Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] zoals aangevuld te 's-Gravenhage op 17 november 1967, Port of Spain/Roseau, 14-02-1992

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 21-02-1992 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Gemenebest van Dominica inzake de toepassing van het op 31 mei 1932 te Londen tussen Nederland en Groot-Brittannië gesloten Verdrag houdende bepalingen tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, zoals aangevuld te 's-Gravenhage op 17 november 1967

Authentiek : EN

Nr. I

No. 1774

The Royal Netherlands Embassy presents its compliments to the Ministry of External Affairs of the Commonwealth of Dominica and, with reference to the Ministry's Note no. Ex/160/01-758 of 7 July 1987, has the honour to propose that the Convention between the Netherlands and Great Britain regarding legal proceedings in Civil and Commercial matters, signed at London on 31 May 1932 and supplemented on 17 November 1967 at The Hague, shall continue to be in force between the Kingdom of the Netherlands and the Commonwealth of Dominica, it being understood that with respect to the Commonwealth of Dominica the Convention shall be modified by substituting the words "Registrar of the High court" for "Senior Master of the Supreme Court of Judicature", wherever the latter appear in the text, and that this Note and the Ministry's reply thereto shall constitute an agreement to this effect.

The Government of the Kingdom of the Netherlands has the honour further to propose that this agreement shall be applied in such a way that requests by the competent judicial authority in one country to the competent judicial authority in the other country for service of judicial and extra-judicial documents or for the taking of evidence may either be addressed and sent in accordance with the regime provided for in and under the Convention of 1932 or be communicated directly between these judicial authorities.

The Government of the Kingdom of the Netherlands further proposes that this agreement shall enter into force on the date on which the Government of the Kingdom of the Netherlands has notified the Government of the Commonwealth of Dominica in writing that the procedures constitutionally required in the Kingdom of the Netherlands (the Kingdom as a whole) in respect of this agreement have been complied with.

The Royal Netherlands Embassy avails itself of this opportunity to renew to the Ministry of External Affairs of the Commonwealth of Dominica the assurances of its highest consideration.

Port of Spain, 21 June 1990

Nr. II

MINISTRY OF EXTERNAL AFFAIRS

AND OECS UNITY,

GOVERNMENT HEADQUARTERS,

ROSEAU

COMMONWEALTH OF DOMINICA

WEST INDIES

Ref. No.: EX 160/02/22-200

The Ministry of External Affairs and OECS Unity of the Commonwealth of Dominica presents its compliments to the Royal Netherlands Embassy in Port-of-Spain, Trinidad and Tobago and has the honour to acknowledge receipt of the Embassy's note N° 43 of 8 January 19921concerning the Convention between The Netherlands and Great Britain regarding legal proceedings in Civil and Commercial matters, signed at London on 31 May, 1932 and supplemented on 17 November, 1967 at The Hague.

The Ministry of External Affairs and OECS Unity of the Commonwealth of Dominica has the honour to inform the Embassy that the proposal mentioned in the Embassy's note of 21 June, 1990 regarding the said Convention is acceptable to the Government of the Commonwealth of Dominica.

The Ministry of External Affairs and OECS Unity of the Commonwealth of Dominica avails itself of this opportunity to renew to the Royal Netherlands Embassy the assurances of its highest consideration.

14th February, 1992

Embassy of the Royal Netherlands

3rd Floor

Life of Barbados Building

69/71 Edward Street

Port of Spain

Trinidad and Tobago

Vertaling : NL

Nr. I

No. 1774

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Gemenebest van Dominica haar complimenten aan en heeft de eer, onder verwijzing naar Nota nr. EX 160/01-758 van het Ministerie van 7 juli 1987, voor te stellen dat het Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Londen op 31 mei 1932 en aangevuld op 17 november 1967 te 's-Gravenhage, van kracht blijft tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Gemenebest van Dominica, met dien verstande dat ten aanzien van het Gemenebest van Dominica het Verdrag wordt gewijzigd door de woorden „Senior Master of the Supreme Court of Judicature" op alle plaatsen waar deze in de tekst voorkomen te vervangen door „Registrar of the High Court", en dat deze Nota en het antwoord van het Ministerie daarop een daartoe strekkende overeenkomst vormen.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft voorts de eer voor te stellen dat deze overeenkomst op zodanige wijze wordt toegepast dat verzoeken van de bevoegde rechterlijke autoriteit in het ene land aan de bevoegde rechterlijke autoriteit in het andere land om betekening van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken of om het verkrijgen van bewijs kunnen worden geadresseerd en verzonden in overeenstemming met de regelingen voorzien in en krachtens het Verdrag van 1932 of rechtstreeks tussen deze rechterlijke autoriteiten kunnen worden uitgewisseld.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden stelt voorts voor dat deze overeenkomst in werking treedt op de datum waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de Regering van het Gemenebest van Dominica schriftelijk heeft medegedeeld dat aan de in het Koninkrijk der Nederlanden (het Koninkrijk als geheel) constitutioneel vereiste procedures ten aanzien van deze overeenkomst is voldaan.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Gemenebest van Dominica opnieuw te verzekeren van haar zeer bijzondere hoogachting.

Port of Spain, 21 juni 1990

Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

EN EENHEID BINNEN DE OECS,

REGERINGSZETEL,

ROSEAU

GEMENEBEST VAN DOMINICA,

WEST-INDIË

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Eenheid binnen de OECS van het Gemenebest van Dominica biedt de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te Port of Spain, Trinidad en Tobago, zijn complimenten aan en heeft de eer de ontvangst te bevestigen van Nota nr. 43 d.d. 8 januari 1992 van de Ambassade aangaande het Verdrag tussen Nederland en Groot-Brittannië tot het vergemakkelijken van het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke en handelszaken, ondertekend te Londen op 31 mei 1932 en aangevuld op 17 november 1967 te 's-Gravenhage.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Eenheid binnen de OECS van het Gemenebest van Dominica heeft de eer de Ambassade mede te delen dat het voorstel vermeld in de nota van de Ambassade d.d. 21 juni 1990 aangaande genoemd Verdrag voor de Regering van het Gemenebest van Dominica aanvaardbaar is.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Gemenebest van Dominica maakt van deze gelegenheid gebruik de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van zijn zeer bijzondere hoogachting.

14 februari, 1992

Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

3e verdieping

Life of Barbados Building

69/71 Edward Street

Port of Spain

Trinidad en Tobago

  1. [Red: Hier niet afgedrukt. Het betreft een rappèl inzake de nota van 21 juni 1990.] ^ [1]
Naar boven