Belastingplan 2024

Geraadpleegd op 27-12-2025.
Toekomstige tekst vanaf 31-12-2025.
Ga naar eerste onderdeel, gewijzigd per 31-12-2025.

Wet van 20 december 2023 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van. Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is fiscale maatregelen te treffen die voortvloeien uit de koopkrachtbesluitvorming voor het jaar 2024 en dat het ook in het kader van het fiscale beleid voor het jaar 2024 en volgende jaren wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel II

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel III

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel V

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VI

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VIa

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VIb

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VIc

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VId

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VIe

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VIf

[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]

Artikel VII

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel VIII

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel IX

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel X

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel XI

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel XII

[Red: Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]

Artikel XIIa

Voor de werknemer die over het laatste loontijdvak van 2023 een vergoeding genoot waarop artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat op 31 december 2023 luidde van toepassing was, blijft artikel 2.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zoals dat op 31 december 2024 luidde van toepassing tot en met uiterlijk 31 december 2026. Indien de werknemer, bedoeld in de eerste zin, op enig moment na 31 december 2023 na een onderbreking opnieuw als ingekomen werknemer wordt aangemerkt, is de eerste zin slechts tot de onderbreking van toepassing.

Artikel XIII

[Red: Wijzigt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.]

Artikel XIV

[Red: Wijzigt de Wet op de dividendbelasting 1965.]

Artikel XV

[Red: Wijzigt de Wet op belastingen van rechtsverkeer.]

Artikel XVI

[Red: Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.]

Artikel XVII

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.]

Artikel XVIII

[Red: Wijzigt de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.]

Artikel XIX

[Red: Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.]

Artikel XX

[Red: Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.]

Artikel XXI

[Red: Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.]

Artikel XXII

[Red: Wijzigt de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.]

Artikel XXIII

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIV

[Tekst zonder datum inwerkingtreding. Zie het wijzigingenoverzicht.]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het wijzigingenoverzicht.

Artikel XXIVa

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVb

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVc

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVd

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVe

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVf

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVg

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVh

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXIVi

[Red: Wijzigt de Wet belastingen op milieugrondslag.]

Artikel XXVII

[Red: Wijzigt de Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit.]

Artikel XXVIII

[Red: Wijzigt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.]

Artikel XXVIIIa

[Wijziging per 31-12-2025.]

[Red: Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]

Artikel XXIXa

[Red: Wijzigt de Wet op de kansspelbelasting.]

Artikel XXXIIa

[Red: Wijzigt de Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord.]

Artikel XXXIII

Artikel 9.5, vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de artikelen 6, eerste lid, 7, eerste lid, 24, derde, vijfde en zesde lid, 27a, tweede en derde lid, en 31 en 70b van de Invorderingswet 1990 en de daarop berustende bepalingen zoals die luidden op 31 december 2023 blijven van toepassing op voorlopige aanslagen inkomstenbelasting die betrekking hebben op belastingschulden over een tijdvak dat vóór 1 januari 2024 is aangevangen.

Artikel XXXV

Voor zover de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met inachtneming van artikel XXXVA, bij het begin van de kalenderjaren 2024 tot en met 2034 worden toegepast op het in artikel 8.14a, tweede lid, Wet IB 2001 als tweede vermelde bedrag, worden met overeenkomstige toepassing van die artikelen gewijzigd:

Artikel XXXVa

  • 1 Bij de toepassing van de artikelen 10.1, eerste lid, 10.3, tweede lid, en 10bis.12 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 7, derde en vierde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen bij het begin van het kalenderjaar 2024 worden de te vervangen bedragen niet vermenigvuldigd met de tabelcorrectiefactor, maar met 1,094941. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 2 Bij de toepassing van artikel 10.1, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2024 worden de te vervangen bedragen niet vermenigvuldigd met de uitkomst van de daarin opgenomen formule, maar met 1,07120575.

Artikel XXXVI

Bij de toepassing van artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2024 met betrekking tot het in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 22a, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de loonbelasting 1964 als tweede vermelde bedrag wordt dat bedrag berekend door het vóór toepassing van artikel I, onderdeel S, in artikel 8.11, tweede lid, eerste zin, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 als tweede vermelde bedrag te vermenigvuldigen met 1,094941 en vervolgens te verhogen met het in artikel I, onderdeel S, vermelde bedrag.

Artikel XXXVII

Met betrekking tot een gebouw in eigen gebruik dat vóór 1 januari 2024 reeds tot het ondernemingsvermogen of resultaatvermogen van de belastingplichtige behoorde en waarop de belastingplichtige reeds vóór 1 januari 2024 heeft afgeschreven doch nog niet over drie volledige jaren heeft kunnen afschrijven, vindt de in artikel I, onderdeel H, opgenomen wijziging van artikel 3.30a, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor het eerst toepassing met ingang van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin die periode van drie volledige jaren is geëindigd.

Artikel XXXVIIa

Artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat luidde op 31 december 2023 en de daarop berustende bepalingen zoals die luidden op 31 december 2023 blijven van toepassing op een werknemer die uiterlijk over het laatste loontijdvak van 2023 een vergoeding genoot waarop artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 zoals dat luidde op 31 december 2023 van toepassing was. Indien de werknemer, bedoeld in de eerste zin, op enig moment na 31 december 2023 na een onderbreking opnieuw als ingekomen werknemer wordt aangemerkt, is de eerste zin slechts tot de onderbreking van toepassing.

Artikel XXXVIII

  • 1 Artikel 15, elfde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2025 blijft op verzoek van de beoogde verkrijger, te doen op een door de inspecteur voorgeschreven wijze, buiten toepassing op de verkrijging, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van die wet, die voor 1 januari 2030 plaatsvindt, indien:

    • a. de beoogde verkrijger en de verkoper voor 19 september 2023 om 15:15 uur de betreffende verkrijging schriftelijk zijn overeengekomen;

    • b. het verzoek binnen drie maanden na 1 januari 2024 bij de inspecteur is ingediend, waarbij een afschrift van de betreffende overeenkomst is meegezonden; en

    • c. op het moment van sluiten van de overeenkomst aannemelijk is dat die overeenkomst niet hoofdzakelijk tot doel heeft om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel a, en zesde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.

  • 2 De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

Artikel XXXIX

Artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 vindt met betrekking tot artikelen 2.10, 2.10a en 5.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 geen toepassing bij het begin van het kalenderjaar 2024.

Artikel XXXIXa

Artikel 27a van de Wet op de accijns vindt bij het begin van het kalenderjaar 2024 geen toepassing op de bedragen, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel a, tweede bedrag, onderdeel b, tweede bedrag, en onderdeel d, van die wet.

Artikel XL

Artikel 84a van de Wet op de accijns vindt geen toepassing op de in artikel XXV, onderdeel E opgenomen verhoging van de accijns.

Artikel XLI

Ingeval de samenloop van wetten die in 2023 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.

Artikel XLII

  • 2 In afwijking van het eerste lid treedt artikel XXIV in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 4 In afwijking van het eerste lid treedt artikel XXVIIIA in werking met ingang van 31 december 2025 of op een bij koninklijk besluit te bepalen eerder tijdstip.

Artikel XLIII

Deze wet wordt aangehaald als: Belastingplan 2024.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 20 december 2023

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

S.A.M. Kaag

De Staatssecretaris van Financiën,

M.L.A. van Rij

De Staatssecretaris van Financiën,

A. de Vries

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius