Deze beleidsregel beschrijft de procedure bij de Ctn en de daaropvolgende uitoefening
van de beslissingsbevoegdheid door de minister. De Ctn is evenals de Cvdn, die het
ondernemingsplan toetst bij een verzoek tot benoeming tot notaris, een door de minister
ingestelde commissie. De Ctn adviseert onafhankelijk over beslissingen ten aanzien
van de benoeming tot notaris of de goedkeuring van de aanwijzing als toegevoegd notaris.
In deze beleidsregel worden de werkwijze van de Ctn en de toetsing door de minister
nader uitgewerkt. In de praktijk is gebleken dat er in de notariële praktijk onduidelijkheid
bestaat over de wijze van toetsen en de vereisten en/of competenties waaraan wordt
getoetst. Doel van deze beleidsregel is het realiseren van transparantie en publieke
kenbaarheid over de procedure, de vereisten voor benoeming of toevoeging, en de wijze
van toetsing door de Ctn bij een verzoek tot benoeming tot notaris of goedkeuring
van de aanwijzing als toegevoegd notaris.
Een notaris wordt benoemd bij Koninklijk Besluit op voordracht van de minister. Een
verzoek tot benoeming tot notaris wordt door de kandidaat-notaris ingediend bij de
KNB. De goedkeuring van het verzoek tot aanwijzing als toegevoegd notaris wordt verleend
bij besluit van de minister. Een verzoek tot aanwijzing als toegevoegd notaris wordt
ingediend door de notaris aan wie de kandidaat-notaris wil worden toegevoegd en de
kandidaat-notaris gezamenlijk. Ook dit verzoek wordt ingediend bij de KNB. Het verzoek
wordt vervolgens, inclusief alle conform de Wna vereiste documenten, door de KNB doorgeleid naar de minister.
De minister wint advies in bij de Ctn, de Cvdn indien sprake is van een verzoek tot
benoeming tot notaris, de KNB en het BFT. De Cvdn toetst het ondernemingsplan van
de verzoeker aan de vereisten als bedoeld in artikel 7 Wna. De Ctn toetst de persoonlijke geschiktheid van de kandidaat voor het ambt van notaris
of de functie van toegevoegd notaris zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, juncto artikel 30c, tweede lid, Wna. De KNB en het BFT bezien of er feiten of omstandigheden bekend zijn die de benoeming
tot notaris of goedkeuring van de aanwijzing als toegevoegd notaris in de weg staan
in hun rol van respectievelijk beroepsorganisatie en integraal toezichthouder. Als
in onvoldoende mate blijkt dat wordt voldaan aan persoonlijke geschiktheid voor notaris
of gegronde vrees bestaat voor enige schade aan de eer en het aanzien van het notarisambt,
weigert de minister het verzoek (zie artikel 8, tweede lid, Wna juncto artikel 30c, tweede lid, Wna). Het verzoek wordt ook geweigerd indien niet wordt voldaan aan een van de andere
wettelijke vereisten van de Wna (zie artikel 6, eerste en tweede lid, Wna, artikel 7, eerste lid, onder a en b, Wna en artikel 30b, tweede lid, Wna juncto artikel 30c, eerste lid, Wna).
In de artikelen 2.2, onder c en d; 2.4; 3, onder g; 7; 8; en 9 van deze beleidsregel geeft de minister invulling aan zijn bestuursbevoegdheid. Artikel 10 ziet op de (wettelijke) mogelijkheid om een rechtsmiddel in te stellen tegen een
besluit van de minister; artikel 11 op de inwerkingtreding van de beleidsregel en artikel 12 op de citeertitel. Voor de volledigheid en leesbaarheid van deze beleidsregel worden
in de overige artikelen de in de Wna, het Bna en het Reglement geregelde procedurevoorschriften en praktische werkwijze van de
Ctn uiteengezet.