Beleidsregel rendementstoets warmte
Met de inwerkingtreding van art. 7 lid 2 tot en met 4 van de Warmtewet heeft de wetgever bepaald dat de ACM toetst of het rendement van een warmteleverancier
op al zijn netten gezamenlijk hoger is dan een door de ACM vast te stellen redelijk
rendement. Indien dit het geval is, kan de ACM het meer dan redelijk behaalde rendement
laten verdisconteren in de tarieven van die warmteleverancier. In deze beleidsregel
worden nadere regels vastgesteld voor de uitvoering van deze bepalingen, gezamenlijk
ook wel de rendementstoets genoemd.
De rendementstoets bestaat naast de wettelijke taak van de ACM om op grond van art. 5 Warmtewet jaarlijks maximumtarieven voor warmte vast te stellen. Indien een warmteleverancier,
ondanks het hanteren van dit maximumtarief, een rendement behaalt dat hoger is dan
het door de ACM vastgestelde redelijk rendement, kan de ACM hiervoor corrigeren. Omdat
de warmtetarieven veelal gebaseerd zijn op het niet meer dan anders principe (de gasreferentie)
en niet op de daadwerkelijke kosten van warmteleveranciers, kan het voorkomen dat
een warmteleverancier op basis van de maximumtarieven van de ACM een meer dan redelijk
rendement behaalt. De wetgever heeft bepaald dat dit onwenselijk is en heeft daarom
de rendementstoets ingevoerd.
De ACM beschouwt de rendementstoets als een tijdelijke maatregel. Gelet op wetgeving
die in voorbereiding is, de Wet Collectieve Warmte, verwacht de ACM dat de warmtetarieven
in de toekomst gebaseerd worden op werkelijke (efficiënte) kosten van warmteleveranciers.
Hierdoor kunnen warmteleveranciers geen tarieven meer in rekening brengen die leiden
tot een onredelijk rendement en is er derhalve geen aanleiding meer voor een rendementstoets.
De ACM heeft bij het schrijven van deze beleidsregel gekozen voor een aanpak die,
gegeven het feit dat de rendementstoets een tijdelijke maatregel is, zowel zorgvuldig
als praktisch uitvoerbaar is. Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding zal de ACM
de werking van deze beleidsregel evalueren.
De Autoriteit Consument en Markt
Gelet op artikel 7 leden 2, 3 en 4 van de Warmtewet, in samenhang gelezen met artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,