Hoofdstuk 7. Alternatieve voorschriften
Artikel 30. Voorschrift Machines
Versie 1 januari 2025
Basis
Richtlijn 2006/42/EG gewijzigd tot en met Verordening (EU) 2019/1243
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Typegoedkeuring
De mobiele machine wordt geacht te voldoen indien de mobiele machine is voorzien van
een geldige ‘CE-markering’ en EG-verklaring van overeenstemming.
Als de mobiele machine is voorzien van uitrusting die gevoelig kan zijn voor elektromagnetische
compatibiliteit (EMC) dan moet expliciet zijn aangetoond dat de mobiele machine aan
relevante eisen onder de machinerichtlijn voldoet. In dat geval moet in de verklaring
van overeenstemming de norm waaraan elektromagnetische compatibiliteit van de mobiele
machine is getoetst zijn vermeld. Indien dit ontbreekt maar de EMC gevoelige onderdelen
zijn voorzien van een geldige UNECE R10 goedkeuring is dit eveneens afdoende.
Voor het verkrijgen van een typegoedkeuring moet een voorbeeld van de EG-verklaring
van overeenstemming die per voertuig wordt afgegeven worden opgenomen in het informatiedocument.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Wijze van keuren
Typegoedkeuring
Visuele controle.
Individuele goedkeuring
Visuele controle, bij twijfel moet een verklaring van de oorspronkelijke fabrikant
worden overgelegd.
Toelichting
–
Artikel 31. Voorschrift Emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes
Versie 1 januari 2025
Basis
Verordening (EU) 2016/1628 tot en met Verordening (EU) 2022/992
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Typegoedkeuring
De mobiele machine moet zijn voorzien van een motor die voldoet aan Verordening (EU) 2016/1628 van de motorcategorie NRE of NRS, als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2016/1628 of als gelijkwaardig erkende goedkeuring (zie toelichting).
Als alternatief mag de mobiele machine zijn voorzien van een motor van de motorcategorie
ATS met elektrische ontsteking, mits de mobiele machine aan één van onderstaande voorwaarden
voldoet:
-
• voertuig is uitgerust met een schrijlingse gerichte zitplaats en een stuurstang; of
-
• voertuig is uitgerust met een stuurwiel en bank of kuipstoel in een of meer rijen
en met een maximumconstructiesnelheid van 25 km/h of meer.
De emissiefase van de motor moet voldoen aan het niveau wat is voorgeschreven volgens
de verordening.
De motor moet zijn gemonteerd volgens de voorschriften van de motorfabrikant inclusief
het ter beschikking stellen van informatie aan de eindgebruiker.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Echter in afwijking van bovenstaande mag de verbrandingsmotor van mobiele machine
zijn aangepast om geheel of met bijmenging van waterstof te functioneren. De fabrikant
moet meetresultaten aanleveren gemeten volgens de transiënt en steady state cycli
die beschreven staan in bijlage IV van Verordening (EU) 2016/1628. De meetresultaten moeten aantonen dat, bij alle mogelijke mate van bijmengverhoudingen
van waterstof in het brandstofsysteem, aan de emissiegrenswaarden van de geldende
emissiefase wordt voldaan.
Wijze van keuren
Typegoedkeuring
Visuele controle en/of meten.
De motor moet volgens voorschrift van de motorleverancier zijn ingebouwd, bijvoorbeeld
op basis van de verklaring van de motorleverancier of door motorleverancier verstrekte
inbouwinstructies. Het informatiepakket van de motorleverancier dat door de fabrikant
van de mobiele machine aan de eindgebruiker wordt verstrekt wordt vastgelegd.
Individuele goedkeuring
Visuele controle en/of meten.
In afwijking van bovenstaande wordt voor individuele goedkeuring geacht te zijn voldaan
indien de verbrandingsmotor is voorzien van een typegoedkeuringsnummer volgens Verordening (EU) 2016/1628 of gelijkwaardige goedkeuring en fabrieksmatig is ingebouwd.
Toelichting
In bijlage XIII van Verordening (EU) 2017/654 is de erkenning van gelijkwaardige goedkeuringen voor motoren opgenomen.
Artikel 32. Voorschrift Voorgeschreven platen en opschriften
Versie 1 januari 2025
Voertuigcategorie
Mobiele Machine
Basis
Verordening (EU) 2015/208, bijlage XX tot en met wijziging Verordening (EU) 2020/540
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Voorgeschreven plaat
Typegoedkeuring
De mobiele machine moet zijn voorzien van een voorgeschreven plaat en voldoen aan
Verordening (EU) 2015/208, bijlage XX. In afwijking van punt 3.1 moet op de voorgeschreven plaat minimaal onderstaande
informatie zijn vermeld:
-
• naam van de fabrikant;
-
• NL-typegoedkeuringsnummer;
-
• het type;
-
• het voertuigidentificatienummer;
-
• de technisch toegestane maximummassa van het voertuig in beladen toestand;
-
• de technisch toegestane maximummassa per as of rupsbandset; en
-
• de technisch toegestane getrokken massa(’s).
Als er sprake is van een mobiele machine die in meerdere fasen wordt voltooid, brengt
iedere fase fabrikant, aanvullend, een eigen constructieplaat aan waarop minimaal
onderstaande informatie staat vermeld:
-
• de naam van de fabrikant;
-
• de goedkeuringsfase;
-
• NL-typegoedkeuringsnummer;
-
• het voertuigidentificatienummer; en
-
• het gewijzigde gegeven(s).
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Echter in afwijking van bovenstaande mag in het geval van een individuele goedkeuring
de vermelding van het NL-typegoedkeurnummer en het type op de voorgeschreven plaat/platen
achterwege blijven.
De technisch toegestane getrokken massa(’s) mag op de constructieplaat ontbreken indien
deze massa blijkt uit de documentatie van de op de constructieplaat vermelde fabrikant
of indien het voertuig niets mag trekken.
Voertuigidentificatienummer
Typegoedkeuring
De mobiele machine moet zijn voorzien van een voertuigidentificatienummer dat voldoet
aan Verordening (EU) 2015/208, bijlage XX, punt 4.
In afwijking van het gestelde in bijlage XX, punt 4 voldoet het voertuigidentificatienummer
van de mobiele machine wanneer deze is opgebouwd door een gestructureerde combinatie
van tekens die door de fabrikant ondubbelzinnig aan één bepaald voertuig is toegewezen.
Hieraan wordt eveneens geacht te zijn voldaan indien het voertuigidentificatienummer
voldoet aan het gestelde in:
In afwijking van het gestelde in bijlage XX, punt 4. mag het voertuigidentificatienummer
aan de rechterzijde dan wel linkerzijde van het voertuig zijn aangebracht.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Wijze van keuren
Visuele controle, zo nodig meten.
Toelichting
–
Artikel 33. Voorschrift Vloeibaar petroleumgas (LPG)
Versie 1 januari 2025
Voertuigcategorie
Mobiele Machine
Basis
VN/ECE-reglement nr. 67 tot en met supplement 14 op wijzigingenreeks 01
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Typegoedkeuring
De mobiele machine die is uitgerust met een motor die wordt gevoed door LPG moet zijn
uitgerust met specifieke voorzieningen voor het gebruik van LPG als voertuigbrandstof
die voldoet aan de eisen van deel I, punt 6 wat betreft de onderdelen van de installatie
en deel II, punt 17, wat betreft de installatie op het voertuig van VN/ECE-reglement
nr. 67.
Voor zover er sprake is van de specifieke eisen voor bepaalde voertuigcategorieën
zijn de eisen voor categorie N3 overeenkomstig van toepassing op mobiele machines.
Indien de bevestiging van de brandstoftank voldoet aan het gestelde in bijlage 5 van
VN/ECE-reglement nr. 115 tot en met supplement 10 op wijzigingenreeks 00, wordt geacht
te zijn voldaan aan de eisen omtrent de bevestiging hiervan vermeld in deel II punt 17.4.6.
van VN/ECE-reglement nr. 67.
Mobiele machines mogen in plaats van de tank inclusief appendages en aansluitingen
zijn voorzien van gasflessen inclusief appendages en aansluitingen. Deze gasflessen
inclusief appendages en aansluitingen blijven buiten beschouwing tijdens de goedkeuring.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
In aanvulling hierop:
-
1. mag de fabricagedatum van de flexibele slangen die worden toegepast in een gedeelte
waar de druk hoger is dan 0,2 bar niet verder zijn terug gelegen dan 2 jaar; en
-
2. mag de beproevingsdatum van de LPG-tank niet verder terug zijn gelegen dan 10 jaar.
Het gestelde in de punten 1 en 2 zijn niet van toepassing indien het voertuig geregistreerd
is geweest in een EU/EVA-land en de installatie reeds was gemonteerd.
Wijze van keuren
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
Toelichting
–
Artikel 34. Voorschrift Elektrische aandrijflijn
Versie 1 januari 2025
Basis
VN/ECE-reglement nr. 100 tot en met supplement 1 op wijzigingenreeks 02
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Een mobiele machine met een elektrische aandrijflijn moet voldoen aan:
-
• punt 3, met uitzondering van de verplichting om de documentatie in drievoud te verstrekken
en met uitzondering van punt 3.1.2.2. en het in punt 3.1.3. gestelde met betrekking
tot de toetsing van punt 6 en punt 3.2.; en
-
• punt 5, met uitzondering van punt 5.2.1 tot en met 5.2.1.2
In afwijking tot gestelde in punt 5.4. mag de aanvrager met betrekking tot waterstofemissies
van batterijen op basis van waterige elektrolyten tot tevredenheid van de Dienst Wegverkeer
aantonen dat aan de eisen in bijlage 7 is voldaan.
Wijze van keuren
Typegoedkeuring
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
Individuele goedkeuring
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
In het geval het een seriematig geproduceerde mobiele machine betreft wordt deze geacht
te voldoen.
Toelichting
–
Artikel 35. Voorschrift Gecomprimeerd aardgas (CNG) en/of vloeibaar aardgas (LNG)
Versie 1 januari 2025
Basis
VN/ECE-Reglement nr. 110 tot en met supplement 02 op wijzigingenreeks 01
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Algemeen
CNG en LNG
Voor zover er sprake is van de specifieke eisen voor bepaalde voertuigcategorieën
zijn de eisen voor categorie N3 overeenkomstig van toepassing op mobiele machines.
Indien de bevestiging van de brandstoftank voldoet aan het gestelde in bijlage 5 van
VN/ECE-reglement nr. 115 tot en met supplement 10 op wijzigingenreeks 00, wordt geacht
te zijn voldaan aan de eisen omtrent de bevestiging hiervan vermeld in VN/ECE-reglement
nr. 110.
Mobiele machines mogen in plaats van de tank inclusief appendages en aansluitingen
zijn voorzien van gasflessen inclusief appendages en aansluitingen. Deze gasflessen
inclusief appendages en aansluitingen blijven buiten beschouwing tijdens de typegoedkeuring.
CNG
Typegoedkeuring
De mobiele machine met een brandstofsysteem van een motor die wordt gevoed door CNG,
moet voldoen aan deel I, punt 6, en deel II, punt 17 van VN/ECE-reglement nr. 110.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
In aanvulling hierop:
-
1. mag de fabricagedatum van de flexibele slangen niet verder terug zijn gelegen dan
1 jaar; en
-
2. mag de geldigheidstermijn tot de eerstvolgende periodieke controle zoals voorgeschreven
door de fabrikant van de CNG-tank niet zijn overschreden.
Het gestelde in de punten 1 en 2 zijn niet van toepassing indien het voertuig geregistreerd
is geweest in een EU/EVA-land en de installatie reeds was gemonteerd.
LNG
Typegoedkeuring
De mobiele machine met een brandstofsysteem van een motor die wordt gevoed door LNG,
moet voldoen aan deel I, punt 8 en deel II, punt 18 van VN/ECE-reglement nr. 110.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
In aanvulling hierop:
-
1. mag de fabricagedatum van de flexibele slangen niet verder terug zijn gelegen dan
1 jaar; en
-
2. mag de geldigheidstermijn tot de eerstvolgende periodieke controle zoals voorgeschreven
door de fabrikant van de LNG-tank niet zijn overschreden.
Het gestelde in de punten 1 en 2 zijn niet van toepassing indien het voertuig geregistreerd
is geweest in een EU/EVA-land en de installatie reeds was gemonteerd.
Wijze van keuren
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
Toelichting
–
Artikel 36. Voorschrift Bevestiging LPG-, CNG- en LNG-tank
Versie 1 januari 2025
Basis
VN/ECE-reglement nr. 115 tot en met supplement 10 op wijzigingenreeks 00
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Indien de bevestiging van de brandstoftank voldoet aan het gestelde in deel II punt 17.4.6.
van VN/ECE-reglement nr. 67 of is voldaan aan de eisen omtrent de bevestiging hiervan
vermeld in VN/ECE-reglement nr. 110, wordt geacht te zijn voldaan aan de eisen omtrent
de bevestiging hiervan vermeld in bijlage 5 van VN/ECE-reglement nr. 115 tot en met
supplement 10 op wijzigingenreeks 00
Wijze van keuren
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
Toelichting
–
Artikel 37. Voorschrift Gezichtsveld
Versie 1 januari 2025
Basis
Verordening (EU) 2015/208 bijlage VII tot en met wijziging Verordening (EU) 2020/540
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Typegoedkeuring
Algemeen
Als voor het voldoen aan de eisen gebruik moet worden gemaakt van middelen voor indirect
zicht moet het mogelijk zijn om een wegpilon te kunnen onderscheiden van de omgeving
op de cirkel met 12,00 m radius of binnen de begrenzing van het omschreven zichtveld.
De afmetingen van de hier benoemde wegpilon moet voldoen aan ISO 3888:2-2011.
In het geval er gebruik gemaakt wordt van inrichtingen voor indirect zicht hoeven
deze niet verplicht te zijn voorzien van een goedkeuringsmerk, klasse-aanduiding en
extra symbool. De onderdelen moeten afdoende identificeerbaar zijn.
Voor zover van toepassing worden de in een norm gestelde eisen, testprocedure en criteria
ook voor een mobiele machine die breder is dan 2,55 m toegepast.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Echter in afwijking van bovenstaande is het niet noodzakelijk dat de toegepaste onderdelen
identificeerbaar zijn.
Typegoedkeuring en individuele goedkeuring
Gezichtsveld bestuurder naar voren en naar de zijkant (op een halve cirkel met 12,00 m
radius)
Het gezichtsveld van de bestuurder naar voren en naar de zijkant moet voldoen aan
punt 1 van de Verordening (EU) 2015/208, bijlage VII, met uitzondering van hetgeen is vermeld over de ruitenwissers.
Voor wat betreft het gestelde in de vermelde ISO norm 5721-1:2013 zijn de volgende
punten uitgezonderd:
-
• punt 5.1.2, laatste alinea (afschermingen buiten 9,50 m midden sector); en
-
• punt 5.1.4. (eisen ruitenwisser).
Binnen de 9,50 m sector recht naar voren mogen maximaal twee maskingeffecten optreden
die elk niet breder zijn dan 0,70 m.
Buiten de 9,50 m sector mogen aan elke zijde maximaal twee maskingeffecten voorkomen
die elk niet breder zijn dan 1,50 m of:
-
• wanneer de maximumconstructiesnelheid van de mobiele machine ≤ 25 km/h is mag één
maskingeffect op de 12,00 m cirkel links en één maskingeffect op de 12,00 m cirkel
rechts buiten 9,50 m sector zijn vergroot tot 5,50 m op voorwaarde dat het aansluitende
vrije-zichtgebied op de halve cirkel minimaal 1,30 m breed is; of
-
• wanneer de maximumconstructiesnelheid van de mobiele machine > 25 km/h is mag één
maskingeffect op de 12,00 m cirkel links en één maskingeffect op de 12,00 m cirkel
rechts buiten 9,50 m sector zijn vergroot tot 4,50 m op voorwaarde dat het aansluitende
vrije-zichtgebied op de halve cirkel minimaal 1,30 m breed is.
Afhankelijk van de maximumconstructiesnelheid van de mobiele machine mag de positie
van de ogen van bestuurder in horizontale richting zowel links als rechts maximaal
worden verplaatst als aangegeven om het maskingeffect te minimaliseren.
Maximumconstructiesnelheid
|
Maximum zijwaartse verplaatsing naar elke zijde
|
≤ 25 km/h
|
170 mm
|
≤ 50 km/h
|
100 mm
|
> 50 km/h
|
50 mm
|
Het vereiste zicht buiten de 9,5 m sector mag worden behaald met direct of met combinatie
met indirect zicht daarvan.
Zichtafscherming veroorzaakt door de aanwezigheid van een achteruitkijkspiegel blijven
buiten beschouwing wanneer deze constructief niet anders kan worden aangebracht.
Het gezichtsveld van de bestuurder naar voren en naar de zijkant op de cirkel met
12,00 m radius wordt geacht te voldoen indien kan worden aangetoond dat dit voldoet
aan:
-
• ISO 5721-1:2013;
-
• ISO 5006:2006;
-
• ISO 5006:2017;
-
• ISO 15830:2012; of
-
• ISO 13564-1:2012
Gezichtsveld bestuurder naast de mobiele machine
Het gezichtsveld van de bestuurder naast de mobiele machine moet voldoen aan de gezichtsvelden
beschreven in punt 2 van Verordening (EU) 2015/208, bijlage VII.
Het vereiste zicht mag worden behaald met direct of indirect zicht of een combinatie
daarvan.
Eén afscherming in elk zichtveld naast de mobiele machine is toegestaan op voorwaarde
dat deze afscherming nergens een ronde schijf met een diameter van 300 mm geheel aan
het zicht onttrekt.
Het gezichtsveld van de bestuurder naast de mobiele machine wordt geacht te voldoen
indien kan worden aangetoond dat dit voldoet aan:
Gezichtsveld bestuurder naar achter
Het gezichtsveld van de bestuurder naar achter moet voldoen aan de Regeling voertuigen, artikel 5.7a.45, met uitzondering van de leden 3 en 4.
Het gezichtsveld van de bestuurder naar achter wordt geacht te voldoen indien kan
worden aangetoond dat dit voldoet aan:
Wijze van keuren
Visuele controle en/of meten.
Visuele controle, door een persoon van gemiddeld gestalte die op gebruikelijke wijze
zit of staat, waarbij een aanwezige zitplaats in de juiste rijstand is afgesteld.
Gezichtsveld naar voren en naar de zijkant
Vanuit een punt op de grond recht onder de oogpunten van de bestuurder wordt een halve
denkbeeldige cirkel getrokken met een radius van 12,00 m.
De afmeting van een zichtafscherming (maskingeffect) op de cirkel met 12,00 m radius
wordt gemeten in een rechte lijn tussen de uiterste punten van het maskingeffect op
die cirkel.
Gezichtsveld bestuurder naast de mobiele machine
Het is toegestaan dat de persoon zich vanuit gebruikelijke zit- of sta-positie maximaal
170 mm heen en weer verplaatst.
Gezichtsveld bestuurder naar achter
De wijze van keuren als vermeld in de Regeling voertuigen artikel 5.7a.45 van toepassing zijnde lid moet worden gehanteerd.
Toelichting
–
Artikel 38. Voorschrift Waterstof
Versie 1 januari 2025
Basis
Verordening (EG) 79/2009 tot en met Verordening (EU) 2019/1243 en Verordening (EU) 406/2010 tot en met Verordening (EU) 519/2013
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Voertuig met een waterstofsysteem moet voldoen aan bijlagen I en VI van Verordening (EG) 79/2009 en aan bijlagen III tot en met VI van Verordening (EU) 406/2010.
Voor zover er sprake is van de specifieke eisen voor bepaalde voertuigcategorieën
zijn de eisen voor categorie N3 overeenkomstig van toepassing op mobiele machines.
Indien de bevestiging van de brandstoftank voldoet aan het gestelde in bijlage 5 van
VN/ECE-reglement nr. 115 tot en met supplement 10 op wijzigingenreeks 00, wordt geacht
te zijn voldaan aan de eisen omtrent de bevestiging hiervan vermeld in bijlage IV
deel 1 punt 2.2. van Verordening (EU) 406/2010.
Ten behoeve van de beoordeling moeten de ingevulde formulieren overeenkomstig bijlage I,
deel 1 en 3, van de Verordening (EU) 406/2010 worden overgelegd.
Wijze van keuren
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
In afwijking van de vereiste testen is een berekening toegestaan.
Toelichting
–
Artikel 39. Voorschrift Signalisatieborden en signalisatiefolie
Versie 1 januari 2025
Basis
Verordening (EU) 2015/208 bijlage XII tot en met wijziging Verordening (EU) 2020/540
Datum van toepassing voorschrift betreffende typegoedkeuring met ingang van:
1 januari 2025
Datum einde geldigheid voorschrift betreffende typegoedkeuring:
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring met ingang van:
1 januari 2021
Datum eerste toelating betreffende individuele goedkeuring tot:
Goedkeureis
Typegoedkeuring
Een mobiele machine moet voor wat betreft de eventueel gemonteerde signalisatieborden
of aangebrachte signalisatiefolie voldoen aan:
-
• de eisen van punt 2, met uitzondering van de verplichting om de documentatie in drievoud
te verstrekken;
-
• de punten 5.4, 5.5, 5.6, 5.7 en 5.9; en
-
• punt 6.26, waarbij in aanvulling op het gestelde in aanhangsel 3, punt 2, wordt een
signalisatiebord of -folie geaccepteerd met de aanduiding TP ESC B of RA 2.
Indien een signalisatiebord of -folie voldoet aan VN/ECE-reglement nr. 104, klasse C
worden de eisen van punt 5.4 buiten beschouwing gelaten.
Individuele goedkeuring
Dezelfde goedkeuringseisen zoals vermeld hiervoor bij typegoedkeuring zijn van toepassing.
Echter in afwijking hiervan hoeft voor een nationale individuele goedkeuring niet
te worden voldaan aan punt 2 van bijlage XII.
Bij mobiele machines met een datum eerste toelating van voor 1 januari 2025 zijn eveneens
de eisen van aanhangsel 3 punt 2 uitgezonderd.
Wijze van keuren
Visuele controle en uitvoeren vereiste testen.
Toelichting
–