Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III

Geraadpleegd op 12-05-2025.
Geldend van 01-11-2024 t/m heden

Regeling toevoeging bewindvoerders Wsnp III

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

overwegende dat de werkzaamheden van bewindvoerders Wsnp krachtens de Wet op de rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand kunnen worden vergoed;

overwegende dat de Raad voor Rechtsbijstand met deze andere personen overeenkomsten als bedoeld in artikel 13 lid 1 sub c van de Wet op de rechtsbijstand aan kan gaan tot het verlenen van rechtsbijstand op bepaalde rechtsgebieden;

overwegende dat de Raad voor Rechtsbijstand op vier specifieke verzoekschriftprocedures die in de Faillissementswet zijn opgenomen, rechtsbijstand gaat laten verlenen door bij de Raad voor Rechtsbijstand geregistreerde bewindvoerders Wsnp;

overwegende dat het nodig is daartoe regels vast te stellen;

stelt de volgende regeling vast:

Hoofdstuk I. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk II. Voorwaarden en beëindiging

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel de vergoeding te regelen van de bewindvoerder Wsnp voor het verlenen van rechtsbijstand aan rechtzoekenden in de verzoekschriftprocedures zoals bedoeld in artikel 1 onder w van deze regeling.

Artikel 3. Voorwaarden van deelname

  • 1 De Raad sluit in het kader van deze regeling een overeenkomst met de bewindvoerder Wsnp die op het moment van het sluiten van de overeenkomst:

    • a) ingeschreven staat in het register;

    • b) tenminste één lopende schuldsaneringszaak op zijn naam heeft staan;

    • c) een certificaat, niet ouder dan één jaar of behaald binnen één jaar na inwerkintreding van deze regeling, van tenminste 4 studiepunten kan overleggen van een door de Raad goedgekeurde permanente educatie over onderwerpen die samenhangen met het voeren van verzoekschriftprocedures die binnen de reikwijdte van deze regeling vallen;

    • d) bekend is met de ‘Handleiding verzoekschriftprocedures’, zoals te vinden is op de website van Bureau Wsnp;

    • e) dat niet is gebleken van enig handelen of nalaten in strijd met een zorgvuldige en doelmatige rechtsbijstandverlening, al dan niet blijkend uit een eerder advies van de klachtenadviescommissie en/of de commissie voor bezwaar en;

    • f) zich conformeert aan de gedragsregels.

Artikel 4. Beëindiging van de overeenkomst

  • 1 De Raad besluit de overeenkomst met een opzegtermijn van één maand te beëindigen als:

    • a) de bewindvoerder Wsnp niet meer voldoet aan de in artikel 1 onder b genoemde beleidsregels of de in artikel 1 onder h genoemde gedragsregels;

    • b) de bewindvoerder Wsnp in het kader van de permanente educatie per drie jaar geen certificaat kan overleggen van het behalen van een opleiding die voldoet aan de voorwaarden zoals omgeschreven in artikel 3 lid 1 onder c;

    • c) als wijziging van het beleid daar aanleiding toe geeft of;

    • d) als wijziging van de aan deze overeenkomst ten grondslag liggende wettelijke bepalingen of wijziging van andere wettelijke bepalingen daar aanleiding toe geeft.

  • 2 In zwaarwegende omstandigheden kan de Raad besluiten de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Dit geldt onder andere in de volgende gevallen:

    • a) als de bewindvoerder Wsnp niet voldoet aan de in artikel 3 lid 1 sub a van deze regeling gestelde voorwaarde;

    • b) als de Raad, al dan niet naar aanleiding van een advies van de klachtenadviescommissie, tot het oordeel komt dat voorzetting van de overeenkomst niet langer verantwoord is.

Hoofdstuk III. De toevoeging en de vergoeding

Artikel 5. De toevoeging

  • 1 De bewindvoerder Wsnp die deelneemt aan deze regeling kan één toevoeging aanvragen. Deze toevoeging geldt voor de navolgende verzoekschriftprocedures:

    • a) een verzoek toelating Wsnp met bijlagen;

    • b) een verzoek voorlopige voorziening;

    • c) een verzoek moratorium;

    • d) een verzoek dwangakkoord.

  • 2 Een verzoek voorlopige voorziening wordt ingediend met het verzoek toelating Wsnp. Als het verzoek toelating Wsnp al is ingediend, wordt een verzoek voorlopige voorziening bij afzonderlijk verzoekschrift ingediend.

  • 3 Een verzoek moratorium en een verzoek dwangakkoord worden ingediend met het verzoek toelating Wsnp.

  • 4 De vergoeding wordt nader bepaald in artikel 6 van deze regeling.

  • 5 De bewindvoerder Wsnp vraagt de toevoeging aan via een door de Raad opgesteld formulier.

  • 7 De bewindvoerder Wsnp dient de zaken waarin hij is toegevoegd persoonlijk te behandelen.

  • 8 Een zaak kan alleen worden opgevolgd door een bewindvoerder Wsnp die eveneens een overeenkomst in het kader van deze regeling heeft gesloten met de Raad of door een bij de Raad ingeschreven advocaat.

  • 9 De rechtsbijstand waarvoor een toevoeging kan worden verleend, is strikt beperkt tot het voeren van verzoekschriftprocedures zoals bedoeld in artikel 1 onder w van deze regeling.

Artikel 6. De vergoeding

  • 1 De vergoeding voor rechtsbijstand aan een particulier in het kader van deze regeling wordt vastgesteld op:

    • a) 8 punten voor een verzoek toelating Wsnp dat is ingediend bij de rechtbank;

    • b) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 2 punten als er een verzoek voorlopige voorziening is ingediend bij de rechtbank;

    • c) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 2 punten als er een verzoek moratorium is ingediend bij de rechtbank;

    • d) de vergoeding onder a wordt verhoogd met 3 punten als er een verzoek dwangakkoord is ingediend bij de rechtbank.

  • 2 De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid wordt verhoogd met 2,5 punten als de bewindvoerder Wsnp de zitting in het kader van deze procedure heeft bijgewoond.

  • 3 De vergoeding zoals bedoeld in het eerste lid onder a en d wordt verhoogd met 2 punten als er sprake is van rechtsbijstand aan een (ex-)zzp’er/ondernemer.

  • 4 Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in artikel 3, lid 1 van het Bvr. Voor de toepassing van het basisbedrag per punt is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend.

  • 5 De eigen bijdrage zoals bedoeld in het zesde lid van artikel 5 van deze regeling, wordt in mindering gebracht op de vergoeding.

  • 6 Naast de vergoeding kent de Raad de bewindvoerder Wsnp ook een reistijd- en reiskostenvergoeding toe voor het reizen van en naar de zitting zoals bedoeld in artikel 24 Bvr en artikel 25 Bvr. Daarnaast kent de Raad de bewindvoerder Wsnp een kostenvergoeding toe zoals bedoeld in artikel 27 Bvr.

  • 7 De onderdelen van de vergoeding zoals bedoeld in het eerste, tweede, derde en zesde lid van dit artikel, worden vermeerderd met de verschuldigde omzetbelasting.

  • 8 In geval rechtsbijstand is verleend door een opvolgend bewindvoerder Wsnp of door een bij de Raad ingeschreven opvolgend advocaat, wordt de vergoeding betaald aan de bewindvoerder Wsnp of advocaat die het laatst is toegevoegd.

Artikel 7. Aanvraag vergoeding

  • 1 Binnen zes maanden na afronding van de rechtsbijstand die in het kader van deze regeling wordt vergoed, vraagt de bewindvoerder Wsnp de vergoeding aan via een door de Raad opgesteld formulier.

  • 2 Bij dit formulier voegt de bewindvoerder Wsnp:

    • a) de einduitspraak op de betreffende verzoekschriftprocedure;

    • b) of een schriftelijk stuk van de rechtbank waaruit blijkt dat de verzoekschriftprocedure is ingetrokken;

    • c) of een schriftelijk stuk waaruit blijkt dat de zitting is bijgewoond;

    • d) en een bewijs van inschrijving van de Kamer van Koophandel;

    • e) of een bewijs van uitschrijving van de Kamer van Koophandel.

Hoofdstuk IV. Slotbepalingen

Artikel 8. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 november 2024. De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 1 oktober 2024

I.D. Nijboer

Algemeen directeur/Bestuurder

Raad voor Rechtsbijstand