5.2.1. Object van onderzoek
1 december 2022
De gegevens inzake inschrijvingen en diploma’s bepalen in belangrijke mate de hoogte
van de rijksbijdrage. Het is daarom van groot belang dat de instellingsaccountant
primair de juistheid van deze gegevens vaststelt. De instellingsaccountant geeft daarover
een assurance-rapport af.
De instellingsaccountant richt het onderzoek zodanig in dat onjuistheden groter dan
2% (per soort gegevens) worden ontdekt. Uiteraard moeten alle geconstateerde fouten,
ongeacht het materiële belang, worden gecorrigeerd.
Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet
worden, betekent dit een betrouwbaarheid van 95 procent.
De voor het onderzoek relevante soorten gegevens van de onderwijsinstellingen betreffen:
-
• het aantal inschrijvingen als student per 1 oktober 2023 voor het beroepsonderwijs;
-
• het aantal inschrijvingen als student per 1 februari 2024 voor het beroepsonderwijs;
-
• het aantal afgegeven diploma’s in kalenderjaar 2023 voor het beroepsonderwijs;
-
• het aantal studenten per 1 oktober 2023 voor het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
(vavo);
-
• het aantal afgegeven diploma’s in het kalenderjaar 2023 voor het vavo;
-
• het aantal afgesloten (deel) eindexamenvakken ín het kalenderjaar 2023 met eindcijfer
6 of hoger, dan wel ‘voldoende’ of ‘goed voor het vavo.
Gelet op deze gegevens, vormt het object van onderzoek van de instellingsaccountants:
-
• de gegevens over deelname aan het beroepsonderwijs zoals die zijn verstrekt door instellingen
voor registratie in het Register onderwijsdeelnemers dat wordt beheerd door DUO en
zijn opgenomen in het OBO;
-
• de gegevens over deelname aan het vavo zoals die zijn verstrekt door instellingen
voor registratie in het Register onderwijsdeelnemers dat wordt beheer door DUO en
zijn opgenomen in het OBO.
Voor zijn onderzoek maakt de instellingsaccountant gebruik van de volgende informatie:
Bij de onderwijsinstellingen
Voor de betekenis van de door DUO uitgevoerde controles en eventuele signalen bij
de verwerking van de studentengegevens in het Register onderwijsdeelnemers wordt verwezen
naar de handleiding van het Register onderwijsdeelnemers MBO en de handleiding van
het Register onderwijsdeelnemers VAVO, deze zijn beschikbaar via de site van DUO.
5.2.2. Omvang werkzaamheden van de instellingsaccountant
1 juli 2022
Risicoanalyse
De instellingsaccountant voert een risicoanalyse uit en legt zijn bevindingen en conclusie
vast in zijn dossier. Hierin wordt minimaal aandacht besteed aan alle toetsingspunten (zoals genoemd in
paragraaf 5.2.3 minimale werkzaamheden onder de werkzaamheden voor studenten (bo en
vavo), diploma’s (bo en vavo) en afgesloten (deel)eindexamenvakken (vavo)) en moet
duidelijk zijn of er al dan niet sprake is van een significant risico.
De instellingsaccountant betrekt in deze risicoanalyse onder andere de Standaard 240 en de notitie ‘Helderheid in de bekostiging Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
2004‘.
De werkzaamheden verricht door een interne controle afdeling van de instelling kunnen
niet de door de instellingsaccountant te verrichten werkzaamheden vervangen. De werkzaamheden
van de interne controle afdeling maken onderdeel uit van de interne beheersingsstructuur
van het onderzoeksobject.
Bekostigde studenten aan maatwerktrajecten worden niet gezien als een homogene massa.
De instellingsaccountant dient daarom bij instellingen die maatwerktrajecten verzorgen
en materieel van omvang zijn (>2% van de totale populatie inschrijvingen) hier specifiek
aandacht aan te besteden.
Bepaling wel/niet afzonderlijke onderzoekpopulaties
De instellingsaccountant definieert indien mogelijk op grond van zijn risicoanalyse
afzonderlijke onderzoekpopulaties binnen de relevante soorten gegevens, zoals genoemd
in paragraaf 5.2.1. Dit betekent dat delen van een populatie op grond van de risicoanalyse
van de instellingsaccountant ofwel systeemgericht (steunen op IB) ofwel gegevensgericht
onderzocht kunnen worden. Dit kan per toetsingspunt verschillend zijn.
Toetsingspunten, die centraal geverifieerd zijn door DUO kunnen buiten beschouwing
blijven.
Indien de instellingsaccountant gebruik maakt van afzonderlijke onderzoekpopulaties
bij een relevante soort gegeven student (beroepsonderwijs of vavo) per teldatum, dan
wordt in ieder geval een afzonderlijke onderzoekpopulatie gedefinieerd voor nieuwe
inschrijvingen kort voor de teldatum en voor uitschrijvingen kort na de teldatum.
Het risico van deze afzonderlijke onderzoekpopulaties is afhankelijk van de situatie
hoger of significant.
Steunen op IB (indien van toepassing per onderzoekpopulatie)
Indien de instellingsaccountant voornemens is te steunen op de effectieve werking
van specifieke IB, dan dient hij deze interne beheersingsmaatregelen op werking te
toetsen. Onder toepassing van de controlestandaarden (waaronder standaard 315 en 330) is het toegestaan dit roulerend te doen (eens in de 3 controles). Interne beheersingsmaatregelen
voor een risico dat significant is dienen in de lopende controleperiode getoetst te
worden.
Om vast te stellen of de instellingsaccountant kan steunen op de aanwezige IB dient
hij werkzaamheden uit te voeren gericht op de opzet, het bestaan en de effectieve
werking van de interne beheersingsmaatregelen. De omvang van deze toetsing is afhankelijk
van de frequentie van de betreffende maatregel en kan dan ook per maatregel verschillend
zijn. De instellingsaccountant voert per interne beheersingsmaatregel minimaal de volgende
omvang proceduretesten uit:
Tabel 5.2.2a omvang proceduretesten
Frequentie
|
Omvang proceduretesten
|
Meerdere malen per dag
|
25
|
Dagelijks
|
15
|
Wekelijks
|
10
|
Maandelijks
|
3
|
Elk kwartaal
|
2
|
Jaarlijks
|
1
|
Uit de vastlegging van deze werkzaamheden moet blijken welke relevante risico’s en
toetsingspunten (zoals genoemd in paragraaf 5.2.3. minimale werkzaamheden onder de
werkzaamheden voor studenten (bo en vavo), diploma’s (bo en vavo) en afgesloten (deel)eindexamenvakken
(vavo)) door de betreffende IB maatregel zijn afgedekt.
Indien bij het onderzoek gesteund wordt op geautomatiseerde gegevensverwerking, dan
dient de betrouwbaarheid hiervan vastgesteld te worden. Indien vastgesteld kan worden
dat er gedurende de onderzoeksperiode geen wijzigingen zijn geweest in die geautomatiseerde
gegevensverwerking met een mogelijke impact op de te onderzoeken toetsingspunten (dit
moet uit het onderzoekdossier van de instellingsaccountant blijken) dan kan volstaan
worden met 1 (lijncontrole) test.
Indien één interne beheersingsmaatregel op dezelfde wijze van toepassing is op meerdere
relevante soorten gegevens dan wordt bedoeld dat voor de toetsing van die betreffende
maatregel volstaan kan worden met het minimum aantal testen uit de tabel. Hierbij
dienen deze testen wel dusdanig gespreid te worden dat de relevante soorten gegevens
in voldoende mate in de toetsing worden meegenomen.
Indien de instellingsaccountant naar aanleiding van de risicoanalyse en de uitgevoerde
werkzaamheden met betrekking tot de werking van de IB tot de conclusie komt dat hij
kan steunen op de goede werking van de IB, dient in het onderzoekdossier vast te liggen
op grond waarvan de instellingsaccountant tot deze conclusie komt.
Gegevensgerichte werkzaamheden
Ongeacht de inschatting van risico’s op een afwijking van materieel belang dient de
instellingsaccountant gegevensgerichte controles op te zetten en uit te voeren voor
alle soorten relevante gegevens zoals genoemd in paragraaf 5.2.1.
Tot de gegevensgerichte werkzaamheden worden NIET de bij de toetsing van de werking van de IB uitgevoerde werkzaamheden gerekend.
Indien in de gegevensgerichte werkzaamheden fouten worden gevonden, dan maakt het
voor de evaluatie en het uitvoeren van aanvullende werkzaamheden niet uit of de fout
wel of niet gevolgen heeft voor de bekostiging. Als bijvoorbeeld de datum begin (record
ISP) op 1 augustus staat, maar het moet 15 augustus zijn, dan is dit een fout.
A. Situatie waarin geen afzonderlijke onderzoekpopulaties binnen relevante soorten gegevens
zijn gedefinieerd.
Indien de instellingsaccountant op grond van zijn verrichte werkzaamheden tot de conclusie
komt dat hij kan steunen op de effectieve werking van de IB, kan de instellingsaccountant
zijn gegevensgerichte werkzaamheden (per soort gegevens) beperken tot:
Tabel 5.2.2b omvang gegevensgerichte werkzaamheden
Aantal records
|
Omvang gegevensgerichte werkzaamheden
|
< 101
|
5 deelwaarnemingen
|
>100 en < 501
|
10 deelwaarnemingen
|
>500 en < 1001
|
15 deelwaarnemingen
|
>1000 en < 5001
|
20 deelwaarnemingen
|
>5000
|
25 deelwaarnemingen
|
Bij de verdeling van het aantal uit de tabel houdt de instellingsaccountant rekening
met zijn risico-inschatting. Het ligt voor de hand de werkzaamheden te richten op
meer risicovolle records. Per gekozen record dienen alle toetsingspunten geraakt te
worden.
Als bij de beperkte gegevensgerichte werkzaamheden fouten door de instellingsaccountant
worden geconstateerd, wordt het onderzoek uitgebreid naar een onderzoek met een omvang
op grond waarvan een uitspraak over de gehele massa kan worden gedaan (statistisch
bepaalde steekproef omvang).
Indien de uitkomst van de risicoanalyse aangeeft dat de instellingsaccountant NIET
kan steunen op de aanwezige IB of bij een gegevensgerichte onderzoeksaanpak, wordt
gebruik gemaakt van een statistisch bepaalde steekproef omvang.
Indien de instellingsaccountant geen toetsing van de interne beheersingsmaatregelen
uitvoert, kan zijn risico-inschatting van de effectieve werking van de interne beheersingsmaatregelen
niet worden verlaagd (standaard 530) bij de bepaling van de omvang van de steekproef.
In geval van een statistische steekproef dient minimaal in het onderzoeksdossier van
de instellingsaccountant aanwezig te zijn:
-
• bepaling van de massa;
-
• bepaling van de steekproefomvang, waaronder een inschatting van de verwachte fout
en een onderbouwing van deze inschatting;
-
• wijze van selectie van de posten;
-
• een foutenevaluatie.
B. Situatie waarin afzonderlijke onderzoekpopulaties binnen relevante soorten gegevens
zijn gedefinieerd.
Bij de bepaling van de omvang van de gegevensgerichte werkzaamheden per gedefinieerde
onderzoekpopulatie hanteert de instellingsaccountant op basis van Standaard 530 (bijlage 4)
de volgende minimum aantallen indien geen fouten worden verwacht en aangetroffen:
Tabel 5.2.2c afzonderlijke onderzoekspopulaties binnen relevante soorten gegevens
Populatie / aantal keer materialiteit
|
Laag risico
|
Hoger risico
|
Significant risico
|
Steunen op IB
|
Niet steunen op IB
|
Steunen op IB
|
Niet steunen op IB
|
Steunen op IB
|
Niet steunen op IB
|
1
|
1
|
1
|
1
|
2
|
2
|
4
|
2
|
1
|
2
|
1
|
3
|
2
|
6
|
3
|
1
|
2
|
2
|
5
|
4
|
10
|
4
|
1
|
3
|
2
|
6
|
4
|
12
|
5
|
1
|
3
|
3
|
8
|
6
|
16
|
6
|
2
|
4
|
3
|
9
|
6
|
18
|
7
|
2
|
5
|
4
|
11
|
8
|
22
|
8
|
2
|
5
|
4
|
12
|
8
|
24
|
9
|
2
|
6
|
5
|
14
|
10
|
28
|
10
|
2
|
6
|
5
|
15
|
10
|
30
|
15
|
3
|
9
|
8
|
23
|
16
|
46
|
20
|
4
|
12
|
10
|
30
|
20
|
60
|
25
|
5
|
15
|
13
|
38
|
26
|
76
|
30
|
6
|
18
|
15
|
45
|
30
|
90
|
40
|
8
|
24
|
20
|
60
|
40
|
120
|
50
|
10
|
30
|
25
|
75
|
50
|
150
|
Indien de berekening van de ‘populatie/aantal keer materialiteit’ uitkomt op een getal
tussen twee opgenomen waarden in de tabel, dan moet altijd naar boven afgerond worden
om op de toe te passen regel uit te komen.
Indien fouten worden aangetroffen dienen deze in overeenstemming met Standaard 450 te worden geëvalueerd en aanvullende werkzaamheden te worden bepaald om voldoende
zekerheid te verkrijgen over de betreffende populatie.
In geval van een steekproef op basis van bovenstaande tabel dient minimaal in het
onderzoekdossier van de instellingsaccountant aanwezig te zijn:
-
• bepaling van de massa;
-
• bepaling van de steekproefomvang, waaronder een inschatting van de verwachte fout
en een onderbouwing van deze inschatting;
-
• wijze van selectie van de posten;
-
• een foutenevaluatie.
5.2.3. Minimale werkzaamheden
1 december 2023
Algemene werkzaamheden onderwijsinstellingen
De instellingsaccountant stelt vast dat:
Tabel 5.2.3a algemene werkzaamheden
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Naleving van Koppelingswet(artikel 8.1.1, lid 1, onder c, van de WEB).
|
– de instelling een procedure heeft beschreven en hanteert voor de inschrijving van
de studenten(beroepsonderwijs en vavo) die vallen onder de Koppelingswet (bij de inschrijving
18 jaar of ouder en niet over een Nederlandse nationaliteit beschikken).
|
Naleving toelating entreeopleiding (artikel 8.1.1b lid 1, van de WEB)
|
– de instelling een procedure heeft beschreven en hanteert ten behoeve van de naleving
van de toelating entreeopleidingen.
|
Notitie Helderheid BVE 2004
|
– de door instelling verantwoorde informatie m.b.t. bekostigingsgegevens in het bestuursverslag
(thema 5 uitval na 1 oktober en thema 6 omzwaai na 1 oktober) juist en volledig is.
|
Procedure praktijkovereenkomsten
|
Dit item is alleen van toepassing als de onderwijsinstelling -door gebruik te maken
van de in het ‘Servicedocument praktijkovereenkomst’ aangegeven procedure voor wijzigingen
tijdens de beroepspraktijkvorming- niet meer alle wijzigingen in de praktijkovereenkomst
door de student laat ondertekenen:
– de door de instelling ingerichte procedure voor wijzigingen tijdens de bpv aan de
minimale eisen voldoet zoals die in paragraaf 1.5. van het
‘Servicedocument praktijkovereenkomst 2023’ met kenmerk HBE-247336
zijn opgenomen.
|
Studenten beroepsonderwijs per 1-10-2023
Van de ingeschreven studenten per 1 oktober 2023, stelt de instellingsaccountant vast
dat:
Tabel 5.2.3b werkzaamheden ingeschreven studenten beroepsonderwijs per 1-10-2023
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Juistheid velden inschrijvingsrecord (ISG) en inschrijvingsperiode (ISP)
(artikel 8.1.1 en artikel 8.1.1a, van de WEB en artikel 2.2.5 van het Uitvoeringsbesluit WEB)
Leerroute en Leerroutefase (artikel 8.5a.7, van de WEB)
|
de volgende velden van de recordsoort inschrijving
(ISG) en inschrijvingsperiode (ISP) in het Register
onderwijsdeelnemers juist zijn gevuld:
– datum inschrijving (recordsoort ISG)
– datum uitschrijving werkelijk (recordsoort ISG)(indien van toepassing)
– datum begin (recordsoort ISP)
– erkende opleidingscode (van het opleidingsdomein, kwalificatiedossier of de kwalificatie,
waarvoor een student staat ingeschreven)(recordsoort ISP);
– leertraject (recordsoort ISP)
– leerroute (recordsoort ISP)(alleen indien van toepassing)
– leerroutefase (recordsoort ISP)(alleen indien van toepassing)
– niveau (recordsoort ISP) Dit veld is alleen gevuld indien de erkende opleidingscode gevuld is met een domein
of een kwalificatiedossier;
– indicatie bekostigbaar (recordsoort ISP)
Voor meer informatie over de juiste registratie van de doorlopende leerroute zie Doorlopende
en geïntegreerde leerroute vmbo-mbo – Voortgezet onderwijs – DUO Zakelijk
|
Naleving van Koppelingswet (artikel 8.1.1 lid 1, van de WEB).
|
– indien de student als vreemdeling moet worden beschouwd ex artikel 8.1.1, lid 1
van de WEB:
• de student jonger is dan 18 jaar, of
• rechtmatig verblijf houdt in Nederland op basis van de Vreemdelingenwet 2000 (naleving
koppelingswet)
op basis van bij de instelling aanwezige kopieën van documenten;
– bij nieuwe inschrijvingen van vreemdelingen van 18 jaar en ouder een van de volgende
gegevens beschikbaar is:
• een definitieve verblijfsvergunning, of
• een bewijs van aanvraag cq machtiging tot voorlopig verblijf, of
• een bewijs van een verzoek tot verlenging van een verblijfsvergunning, of
• een ontvangstbevestiging van de IND en tevens verzoek tot betaling van de leges
voor een verblijfsvergunning.
|
Toetsing toelating entreeopleiding (artikel 8.1.1b lid 1, van de WEB)
|
– bij een nieuwe inschrijving entreeopleiding: de student voldoet niet aan de vooropleidingseisen
van de basisberoepsopleiding.
De instellingsaccountant maakt hierbij gebruik van de door de instelling uitgevoerde
en vastgelegde werkzaamheden. Onderdeel hiervan kan zijn het gebruik van gegevens
uit Mijn diploma’s en het Register onderwijsdeelnemers van DUO via de voorziening
‘digitaal aanmelden MBO’. Indien het om een student gaat, die niet eerder aan bekostigd
onderwijs in Nederland heeft deelgenomen, moet op andere wijze bij de instelling blijken
dat de toelating is getoetst en in overeenstemming met de wet is.
|
Daadwerkelijk volgen van de opleiding (artikel 2.2.3, van het UWEB).
|
– de geselecteerde student op 1 oktober 2023 daadwerkelijk de opleiding volgt waarvoor
hij is ingeschreven.
|
Toetsing maatwerktrajecten (notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs
en de volwasseneneducatie 2004)
|
in het geval een geselecteerde student aan een maatwerktraject deelneemt:
– dat contractueel is vastgelegd wat de meerkosten van het maatwerktraject zijn ten
opzichte van de kosten van een reguliere opleiding en de rijksbijdrage die voor deze
opleiding wordt ontvangen.
|
Betaling van het Cursusgeld (artikel 11, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit LCW 2000 en artikel 6, lid 3 en lid 6, van de Les- en cursusgeldwet)
|
– van elke geselecteerde student van 18 jaar of ouder aan BBL het wettelijke cursusgeld
is geïnd dan wel een betalingsregeling is vastgelegd. Bij betaling door derden een
machtiging aanwezig is.
|
BPV bij BBL en entree BBL studenten (artikel 7.2.8 en 7.2.9, van de WEB en artikel 2.2.2 en 2.2.3, van het UWEB)
|
Als de registratie in het Register onderwijsdeelnemers niet juist is, moet de bekostiging
van de student NIET op nee gezet worden, wel moeten de BPV gegevens in het Register
onderwijsdeelnemers gecorrigeerd worden.
– Dit item is alleen van toepassing bij een minderjarige student indien geen handtekening
van de ouder of de wettelijke vertegenwoordiger op de praktijkovereenkomst aanwezig
is:
Uit de administratie van de instelling (aanmeld- en of inschrijfprocedure) blijkt
dat de ouders en/of wettelijke vertegenwoordigers toestemming hebben gegeven dat de
minderjarige student de praktijkovereenkomst zelfstandig ondertekent.
– de volgende velden in het Register onderwijsdeelnemers per BPV (recordsoort BPV)
juist zijn gevuld:
• afsluitdatum
• datum begin
• datum einde werkelijk
• erkende opleidingscode
De gegevens in het Register onderwijsdeelnemers zijn juist als ze overeenkomen met
de gegevens op de afgesloten praktijkovereenkomst of met de gegevens op het laatste
bpv-blad bij een wijziging en gebruik van het servicedocument praktijkovereenkomst
2023
° Dit item is alleen van toepassing bij een wijziging van de praktijkovereenkomst
en in het geval dat de instelling geen nieuwe praktijkovereenkomst heeft gesloten,
maar gebruik heeft gemaakt van een nieuw bpv-blad conform de procedure voor wijzigingen
van de praktijkovereenkomst zoals aangegeven in het servicedocument praktijkovereenkomst
2023:
In de praktijkovereenkomst is een procedure overeengekomen voor wijzigingen die voldoet
aan de gestelde eisen in het
Servicedocument praktijkovereenkomst 2023 met kenmerk HBE/247336.
Door het opgaan van de kbb’s in het SBB per 1 augustus 2015 is er sprake van een omzettingstabel
van oude naar nieuwe codes. Deze informatie is van belang om de juistheid van de BPV
gegevens in het Register onderwijsdeelnemers vast te kunnen stellen. Hierbij de links
naar de betreffende documenten en tabellen:
• Erkende opleidingscode omzettingstabel en converter:
https://www.s-bb.nl/onderwijs/kwalificeren-en-examineren/overzichten-rondom-kwalificeren-en-examineren/creboconverter
• Vind erkende opleidingscodes | SBB (s-bb.nl)
Uitzondering geldt voor de opleidingen verpleging en verzorging, waarbij de praktijkovereenkomst
moet zijn afgesloten uiterlijk op 31 december 2023 en moet zijn ingegaan uiterlijk
op 1 juni 2024. Deze uitzondering is alleen van toepassing voor BBL (niet entree)
studenten.
|
Studenten beroepsonderwijs per 1-2-2024
Van de ingeschreven studenten per 1 februari 2024, stelt de instellingsaccountant
vast dat:
Tabel 5.2.3c werkzaamheden ingeschreven studenten beroepsonderwijs per 1-2-2024
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Juistheid velden inschrijvingsrecord (ISG) en inschrijvingsperiode (ISP)
(artikel 8.1.1 en artikel 8.1.1a, van de WEB en artikel 2.2.5 van het Uitvoeringsbesluit WEB)
Leerroute en Leerroutefase (artikel 8.5a.7, van de WEB)
|
de volgende velden van de recordsoort inschrijving (ISG) en inschrijvingsperiode (ISP)
in het Register onderwijsdeelnemers juist gevuld zijn:
– datum inschrijving (recordsoort ISG)
– datum uitschrijving werkelijk (recordsoort ISG)(indien van toepassing)
– datum begin (recordsoort ISP)
– erkende opleidingscode (van het opleidingsdomein, kwalificatiedossier of de kwalificatie,
waarvoor een student staat ingeschreven)(recordsoort ISP);
– leerroute (recordsoort ISP)(alleen indien van toepassing)
– leerroutefase (recordsoort ISP)(alleen indien van toepassing)
– leertraject (recordsoort ISP)
– niveau (recordsoort ISP) Dit veld is alleen gevuld indien de erkende opleidingscode gevuld is met een domein
of een kwalificatiedossier;
– indicatie bekostigbaar (recordsoort ISP).
Voor meer informatie over de juiste registratie van de doorlopende leerroute zie Doorlopende
en geïntegreerde leerroute vmbo-mbo – Voortgezet onderwijs – DUO Zakelijk
|
Daadwerkelijk volgen van de opleiding (artikel 2.2.3, van het UWEB)
|
– de geselecteerde student op 1 februari 2024 daadwerkelijk de opleiding volgt waarvoor
hij is ingeschreven.
|
Toetsing maatwerktrajecten (notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs
en de volwasseneneducatie 2004)
|
in het geval een geselecteerde student aan een maatwerktraject deelneemt:
– dat contractueel is vastgelegd wat de meerkosten van het maatwerktraject zijn ten
opzichte van de kosten van een reguliere opleiding en de rijksbijdrage die voor deze
opleiding wordt ontvangen.
|
Indien de geselecteerde student pas ná 1 oktober 2023 is ingeschreven of bij de telling
1 oktober 2023 niet mocht worden bekostigd, stelt de instellingsaccountant alsnog
vast dat:
Tabel 5.2.3d werkzaamheden studenten beroepsonderwijs ingeschreven na 1-10-2023 of
bij telling 1-10-2023 niet mocht worden bekostigd
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Naleving van Koppelingswet (artikel 8.1.1, lid 1, van de WEB).
|
– indien de student als vreemdeling moet worden beschouwd ex artikel 8.1.1, lid 1
van de WEB:
• de student jonger is dan 18 jaar, of
• rechtmatig verblijf houdt in Nederland op basis van de Vreemdelingenwet 2000 (naleving
koppelingswet)
op basis van bij de instelling aanwezige kopieën van documenten;
– bij nieuwe inschrijvingen van vreemdelingen van 18 jaar en ouder een van de volgende
gegevens beschikbaar is:
– een definitieve verblijfsvergunning, of
– een bewijs van aanvraag cq machtiging tot voorlopig verblijf, of
– een bewijs van een verzoek tot verlenging van een verblijfsvergunning, of
– een ontvangstbevestiging van de IND en tevens verzoek tot betaling van de leges
voor een verblijfsvergunning.
|
Toetsing toelating entreeopleiding (artikel 8.1.1b, lid 1, van de WEB)
|
– bij een nieuwe inschrijving entreeopleiding: de student voldoet niet aan de vooropleidingseisen
van de basisberoepsopleiding.
De instellingsaccountant maakt hierbij gebruik van de door de instelling uitgevoerde
en vastgelegde werkzaamheden. Onderdeel hiervan kan zijn het gebruik van gegevens
uit ‘mijn diploma’s’ en het Register onderwijsdeelnemers van DUO via de voorziening
‘digitaal aanmelden MBO’. Indien het om een student gaat, die niet eerder aan bekostigd
onderwijs in Nederland heeft deelgenomen, moet op andere wijze bij de instelling blijken
dat de toelating is getoetst en in overeenstemming met de wet is.
|
Betaling van het Cursusgeld (artikel 11, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit LCW 2000 en artikel 6, lid 3 en lid 6, van de Les- en cursusgeldwet)
|
– van elke geselecteerde student van 18 jaar of ouder aan BBL het wettelijke cursusgeld
is geïnd dan wel een betalingsregeling is vastgelegd. Bij betaling door derden, een
machtiging aanwezig is.
|
Afgegeven diploma’s beroepsonderwijs in 2023
Van de afgegeven diploma’s in 2023, stelt de instellingsaccountant vast dat:
Vavo-studenten per 1-10-2023
Van de ingeschreven vavo-studenten per 1 oktober 2023, stelt de instellingsaccountant
vast dat:
Tabel 5.2.3f werkzaamheden ingeschreven vavo-studenten per 1-10-2023
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Juistheid velden inschrijvingsrecord (ISG) en inschrijvingsperiode (ISP)
(artikel 8.1.1 en artikel 8.1.1a, van de WEB en artikel 2.2.5 van het Uitvoeringsbesluit WEB)
|
– de volgende velden van de recordsoort inschrijving (ISG) en de inschrijvingsperiode
(ISP) in het Register onderwijsdeelnemers juist gevuld zijn:
• datum inschrijving (recordsoort ISG);
• datum uitschrijving (recordsoort ISG)(indien van toepassing);
• datum begin (recordsoort ISP);
• erkende opleidingscode (recordsoort ISP);
• betalende partij (recordsoort ISP)
• intensiteit (recordsoort ISP).
|
Naleving van Koppelingswet (artikel 8.1.1, lid 1, van de WEB).
|
– indien de student als vreemdeling moet worden beschouwd ex artikel 8.1.1, lid 1
van de WEB:
• de student jonger is dan 18 jaar, of
• rechtmatig verblijf houdt in Nederland op basis van de Vreemdelingenwet 2000 (naleving
koppelingswet)
op basis van bij de instelling aanwezige kopieën van documenten;
– bij nieuwe inschrijvingen van vreemdelingen van 18 jaar en ouder een van de volgende
gegevens beschikbaar is:
• een definitieve verblijfsvergunning, of
• een bewijs van aanvraag cq machtiging tot voorlopig verblijf, of
• een bewijs van een verzoek tot verlenging van een verblijfsvergunning, of
• een ontvangstbevestiging van de IND en tevens verzoek tot betaling van de leges
voor een verblijfsvergunning.
|
Daadwerkelijk volgen van de opleiding (artikel 2a.2.1, van het UWEB)
|
– de geselecteerde vavo-student op 1 oktober 2023 daadwerkelijk de opleiding volgt
waarvoor hij is ingeschreven.
|
Betaling van het Cursusgeld (artikel 11, lid 1, van het Uitvoeringsbesluit LCW 2000 en artikel 6, lid 3 en lid 6, van de Les- en cursusgeldwet)
|
– van elke geselecteerde vavo-student van 18 jaar of ouder het wettelijke cursusgeld
is geïnd dan wel een betalingsregeling is vastgelegd. Bij betaling door derden een
machtiging aanwezig is.
|
Afgegeven diploma’s vavo in 2023
Van de afgegeven diploma’s in 2023, stelt de instellingsaccountant vast dat:
Afgesloten (deel) eindexamenvakken met eindcijfer 6 of hoger, dan wel ‘voldoende’
of ‘goed’ vavo in 2023
Van de vakken, waarin de student met goed gevolg examen heeft afgelegd in 2023, stelt
de instellingsaccountant vast dat:
Tabel 5.2.3h werkzaamheden afgesloten (deel) eindexamenvakken met eindcijfer 6 of
hoger dan wel ‘voldoende’ of ‘goed’ vavo in 2023
Item
|
Te verrichten werkzaamheden
|
Tijdvak en examencommissie (artikel 7.4.6, van de WEB en artikel 1.1, van de WVO 2020 en artikel 3.60, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020, artikel 2a.2.1, van het UWEB)
|
– de volgende velden van de recordsoort Vakresultaat (VRS) juist zijn ingevuld en
overeenkomen met het certificaat of de cijferlijst, zoals die door de examencommissie
is vastgesteld;
• het veld examenregime;
• het veld vakcode;
• het veld eindcijfer;
• het veld indicatieInruil.
– het certificaat of de cijferlijst door een examencommissie zijn afgegeven.
|
Aanvullende werkzaamheden derdenmachtigingen en BPV-overeenkomsten.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft eerder geoordeeld dat
indien uit gegevens blijkt dat sprake is van overeenstemming gericht op het volgen
van onderwijs of beroepspraktijkvorming (BPV) en daadwerkelijk het onderwijs of de
BPV is genoten, bij het niet aanwezig zijn van een schriftelijke overeenkomst of het
ontbreken van een handtekening daarop sprake is van het niet-naleven van de vormvoorschriften.
Bij het niet-naleven van vormvoorschriften wordt de terugvordering van het volledige bedrag aan teveel betaalde bekostiging niet redelijk geacht. In dat kader is het niet passend
om aan de instellingsaccountant te vragen een bekostigde inschrijving of diploma bij
het niet tijdig aanwezig zijn van een regeling met betrekking tot de betaling van
het cursusgeld/derdenmachtiging en/of een BPV-overeenkomst per definitie als niet
rechtmatig voor de bekostiging aan te laten merken.
Indien een tijdig ondertekende regeling met betrekking tot de betaling van het cursusgeld/derdenmachtiging
of BPV-overeenkomst ontbreekt, dan hoeft de bekostigde inschrijving of het bekostigde
diploma niet per definitie fout gerekend te worden. Hieronder wordt per gebrek aangegeven
wat van de instellingsaccountant in zo’n geval wordt gevraagd. Deze passage is ook
van toepassing op de bekostigde inschrijvingen, diploma’s en (deel)eindexamenvakken
met een 6 of hoger in het VAVO en diploma’s in het beroepsonderwijs.
Niet tijdig ondertekende derdenmachtiging
Indien op 1 oktober of op 1 februari geen regeling met betrekking tot de betaling
van het cursusgeld/derdenmachtiging aanwezig is, terwijl dit wel vereist is, dan hoeft de bekostigde student niet als fout aangemerkt te worden als de instellingsaccountant
heeft vastgesteld dat de betreffende student wel aan de overige bekostigingsvereisten
voldoet. Er moet met name zekerheid zijn dat het wettelijk cursusgeld niet door de
instelling is betaald en de betreffende student op de teldatum daadwerkelijk onderwijs
volgde aan de instelling.
Niet tijdig ondertekende BPV-overeenkomst
Indien voor een bekostigde BBL-student geen tijdig ondertekende BPV-overeenkomst aanwezig
is, dan hoeft de bekostigde student niet als fout aangemerkt te worden als de instellingsaccountant
op andere wijze heeft vastgesteld dat de betreffende student wel daadwerkelijk deelneemt
aan de BPV en aan de overige bekostigingsvereisten voldoet.
Werkzaamheden in verband met de te bepalen controlegetallen beroepsonderwijs en vavo
Bij het accountantsonderzoek wordt vastgesteld dat de inhoud van het actuele OBO voldoet
aan de eisen. Hierin moeten eventuele mutaties naar aanleiding van het accountantsonderzoek
door de MBO-instelling via de reguliere weg aan DUO worden geleverd. Na verwerking
en terugmelding door DUO moet de instelling het actuele OBO opvragen. Deze wordt dan
geleverd met een lijst met verschillen tussen het nieuwe en vorige OBO. De instellingsaccountant stelt vast dat de mutaties juist en volledig zijn doorgevoerd.
De instellingsaccountant stelt een assurance-rapport op bij dit actuele OBO.
In het Programma van Eisen MBO-instellingen en het Programma van Eisen VAVO-instellingen
van het Register onderwijsdeelnemers is beschreven hoe de controlegetallen worden
bepaald.