Op 1 januari 2025 zijn door het vervallen van de vrijstelling van bpm voor emissievrije
motorrijtuigen grote verschillen ontstaan in de bpm tussen emissievrije personenauto's
enerzijds en emissievrije bijzondere personenauto's (zoals kampeerauto’s en rolstoelvervoer)
en emissievrije motorrijwielen anderzijds.
Voor emissievrije personenauto’s geldt vanaf 1 januari 2025 de CO2-uitstoot als maatstaf van heffing voor de bpm. Door de zogenoemde vaste voet in de
CO2-tarieftabel voor personenauto’s is in 2025 € 667 aan bpm verschuldigd. Hiermee is
voor emissievrije personenauto’s nog altijd aanzienlijk minder bpm verschuldigd dan
voor hun fossiele tegenhangers waarvoor meer bpm is verschuldigd naargelang deze een
hogere CO2-uitstoot hebben. Voor bijzondere personenauto’s en motorrijwielen is de maatstaf
van heffing voor de bpm gebaseerd op de catalogusprijs. Hierdoor zijn voor deze emissievrije
bijzondere personenauto’s en emissievrije motorrijwielen in 2025 respectievelijk 37,7%
en 9,6% of 19,4% van de netto catalogusprijs aan bpm verschuldigd.
Op 25 april 2025 heb ik in de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda aangekondigd dit
verschil weg te nemen door ook voor emissievrije bijzondere personenauto’s en emissievrije
motorrijwielen een vaste voet te introduceren in de Wet bpm. In deze brief is aangekondigd dat de Belastingdienst via goedkeurend beleid ook
voor het jaar 2025 voor emissievrije bijzondere personenauto’s het tarief van € 667
toepassen en een tarief van € 200 hanteren voor emissievrije motorfietsen.
Goedkeuring
Daarom keur ik vooruitlopend op wetgeving goed dat in 2025, in afwijking van artikel 9, derde lid, onderdeel a, Wet bpm voor emissievrije bijzondere personenauto’s de bpm € 667 bedraagt en in afwijking
van artikel 9, derde lid, onderdeel b, Wet bpm de bpm voor emissievrije motorrijwielen
€ 200 bedraagt.
Via een ambtshalve vermindering zal voor aangiften die vanaf 1 januari 2025 tot 1 juli
2025 zijn ingediend worden geborgd dat de betaalde bpm in overeenstemming is met dit
besluit. Vanaf 1 juli 2025 kunnen vergunninghouders conform dit besluit aangiften
indienen en daarbij een beroep doen op de vaste voet voor bijzondere personenauto’s
en motorrijwielen. Bij individuele aangiften kan vanaf 1 juli 2025 het bruto-bpm bedrag
conform dit besluit worden ingevuld in het aangifteformulier.