruggaaf als bedoeld in de voorgaande volzin, wordt de belasting
die in een Verdragsluitende Staat is ingehouden naar een tarief dat het tarief waarin
het Verdrag voorziet te boven gaat, op tijdige wijze teruggegeven.
Het is wel te verstaan dat „bestuurder” of „commissaris” van een Nederlands lichaam
betrekking heeft op personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering
van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam, en die zijn
belast met de algemene leiding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht
daarop.
Zolang Belarus ingevolge zijn nationale wetgeving het heffingsrecht uit hoofde van
artikel 18, eerste lid, niet kan uitoefenen, worden de bepalingen van dat lid voorlopig niet toegepast met
betrekking tot pensioenen ontvangen door een inwoner van Belarus in verband met een
dienstbetrekking die vroeger in Nederland is uitgeoefend. Met betrekking tot deze
pensioenen blijven de bepalingen van de Nederlandse nationale wetgeving van toepassing.
Zodra de bevoegde autoriteit van Belarus de bevoegde autoriteit van Nederland bericht
dat Belarus ingevolge zijn nationale wetgeving het in het eerste lid voorziene heffingsrecht
kan uitoefenen, houdt deze protocolbepaling op van toepassing te zijn.
Het is wel te verstaan dat voor de berekening van de vermindering vermeld in artikel 23, derde lid, de waarde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de schulden verzekerd
door hypotheek op dat vermogen en dat de waarde van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de tot de vaste
inrichting of het vaste middelpunt behorende schulden.