Subsidieregeling IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep

[Regeling vervalt per 01-03-2028.]
Geraadpleegd op 28-04-2024.
Geldend van 01-03-2023 t/m 30-04-2023

Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 20 februari 2023, 2023-0000079987, tot subsidiëring van re-integratiemethode Individuele Plaatsing en Steun voor de gemeentelijke doelgroep (Subsidieregeling IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep)

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het college van burgemeester en wethouders;

  • CMD: common mental disorder, zijnde een gediagnosticeerde hoogprevalente psychische stoornis waarvoor de klant gedurende beperkte tijd in behandeling is bij of onder begeleiding staat van een GGZ-instelling, voornamelijk in diagnosespecifieke ambulante of poliklinische zorgprogramma’s;

  • EPA: ernstige psychiatrische aandoening, zijnde een gediagnosticeerde psychische, gedrags- of emotionele stoornis waarvoor de klant in behandeling is bij of onder begeleiding staat van een GGZ-instelling, die:

    • a. van voldoende duur is om te voldoen aan de diagnostische criteria, bedoeld in de vierde herziene versie van het diagnostisch handboek ‘Diagnostic and statistic manual of mental disorders (DSM), vastgesteld door de American Psychiatric Association en overgenomen door de Nederlandse vereniging voor Psychiatrie, en

    • b. resulteert in ernstige functionele beperkingen die leiden tot substantiële verstoring of begrenzing van belangrijke levensactiviteiten;

  • GGZ-instelling: een rechtspersoon die geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en over een vergunning als bedoeld in artikel 4, eerste of tweede lid, van de Wet toetreding zorgaanbieders beschikt;

    of,

    een rechtspersoon die geestelijke gezondheidszorg biedt, onder onafhankelijk toezicht staat en die zorg verleent op basis van één of meerdere van de volgende wetten:

  • IPS-traject: een re-integratietraject Individuele Plaatsing en Steun dat het totaal aan ondersteuningsactiviteiten bevat gericht op het vinden en behoud van werk die een klant doorloopt;

  • klant: een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet, in samenhang met de artikelen 7, derde lid, 10f, 13 en 16, van de Participatiewet en met uitzondering van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, tweede subonderdeel, van de Participatiewet;

  • Minister: Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen;

  • UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 2. Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is om door middel van subsidie de inzet van IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep te bevorderen. De trajecten zijn erop gericht de arbeidsparticipatie van klanten met psychische aandoeningen te vergroten.

Artikel 3. Subsidieverstrekking

  • 1 De Minister verstrekt subsidie overeenkomstig deze regeling aan een GGZ-instelling voor een IPS-traject. Indien het traject ten tijde van de aanvraag reeds van start is gegaan, ligt de startdatum niet voor 1 januari 2022. Geen subsidie wordt verstrekt voor een IPS-traject dat reeds voorafgaand aan de datum van de subsidieaanvraag is geëindigd.

  • 2 De Minister neemt binnen zes weken na ontvangst van de subsidieaanvraag een besluit omtrent verlening.

  • 3 Het besluit tot subsidieverlening bevat de datum waarop uiterlijk de subsidie wordt vastgesteld.

  • 4 De Minister verleent voorschotten op de subsidie overeenkomstig artikel 13.

  • 5 De subsidie wordt ambtshalve vastgesteld.

Artikel 4. Subsidieplafond en hoogte subsidie

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt 10,750 miljoen euro voor aanvragen gedaan in 2023. De bijbehorende uitgaven zijn verdeeld over drie jaren: 4,800 miljoen euro in 2023, 3,475 miljoen euro in 2024 en 2,475 miljoen euro in 2025.

  • 2 Het subsidiebedrag voor een volledig IPS-traject van maximaal 24 maanden vanwege CMD bedraagt 6.611,57 euro exclusief BTW en 8.000 euro inclusief BTW en voor een volledig IPS-traject van maximaal 36 maanden vanwege EPA 9.360 exclusief BTW en 11.325,60 euro inclusief BTW.

Artikel 5. Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1 De Minister verleent aan de colleges:

    • a. mandaat tot het nemen van besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht alsmede, volmacht en machtiging voor het verrichten van andere rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in §1 tot en met §3 van deze regeling, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 6 en 13, eerste en derde tot en met zesde lid, en

    • b. mandaat tot het beschikken op bezwaarschriften alsmede volmacht en machtiging voor het voeren van gerechtelijke procedures en het behandelen van klachten voor zover deze verband houden met de uitoefening van hun bevoegdheden, bedoeld onder a.

  • 2 De colleges kunnen ondermandaat verlenen of hun andere vertegenwoordigingsbevoegdheden doorverlenen aan een of meer onder hen ressorterende functionarissen, met dien verstande dat de persoon die betrokken is bij het besluitvormingsproces van bezwaarschriften en het in rechte optreden in beroep of hoger beroep, niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.

Artikel 6. Volmacht en machtiging

De Minister verleent aan UWV volmacht en machtiging om het subsidiebudget voor IPS-trajecten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, te administreren en feitelijk te beheren, alsmede om betaling van subsidiebedragen van toegewezen aanvragen voor IPS-trajecten aan de GGZ-instelling te doen, inclusief de betaling van voorschotten als bedoeld in artikel 13.

§ 2. Voorwaarden subsidie

Artikel 7. Voorwaarden klant

  • 1 Een IPS-traject komt voor subsidie in aanmerking, indien het traject is bedoeld voor een klant met CMD of EPA, die:

    • a. ten tijde van de subsidieaanvraag in behandeling is bij of onder begeleiding staat van een GGZ-instelling, en

    • b. geen dienstbetrekking heeft en schriftelijk heeft verklaard een wens te hebben om naar betaald werk te worden begeleid dan wel een dienstbetrekking van geringe omvang heeft en schriftelijk heeft verklaard de wens te hebben om te werken in een andere sector of functie dan waarvoor de dienstbetrekking is aangegaan.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op IPS- trajecten die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevangen. In dat geval is vereist dat ten tijde van de aanvang van het IPS-traject de klant in behandeling was of onder begeleiding stond en geen dienstbetrekking had dan wel een dienstbetrekking van geringe omvang.

Artikel 8. Voorwaarden IPS-traject

  • 1 De kosten voor een IPS-traject komen voor subsidie in aanmerking, indien de activiteiten behorende tot het IPS-traject onder meer behelzen:

    • a. jobcoaching: het ondersteunen van de klant bij het verrichten van de aan hem opgedragen taken na het aanvaarden van werk, waarbij de ondersteuning een compensatie biedt voor de beperkingen van de klant en de activiteiten en handelingen die in dit kader worden verricht erop zijn gericht om de klant zelfstandiger zijn werkzaamheden uit te laten voeren; en

    • b. het rapporteren over het uitgevoerde traject in overeenstemming met artikel 14, tweede lid.

  • 2 De duur van het IPS-traject bedraagt vanaf de start van het IPS-traject ten hoogste 24 maanden voor een klant met CMD en ten hoogste 36 maanden voor een klant met EPA.

Artikel 9. Voorwaarden GGZ-instelling

Subsidie voor een IPS-traject wordt uitsluitend verstrekt aan een GGZ-instelling die is aangemerkt door UWV als een instelling die IPS-trajecten mag uitvoeren.

§ 3. Aanvraag subsidie

Artikel 10. Aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag voor een IPS-traject kan worden ingediend vanaf de dag van inwerkingtreding van deze regeling, 09:00 uur, tot en met 17 november 2023, 17:00 uur.

  • 2 Een GGZ-instelling dient de aanvraag schriftelijk in bij het college van de gemeente waar de klant woonachtig is.

  • 3 Een GGZ-instelling maakt voor een aanvraag van een IPS-traject gebruik van een daartoe kosteloos beschikbaar gesteld formulier. Het formulier wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de GGZ-instelling te vertegenwoordigen en door de klant. Indien het een niet-uitkeringsgerechtigde klant in de zin van artikel 7, eerste lid, eerste onderdeel, zevende subonderdeel, van de Participatiewet betreft, is de aanvraag eveneens voorzien van een verklaring waarin de klant toestemming geeft om de persoonsgegevens van de klant te verwerken ten behoeve van de subsidie voor een IPS-traject.

  • 4 Als datum van binnenkomst van een aanvraag geldt de datum dat de volledige aanvraag door het college is ontvangen.

Artikel 11. Volgorde behandeling aanvragen

  • 1 Het college dat voornemens is een subsidieaanvraag van een GGZ-instelling toe te wijzen, stelt UWV van dit voornemen in kennis door middel van een formulier. Dit formulier bevat de gegevens, bedoeld in artikel 17, vierde lid.

  • 2 Om te bepalen wanneer de plafonds, bedoeld in artikel 4, eerste lid, zijn bereikt, worden de formulieren, bedoeld in het eerste lid, op volgorde van binnenkomst bij UWV behandeld.

  • 3 Indien honorering van de subsidiebedragen vermeld in de formulieren die op dezelfde dag zijn binnengekomen, leidt tot overschrijding van het plafond en de volgorde van binnenkomst van die formulieren niet kan worden vastgesteld, stelt UWV de volgorde door loting vast.

  • 4 UWV informeert het college binnen twee weken na ontvangst van het formulier, bedoeld in het eerste lid, per e-mail of subsidiegelden beschikbaar zijn.

Artikel 12. Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt subsidie voor een IPS-traject geweigerd indien:

  • a. de aanvraag niet voldoet aan de krachtens deze regeling gestelde eisen;

  • b. de kosten voor het IPS-traject waarvoor subsidie wordt aangevraagd, uit andere hoofde worden gefinancierd, behoudens in het geval de rechtsgrond voor deze financiering vervalt in het geval van subsidie onder deze regeling;

  • c. de klant reeds een IPS-traject heeft gevolgd waarvoor op grond van deze regeling subsidie is verleend.

Artikel 13. Voorschotbetaling

  • 2 Het college informeert UWV over een besluit tot subsidieverlening ten behoeve van een IPS-traject.

  • 3 UWV betaalt de eerste termijn van de bevoorschotting binnen acht weken na de datum van een besluit tot subsidieverlening.

  • 4 UWV betaalt de opvolgende termijn dan wel termijnen binnen 12 maanden na de betaling van de voorafgaande termijn, behoudens in het geval dat het college UWV uiterlijk twee weken voor de eerstvolgende termijn heeft geïnformeerd over wijziging in de subsidieverlening of de subsidievaststelling.

  • 5 Indien het IPS-traject reeds van start is gegaan ten tijde van de subsidieaanvraag, wordt voor de vaststelling van de opvolgende termijnen van de bevoorschotting de eerste termijn vastgesteld op de datum van de aanvang van het IPS-traject. Indien op basis van de vastgestelde termijn de tweede termijn reeds is verstreken, vindt de betaling van deze termijn tegelijkertijd plaats met de betaling krachtens het derde lid, of binnen een periode van twee weken nadien.

  • 6 UWV informeert het college over de inbehandelname van de eerste bevoorschotting.

Artikel 14. Meldingsplicht en verslaglegging

  • 1 De GGZ-instelling is verplicht om onverwijld een schriftelijke melding te doen aan het college zodra aannemelijk is dat:

    • a. het IPS-traject waarvoor subsidie is verleend, niet, niet tijdig of niet geheel zal worden verricht;

    • b. niet, niet tijdig of niet geheel aan de in deze regeling vermelde voorwaarden zal worden voldaan, of

    • c. zich andere omstandigheden voordoen of zullen voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie van een IPS-traject.

  • 2 De GGZ-instelling voorziet het college van een beëindigingsverslag waaruit blijkt of aan de verplichtingen onder deze regeling is voldaan. Het eindverslag dient drie maanden na de einddatum van de subsidieperiode door het college te zijn ontvangen. Eveneens voorziet de GGZ-instelling drie maanden na het einde van ieder kalenderjaar het college van een overzicht van de lopende en reeds geëindigde IPS-trajecten. Met betrekking tot het geëindigde traject wordt vermeld of er bij de start of beëindiging van het traject sprake was van een dienstbetrekking, en indien dit het geval was, het aantal uren hiervan.

§ 4. Gegevensverwerking

Artikel 15. Verwerkingsverantwoordelijke

De Minister is verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens voor de taken, bedoeld in artikel 3.

Artikel 16. Verwerkers

  • 1 De colleges zijn verwerker als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens ter uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid.

  • 2 UWV is verwerker als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming voor de verwerking van persoonsgegevens ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 6, die UWV onder volmacht en machtiging uitoefent.

  • 3 De verwerker, genoemd in het eerste lid, voldoet bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze regeling aan de voorwaarden vermeld in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 17. Gegevensverwerking door de colleges

  • 1 Ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 2, kunnen de colleges namens de Minister gegevens verwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de aan de colleges gemandateerde bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, eerste, tweede en vijfde lid.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. voor- en achternaam, adres, postcode, woonplaats, geboortedatum, burgerservicenummer;

    • b. of het een twee- of driejarig IPS-traject betreft;

    • c. indien van toepassing startdatum van het traject;

    • d. zakelijke contactgegevens van de aanvrager namens de instelling.

  • 3 De colleges zijn namens de Minister bevoegd om ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 2, aan UWV, handelend in naam van de Minister, gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de taak, bedoeld in artikel 3, vierde lid, die UWV onder volmacht en machtiging uitvoert.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het derde lid, zijn:

    • a. voor- en achternaam, geboortedatum, burgerservicenummer;

    • b. of het een twee- of driejarig IPS-traject betreft;

    • c. indien van toepassing startdatum van het traject;

    • d. zakelijke contactgegevens van de aanvrager namens de instelling en aanvrager namens het college.

Artikel 18. Gegevensverwerking door UWV

  • 1 Ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 2, kan UWV gegevens verwerken die noodzakelijk zijn voor de taak, bedoeld in artikel 3, vierde lid, die UWV onder volmacht en machtiging uitvoert.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn:

    • a. voor- en achternaam, geboortedatum, burgerservicenummer;

    • b. of het een twee- of driejarig IPS-traject betreft;

    • c. indien van toepassing, startdatum van het traject;

    • d. zakelijke contactgegevens van de aanvrager namens de instelling en de aanvrager namens het college.

  • 3 UWV is namens de Minister bevoegd om ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 2, aan GGZ-instellingen gegevens te verstrekken.

  • 4 De gegevens, bedoeld in het derde lid, zijn:

    • a. voor- en achternaam en geboortedatum;

    • b. of het een twee- of driejarig IPS-traject betreft;

    • c. zakelijke contactgegevens van de aanvrager namens de instelling.

Artikel 19. Gegevensverstrekking door GGZ-instellingen

  • 1 In verband met een subsidieaanvraag, als bedoeld in artikel 10, verstrekt een GGZ-instelling de gegevens die daarvoor noodzakelijk zijn aan het college waar de aanvraag wordt ingediend.

  • 2 De gegevens, bedoeld in het eerste lid zijn:

    • a. voor- en achternaam, adres, postcode, woonplaats, geboortedatum;

    • b. of het een twee- of driejarig IPS-traject betreft;

    • c. indien van toepassing, startdatum van het traject.

§ 5. Financiering en verslaglegging

Artikel 20. Financiering

  • 1 Het Rijk voorziet in de middelen tot dekking van de lasten verbonden aan deze regeling. De lasten betreffen het door UWV namens de Minister te verstrekken subsidiebudget voor IPS-trajecten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en de uitvoeringskosten van UWV voor de taken, bedoeld in artikel 6.

  • 2 UWV administreert en beheert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 In verband met het middelenbeheer wordt de rijksbijdrage, bedoeld in het eerste lid, beschouwd als middelen die deel uitmaken van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

Artikel 21. Verslag uitvoeringskosten UWV

Artikel 22. Verslag beheer subsidiegelden UWV

  • 3 UWV werkt tot vijf jaar na de inwerkingtreding van deze regeling, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de Minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de Minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het beoordelen van de rechtmatigheid van de verstrekking van de subsidiegelden.

  • 4 Met het oog op de verplichting bedoeld in het derde lid, geldt met betrekking tot de gegevens die in dit verband bewaard dienen te worden een bewaartermijn voor de duur vermeld in het derde lid.

Artikel 23. Administratieplicht gemandateerde bevoegdheden

  • 1 De colleges voeren bij de uitoefening van het verleende mandaat een ordentelijke en voor de Minister transparante administratie en verschaffen de Minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2 De administratie geeft inzage in alle voor de subsidie, bedoeld in artikel 3, en de behandeling van de aanvragen tot subsidie voor een IPS-traject van belang zijnde gegevens.

  • 3 De colleges werken tot vijf jaar na de inwerkingtreding van deze regeling, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de Minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de Minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het beoordelen van de rechtmatigheid van de subsidie, of de ontwikkeling van het beleid van de Minister.

  • 4 Met het oog op de verplichting bedoeld in het derde lid, geldt met betrekking tot de gegevens die in dit verband bewaard dienen te worden een bewaartermijn voor de duur vermeld in het derde lid.

§ 6. Overige bepalingen

Artikel 24. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2023.

  • 2 Deze regeling vervalt vijf jaar na haar inwerkingtreding.

  • 3 In afwijking van het tweede lid blijft deze regeling, zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de datum waarop deze regeling vervalt, van toepassing op lopende besluitvorming, de financiële afwikkeling en ingestelde bezwaar- en beroepsprocedures op grond van deze regeling.

Artikel 25. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep.

Deze regeling zal met toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 februari 2023

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

C.J. Schouten

Bijlage bij artikel 16, derde lid: gegevensverwerking door gemeenten

Doel

De ‘Subsidieregeling IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep’ heeft als doel de inzet van IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep te bevorderen. De trajecten zijn erop gericht de arbeidsparticipatie van klanten met psychische aandoeningen te vergroten.

Algemeen

In het kader van deze subsidieverstrekking worden twee typen gegevens aangeleverd. Allereerst betreft het algemene contactgegevens van de subsidieaanvrager. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor de uitwerking van de subsidiebevoegdheid. De grondslag hiervoor is artikel 6, eerste lid onder e, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in combinatie met artikel 2 van de Kaderwet SZW-subsidies, waarin de subsidiebevoegdheid aan de Minister voor APP is toegekend.

Het tweede type gegevens zijn bijzondere persoonsgegevens, namelijk de gegevens betreffende de klant ten behoeve van wie het subsidietraject wordt aangevraagd. Het betreft bijzondere persoonsgegevens, namelijk gegevens over de gezondheid. Ook hier geldt als grondslag artikel 6, eerste lid, onder e van de AVG. Het feit dat dit traject wordt aangevraagd voor de klant geeft echter informatie over diens gezondheidstoestand en daarom moeten de persoonsgegevens van de klant worden aangemerkt, gelet op artikel 4 onder 15 van de AVG, als bijzondere persoonsgegevens. Voor bijzondere persoonsgegevens geldt een verwerkingsverbod, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Een IPS-traject is in de regeling omschreven als een (re-)integratietraject dat gericht is op het vinden en behouden van werk. De verwerking valt daarmee binnen de doelstelling van artikel 30, eerste lid onder b van de UAVG, dat

het verwerkingsverbod van artikel 9, eerste lid, van de AVG opheft. Volgens eerstgenoemd artikel mogen gegevens van werknemers of uitkeringsgerechtigden over de gezondheid worden verwerkt ten behoeve van de re-integratie of begeleiding naar werk.

Bij de verwerking van de gegevens en de daaruit voortvloeiende administratie dienen gemeenten zorg te dragen voor het gebruik van passende technische en organisatorische maatregelen ten aanzien van de bescherming van de persoonsgegevens. Daarbij kunnen zij gebruik maken van bijvoorbeeld de werkprotocollen en applicaties die zij hebben voor (bijzondere) persoonsgegevens die zij uit hoofde van de WMO of re-integratie vanuit de Participatiewet hebben.

Verder schrijft de regeling voor dat de persoonsgegevens uitsluitend mogen worden verwerkt voor het doel van de regeling. Subsidiedossiers dienen na het vaststellen van de subsidie te worden gearchiveerd. Na de bewaartermijn van dit archief die in de regeling is voorgeschreven dienen de gegevens te worden vernietigd.

De bewaartermijn volgt uit de bepaling dat tot vijf jaar na de inwerkingtreding van deze regeling door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, aan door of namens de Minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de Minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het beoordelen van de rechtmatigheid van de subsidieverstrekking, en is eveneens opgenomen in artikel 23, vierde lid.

Werkproces

Voor het verstrekken van de subsidie wordt een werkproces gevolgd dat in overleg met de betrokken partijen tot stand is gekomen. Na beëindiging van het IPS-traject stelt de gemeente ambtshalve het subsidiebedrag vast.

Hieronder zijn de belangrijkste stappen in dat werkproces weergegeven.

Aanvraag door GGZ-instelling voor subsidie bij gemeente

De gemeente ontvangt van een GGZ-instelling een subsidieaanvraag middels een formulier dat de navolgende gegevens bevat:

  • 2. Gegevens cliënt

    Doel: identificatie van cliënt

    • 2.1. Voor- en achternaam

    • 2.2. Adres

    • 2.3. Postcode en woonplaats

    • 2.4. Geboortedatum

  • 3. Gegevens GGZ-instelling

    Doel: identificatie GGZ-instelling

    • 3.1. Naam instelling

    • 3.2. Naam contactpersoon

    • 3.3. Email contactpersoon

    • 3.4. Telefoonnummer contactpersoon

    • 3.5. Indien behandeling elders naam GGZ-instelling

Daarnaast geeft de GGZ-instelling aan of de subsidie aangevraagd wordt voor een IPS-traject van maximaal twee- of drie-jaar. Dit in verband met de hoogte van de subsidie die aangevraagd wordt. De clientgegevens en trajectgegevens die de gemeente ontvangt van een GGZ-instelling zijn limitatief beschreven in artikel 17, eerste lid, van de regeling.

Wanneer de aanvraag wordt ingediend voor een IPS-traject dat is gestart voorafgaand aan de subsidieaanvraag, wordt tevens de startdatum van het traject gedeeld.

Besluit gemeente op aanvraag

Gemeente stuurt UWV een voorgenomen besluit tot subsidieverlening teneinde te verifiëren of het subsidiebudget toereikend is. Artikel 17, tweede lid, van deze regeling, beschrijft limitatief welke gegevens de gemeente verstrekt aan UWV.

Bij een afwijzend besluit stelt de gemeente via een beveiligd mailsysteem (bijvoorbeeld zivver) de GGZ-instelling daarvan op de hoogte. Bij een toewijzend besluit stelt de gemeente via een beveiligd mailsysteem (bijvoorbeeld zivver) de GGZ-instelling daarvan op de hoogte en informeert UWV hierover.

Melding gemeente aan UWV over aanvraag

De gemeente stuurt een formulier via een beveiligd mailsysteem (bijvoorbeeld zivver) naar ipsgemeenten@uwv.nl met een cc naar de GGZ-instelling.

Gedeeld worden:

  • 1. Gegevens gemeente

    Doel: contactgegevens gemeente indien UWV contact met gemeente moet opnemen

    • 1.1 Naam gemeente / uitvoeringsinstantie

    • 1.2 Naam contactpersoon

    • 1.3 E-mailadres contactpersoon

  • 2. Gegevens cliënt

    Doel: identificatie klant, zodat er maar 1 subsidie per cliënt wordt verstrekt

    • 2.1 Voor- en achternaam

    • 2.2 Geboortedatum

    • 2.3 Burgerservicenummer

  • 3. Gegevens GGZ-instelling

    Doel: contactgegevens GGZ-instelling in verband met bevoorschotting subsidie

    • 3.1 Naam instelling

    • 3.2 Naam contactpersoon

    • 3.3 E-mailadres contactpersoon

Daarnaast geeft de gemeente aan of de subsidie wordt toegekend voor een IPS-traject van maximaal twee- of drie jaar. En indien van toepassing of het traject is gestart voorafgaand aan de subsidieaanvraag. UWV weet daarmee welke bedragen in welke termijnen moeten worden betaald.

Gedurende de looptijd van de subsidie

Na de beslissing tot subsidieverlening en de eerste bevoorschotting zijn er gedurende de looptijd van het traject nog een aantal informatie-uitwisselingen.

Deze uitwisseling dient altijd via een beveiligd mailsysteem (bijvoorbeeld zivver) plaats te vinden.

  • Bij voortijdige beëindiging van het traject brengt de GGZ de gemeente onverwijld op de hoogte van welk traject is beëindigd (artikel 14 lid 1).

  • Wanneer de gemeente de subsidie beëindigt meldt de gemeente aan UWV via een beveiligd mailsysteem (bijvoorbeeld zivver) naar ipsgemeenten@uwv.nl met een cc naar de GGZ-instelling dat de subsidie is beëindigd.

Naar boven