AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN BOEDAPEST
No. BDP/AZ/281.0
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Hongarije haar complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing
naar nota J-123/1994 van 16 maart 1994 van het Ministerie betreffende de tewerkstelling
van gezinsleden van diplomaten en andere personeelsleden van de Ambassade, Consulaten-Generaal,
Consulaten en permanente vertegenwoordigingen, het volgende voor te stellen:
1. Machtiging beroepswerkzaamheden of werkzaamheden van commerciële aard te verrichten
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Hongarije
komen overeen gezinsleden van diplomaten, van beroeps-consulaire ambtenaren en van
leden van het administratief, technisch en bedienend personeel, werkzaam bij diplomatieke
zendingen, consulaire posten en permanente vertegenwoordigingen van de Republiek Hongarije
in het Koninkrijk der Nederlanden en van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek
Hongarije wederzijds toe te staan beroepswerkzaamheden of werkzaamheden van commerciële
aard te verrichten in de ontvangende staat, zulks met inachtneming van de volgende
bepalingen.
Voor de toepassing van dit verdrag wordt verstaan onder:
-
i. „Verdrag inzake diplomatiek verkeer": het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer
van 18 april 1961;
-
ii. „Verdrag inzake consulaire betrekkingen": het Verdrag van Wenen inzake consulaire
betrekkingen van 24 april 1963;
-
iii. „gezinsleden": leden van het gezin die deel uitmaken van het huishouden van een diplomaat,
beroeps-consulair ambtenaar of lid van het administratief, technisch of bedienend
personeel van de zendstaat, die als zodanig zijn opgeven door de zendstaat en die
als zodanig zijn aanvaard door de ontvangende staat.
Indien gezinsleden toestemming wensen te verkrijgen voor het aanvaarden van arbeid
in de Republiek Hongarije of in het Koninkrijk der Nederlanden, dient een schriftelijk
verzoek te worden gericht door de Ambassade van de Republiek Hongarije in het Koninkrijk
der Nederlanden aan de Directie Kabinet en Protocol van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in Nederland, of door de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in de
Republiek Hongarije aan de Dienst Protocollaire Aangelegenheden van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken in de Republiek Hongarije. In dit verzoek dient het gezinslid
te worden genoemd en de aard van de arbeid in het kort te worden vermeld. De desbetreffende
dienst protocollaire aangelegenheden stelt de betrokken ambassade er terstond van
in kennis dat het gezinslid toestemming heeft arbeid te aanvaarden.
4. Immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken
Indien een gezinslid dat arbeid heeft aanvaard in overeenstemming met de bepalingen
van dit verdrag in het kader van die arbeid wordt beschuldigd van het begaan van een
strafbaar feit, zijn de bepalingen inzake immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht
in strafzaken van het Verdrag inzake diplomatiek verkeer of het Verdrag inzake consulaire
betrekkingen, dan wel enige andere toepasselijke overeenkomst, van toepassing met
inachtneming van de volgende bepalingen.
-
a. In de hierboven bedoelde gevallen doet de zendstaat, indien de ontvangende staat daarom
verzoekt, afstand van de immuniteit van het betrokken gezinslid ten aanzien van de
rechtsmacht in strafzaken van de ontvangende staat, behoudens in bijzondere gevallen,
wanneer genoemde zendstaat van oordeel is dat bedoelde afstand in strijd is met zijn
belangen.
-
b. Het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van strafrechtelijke procedures mag
niet worden geacht mede betrekking te hebben op immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging
van het vonnis, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan; in dergelijke gevallen
neemt de zendstaat het doen van afstand van laatstbedoelde immuniteit ernstig in overweging.
5. Immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in civiel- en administratiefrechtelijke
zaken
-
a. Indien een gezinslid arbeid heeft aanvaard in overeenstemming met de bepalingen van
dit verdrag en zijn rechtspositie is geregeld in het Verdrag inzake diplomatiek verkeer
of het Verdrag inzake consulaire betrekkingen, zijn de bepalingen van dat Verdrag
van toepassing ten aanzien van de arbeid van dat gezinslid, hetgeen inhoudt dat betrokkene
deze immuniteit niet geniet met betrekking tot alle uit zijn arbeid voortvloeiende
zaken.
-
b. Indien een gezinslid immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht van de ontvangende
staat in civiel- en administratiefrechtelijke zaken krachtens een andere toepasselijke
internationale overeenkomst, wordt door de zendstaat afstand gedaan van die immuniteit
met betrekking tot alle uit de arbeid van het gezinslid voortvloeiende zaken.
6. Belasting en sociale zekerheid
-
a. Een gezinslid dat arbeid aanvaardt in overeenstemming met de bepalingen van dit verdrag
blijft vrijgesteld van belastingen, met uitzondering van belastingen geheven op inkomsten
uit die arbeid.
-
b. Een gezinslid dat arbeid aanvaardt in overeenstemming met de bepalingen van dit verdrag
is onderworpen aan de wetgeving inzake sociale zekerheid van de ontvangende staat.
7. Niet van toepassing zijn van nationale wetten
-
a. De wettelijke bepalingen van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Republiek Hongarije
inzake de tewerkstelling van vreemdelingen zijn niet van toepassing op gezinsleden
die toestemming hebben arbeid te aanvaarden in het Koninkrijk der Nederlanden of in
de Republiek Hongarije in overeenstemming met dit verdrag.
-
b. De wettelijke bepalingen van het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Hongarije
inzake de toelating en het verblijf van vreemdelingen zijn niet van toepassing op
gezinsleden die arbeid hebben aanvaard in het Koninkrijk der Nederlanden of in de
Republiek Hongarije in overeenstemming met dit verdrag.
8. Einde van de tewerkstelling
-
a. De toestemming van een gezinslid om de arbeid voort te zetten of arbeid te aanvaarden
vervalt aan het einde van de plaatsing in de ontvangende staat van de diplomaat, de
beroeps-consulair ambtenaar of het lid van het administratief, technisch of bedienend
personeel van wiens gezin de betrokkene lid is.
-
b. Een gezinslid dat arbeid aanvaardt in overeenstemming met de bepalingen van dit verdrag
is op grond daarvan niet gerechtigd nog te verblijven in de ontvangende staat of die
arbeid te behouden of andere arbeid te aanvaarden nadat de toestemming is vervallen
in overeenstemming met het in letter a van dit artikel bepaalde.
9. Inwerkingtreding en beëindiging
-
a. Dit verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de maand waarin
de verdragsluitende Partijen elkander er schriftelijk van in kennis hebben gesteld
dat aan hun onderscheiden constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding van dit
verdrag is voldaan.
-
b. Elk van beide verdragsluitende Partijen kan dit Verdrag te allen tijde beëindigen
door middel van een schriftelijke kennisgeving, waarna het verdrag niet langer van
kracht is vanaf de eerste dag van de zevende maand na de dag waarop de kennisgeving
werd gedaan.
Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Hongarije, heeft de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden
de eer voor te stellen dat deze Nota, tezamen met de daartoe strekkende antwoordnota
van het Ministerie, een verdrag tussen onze beide Regeringen zal vormen, dat in werking
zal treden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 9 van de bovenstaande tekst.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
om het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Hongarije de hernieuwde
verzekering van haar zeer bijzondere hoogachting te geven.
Het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Hongarije
Boedapest
Boedapest, 16 september 1994