Stb. 2024, 401, datum inwerkingtreding 14-12-2024, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.
1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, 2.6, eerste lid, 3.13, eerste lid, 4.1, eerste lid, 4.2, 4.3, eerste lid, 4.4, eerste lid, 4.6, eerste lid, of 4.7, eerste lid, wordt ingediend voor 1 januari 2024. Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, derde
lid, of 2.6, derde lid, wordt ingediend voor 1 april 2025.
3 In afwijking van het eerste lid, eerste zin, wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, of 4.3, eerste lid, indien een beschikking tot toekenning van compensatie als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, of van een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid,
na 1 juli 2023 onherroepelijk vast komt te staan, uiterlijk zes maanden na de datum
waarop die beschikking onherroepelijk vast komt te staan, ingediend.
3a In afwijking van het eerste lid, tweede zin, wordt een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, derde lid, of 2.6, derde lid, indien een beschikking tot toekenning van compensatie als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, of van een O/GS-tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid,
na 1 oktober 2024 onherroepelijk vast komt te staan, uiterlijk zes maanden na de datum
waarop die beschikking onherroepelijk vast komt te staan, ingediend.