U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 15-06-2025. Geldend van 01-10-2024 t/m heden
Besluit van 16 september 2024, IENW/BSK-2024/220597 tot vaststelling van de Beleidsregel vergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren 2024
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 6.17, 6.35, 6.36, 6.54 en 6.55, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
cumulatieve vissterfte: de totale gezamenlijke vissterfte veroorzaakt door alle waterkrachtcentrales in een relevant gebied;
omgevingsvergunning:
− een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, aanhef en onder 1°, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 6.55, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, of
− een omgevingsvergunning op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 6.36 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of
− een omgevingsvergunning op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder f, aanhef en onder 2°, van de Omgevingswet in samenhang met artikel 6.17, artikel 6.35 of artikel 6.54 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of
− een wijziging van de omgevingsvergunning;
relevant gebied: voor de Maas het gebied vanaf Eijsden tot en met Lith, voor de Rijn de gehele Nederrijn en de gehele Lek;
waterkrachtcentrale: elektriciteitscentrale die stromend of neerstortend water gebruikt om energie op te wekken.
Deze beleidsregel is van toepassing op het aanvragen of wijzigen van omgevingsvergunningen voor waterkrachtcentrales in de oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk, bedoeld in bijlage II bij artikel 3.1 van het Omgevingsbesluit, met uitzondering van de Nederlandse territoriale zee, de Nederlandse exclusieve economische zone en het Waddengebied.
1 Indien voor het realiseren van een waterkrachtcentrale een omgevingsvergunning is vereist, beoordeelt het bevoegd gezag een aanvraag hiertoe conform de in de artikelen 4, 5 en 6 genoemde toetsingscriteria.
2 Het bevoegd gezag wijst de aanvraag af, indien niet aan deze criteria is voldaan.
Een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale kan slechts verleend worden, indien de waterkrachtcentrale voldoet aan de maximale beschikbare mogelijkheden van visbescherming voor stroomafwaartse migratie en indien eventuele negatieve effecten op de stroomopwaartse vismigratie gecompenseerd worden.
1 Onverminderd de in artikel 4 genoemde vereisten, kan een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale in een relevant gebied slechts verleend worden, indien het in bedrijf hebben van de waterkrachtcentrale niet leidt tot een cumulatieve vissterfte door waterkrachtcentrales van meer dan tien procent voor zalm (smolts) en schieraal in het relevante gebied. Bij deze beoordeling kunnen onherroepelijke besluiten, die vissterfteverlagend werken, worden meegewogen.
2 In afwijking van het eerste lid kan een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale in een relevant gebied verleend worden bij een cumulatieve vissterfte gelijk aan of meer dan tien procent, indien de vissterfte veroorzaakt door deze waterkrachtcentrale voor zalm (smolts) en schieraal ten hoogste 0,1 procent bedraagt en indien niet reeds vijf maal in het betreffende relevante gebied een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale is verleend met toepassing van het eerste lid.
3 Onverminderd de in artikel 4 genoemde vereisten, kan een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale buiten de relevante gebieden slechts verleend worden, indien de waterkrachtcentrale ten hoogste 0,1 procent vissterfte veroorzaakt voor zalm (smolts) en schieraal in het waterlichaam waarin de waterkrachtcentrale is gelegen en indien in dat waterlichaam niet reeds een omgevingsvergunning voor een waterkrachtcentrale is verleend.
4 Dit artikel is niet van toepassing op de beoordeling van de aanvragen om een omgevingsvergunning in de volgende in bijlage II bij artikel 3.1 van het Omgevingsbesluit genoemde hoofdwateren:
− het kanaal van Gent naar Terneuzen,
− het kanaal door Zuid-Beveland,
− het Bathse Spuikanaal,
− de Schelde-Rijnverbinding,
− het Lekkanaal,
− het Afgesloten IJ,
− de Twentekanalen,
− het Zwarte Water,
− het Zwolle-IJsselkanaal,
− het Verbindingskanaal Bossche Veld,
− het Afleidingskanaal Maastricht,
− de Zuid-Willemsvaart (Limburgse tak en Brabantse tak),
− het Heusdensch Kanaal,
− het Julianakanaal,
− het Lateraal kanaal,
− het Maas-Waalkanaal,
− het Kanaal van St. Andries,
− het Wilhelminakanaal, met inbegrip van de Amertak, en
− het Kanaal Wessem-Nederweert.
In afwijking van artikel 5, eerste lid, kan in een relevant gebied voor een reeds bestaande en in werking zijnde waterkrachtcentrale, ten gevolge waarvan vissterfte van zalm (smolts) en schieraal plaatsvindt, bij uitzondering een omgevingsvergunning worden verleend, indien:
a. de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op initiatieven met een experimenteel karakter, waarbij bestaande turbines worden vervangen door nieuwe, innovatieve turbines of anderszins vernieuwende en innovatieve technieken worden toegepast;
b. op basis van de aanvraag om een omgevingsvergunning en de daarbij verstrekte gegevens aannemelijk is dat de bestaande vissterfte aantoonbaar zal afnemen door vervanging van deze turbines of door het toepassen van deze nieuwe technieken;
c. de in de aanvraag om een omgevingsvergunning beschreven turbines of nieuwe technieken aantoonbaar als oogmerk hebben om bij te dragen aan de ontwikkeling van visvriendelijkere waterkrachtcentrales; en
d. de verlening van de omgevingsvergunning niet in de weg staat aan het bereiken van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water, het Nederlandse Aalbeheerplan en het op den duur bereiken van een cumulatieve vissterfte van ten hoogste tien procent in het betreffende relevante gebied.
Indien een omgevingsverlening verleend wordt met toepassing van artikel 6, verbindt het bevoegd gezag hieraan ten minste de volgende voorschriften:
a. een uitdrukkelijke doelstelling ten aanzien van de met toepassing van de te testen techniek te bereiken maximale vissterfte; deze doelstelling wordt zodanig geformuleerd dat de veroorzaakte vissterfte niet in de weg staat aan het bereiken van een cumulatieve vissterfte van ten hoogste tien procent in het betreffende relevante gebied;
b. een termijn voor de geldigheid van de omgevingsvergunning;
c. vereisten ten aanzien van monitoring en beoordeling van de toegepaste techniek en de veroorzaakte vissterfte; en
d. de verplichting om aanwijzingen van het bevoegd gezag op te volgen omtrent de wijze van uitvoering van het experiment.
De Beleidsregel watervergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren 2021 wordt ingetrokken.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024.
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel vergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren 2024.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
B. Madlener
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel vergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren 2024", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.