Regeling Makers buiten het boek

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 13-05-2025.
Geldend van 16-07-2024 t/m 31-12-2024

Regeling Makers buiten het boek

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bestuur: het bestuur van het Letterenfonds;

  • het Letterenfonds: Stichting Nederlands Letterenfonds;

  • professionele literaire maker: natuurlijk persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met het creëren van literatuur;

  • literatuur: literaire creaties in het Nederlands, Fries, Papiaments of de Nederlandse Gebarentaal;

  • literaire creatie: een oorspronkelijk, literair werk;

  • Koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Europees Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk, te weten de zelfstandige landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;

  • project: een in de tijd beperkte activiteit in het Koninkrijk van een maker op het gebied van de literatuur die gericht is op de artistieke ontwikkeling van de maker en leidt tot een literaire creatie, niet zijnde een boek of bewerking van een boek, en een presentatie daarvan voor een publiek bij een presentatiepartner;

  • presentatiepartner: een professionele instelling gevestigd in het Koninkrijk die van het Letterenfonds subsidie heeft ontvangen voor het organiseren van literaire activiteiten en die investeert in het project, een professionele producent of een uitgeverij;

  • uitgeverij: een rechtspersoon gevestigd in het Koninkrijk met volledige rechtsbevoegdheid die op continue basis bedrijfsactiviteiten ontplooit ten behoeve van de uitgave van literair werk en die over een onafhankelijke redactie beschikt, op regelmatige basis aanbiedingen van zijn publicaties aan de boekhandel verzorgt, de publicaties met ISBN via de boekhandel verspreidt, de gebruikelijke leveringsvoorwaarden hanteert en minstens één keer per jaar een fondslijst maakt;

  • uitgave-overeenkomst: een overeenkomst tussen auteur en uitgeverij betreffende de exploitatierechten op de publicatie waarin minimaal de bepalingen over het royalty-percentage en de licentie zijn overeengekomen, zoals geregeld in het Modelcontract GAU/Auteursbond voor de uitgave van oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk.

  • professionele producent: een rechtspersoon gevestigd in het Koninkrijk met volledige rechtsbevoegdheid die op continue basis bedrijfsactiviteiten ontplooit ten behoeve van het publiek beschikbaar stellen van een werk.

Artikel 2. Activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend

Deze regeling is van toepassing op projecten van makers die leiden tot literaire creaties anders dan een boek of tijdschriftpublicatie, waarvoor geen subsidie is of wordt verleend door Literatuur Vlaanderen, het Fonds Podiumkunsten, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Mondriaanfonds, Filmfonds of het Fonds Cultuurparticipatie en die ten tijde van de subsidieverlening nog niet zijn gerealiseerd. Daarnaast kan een deel van de subsidie worden besteed aan artistieke ontwikkeldoelen die de maker noodzakelijk acht om het project te kunnen realiseren.

Artikel 3. Vereisten aanvrager

  • 1 De aanvrager is een natuurlijk persoon.

  • 2 Subsidie kan alleen worden aangevraagd door een professionele literaire maker:

    • a. die in de periode 2021-2024 minstens eenmaal deelnam aan een programma of project van een door het Letterenfonds ondersteunde organisatie en hiervoor een honorering ontving; of

    • b. van wie een publicatie is verschenen in een literair tijdschrift dat een subsidie kreeg toegekend in het kader van de Regeling Literaire tijdschriften 2021-2024; of

    • c. van wie op het moment van het indienen van de aanvraag minimaal één literair werk werd gepubliceerd op grond van een uitgave-overeenkomst;

    en die in het jaar waarvoor het subsidiebedrag wordt verleend een belastbaar verzamelinkomen heeft dat naar verwachting niet hoger is dan een door het Letterenfonds vastgestelde inkomensgrens. De hoogte van deze inkomensgrens wordt bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

  • 3 Geen aanvraag kan worden ingediend door deelnemers aan de talentontwikkelingsprogramma’s van het Letterenfonds, door schrijvers van theaterteksten of door een aanvrager die werkzaam is bij of voor een betrokken presentatiepartner.

Artikel 4. Vereisten aanvragen

  • 1 De subsidie wordt uitsluitend aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat op de website van het Letterenfonds beschikbaar wordt gesteld.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van de daarbij behorende verplichte bijlagen waaronder in ieder geval een projectplan en -begroting en, indien onderdeel van de aanvraag, een ontwikkelplan.

  • 3 In aanvulling op het tweede lid gaat de aanvraag tevens vergezeld van een schriftelijke aanbeveling en toezegging van een presentatiepartner dat het eindresultaat op een passende manier openbaar wordt gemaakt voor een publiek en welk honorarium de maker ontvangt van de presentatiepartner.

  • 4 Per aanvrager kan maximaal eenmaal per jaar een aanvraag worden gehonoreerd.

  • 5 Een volgende aanvraag kan pas worden ingediend als het project waarvoor een eerdere subsidie is verstrekt, is voltooid.

  • 6 Bij een tweede aanvraag in het kader van deze regeling licht de aanvrager toe of en op welke manier de in de eerdere aanvraag genoemde doelen waarvoor subsidie is verkregen, zijn behaald.

  • 7 Aanvrager kan geen subsidie aanvragen indien twee of meer projecten voor het schrijven van werken waarvoor hij op grond van andere subsidieregelingen subsidie heeft ontvangen van het Letterenfonds nog niet zijn gerealiseerd.

  • 8 Aanvragen kunnen na een afwijzend besluit op grond van de toets aan de beoordelingscriteria, genoemd in artikel 6, niet meer opnieuw worden ingediend.

Artikel 5. Advies inwinnen

  • 1 Over aanvragen die voldoen aan de vereisten, genoemd in de artikelen 3 en 4, en waarop geen van de weigeringsgronden van toepassing is, wordt door het bestuur advies gevraagd bij ten minste twee externe adviseurs.

  • 2 De adviseurs brengen advies uit over de mate waarin de aanvraag voldoet aan de beoordelingscriteria genoemd in artikel 6 en de mate waarin deze aanvraag in te willigen is.

  • 3 Het bestuur betrekt deze adviezen bij zijn besluit. Subsidie wordt slechts toegekend als de aanvraag op alle beoordelingscriteria positief is beoordeeld.

Artikel 6. Beoordelingscriteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. de literaire kwaliteit van het oeuvre van de aanvrager;

    • b. de kwaliteit van de aanvraag, inclusief begroting;

    • c. de mate waarin het werk een aanvulling zal vormen op het bestaande literaire aanbod; en

    • d. indien van toepassing: de kwaliteit van het ontwikkelplan, inclusief begroting.

  • 2 Voor toekenning van de aanvraag dient het oordeel over alle in lid 1 genoemde criteria positief te zijn.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1 Per aanvraag kan een bedrag van € 5.000 of € 10.000 worden aangevraagd.

  • 2 Het bestuur besluit over de hoogte van de subsidie.

Artikel 8. Aanvraagperiode, verdelingssysteem en subsidieplafond

  • 1 Jaarlijks is er één periode waarin de aanvragen worden ingediend. De start- en einddatum van die periode worden bekendgemaakt op de website van het Nederlands Letterenfonds.

  • 2 Het bestuur behandelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst.

  • 4 Het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

Artikel 9. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1 De subsidie wordt door de subsidieontvanger besteed aan de uitvoering van het project.

  • 2 Minimaal 50% van het subsidiebedrag moet worden besteed aan het honorarium van de aanvrager.

  • 3 Indien de aanvraag betrekking heeft op een digitaal project dient het minimaal twee jaar digitaal beschikbaar te blijven.

  • 4 De subsidieontvanger doet onverwijld mededeling aan het Letterenfonds van ingrijpende wijzigingen in het project en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.

  • 5 De subsidieontvanger dient het project te hebben voltooid binnen een jaar na de datum van het subsidieverleningsbesluit.

  • 6 Indien de subsidieontvanger het project niet kan voltooien of niet binnen één jaar kan voltooien, maakt hij de redenen hiervoor onverwijld kenbaar aan het bestuur.

  • 7 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Letterenfonds ingesteld onderzoek dat erop is gericht het Letterenfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

Artikel 10. Verlening en vaststelling

  • 1 Bij het verlenen van de subsidie geeft het bestuur direct een beschikking tot subsidievaststelling;

  • 2 In de beschikking wordt de wijze van betaling van de subsidie bepaald.

Artikel 11. Termijnen

De beslistermijn bedraagt dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 12. Intrekkings- en wijzigingsgronden subsidievaststelling

  • 1 Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen als de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, kan het bestuur de subsidievaststelling intrekken of wijzigen.

  • 3 Het bestuur is bevoegd de subsidievaststelling te wijzigen dan wel in te trekken wanneer de termijn, bedoeld in artikel 9, zesde lid, is overschreden en de ontvanger naar het oordeel van het bestuur hiervoor geen gegronde redenen heeft kunnen aanvoeren.

  • 4 Het bedrag waarmee de subsidie eventueel wordt verlaagd, wordt verrekend met eventueel nog te betalen gedeelten van de subsidie of teruggevorderd.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Slot en overgangsbepalingen

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 3 De Pilotregeling Makers buiten het boek wordt ingetrokken.

  • 4 In afwijking van het derde lid blijft de Pilotregeling Makers buiten het boek van toepassing op voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling tijdig ingestelde bezwaar- en beroepschriften.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2026. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals hij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling Makers buiten het boek.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds,

Voor deze,

R. de Bildt,

directeur-bestuurder