Besluit vaststelling beleidsregels schenkingen financiering ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten ontwikkelingslanden (DRIVE 2023)

[Regeling vervalt per 01-01-2028.]
Geraadpleegd op 02-11-2024.
Geldend van 06-01-2023 t/m heden

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 2 december 2022, nr. MinBuZa.2022.14751-39, tot vaststelling van beleidsregels voor het doen van schenkingen met het oog op de financiering van ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden (DRIVE 2023)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 4.1 jo. 2.14 van de Comptabiliteitswet 2016;

Besluit:

Artikel 1

Voor het doen van schenkingen aan overheidsorganen in ontwikkelingslanden met het oog op de financiering van ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit is vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot en met 31 december 2023 een budget van EUR 150 miljoen beschikbaar.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat het van toepassing blijft op schenkingen op grond van de in de bijlage opgenomen beleidsregels van voor die datum.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

namens deze,

de plaatsvervangend Directeur-generaal Internationale Samenwerking,

B. Tazelaar

Beleidsregels DRIVE 2023

Paragraaf 1. – Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Schenkingsarrangement: Een arrangement tussen Invest International Public Programmes BV (hierna: Invest) namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (de Minister) en de ontvangende overheid in het buitenland waarin de concrete voorwaarden voor en de afspraken over de op grond van deze beleidsregels verstrekte schenking zijn vastgesteld. Onderdeel van het schenkingsarrangement is een in de loop van het project nader uit te werken implementatieplan, waarin onder meer het project nader staat beschreven en waarin haalbaarheidsstudies (inclusief Environmental and Social Impact Assessment, ESIA), project- en financieringsplan zijn opgenomen voor de implementatie van het project.

Ontvangende overheid: Het deel van de centrale overheid welke in het schenkingsarrangement is aangewezen als begunstigde van de schenking; de ontvangende overheid is in bestuurlijke en/of financiële zin hoofdverantwoordelijk voor het betreffende project.

Bevoegd gezag: Het bestuursorgaan, het overheidsbedrijf of de exploitatiemaatschappij, die door de centrale overheid is aangewezen als te zijn bevoegd om over de betreffende publieke infrastructuur te beschikken. Het bevoegd gezag kan in verschillende fasen van het project door verschillende partijen worden gevormd en kan ook de centrale overheid zijn.

Project: Een project betreft de realisatie van publieke infrastructuur en omvat zowel de implementatie als de operation and maintainance daarvan, die met behulp van een DRIVE-bijdrage tot stand komt in een land van de DRIVE landenlijst (zie bijlage 1).

Paragraaf 2. – Beleidscontext & Doelstelling

  • 1. DRIVE 2023 (DRIVE) is een programma dat voor en namens de Minister wordt uitgevoerd door Invest en dat ten doel heeft activiteiten te ondersteunen die passen binnen het beleid voor privatesectorontwikkeling van de Minister. Doel van privatesectorontwikkeling is het bevorderen van duurzame en inclusieve groei in lage- en middeninkomenslanden door een verbetering van het ondernemingsklimaat. Toegankelijke en goed functionerende infrastructuur is een essentiële voorwaarde voor het ontwikkelen van een private sector, die effectief ondernemerschap en buitenlandse handel en investeringen mogelijk maakt en die mensen in lage- en middeninkomenslanden in staat stelt te voorzien in hun eigen levensonderhoud door groei van werkgelegenheid en productiviteit. Hiermee beoogt DRIVE bij te dragen aan het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG’s), in het bijzonder SDG 8 (gericht op waardig werk, leefbaar loon en economische groei). Subsidiair draagt DRIVE bij aan het behalen van SDG 13 (klimaatactie).

  • 2. Via DRIVE beoogt de Minister hieraan bij te dragen door ontvangende overheden een aantrekkelijke en flexibele bron van financiering te bieden middels een schenkingsarrangement voor ontwikkelingsrelevante publieke infrastructuurprojecten die niet op een commerciële basis gefinancierd en geëxploiteerd kunnen worden. Voor de ontvangende overheid betekent dit een verlaging van de kosten van transacties die binnen de doelstellingen van DRIVE passen. Met DRIVE wordt met behulp van Nederlandse deskundigheid bijgedragen aan infrastructuurontwikkeling in de landen zoals opgenomen in bijlage 1. Daarbij staat het werken in partnerschap voorop. De Minister dekt vanuit DRIVE een deel van de ontwikkel-, bouw- en beheerskosten van de infrastructuur.

  • 3. Met DRIVE wordt bijgedragen aan een programmatische aanpak in samenhang met ander (Nederlands) instrumentarium. Deze programmatische aanpak houdt in dat per land wordt bezien wat nodig is om dat land economisch een stap verder te brengen en hoe Nederland daaraan kan bijdragen. Voor deze landen worden door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken in nauwe samenwerking met de ambassades en de uitvoerder Invest duurzame economische groeiplannen opgesteld. Dit is een vraaggestuurde aanpak: de behoefte van het ontvangende land staat centraal. DRIVE sluit waar mogelijk aan op deze programmatische aanpak. De keuze van projecten volgt waar mogelijk de economische groeiplannen per land en bouwt zo mogelijk ook voort op door Develop2Build ontwikkelde projecten. Ook is de aan te leggen infrastructuur ondersteunend aan of bouwt voort op de Nederlandse agenda voor hulp, handel en investeringen, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij reeds ontplooide initiatieven in het kader van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.

  • 4. Bij de inzet van middelen via DRIVE wordt er tevens op gelet dat de lasten voor ontwikkeling en beheer van publieke infrastructuur niet leiden tot onhoudbare overheidsschulden. Met dit doel verkent Invest de mogelijke rol van private partijen (waaronder infra-operators) om aan de bekostiging van infrastructuur bij te dragen (Publiek Private Partnerschappen, PPPs).

  • 5. Invest zet actief in op het in lijn brengen van de projectenportefeuille met de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs. Waar opportuun wordt binnen projecten ingezet op klimaatadaptatie en/of -mitigatie en/of building-with-nature principes.1 Voor ieder nieuw project wordt bezien of er een groen(er) alternatief voorhanden is. Hierover wordt het gesprek aangegaan met de ontvangende overheid. Waar nodig kunnen 100% van de meerkosten van een groene oplossing door DRIVE worden gefinancierd.

  • 6. Naast de schenkingen die zullen worden gedaan in het kader van DRIVE is er de mogelijkheid om aanpalend technische assistentie in te zetten ten behoeve van het vergroten van de impact van projecten, het vergroten van de kwaliteit van projecten of risicomitigatie of projectvoorbereiding. Het is aan Invest om in licht van de doelstellingen van DRIVE en de eisen die onder meer aan uitvoering en toezicht worden gesteld te beoordelen of en wanneer technische assistentie ten behoeve van de ontvangende overheid kan worden ingezet. Zulke technische assistentie gaat ten laste van het DRIVE budget. Dit kan zowel binnen als buiten een schenkingsarrangement plaatsvinden, al naar gelang dit naar oordeel van Invest het beste past in het doel van het project.

  • 7. Het zorgen voor naast de gevraagde schenking benodigde rest-financiering voor een project is een taak van de ontvangende overheid. In verband met deze rest-financiering kan Invest in samenspraak met de ontvangende overheid ondersteuning bieden om andere faciliteiten te mobiliseren, waaronder garantiefaciliteiten. Daaronder vallen NL of andersoortige (bijv. EU) faciliteiten voor de mobilisatie, c.q. zekerstelling van rest-financiering of de co-financiering van het project (d.w.z. de aanvullende middelen die naast een schenking nodig zijn om de gehele projectfinanciering te regelen).

  • 8. Het budget voor DRIVE wordt door de Minister vastgesteld. Schenkingsarrangementen kunnen worden afgesloten totdat het verplichtingenbudget is uitgeput.

Paragraaf 3. – Voortraject

Er zijn diverse trajecten waarlangs een projectvoorstel bij Invest terecht kan komen. Wel is in alle gevallen nodig de bevestiging namens de beoogde ontvangende overheid dat er interesse is in het project. Voor het vervolgtraject is een nadere uitwerking namens de beoogde ontvangende overheid nodig, inclusief een concreet financieringsverzoek. Ook deze uitwerking is vormvrij maar dient in te gaan op onderdelen van een kansrijk projectvoorstel. In dit voortraject voor een schenkingsarrangement wordt een projectvoorstel geleid via daartoe opgezette commissie(s) binnen Invest.

Paragraaf 4. – Uitvoering

De Minister draagt de uitvoering van deze beleidsregels op aan Invest en heeft Invest daartoe een passend mandaat en volmacht verstrekt. Invest werkt bij de toepassing van deze beleidsregels onder verantwoordelijkheid van de Minister. Invest is een 100% dochter van Invest International. Invest International is een privaatrechtelijke organisatie waarvan het Ministerie van Financiën 51% van de aandelen bezit.

Uitvoering van DRIVE door Invest betreft de taak neergelegd in art. 4, lid 1, sub d, van de Machtigingswet Invest International: “het krachtens een daartoe door Onze Minister verleende volmacht verrichten van rechtshandelingen en daarmee samenhangende werkzaamheden met het oog op het ten laste van de begroting van Onze Minister verstrekken van financiële middelen aan overheidsorganen in ontwikkelingslanden en aan organisaties, anders dan als betaling voor aan Onze Minister geleverde goederen of diensten.” Op grond van deze wet dient Invest bij het uitvoeren van DRIVE te bewaken dat regels m.b.t. staatssteun nageleefd worden en dat de diensten van Invest als publieke financiële instelling additioneel zijn aan de markt.

Eventuele door Invest op te stellen nadere uitvoeringskaders passen binnen deze beleidsregels en worden afgestemd met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, inclusief de wijze waarop Invest bekendheid zal geven aan dergelijke uitvoeringskaders.

Paragraaf 5. – Vereisten waaraan een project moet voldoen

Projecten als bedoeld in deze beleidsregels dienen bij te dragen aan de realisatie van publieke infrastructuur die uiteindelijk voldoen aan de volgende vereisten:

5.1. Landenlijst, schenkingspercentage, additionaliteit

Het project wordt aangelegd in een van de landen op de lijst opgenomen in de bij deze beleidsregels behorende bijlage 1. Bij wijze van uitzondering en om gegronde redenen (bijv. kans om een innovatieve groene oplossing voor infrastructuur toe te passen) kan afgeweken worden van deze lijst. Hierbij geldt dat ten minste 80% van de committeringen gedurende de looptijd van deze beleidsregels worden gedaan ten behoeve van de aanleg van projecten in de landenlijst (bijlage 1). Langs die weg zal maximaal 20% van de committeringen gedurende de looptijd van deze beleidsregels kunnen worden ingezet ten behoeve van de aanleg van projecten in landen buiten de landenlijst, mits het gaat om ODA-landen conform de OESO DAC.

De financieringsmogelijkheden vanuit DRIVE zijn bedoeld voor middelgrote infrastructuurprojecten. De maximale schenking per project bedraagt EUR 75 mln. waarbij de maximale gemiddelde schenking gedurende de looptijd van deze beleidsregels EUR 50 mln. bedraagt.

DRIVE verleent een schenking tot maximaal 50% van het projectbudget, zijnde de totale kosten voor de uitvoering van het project (exclusief financieringskosten). Deze beperking geldt niet voor de situatie van DRIVE bekostiging van de meerkosten van een groene infra-oplossing (zie par 2.5) en de bekostiging van een viability gap (zie par 5.5).

Bovenop de genoemde 50% kan DRIVE ook de financieringskosten voor rekening nemen. Financieringskosten omvatten eenmalige kosten (dus niet reguliere kosten zoals rentebetalingen) die gemaakt worden om zowel de kredietverschaffer als de kredietnemer beter in staat te stellen te komen tot een leningsovereenkomst. Een kredietverschaffer vraagt vaak om verzekering voor fabricage-, commerciële en of politieke risico’s. Een kredietnemer kan bijv. vragen om dekking van valutarisico’s.

Bij het vaststellen van het schenkingspercentage wordt niet in strijd gehandeld met OESO-regels m.b.t. concessionele financiering.

De te verstrekken middelen via het schenkingsarrangement zijn additioneel aan de markt en concurreren niet met bestaande commerciële financiers (geen ‘crowding-out’ effecten).

5.2. Ontwikkelingsrelevantie

Het projectvoorstel wordt getoetst op ontwikkelingsrelevantie, waarbij de projectinformatie en de lokale context worden betrokken.

Projectvoorstellen worden wat betreft ontwikkelingsrelevantie beoordeeld op basis van onderstaande doelstellingen. Daarbij geldt dat de score op elk van de doelstellingen tenminste voldoende moet zijn.

  • Het project levert een positieve bijdrage aan privatesectorontwikkeling, dat wil zeggen dat de publieke infrastructuur via het verbeteren van het ondernemingsklimaat bijdraagt aan inclusieve groei door lokaal ondernemerschap en toegenomen werkgelegenheid en productiviteit waardoor mensen kunnen voorzien in hun eigen levensbehoefte.

  • Het project past binnen de beleidsdoelstellingen van het land of de regio in kwestie en voorziet in dat opzicht in de behoefte van de beoogde eindgebruikers zodat er sprake is van eigenaarschap en draagvlak (zie ook 5.3.c).

  • De impact van de aanleg van het project weegt in kwalitatief en kwantitatief opzicht op tegen de kosten die hiervoor worden gemaakt. Daarbij staat value for money centraal.

  • Het project is duurzaam in de breedste zin van het woord, dat wil zeggen dat het project technisch, institutioneel, financieel, juridisch, sociaal en ecologisch duurzaam is en bestand tegen de effecten van klimaatverandering. Daarbij is ook oog voor lokale content en duurzame overdracht van kennis en vaardigheden, waarbij er sprake moet zijn van voldoende commitment en capaciteit bij betrokken partijen, dan wel een plan van aanpak om dit op niveau te brengen.

5.3. Programmatische samenhang

Er is in het project sprake van een programmatische aanpak door:

  • a. focus: de aan te leggen infrastructuur draagt niet alleen bij aan de ontwikkeling van de private sector, maar is ook ondersteunend aan andere sectoren, bij voorkeur voedselzekerheid, water, seksuele en reproductieve gezondheidszorg en rechten of aan de Nederlandse doelstelling ter bevordering van klimaatrelevante investeringen;

  • b. synergie: de aan te leggen infrastructuur is ondersteunend aan en/of bouwt voort op de Nederlandse agenda voor hulp, handel en investeringen, bijvoorbeeld door aan te sluiten bij reeds ontplooide initiatieven in het kader van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.

  • c. samenhang: het project sluit aan op beleid van de ontvangende overheid zoals bijvoorbeeld neergelegd in nationale beleidsplannen.

5.4. Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)

Het Project wordt uitgevoerd met in achtneming van de IFC Environmental and Social Performance Standards en de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen.

Het bevorderen van de naleving van de OESO IMVO-richtlijnen is een vereiste van DRIVE. Daarom is van belang dat bij de inzet van DRIVE-middelen binnen het project en door de betrokken en uitvoerende partijen, met name contractanten, deze OESO richtlijnen worden opgevolgd. Deze richtlijnen gaan in op arbeid(somstandigheden), belastingen, consumentenbelangen, corruptiebestrijding, informatieverstrekking, mededinging, mensenrechten, milieu, uitgangspunten & ketenbeheer, wetenschap & technologie. Het schenkingsarrangement zal derhalve een afspraak bevatten waarin de ontvangende overheid akkoord gaat met de naleving van deze richtlijnen voor ontwikkeling en uitvoering van het project. Op grond daarvan zullen de richtlijnen onderdeel moeten zijn van aanbestedingen voor het project.

In het kader van DRIVE zullen geen activiteiten worden gefinancierd die op de Invest International uitsluitingslijst worden genoemd; zie hiervoor www.investinternational.nl. Voor evt. aanpassing van deze lijst stemt Invest dit af met de Minister.

5.5. Aanbesteding en gunning

Inkoop van goederen, werken en diensten in het kader van het project waarop de DRIVE-aanvraag betrekking heeft zal op een transparante en competitieve wijze plaatsvinden, in overeenstemming met de wetgeving van de ontvangende overheid en de OESO Good Procurement Practices for Official Development Assistance. Tevens moeten de aanbestedingsprocedures voorzien in beoordeling op kwaliteits- en duurzaamheidsaspecten. De ontvangende overheid bepaalt samen met Invest per project de meest geschikte wijze van aanbesteding en gunning om optimale impact en een efficiënte totstandkoming van de beoogde publieke infrastructuur tot stand te brengen.

Als een contract wordt aanbesteed, wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van internationale aanbestedingsprocedures. Als dat van toegevoegde waarde is voor de ontwikkelingsimpact van een project kan daarvan worden afgeweken. Gunning vindt waar mogelijk plaats op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij aspecten als value for money en life cycle cost een rol kunnen krijgen. Daarbij wordt waar mogelijk aanbesteed op basis van concept design in plaats van detailed design, en worden contractvormen als design and build, design, build and maintenance of design, build, finance and maintenance overwogen.

In de contracten worden eisen gesteld aan ecologische en sociale duurzaamheid, impact op duurzame economische ontwikkeling en IMVO; zie ook par. 5.4.

Invest toetst de wijze waarop beoordeling van offertes op value-for-money wordt gewaarborgd.

De totstandkoming van PPP’s wordt gestimuleerd als dat van toegevoegde waarde is. Bij schenkingen in het kader van DRIVE kan bij PPP-projecten o.a. een bijdrage worden geleverd om de totale opbrengsten en kosten van het project met elkaar in evenwicht te brengen en daarmee het project mogelijk te maken (zgn Viability Gap Funding). In samenhang met de wetgeving m.b.t. PPP’s in het ontvangende land behoort in het kader van DRIVE volledige financiering van de viability gap tot de mogelijkheden.

In het kader van Know-Your-Customer beleid zal in schenkingsarrangementen een afspraak worden gemaakt op basis waarvan Invest opdrachtnemers tegen het licht zal houden.

Paragraaf 6. – Uitvoering van het project

6.1. Implementatieplan

Een schenkingsarrangement zal ook afspraken bevatten over de uitwerking van een implementatieplan. Nadat het schenkingsarrangement is getekend wordt het implementatieplan verder uitgewerkt door de partijen bij het schenkingsarrangement en kan het project van start gaan. Het implementatieplan reguleert o.a. de inkoop (zie 6.2) en zal bepalen hoe het toezicht op de implementatie wordt geregeld. In veel gevallen zal het toezicht op naleving van het uitvoeringscontract (c.q. het contract tussen de ontvangende overheid en de aannemer die het project ten uitvoering brengt) worden uitgeoefend door een (onafhankelijke) engineer of employers representative, die zal rapporteren aan het bevoegd gezag en aan Invest (en de andere financiers).

6.2. Inkoop van goederen en diensten i.h.k.v. ketenverantwoordelijkheid

In het kader van ketenverantwoordelijkheid dient de inkoop van goederen, werken en diensten door de ontvangende overheid en de geselecteerde aannemer die het project uitvoert tijdens de realisatiefase van het project te voldoen aan de wetgeving van het betreffende land en de OESO Good Procurement Practices for Official Development Assistance. Bij de selectie van een leverancier zal ook aandacht zijn voor kwaliteits- en duurzaamheidsaspecten van de te leveren goederen en diensten.

Tijdens het inkoopproces zullen de afzonderlijke stappen aan Invest worden voorgelegd om een verklaring van geen bezwaar voor de gunning af te geven (zogeheten sono-procedure).

6.3. Toezicht gedurende de uitvoering van het project

Kwalitatief toezicht op de uitvoering van het project is essentieel. Toezicht houdt in dit verband in: toezicht op de uitvoering, kwaliteitscontrole op de uitvoering en voortgangscontrole op de uitvoering van het project, inclusief daarin gestelde milieu en sociale vereisten. De ontvangende overheid dient er daarom op toe te zien dat er kwalitatief toezicht op de uitvoering van het project plaatsvindt. Toezicht vindt bij voorkeur plaats door een onafhankelijke derde partij.

6.4. Eindverantwoording

De ontvangende overheid is verplicht binnen zes maanden na voltooiing van de werkzaamheden zoals vastgelegd in het schenkingsarrangement in het kader van het project bij Invest een eindverantwoording in te dienen waaruit inhoudelijk en financieel een goed beeld van de gehele projectuitvoering kan worden gevormd.

Paragraaf 7. – Co-financiering

In het schenkingsarrangement kunnen afspraken worden gemaakt over samenwerking en cofinanciering met multilaterale ontwikkelingsbanken.

Paragraaf 8. – Verantwoordelijkheid

De ontvangende overheid is verantwoordelijk voor de uitvoering van het project.

Invest keurt geen activiteiten of documenten goed, maar geeft slechts in voorkomende gevallen, zoals in relatie tot inkoop (zie paragraaf 6.2) een verklaring van geen bezwaar af. Acceptatie door Invest van activiteiten en documenten met betrekking tot het project door middel van een dergelijke verklaring heeft slechts een betekenis in relatie tot de verstrekking van de schenking.

De Minister draagt geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid tegenover een derde partij voor projecten of activiteiten die zijn uitgevoerd voortvloeiend uit een schenkingsarrangement.

Paragraaf 9. – Monitoring en evaluatie

Ten behoeve van het monitoren en evalueren van de werking van de beleidsregels en de bereikte resultaten en doelstellingen zal Invest de daartoe benodigde gegevens bij de ontvangende overheid op kunnen vragen. Deze kunnen worden openbaar gemaakt in het kader van de rapportage door Nederland aan de IATI (International Aid Transparency Initiative). Een daartoe strekkende verplichting zal in het schenkingsarrangement worden vastgelegd.

Paragraaf 10. – Notificatie

De ontvangende overheid dient haar volledige medewerking te verlenen aan de notificatieverplichtingen bij de OESO die rusten op de Minister en tijdig alle daartoe benodigde informatie aan Invest te verschaffen. Dit houdt tevens in dat de ontvangende overheid c.q. het bevoegd gezag dezelfde verplichting ook oplegt aan de door haar in te schakelen opdrachtnemers, aannemers en andere contractueel bij het project betrokken private partijen. Dit wordt vastgelegd in het schenkingsarrangement.

Paragraaf 11. – Geschillen

In het schenkingsarrangement worden afspraken opgenomen over beslechting van eventuele geschillen. Indien enig geschil ontstaat tussen enerzijds de Minister en anderzijds de ontvangende overheid over de interpretatie, toepassing of implementatie van het Schenkingsarrangement dat niet in der minne kan worden opgelost, kan elk der participanten de andere participant uitnodigen tot beslechting van het geschil onder de ‘Permanent Court of Arbitration Optional Conciliation Rules’, zoals die gelden ten tijde van de datum van het aangaan van het betreffende Schenkingsarrangement. Het aantal bemiddelaars wordt bepaald op een (1).

Paragraaf 12. – Rangorde der documenten

Indien in deze beleidsregels wordt verwezen naar documenten waarin internationale beleidsafspraken zijn vastgelegd, waarvan na de inwerkingtreding van deze faciliteit één of meer nieuwere versies zijn vastgesteld, is in beginsel voor DRIVE steeds de meest recente versie van toepassing, voor zover deze ook door de Minister is geaccordeerd. In geval van strijdigheid tussen de op een schenking van toepassing zijnde documenten prevaleert het document in de volgende rangorde:

  • a. Schenkingsarrangement

  • b. Beleidsregels DRIVE, de Nederlandse tekst

  • c. Beleidsregels DRIVE, de niet-Nederlandse tekst

  • d. Documenten zoals in de zin van de eerste alinea van deze paragraaf

Bijlage 1. – Landenlijst DRIVE:

Algerije

Angola

Bangladesh

Benin

Burkina Faso

Burundi

Colombia

Democratische Republiek Congo

Egypte

Ethiopië

Ghana

India

Indonesië

Irak

Ivoorkust

Jordanië

Kenia

Libanon

Libië

Mali

Marokko

Moldavië

Mozambique

Niger

Nigeria

Oeganda

Oekraïne

Palestijnse Gebieden

Rwanda

Senegal

Soedan

Somalië

Suriname

Tanzania

Tsjaad

Tunesië

Vietnam

Zimbabwe

Zuid-Afrika

Zuid-Soedan

  1. Uit Kamerbrief: “Ten vierde zet het kabinet in op verdere vergroening van de projecten-portefeuille. D2B en DRIVE zullen actief inzetten op vermindering van broeikasgasuitstoot en geen upstream fossiele energieprojecten financieren. Mid-stream fossiele projecten (bijv. gastransmissienetwerken in een urbane omgeving) zullen in principe eveneens niet worden gefinancierd, tenzij is vastgesteld dat er echt geen duurzame oplossing voorhanden is, en het project past binnen het transitiepad van het betreffende land naar een duurzame energievoorziening. Daar waar mogelijk worden projecten ontworpen volgens building-with-nature principes, ook wanneer deze oplossing duurder is dan de niet-duurzame oplossing.” ^ [1]