Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 27-10-2024.
Geldend van 01-07-2024 t/m heden

Wet van 5 juni 2024, houdende regels over een bestuursrechtelijke aanpak van online kinderpornografisch materiaal (Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bestuursrechtelijk op te treden tegen de opslag en doorgifte van online kinderpornografisch materiaal;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanbieder van een communicatiedienst: de aanbieder van een communicatiedienst als bedoeld in artikel 138g van het Wetboek van Strafvordering;

  • aanbieder van hostingdiensten: de aanbieder van een communicatiedienst bestaande in de opslag van gegevens die van een ander afkomstig zijn;

  • Autoriteit: de Autoriteit, genoemd in artikel 2;

  • geautomatiseerd werk: een geautomatiseerd werk als bedoeld in artikel 80sexies van het Wetboek van Strafrecht;

  • kinderpornografisch materiaal: visuele weergaven als bedoeld in artikel 252 van het Wetboek van Strafrecht;

  • ontoegankelijk maken: het treffen van maatregelen ter voorkoming dat van online kinderpornografisch materiaal wordt kennisgenomen, alsmede ter voorkoming van de verdere verspreiding van dit materiaal, dan wel het verwijderen van het materiaal uit het geautomatiseerde werk, met behoud van de gegevens ten behoeve van de strafvordering en de bestuursrechtelijke procedure;

  • Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

Paragraaf 2. De Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal

Artikel 2. De Autoriteit

  • 1 De Autoriteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud, heeft mede tot taak:

    • a. de ontoegankelijkmaking van online kinderpornografisch materiaal af te dwingen, en

    • b. onderzoek te doen naar, en informatie te verstrekken over, de aanwezigheid van online kinderpornografisch materiaal teneinde de verspreiding daarvan onder het publiek te beperken, waar mogelijk in samenwerking met private en publieke partijen.

  • 2 De leden van de Autoriteit en de bij besluit van de Autoriteit aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

Artikel 3. Strafuitsluitingsgrond

Artikel 252 van het Wetboek van Strafrecht is niet van toepassing op de Autoriteit en de onder de Autoriteit werkzame personen, voor zover deze handelingen verrichten ter uitvoering van de bij deze wet aan de Autoriteit opgedragen taken en bevoegdheden.

Artikel 4. Elektronisch verkeer

  • 2 Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop het elektronisch berichtenverkeer plaatsvindt.

Artikel 5. Afstemming

  • 1 Over de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden overlegt de Autoriteit met de politie en het openbaar ministerie.

  • 2 De Autoriteit kan persoonsgegevens of inlichtingen, verkregen bij de uitvoering van de aan hem krachtens deze wet opgedragen taken, aan de politie verstrekken voor zover deze persoonsgegevens of inlichtingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van diens wettelijke taak, bedoeld in artikel 3 van de Politiewet 2012.

Paragraaf 3. Maatregelen en sancties

Artikel 6. Bevel

  • 1 De Autoriteit kan een aanbieder van hostingdiensten die online kinderpornografisch materiaal heeft opgeslagen een bevel geven alle redelijkerwijs te nemen maatregelen te treffen om dit materiaal ontoegankelijk te maken.

  • 2 Indien het bevel niet kan worden gericht tot een aanbieder van hostingdiensten, kan dit worden gericht tot een aanbieder van een communicatiedienst.

  • 3 De aanbieder tot wie het bevel is gericht handelt overeenkomstig dat bevel.

  • 4 Het bevel is schriftelijk en vermeldt:

    • a. de feiten en omstandigheden waar, naar het oordeel van de Autoriteit, uit blijkt dat sprake is van online kinderpornografisch materiaal;

    • b. welke gegevens ontoegankelijk moeten worden gemaakt;

    • c. de termijn waarbinnen dat moet gebeuren, met dien verstande dat die termijn ten hoogste twaalf uren bedraagt.

Artikel 7. Last onder dwangsom

De Autoriteit is bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom ter handhaving van de in artikel 6, derde lid, opgenomen verplichting.

Artikel 8. Bestuurlijke boete

  • 2 Indien de overtreding bestaat uit het systematisch of aanhoudend overtreden van artikel 6, derde lid, bedraagt de bestuurlijke boete ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien die boetecategorie geen passende bestraffing toelaat, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Artikel 9. Openbaarmaking

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 4. Persoonsgegevens

Artikel 10. Bijzondere persoonsgegevens

  • 1 Gelet op artikel 9, aanhef en tweede lid, onderdeel g, van de Algemene verordening gegevensbescherming, is het verbod om bijzondere categorieën van persoonsgegevens, als bedoeld in artikel 1 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, te verwerken niet van toepassing indien de verwerking geschiedt door de Autoriteit voor zover de verwerking van deze gegevens noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn bevoegdheden op grond van deze wet.

Artikel 11. Rechten van betrokkenen

  • 1 De verplichtingen en rechten als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming, kunnen worden beperkt indien dit noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van een in artikel 23, eerste lid, onderdelen a, c, d, of i van de Algemene verordening gegevensbescherming genoemd belang.

  • 2 Indien de Autoriteit gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid, deelt hij dit voorzien van een dragende onderbouwing schriftelijk mee aan de betrokkene wiens rechten worden beperkt.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, wordt geen mededeling gedaan aan de betrokkene indien dit afbreuk doet aan het doel van de beperking.

Artikel 12. Behoud van kinderpornografisch materiaal

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 13. Vervolgingsuitsluitingsgrond

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 18. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 5 juni 2024

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

De Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering,

A.C. van Huffelen

Uitgegeven de veertiende juni 2024

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius