Beleidsregel budgettair kader Wlz 2022

[Regeling vervallen per 01-06-2023.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 21-10-2022 t/m 31-05-2023

Beleidsregel budgettair kader Wlz 2022

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 49e, tweede lid, van de Wmg verdeelt de NZa het door de Minister van VWS vastgestelde bedrag dat beschikbaar is voor het verlenen van zorg in natura en persoonsgebonden budgetten over de (zorgkantoor)regio’s als bedoeld in artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wet langdurige zorg.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • basisbudget: Wlz-kader, stand kader 2021, zoals opgenomen in de Voorlopige kaderbrief Wlz 2022 van VWS van 2 juli 2021 (kenmerk 3215792-1011616-LZ). De structurele overhevelingen die tot 10 mei 2021 zijn gedaan, zijn hierin meegenomen. Incidentele overhevelingen worden niet meegenomen in het basisbudget.

  • bruteringseffect: het effect dat ontstaat door bij het overhevelen van middelen van zin naar pgb en andersom rekening te houden met een gemiddelde onderuitputting van het pgb-subsidieplafond van 14%. Bij overhevelingen binnen het pgb-subsidieplafond of binnen de contracteerruimte is deze brutering niet van toepassing.

  • budgettair kader Wlz: het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders/ zorgkantoren.

  • contracteerruimte: het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders om zorg in natura te contracteren bij zorgaanbieders of zelfstandige zorgverleners. Dit kader bestaat uit niet-geoormerkte middelen (artikel 4) en geoormerkte middelen (artikel 7).

  • gehonoreerde productieafspraak: De productieafspraak (i) verminderd met de door de NZa verwerkte financiële korting(en) die per zorgaanbieder is/zijn doorgevoerd als gevolg van overschrijding van reguliere en/of geoormerkte contracteerruimte en (ii) aangepast in verband met de verdere toetsing van de productieafspraak aan de beleidsregels en regelingen van de NZa.

  • maximaal beschikbare bedrag persoonsgebonden budgetten: het totale financiële kader dat beschikbaar is voor zorgkantoren voor de verlening van persoonsgebonden budgetten.

  • netto kader: financieel beschikbare kader, waarbij gecorrigeerd is voor de bruteringseffecten. De middelen die beschikbaar zijn voor pgb zijn vermenigvuldigd met 86% en worden opgeteld bij de middelen voor zin om tot een netto kader te komen.

  • persoonsgebonden budget: een subsidie van een zorgkantoor waarmee de verzekerde onder de bij of krachtens artikel 3.3.3 van de Wlz en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde voorwaarden aan hem te verlenen zorg kan inkopen.

  • productieafspraak: het totaalbedrag van de afspraken met betrekking tot de prestaties en tarieven ten laste van de contracteerruimte die door de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder zijn overeengekomen in de budgetronde of herschikkingsronde.

  • regiobudget: budget dat een zorgkantoor toegewezen krijgt om in de betreffende regio de zorg in te kopen en pgb’s toe te kennen.

  • tweezijdige aanvragen; eenzijdige aanvragen: waar in deze beleidsregel wordt gesproken van een tweezijdige aanvraag, bedoelt de NZa dat:

    • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder gezamenlijk eensluidend indienen; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming;

    • zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder ieder afzonderlijk indienen en de indieningen eensluidend zijn; zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming.

    Indieningen anders dan tweezijdig beschouwt de NZa als eenzijdig.

  • verdeelmodel Wlz1: verdeelsleutel waarbij de gemiddelde uitstaande indicaties met peilmoment 1 april 2021, 1 juni 2021 en 1 augustus 2021 per zorgkantoorregio worden gewogen voor zorgzwaarte door de uitstaande indicaties te vermenigvuldigen met de waarde van de bijbehorende zorgprofielen. De waarde van de zorgprofielen wordt gebaseerd op de gerealiseerde productie van 2019 die naar prijspeil is gebracht. Tevens wordt rekening gehouden met de verzilvering van de uitstaande indicaties. De uitkomst van het verdeelmodel Wlz leidt tot een budgetaandeel (percentage) van die regio dat als verdeelsleutel wordt gebruikt voor de verdeling van het netto budgettair kader over de regio’s (zie artikel 5).

  • flankerend beleid2 regeling waarbij het procentuele aandeel van de zorgkantoorhouder in het netto budgettair kader 2022 exclusief de netto middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis volgens het verdeelmodel Wlz niet lager kan zijn dan -0,5% ten opzichte van het procentuele aandeel van de zorgkantoorhouder in het netto budgettair kader van 2021 exclusief de netto middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

    Zorgkantoorhouders met een negatief effect lager dan -0,5% worden gecompenseerd door evenredig budget te minderen bij zorgkantoorhouders met groeiend budget. De bijdrage in de compensatie is naar rato van het verschil tussen netto kader 2021 exclusief de netto middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis en netto kader 2022 exclusief de netto middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis van zorgkantoorhouders met groeiend budget.

  • Wlz-uitvoerdersbudget: som van de regiobudgetten van de regio’s waarvoor een Wlz-uitvoerder op grond van het Besluit aanwijzing zorgkantoren is aangewezen als zorgkantoor.

  • Wlz-uitvoerder: de rechtspersoon die geen zorgverzekeraar is en die zich overeenkomstig artikel 4.1.1 van de Wlz heeft aangemeld voor de uitvoering van die wet, daaronder begrepen de met toepassing van artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangewezen Wlz-uitvoerder.

  • zin: zorg in natura is de door een zorgkantoor gecontracteerde zorg ten behoeve van Wlz-cliënten.

  • zorgaanbieder zonder initiële budgetafspraken: een nieuwe zorgaanbieder die na 15 november 2021 een overeenkomst sluit met een zorgkantoor en zorg wil leveren in 2022.

  • zorgkantoor: een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder. Het zorgkantoor is voor alle verzekerden die wonen in de regio waarvoor hij is aangewezen, belast met de verstrekking van het persoonsgebonden budget, alsmede met de administratie of controle van de aan die verzekerden verleende zorg.

  • zorgkantoorhouder: Wlz-uitvoerder die voor één of meer regio’s is aangewezen als zorgkantoor.

Voor overige begrippen die in deze beleidsregel voorkomen en die niet hierboven worden vermeld, wordt verwezen naar de Beleidsregel definities Wlz.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Het doel van deze beleidsregel is om de regionale verdeling van het budgettair kader vast te stellen waarbinnen de Wlz-uitvoerders/ zorgkantoren voor het jaar 2022 zorg kunnen contracteren voor zorg in natura (zin) of verleningsbeschikkingen kunnen afgeven voor de persoonsgebonden budgetten (pgb). Verder geeft deze beleidsregel aan op welke wijze de verwerking van de gemaakte productieafspraken in de budgetronde en herschikkingsronde in de budgetten van zorgaanbieders plaatsvindt. Tot slot geeft de beleidsregel aan op welke manieren middelen overgeheveld kunnen worden tussen de verschillende kaders. Het totale budgettair kader 2022 is bepaald door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders.

Artikel 4. Toedeling en opbouw budgettair kader 2022

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Toedeling budgettair kader Wlz

    De Minister van VWS heeft het macrobedrag voor de contracteerruimte voor zorg in natura (zin) en voor het persoonsgebonden budget (pgb) voor de zorginkoop 2022 vastgesteld in de Definitieve kaderbrief Wlz 2022 van 28 september 2021 (kenmerk 3257251-1015438-LZ), aangevuld in het bijbehorende addendum van 7 oktober 2021 (kenmerk 3263842-1017291-LZ), in de reactie op de februaribrief van de NZa van 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ), in de Voorlopige kaderbrief Wlz 2023 van 1 juli 2022 (kenmerk 3381529-1030844-LZ) en in de Definitieve Kaderbrief Wlz 2023 van 29 september 2022 (kenmerk 3440186-1035461-LZ).

    Het budgettair kader Wlz voor het jaar 2022 bedraagt € 29.926 miljoen. Dit bedrag is als volgt verdeeld:

    • a. De contracteerruimte voor zorg in natura (zin) betreft € 26.648 miljoen.

    • b. Het beschikbare bedrag voor pgb’s betreft € 3.278 miljoen.

    Naast het budgettair kader is € 17,5 miljoen beschikbaar specifiek geoormerkt voor innovatie.

  • 2 Opbouw budgettair kader

    • a. Het startpunt van het Wlz kader 2022 is het Wlz kader 2021 exclusief de incidentele en de geoormerkte middelen en incidentele overhevelingen. Het Wlz kader 2021 bedraagt € 27.733 miljoen. Ten opzichte van de definitieve kaderbrief 2021 is het kader 2021 op grond van het februariadvies, de mei-brief en de augustusbrief met totaal € 711 miljoen verhoogd. Het februariadvies van de NZa heeft geleid tot volledige inzet van de herverdelingsmiddelen van € 100 miljoen. Op grond van de mei-brief van de NZa van 27 mei 2021 (kenmerk 0398197/879957) is het kader 2021 verhoogd met € 452 miljoen. De augustus-brief van de NZa van 31 augustus 2021 (kenmerk 403270/959626) heeft geleid tot een verhoging van het kader 2021 met € 159 miljoen.

    • b. Specifieke posten in het Wlz-kader 2022

      Het startpunt gebaseerd op het Wlz kader 2021 zoals genoemd onder a. wordt verhoogd met de middelen zoals genoemd onder subonderdelen 1° t/m 8° en verlaagd met de middelen zoals genoemd onder subonderdeel 9º op basis van de Definitieve kaderbrief Wlz 2022 van 28 september 2021 (kenmerk 3257251-1015438-LZ), het bijbehorende addendum van 7 oktober 2021 (kenmerk 3263842-1017291-LZ), de reactie op de februaribrief van de NZa van 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ), de Voorlopige kaderbrief Wlz 2023 van 1 juli 2022 (kenmerk 3381529-1030844-LZ) en in de Definitieve Kaderbrief Wlz 2023 van 29 september 2022 (kenmerk 3440186-1035461-LZ).

      1° +/+ € 445 miljoen bestemd voor groei (zin: € 409 miljoen, pgb: € 36 miljoen);

      2° +/+ € 175 miljoen extra middelen n.a.v. de februaribrief (zin: € 28 miljoen; pgb: € 147 miljoen);

      3° +/+ € 464 miljoen toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis (zin: € 416 miljoen, pgb: € 48 miljoen);

      4° +/+ € 103 miljoen Wet zorg en dwang

      5° +/+ € 750 loon- en prijsbijstelling 2022 (zin € 673 miljoen, pgb: € 77 miljoen);

      6° +/+ € 221 miljoen hogere zorgsalarissen (zin € 190 miljoen, pgb: € 31 miljoen);

      7° +/+ € 40 miljoen transitiemiddelen scheiden wonen en zorg;

      8° +/+ € 30 miljoen regionaal stimuleringsbudget;

      9° -/- € 35 miljoen lage zzp’s.

  • 3 Netto Wlz kader

    Het door de Minister van VWS beschikbaar gestelde bedrag voor pgb’s wordt omgerekend tot middelen zin en opgeteld bij het voor zin beschikbaar gestelde bedrag, om zo tot een netto Wlz kader te komen. Dit kader wordt volgens artikel 5 toegedeeld aan de regio’s. Wlz uitvoerder/zorgkantoren kunnen tot 15 november 2021 aangegeven wat het aandeel pgb moet zijn (zie artikel 8). Dit aandeel wordt vervolgens weer gebruteerd (bruteringseffect).

Artikel 5. Verdeling budgettair kader over de regio’s

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Het in artikel 4, derde lid beschreven Wlz kader wordt als volgt over de regio’s verdeeld.

  • 1. Verdeling netto Wlz kader 2022

    • a. Het regiobudget 2022 van de zorgkantoorhouders bestaat bij de voorlopige verdeling (juli 2021) uit het procentuele aandeel in het bruto Wlz kader 2021 (exclusief kwaliteitsmiddelen, incidentele middelen en incidentele overhevelingen) van 15 juni 2021, vermenigvuldigd met 99.5% van het geschoonde Wlz kader 2022. Het geschoonde Wlz kader is het netto kader exclusief middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis (GGZ wonen), herverdelingsmiddelen en gevolgen van overhevelingen. Het bedrag voor GGZ wonen wordt gebaseerd op de middelen voor GGZ wonen uit de definitieve kaderbrief Wlz 2021 en de verhoging van het Wlz kader 2021 naar aanleiding van de meibrief 2021 van de NZa, beide geïndexeerd naar prijspeil 2022, en vermeerderd met de middelen die in de voorlopige kaderbrief Wlz 2022 artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 3º aanvullend beschikbaar worden gesteld voor GGZ wonen in 2022. Deze berekening wordt zowel voor de contracteerruimte voor zin als voor het pgb kader uitgevoerd.

      Vervolgens worden de middelen voor GGZ wonen verdeeld op basis van de indicaties GGZ wonen op peildatum 1 juni 2021 per zorgkantoorregio. De indicaties worden vermenigvuldigd met de basis beleidsregelwaarde die hoort bij de indicatie GGZ wonen. De basis beleidsregelwaarde is de maximum beleidsregelwaarde van de basis zzp. De basis zzp is de laagste zzp zonder behandeling en dagbesteding die hoort bij een bepaald zorgprofiel. Voor de voorlopige verdeling wordt gebruik gemaakt van de beleidsregelwaarden die gelden in 2021. De procentuele verdeling op basis van de berekende bedragen per regio vormt de verdeelsleutel waarmee de middelen voor GGZ wonen worden verdeeld over de zorgkantoorregio’s, voor zowel pgb als zin.

    • b. Bij de definitieve verdeling (oktober 2021) wordt de verdeling volgens lid 1 onder a gecorrigeerd voor verdeelmodel Wlz en flankerend beleid. Hiertoe worden de volgende stappen doorlopen:

      • i. Het netto Wlz-kader 2022 wordt geschoond voor middelen voor GGZ wonen. Dit macrobedrag wordt gebaseerd op basis van de definitieve kaderbrief Wlz 2022 van 28 september 2021 (kenmerk 3257251-1015438-LZ), deel II paragraaf 3. De verhouding tussen pgb en zin voor dit macrobedrag is dezelfde verhouding die wordt toegepast in de definitieve kaderbrief Wlz 2022 (artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 3°).

      • ii. Op het voor GGZ-wonen geschoonde netto Wlz-kader wordt het verdeelmodel en flankerend beleid toegepast. Het flankerend beleid wordt op zorgkantoorhouderniveau uitgevoerd.

      • iii. De berekende procentuele mutatie per zorgkantoorhouder die volgt uit het verdeelmodel en/of flankerend beleid wordt toegepast op de onderliggende zorgkantoorregio’s van de desbetreffende zorgkantoorhouder. Daarna vindt er een herverdeling plaats van de middelen voor niet beïnvloedbare factoren (NBF): Na toepassing van het flankerend beleid wordt € 8,3 miljoen herverdeeld in verband met niet beïnvloedbare factoren bij zzp en vpt vv4 t/m 10. Hiervoor wordt per zorgkantoorregio het aandeel, dat gelijk is aan het (initiële) aandeel van het kwaliteitsbudget 2021 van de zorgkantoorregio in het macro kwaliteitsbudget 2021, vermenigvuldigd met € 8,3 miljoen. Deze bedragen worden in mindering gebracht op het regio budget na toepassing van flankerend beleid. De aldus berekende regiobudgetten worden vervolgens opgehoogd met het aandeel van de regio in het totale waarde op landelijk niveau van de gedeclareerde NBF component in de tarieven, vermenigvuldigd met € 8,3 miljoen. Dit aandeel wordt bepaald door op regioniveau en op landelijk niveau het aantal gedeclareerde NBF prestaties in de maanden januari-februari-maart 2020 (op basis van Vektis aanlevering d.d. 13 augustus 2020) te waarderen op het minimumtarief van de betreffende prestatie. Het regionale bedrag gedeeld op het landelijke bedrag levert het aandeel van de regio.

      • iv. Het netto kader Wlz 2022 wordt vervolgens toegedeeld naar zin en pgb volgens artikel 6.

      • v. De bruto middelen voor GGZ wonen (beschreven onder i) worden verdeeld op basis van de indicaties GGZ wonen op peildatum 1 augustus 2021 en worden ingedeeld naar de verschillende regio’s. De indicaties worden vermenigvuldigd met de basis beleidsregelwaarde die hoort bij de indicatie GGZ wonen. De basis beleidsregelwaarde is de maximum beleidsregelwaarde van de basis zzp. De basis zzp is de laagste zzp zonder behandeling en dagbesteding die hoort bij een bepaald zorgprofiel. De procentuele verdeling op basis van de berekende bedragen per regio vormt de verdeelsleutel waarmee de middelen voor GGZ-wonen worden verdeeld over de zorgkantoorregio’s, voor zowel pgb als zin.

      • vi. De extra middelen 2022 volgens de Reactie op de februaribrief van de NZa van 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ). worden verdeeld over de 31 zorgkantoren conform het verzoek van Zorgverzekeraars Nederland van 8 april 2022.

      • vii. De transitiemiddelen scheiden wonen en zorg 2022 worden verwerkt als generieke ophoging (+0,151%) van de regionale contracteerruimten (zin).

      • viii. Het stimuleringsbudget Wlz breed wordt verwerkt als generieke ophoging (+0,114%) van de regionale contracteerruimten (zin).

Artikel 6. Toedeling budgettair kader naar zin en pgb

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

De uitkomst van artikel 5, eerste lid onder b, stap i t/m iv is een netto kader per regio. Om aan te sluiten bij de kaderbrief wordt dit netto kader gebruteerd door de NZa en verdeeld over de contracteerruimte voor zin en het pgb-kader. Eerst wordt het macro pgb kader verdeeld over de regio’s. Hiervoor wordt, per regio, het regionale pgb kader gedeeld door het macro pgb kader, om de procentuele verdeling te bepalen. Het betreft hier het regionale pgb kader en het macro pgb kader, beide exclusief de middelen voor toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis, van jaar t-1 op peilmoment 15 september t-1. Deze verdeling wordt vermenigvuldigd met het bruto pgb kader van jaar t. Vervolgens wordt de contracteerruimte voor zin bepaald door het netto kader te verminderen met 0,86 maal het toegekende pgb kader.

Vervolgens kunnen Wlz-uitvoerders tot 15 november 2021 aangeven of zij deze initiële verdeling willen aanpassen. Na 15 november 2021 kan overgeheveld worden conform de systematiek van artikel 9. Bij verschuivingen tussen zin en pgb neemt de NZa de bruteringsregels in acht. De NZa stelt hiervoor een format beschikbaar.

Het totale kader, de beschikbare contracteerruimte en de verdeling van de pgb-middelen naar de verschillende regio’s wordt opgenomen in de Regeling langdurige zorg.

Artikel 7. Geoormerkte middelen

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Naast de contracteerruimte als bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregel, zijn er geoormerkte middelen voor innovatie beschikbaar.

Voor de bekostiging van innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties is landelijk € 17,5 miljoen beschikbaar (zie beleidsregel ‘Innovatie voor kleinschalige experimenten’). Dit bedrag wordt niet verdeeld over de regio’s.

Artikel 8. Overhevelingen tussen regio’s

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Mogelijkheden voor overheveling

    Tussen de Wlz-uitvoerders/zorgkantoren kunnen middelen worden overgeheveld binnen de contracteerruimte voor zorg in natura en binnen het pgb-kader en tussen de contracteerruimte voor zorg in natura en het pgb-kader. Er kunnen alleen middelen worden overgeheveld indien er daadwerkelijk geld beschikbaar is.

    De eerste mogelijkheid tot overhevelen is vóór de eerste budgetronde. De Wlz-uitvoerders kunnen uiterlijk 15 november 2021 bij de NZa aangeven hoe het regionale Wlz-kader voor het jaar 2022 verdeeld moet worden tussen zin en pgb. Het Ministerie van VWS zal eind 2021 het beschikbare bedrag voor persoonsgebonden budgetten 2022 per zorgkantoor publiceren in de Regeling langdurige zorg.

    Met het NZa-overhevelingsformulier kunnen alle overhevelingen ingediend worden bij de NZa. Hierbij is een handtekening van het weggevende zorgkantoor noodzakelijk.

    • a. Mogelijkheid tot overhevelen binnen de contracteerruimte zorg in natura

      Gedurende het jaar kan een Wlz-uitvoerder in de hoedanigheid van zorgkantoor een gedeelte van de hem ter beschikking gestelde contracteerruimte zorg in natura overhevelen naar een Wlz-uitvoerder van een andere regio. Zorgkantoren kunnen tot 1 november 2022 een verzoek tot overhevelen indienen bij de NZa. Vanaf 1 november 2022 kunnen geen overhevelingsverzoeken meer ingediend worden binnen de contracteerruimte voor zorg in natura.

    • b. Mogelijkheid tot overhevelen binnen het pgb-kader

      Een zorgkantoor van een regio kan een gedeelte van de hem ter beschikking gestelde pgb-gelden overhevelen naar een zorgkantoor van een andere regio. Zorgkantoren kunnen tot 1 april 2023 een verzoek tot overhevelen indienen bij de NZa. Vanaf 1 april 2023 is er geen mogelijkheid meer om een verzoek in te dienen tot het overhevelen van middelen binnen het pgb-kader.

    • c. Mogelijkheid tot overhevelen van de contracteerruimte zorg in natura naar het pgb-kader

      Indien zich een tekort op een regionaal pgb-kader dreigt voor te doen, kan een zorgkantoor op elk moment gedurende het jaar tot 1 april 2023 een verzoek tot overheveling indienen van de contracteerruimte zorg in natura naar het pgb-kader van een ander zorgkantoor bij de NZa. Vanaf 1 april 2023 is er geen mogelijkheid meer om een verzoek in te dienen tot het overhevelen van middelen.

      Het Ministerie van VWS heeft in de voorlopige kaderbrief Wlz 2017 van 13 juni 2016 met kenmerk 773523-137331 LZ aangegeven dat bij het pgb-kader uitgegaan kan worden van 14% onderuitputting. Bij het overhevelen van middelen van zin naar pgb en andersom wordt hiermee rekening gehouden. In het beschikbaar gestelde overhevelingsformulier is deze brutering, al verwerkt.

      De ontvangen overhevelingen worden doorgegeven aan VWS, waarna VWS de Regeling langdurige zorg voor het pgb aanpast. De overheveling is pas definitief als VWS de overheveling in deze regeling heeft verwerkt.

    • d. Mogelijkheid tot overhevelen van het pgb-kader naar de contracteerruimte zorg in natura

      Indien zich een tekort op een regionale contracteerruimte voor zorg in natura dreigt voor te doen, kan een zorgkantoor op elk moment gedurende het jaar tot 1 november 2022 een verzoek tot overheveling indienen van het pgb-kader naar de contracteerruimte zorg in natura van een andere regio. Vanaf 1 november 2022 is er geen mogelijkheid meer om middelen over te hevelen van het pgb-kader naar de contracteerruimte zorg in natura.

      Het Ministerie van VWS heeft in de voorlopige kaderbrief Wlz 2017 van 13 juni 2016 met kenmerk 773523-137331-LZ aangegeven dat bij het pgb-kader uitgegaan kan worden van 14% onderuitputting. Bij het overhevelen van middelen van zin naar pgb en andersom zal hiermee rekening worden gehouden. In het beschikbaar gestelde overhevelingsformulier is deze brutering al verwerkt.

      De ontvangen overhevelingen worden doorgegeven aan VWS, waarna VWS de Regeling langdurige zorg voor het pgb aanpast. De overheveling is pas definitief als VWS de overheveling in deze regeling heeft verwerkt.

  • 2 Structureel versus incidenteel

    Overhevelingen die worden ingediend tot 1 oktober 2022 zijn structureel, tenzij anders overeengekomen tussen de zorgkantoren en in het overhevelingsformulier aangegeven. Overhevelingen die ingediend worden na 1 oktober 2022 worden als incidentele overheveling door de NZa verwerkt.

    Overhevelingen voor de geoormerkte ruimte kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg zijn incidenteel.

Artikel 9. Overheveling in een regio

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Mogelijkheid tot overhevelen

    Het is mogelijk binnen een zorgkantoorregio middelen over te hevelen van de contracteerruimte zorg in natura naar het pgb-kader en omgekeerd. Er kunnen alleen middelen worden overgeheveld indien er daadwerkelijk geld beschikbaar is.

    • a. Overheveling van pgb-kader naar contracteerruimte zorg in natura

      Indien zich een tekort op de regionale contracteerruimte voor zorg in natura dreigt voor te doen, kan een zorgkantoor tot 1 november 2022 een verzoek tot overheveling indienen van zijn pgb-kader naar zijn contracteerruimte voor zorg in natura. Vanaf 1 november 2022 is er geen mogelijkheid meer om middelen over te hevelen van het pgb-kader naar de contracteerruimte voor zorg in natura.

      Het Ministerie van VWS heeft in de voorlopige kaderbrief Wlz 2017 van 13 juni 2016 met kenmerk 773523-137331-LZ aangegeven dat bij het pgb-kader uitgegaan kan worden van 14% onderuitputting. Bij het overhevelen van middelen van zin naar pgb en andersom zal hiermee rekening worden gehouden. In het beschikbaar gestelde overhevelingsformulier is deze brutering al verwerkt.

      De ontvangen overhevelingen worden doorgegeven aan VWS, waarna VWS de Regeling langdurige zorg voor het pgb aanpast. De overheveling is pas definitief als VWS de overheveling in deze regeling heeft verwerkt.

    • b. Overheveling van contracteerruimte zorg in natura naar pgb-kader

      Indien zich een tekort op het regionale pgb-kader dreigt voor te doen, kan een zorgkantoor op elk moment gedurende het jaar vóór 1 april 2023 een overheveling van de contracteerruimte zorg in natura naar het pgb-kader kenbaar maken bij de NZa middels het daarvoor door de NZa beschikbaar gestelde overhevelingsformulier. Vanaf 1 april 2023 is er geen mogelijkheid meer om een verzoek in te dienen tot het overhevelen van middelen.

      Het Ministerie van VWS heeft in de voorlopige kaderbrief Wlz 2017 van 13 juni 2016 met kenmerk 773523-137331 LZ aangegeven dat bij het pgb-kader uitgegaan kan worden van 14% onderuitputting. Bij het overhevelen van middelen van zin naar pgb en andersom zal hiermee rekening worden gehouden. In het beschikbaar gestelde overhevelingsformulier is deze brutering al verwerkt.

      De ontvangen overhevelingen worden doorgegeven aan VWS, waarna VWS de Regeling langdurige zorg voor het pgb aanpast. De overheveling is pas definitief als VWS de overheveling in deze regeling heeft verwerkt.

  • 2 Structureel versus incidenteel

    Overhevelingen die worden ingediend tot 1 oktober 2022 zijn structureel, tenzij anders overeengekomen tussen de zorgkantoren en in het overhevelingsformulier aangegeven.

    Overhevelingen die ingediend worden na 1 oktober 2022 worden als incidentele overheveling door de NZa verwerkt.

  • 3 Het verwerken van overhevelingen

    De NZa verwerkt de overhevelingen maandelijks in het overzicht “Verdeling budgettair kader Wlz 2022”. In dit overzicht is tevens de aansluiting met de kaderbrief terug te vinden. Deze maandelijkse overzichten zijn op de NZa-website te vinden.

Artikel 10. Overheveling tussen Wlz en Zvw (in de ggz-sector)

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Het is mogelijk om middelen over te hevelen van de Wlz naar de Zvw en andersom. De voorwaarden hiervoor zijn opgenomen in de Beleidsregel overheveling ggz budget Wlz-Zvw. De Minister van VWS stelt het budgettair kader vast. Dit betekent dat de overhevelingen pas doorwerken in de regionale contracteerruimte(n) als het vastgestelde kader daadwerkelijk is aangepast door VWS.

Artikel 11. Algemene verwerking budgetaanvragen 2022 zin

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Uiterste indieningstermijn en wijze van indienen

    • a. Productieafspraken binnen de contracteerruimte

      Het formulier waarin de productieafspraken 2022 tussen zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder zijn vastgelegd (budgetformulier), moet vóór 15 november 2021 (budgetronde) bij de NZa worden ingediend.

      Het formulier waarin de aangepaste productieafspraken 2022 tussen zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder zijn vastgelegd (herschikkingsformulier) moet vóór 1 november 2022 (herschikkingsronde) bij de NZa worden ingediend.

      Nieuwe zorgaanbieders zonder initiële budgetafspraken kunnen in de periode van 15 november 2021 tot 1 oktober 2022 vóór de 1e van iedere maand samen met een zorgkantoor een tweezijdige aanvraag indienen bij de NZa om een beschikking af te geven. In de beschikking zullen tarieven worden vastgesteld conform beleidsregels. Het budget aanvaardbare kosten wordt op € 0 vastgesteld. In de reguliere herschikkingsronde kunnen zorgkantoor en zorgaanbieder een tweezijdige budgetaanvraag indienen met een productieafspraak.

    • b. Innovatie

      Aanvragen met betrekking tot de geoormerkte contracteerruimte Innovatie (artikel 7) kunnen tot en met 31 december 2022 bij de NZa worden ingediend. Zo’n aanvraag kan uitsluitend tweezijdig bij de NZa worden ingediend. Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen. Bij de vormgeving van een experiment, prestatie en tarief wordt veel vrijheid aan experimenteerpartijen gelaten. De daadwerkelijke uitvoering van een experiment hangt af van de belangstelling daarvoor en de bereidheid kosten voor deelneming aan een experiment te vergoeden. Dat wordt geborgd doordat een zorgkantoor/Wlz-uitvoerder een overeenkomst met een zorgaanbieder moet hebben gesloten, aldus ook de Aanwijzing inzake aanvulling procedure en uitbreiding van kortdurende kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg van de Staatssecretaris van VWS (Staatscourant 16 mei 2008, nr. 92, p. 22). Ook speelt een rol dat een experiment een tijdelijke afwijking van de reguliere bekostiging is die veelal slechts voor enkele partijen geldt (niet voor iedereen). Verder is van belang dat voor de bekostiging een apart financieel kader geldt dat (anders dan andere kaders) volgens het molenaarsprincipe wordt verdeeld. Door tweezijdige indiening kan enige balans worden bereikt tussen wensen van partijen, nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van inzet van het financieel kader innovatie. Verder is tweezijdige indiening belangrijk voor de kans van slagen van een experiment: als zowel zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder vertrouwen hebben in het experiment is er bereidwilligheid om er een succes van te maken en na te denken over mogelijke inbedding in de reguliere prestatie- en tariefstructuur.

  • 2 Overschrijding uiterste indieningstermijn, meerdere aanvragen

    • a. Productieafspraken binnen de contracteerruimte

      Als een zorgaanbieder en/of Wlz-uitvoerder een aanvraag voorde productieafspraken indient voor een budgetronde terwijl voor dezelfde budgetronde al een aanvraag is ingediend, zal de NZa de betrokken zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder verzoeken om aan te geven welke aanvraag zij door de NZa afgehandeld wenst te zien en welke aanvraag zij derhalve intrekt. Wanneer partijen niet per ommegaande schriftelijk op dit verzoek van de NZa reageren, zal de NZa de laatst ingediende aanvraag in behandeling nemen mits deze aanvraag binnen de gestelde indieningtermijn is ingediend bij de NZa. Dit geldt uitsluitend voor tweezijdig ondertekende aanvragen.

      Productieafspraken 2022 die bij de NZa zijn ingediend via het budgetformulier 2022 én ontvangen zijn na de uiterste indieningsdatum van 15 november2021 worden beschouwd als aanvullende productieafspraken.

      Aanvullende productieafspraken 2022 kunnen alleen worden ingediend via het daarvoor beschikbaar gestelde herschikkingsformulier 2022.

      Aanvullende productieafspraken 2022 die bij de NZa zijn ingediend na de uiterste indieningsdatum van 31 oktober 2022 kunnen niet meer leiden tot een mutatie van de aanvaardbare kosten 2022. Deze aanvullende productieafspraken worden zonder inhoudelijk oordeel afgewezen, omdat zij in strijd zijn met het hiervoor gestelde.

    • b. Innovatie

      Als een zorgaanbieder en/of Wlz-uitvoerder een aanvraag indient voor een jaar terwijl voor hetzelfde jaar al dezelfde aanvraag is ingediend, zal de NZa de betrokken zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder verzoeken om aan te geven welke aanvraag zij door de NZa afgehandeld wenst te zien en welke aanvraag zij derhalve intrekt. Wanneer partijen niet per ommegaande schriftelijk op dit verzoek van de NZa reageren, zal de NZa de laatst ingediende aanvraag in behandeling nemen mits deze aanvraag binnen de gestelde indieningtermijn is ingediend bij de NZa.

      Hierbij geldt dat bij overschrijding van de indieningstermijn van 31 december 2022 de ingediende aanvraag zonder inhoudelijk oordeel wordt afgewezen.

  • 3 Wijze van indienen; twee- en eenzijdige aanvragen; gevolgen eenzijdige aanvragen

    • a. Tweezijdige en eenzijdige aanvragen

      Waar de NZa tweezijdige indiening tot uitgangspunt neemt, kunnen zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder niet volstaan met eenzijdige indiening.

      Indien een eenzijdige aanvraag wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor of de zorgaanbieder om de aanvraag mede te ondertekenen. Een eenzijdige aanvraag wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

      Dat zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder niet kunnen volstaan met eenzijdige indiening en/of dat de NZa een eenzijdige aanvraag afwijst, is slechts anders voor zover de NZa de andersluidende behandeling uitdrukkelijk in haar regelgeving bepaalt.

    • b. Productieafspraken binnen de contracteerruimte

      Als partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen over de hoogte van de productieafspraak dan kunnen Wlz-uitvoerder en/of zorgaanbieder een eenzijdige aanvraag bij de NZa indienen.

      Als in één budgetronde naast een tweezijdige aanvraag ook een eenzijdige aanvraag door een zorgaanbieder of zorgkantoor/Wlz-uitvoerder wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder om de aanvraag mede te ondertekenen. De eenzijdige aanvraag wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

      Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen. Zorgkantoren/Wlz-uitvoerders en zorgaanbieders moeten voor indiening van een aanvraag overtuigd zijn van de juistheid ervan. De NZa ontvangt elke budgetronde vele verzoeken. Partijen en de NZa zijn gebaat bij goede afspraken voorafgaand aan indiening van productieafspraken. Dat bevordert een correcte indiening alsmede efficiënte en effectieve afhandeling van alle aanvragen. Bij een tweezijdige indiening bestaat er kennelijk overeenstemming. Bij een en ander past dat de NZa aansluit bij de tweezijdige aanvraag.

      Een zorgaanbieder zonder initiële budgetafspraken kan gedurende het jaar (tot 1 oktober 2022) alleen een beschikking ontvangen naar aanleiding van een bij de NZa ingediende tweezijdige aanvraag. Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen. Het gaat om indiening ten behoeve van (a) een nieuwe zorgaanbieder. Bovendien gaat het om indiening (b) buiten de reguliere budgetronde of herschikkingsronde om waardoor – anders dan gebruikelijk en wenselijk – aanvragen niet in samenhang met alle andere budgetafspraken kunnen worden beoordeeld. Gelet op het voorgaande stelt de NZa de extra waarborg van tweezijdige indiening om balans te bereiken tussen wensen van partijen, nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van productieafspraken.

      Indien een eenzijdige aanvraag wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor of de zorgaanbieder om de aanvraag mede te ondertekenen. Een eenzijdige aanvraag wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

Artikel 12. Beslismodel

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

In het eerste lid van dit artikel wordt aangegeven van welke productieafspraak de NZa uitgaat voor de toetsing van de afspraak aan de beschikbare contracteerruimte exclusief geoormerkte middelen.

Hoe de NZa omgaat met aanpassingen van de eerder vastgestelde gehonoreerde productieafspraak wordt in het tweede lid van dit artikel aangegeven.

  • 1. Productieafspraak

    • Als de door de zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder aangevraagde productieafspraak aan elkaar gelijk zijn, gaat de NZa uit van de door de zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder aangevraagde productieafspraak.

    • Als de door de zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder aangevraagde productieafspraak niet aan elkaar gelijk zijn gaat de NZa uit van de laagste productieafspraak.

    • Als één of beide partijen geen productieafspraak aanvraagt, gaat de NZa uit van het feit dat de productieafspraak nul is.

  • 2. Aanpassing gehonoreerde productieafspraak (vastgestelde productieafspraak)

    Wanneer in de budgetronde met betrekking tot 2022, onder toepassing van artikel 12, eerste lid van deze beleidsregel, een productieafspraak met betrekking tot een bepaalde aanvraag is vastgesteld door de NZa, zal de NZa de vastgestelde productieafspraak in de herschikkingsronde alleen aanpassen als daartoe een tweezijdige aanvraag wordt ingediend.

    Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen. In het stelsel van zorginkoop en zorgverkoop is het van belang dat zorgkantoor/Wlz-uitvoerder en zorgaanbieder overeenstemming hebben over relevante factoren. Ook is het van belang dat geen onzekerheid ontstaat over welk bedrag ten laste van de contracteerruimte kan worden gebracht. Verder is het voor partijen en de NZa belastend om een beslisprocedure opnieuw over een eenzelfde jaar te moeten doorlopen.

    Indien een eenzijdige aanvraag wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder om de aanvraag mede te ondertekenen. Een eenzijdige aanvraag wijst de NZa af tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

    In afwijking daarvan wordt, wanneer de gehonoreerde productieafspraak geen reële productieafspraak is, met andere woorden als de realisatie van het eerste half jaar hoger is dan de gehele productieafspraak, bij afhandeling van een eenzijdige aanvraag in de herschikkingsronde uitgegaan van 85% van de naar een heel jaar geëxtrapoleerde realisatie van het eerste half jaar. Hierop geldt de volgende uitzondering: Als de door de zorgaanbieder en de Wlz-uitvoerder aangevraagde productieafspraak niet aan elkaar gelijk zijn gaat de NZa uit van de laagste productieafspraak als deze hoger is dan 85% van de naar een heel jaar geëxtrapoleerde realisatie van het eerste half jaar.

    Indien één eenzijdige aanvraag wordt ingediend, waarbij sprake is van een door de rechter uitgesproken faillissement van de zorgaanbieder, vergewist de NZa zich van de grondslag van weigering van het zorgkantoor/Wlz-uitvoerder of zorgaanbieder/curator om de aanvraag mede te ondertekenen. Een eenzijdige aanpassing van de gehonoreerde productieafspraak in geval van faillissement is mogelijk. De NZa volgt in dat geval de enige eenzijdige opgave, ingediend door de zorgaanbieder/curator dan wel door zorgkantoor/Wlz-uitvoerder.

    Indien er sprake is van twee eenzijdige verzoeken tot aanpassing van de productieafspraak, waarbij sprake is van een door de rechter uitgesproken faillissement van de zorgaanbieder, gaat de NZa uit van de aanpassing van de productieafspraak tot het laagste totaal bedrag.

Artikel 13. Overschrijding contracteerruimte en geoormerkte ruimte

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Overschrijding van de contracteerruimte /geoormerkte ruimte

    Het totale bedrag van de budgetaanvragen mag de contracteerruimte, of het maximum van de geoormerkte middelen niet overschrijden. Als het totale bedrag van de aanvragen binnen de regio van een Wlz-uitvoerder in de hoedanigheid van zorgkantoor de beschikbare contracteerruimte of het maximum van de geoormerkte middelen overschrijdt, gelden de bepalingen zoals opgenomen in het tweede en derde lid.

  • 2 Aanvragen ingediend vóór 15 november 2021 (budgetronde)

    De overschrijding van de contracteerruimte van de regio van een Wlz-uitvoerder in de hoedanigheid van zorgkantoor wordt bij de zorgaanbieders in de desbetreffende regio gecorrigeerd. De correctie wordt berekend naar rato van het aandeel van de aanvraag per zorgaanbieder op het totaal van de ingediende aanvragen.

    Het voorgaande is niet van toepassing op de geoormerkte middelen Innovatie (artikel 7). De NZa toetst bij een aanvraag van deze middelen het totaalbedrag op basis van de productieafspraak aan het landelijk beschikbare bedrag. Deze toetsing vindt plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen én na de beoordeling van de aanvraag (zie beleidsregel ‘Innovatie voor kleinschalige experimenten’). Indien het totaal van deze geoormerkte middelen bereikt is dan worden nieuwe en aangepaste aanvragen niet meer in behandeling genomen.

  • 3 Aanvragen ingediend op of na 15 november2021 en vóór 1 november 2022 (herschikkingsronde)

    • a. Algemeen

      Als het totale bedrag van de vóór 1 november 2022 ingediende aanvragen voor de aangepaste productieafspraken leidt tot een overschrijding van de beschikbare contracteerruimte van de regio van een Wlz-uitvoerder in de hoedanigheid van zorgkantoor, zal deze overschrijding bij de zorgaanbieders die verzoeken om verhoging van de eerder vastgestelde aanvraag worden gecorrigeerd.

      Deze correctie zal plaatsvinden naar rato van het aandeel van de aanvragen van deze zorgaanbieders op de totale toename. Als de overschrijding wordt veroorzaakt door één of meer zorgaanbieders, dan wordt de gehele correctie verwerkt op de aanvragen van deze zorgaanbieder(s).

      Het voorgaande is niet van toepassing op de geoormerkte middelen Innovatie (artikel 7). De NZa toetst bij een aanvraag van deze middelen het totaalbedrag op basis van de productieafspraak aan het landelijk beschikbare bedrag. Deze toetsing vindt plaats op volgorde van binnenkomst van de aanvragen én na beoordeling van de aanvraag (zie beleidsregel ‘Innovatie voor kleinschalige experimenten’). Indien het totaal van deze geoormerkte middelen bereikt is dan worden nieuwe en aangepaste aanvragen niet meer in behandeling genomen.

    • b. Zzp-meerzorg

      Bij de zzp-meerzorg is aanvullend van toepassing dat de toename van de omzet zzp-meerzorg als gevolg van een verhuizing van een cliënt waarvoor reeds meerzorg is gedeclareerd door de zorgaanbieder waar de cliënt verbleef voor de verhuizing, buiten beschouwing wordt gelaten bij de correctie indien een overheveling van omzet heeft plaatsgevonden van de oude zorgaanbieder naar de nieuwe zorgaanbieder.

Artikel 14. Overschrijding pgb-kader

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Indien een zorgkantoor verwacht het regionale pgb-kader te overschrijden, moet dit tijdig kenbaar worden gemaakt bij de NZa. Hierbij moet niet worden gewacht tot de maandelijkse informatieverstrekking aan de NZa.

Een zorgkantoorregio mag het beschikbaar gestelde pgb subsidieplafond niet overschrijden. Om een overschrijding van een regionaal plafond te voorkomen kan een zorgkantoor:

  • middelen overhevelen vanuit de contracteerruimte voor zorg in natura uit de eigen regio;

  • andere zorgkantoren verzoeken om middelen over te hevelen vanuit het pgb-kader of contracteerruimte voor zorg in natura;

  • een knelpuntenprocedure starten. Een knelpuntenprocedure kan worden gestart als er geen mogelijkheden meer zijn om middelen over te hevelen en een pgb-overschrijding dreigt;

  • bij het uitblijven van middelen een pgb-stop invoeren en indien mogelijk zorg in natura aanbieden.

Artikel 15. Budgettair kader Wlz 2021

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

  • 1 Reactie op februaribrief door minister

    De Minister van VWS heeft het macrobedrag voor de contracteerruimte (zin) en voor het pgb-kader voor de zorginkoop 2021 met terugwerkende kracht bijgesteld in de reactie op de februaribrief van de NZa van 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ). Hierbij is het volgende aangepast:

    • Het Wlz-kader 2021 is bijgesteld naar € 27.738 miljoen (€ 23.263 miljoen zin, € 3.061 miljoen pgb en € 1.414 miljoen als kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg).

    • De extra middelen van € 5 miljoen bestaan uit € 4 miljoen als gevolg van de bruteringsregeling bij overheveling tussen de contracteerruimte en het pgb-kader en uit € 1 miljoen aan onderbesteding van het budget voor de transitiemiddelen verpleeghuiszorg. De contracteerruimte is verhoogd met € 37 miljoen en is een gevolg van de onderbesteding en verschuiving van het (resterende) budget voor de transitiemiddelen (€ 1 miljoen) en van het (resterende) kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg (€ 36 miljoen). Deze verhoging van de contracteerruimte dient om eventuele overproductie bij de nacalculatie 2021 (deels) te kunnen opvangen. Deze extra middelen worden niet verdeeld over de zorgkantoorregio’s.

  • 2 In afwijking van hetgeen gesteld in de Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021, met kenmerk BR/REG-21110d, geldt voor het jaar 2021 het volgende:

    • a. Artikel 4, lid 1 Toedeling budgettair kader Wlz

      In afwijking van dit artikel geldt:

      Het budgettair kader Wlz voor het jaar 2021 bedraagt € 27.738 miljoen. Dit bedrag is inclusief de herverdelingsmiddelen voor 2021 (€ 100 miljoen, waarvan € 89 mln. contracteerruimte en € 11 mln. pgb). Dit bedrag is als volgt verdeeld:

      • De contracteerruimte voor zorg in natura (zin) betreft € 23.263 miljoen.

      • Het beschikbare bedrag voor pgb’s betreft € 3.061 miljoen.

      • Het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg betreft € 1.414 miljoen.

      Naast het budgettair kader is € 10 miljoen beschikbaar specifiek geoormerkt voor innovatie en € 49 miljoen specifiek geoormerkt voor transitiemiddelen verpleeghuiszorg.

    • b. Artikel 4, lid 2, sub a Opbouw budgettair kader

      In aanvulling op deze alinea geldt:

      Het besluit van VWS op de februaribrief van de NZa van 25 februari 2022 heeft geleid tot verhoging van het Wlz-kader met per saldo € 1,2 miljoen, waarvan +€ 36,8 miljoen contracteerruimte en -€ 35,6 mln kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg en tot verlaging van het geoormerkte budget voor transitiemiddelen verpleeghuiszorg met -€ 1,2 milljoen. Daarnaast is het kader verhoogd met per saldo € 4,1 miljoen (contracteerruimte -€ 25,4 miljoen, pgb-kader +€ 29,5 miljoen) door de bruteringsregeling bij overhevelingen tussen de Wlz-kaders.

    • c. Artikel 4, lid 2, sub b Specifieke posten in het Wlz-kader 2021

      In afwijking van dit artikel geldt:

      Het startpunt gebaseerd op het Wlz kader 2020 zoals genoemd onder a. wordt verhoogd met de middelen zoals genoemd onder subonderdelen 1° t/m 8° en verlaagd met de middelen zoals genoemd onder subonderdeel 9° op basis van de Voorlopige kaderbrief Wlz 2021 van 10 juni 2020 (kenmerk 170186-206224-LZ), de Definitieve kaderbrief Wlz 2021 van 7 oktober 2020 (kenmerk 1749665-210825-LZ), aangevuld met de brief van 30 maart 2021 (1844624-219344-LZ), de Voorlopige kaderbrief Wlz 2022 van 2 juli 2021 (kenmerk 3215792-1011616-LZ), de Definitieve kaderbrief Wlz 2022 van 28 september 2021 (kenmerk 3257251-1015438-LZ) en de reactie van de Minister op de februaribrief van de NZa 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ).

      1° +/+ € 350 miljoen bestemd voor groei (zin: € 312 miljoen, pgb: € 38 miljoen);

      2° +/+ € 452 miljoen extra middelen n.a.v. de meibrief (zin: € 346 miljoen, pgb: € 106 miljoen);

      3° +/+ € 159 miljoen extra middelen n.a.v. de augustusbrief (zin: € 78 miljoen, pgb: € 81 miljoen);

      4° +/+ € 100 miljoen herverdelingsmiddelen (zin: € 89 miljoen, pgb: € 11 miljoen);

      5° +/+ € 5,3 miljoen als mutatie n.a.v. de februaribrief (zin: € 36,8 miljoen, kwaliteitsbudget: -€ 35,6 miljoen, brutering: € 4,1 miljoen);

      6° +/+ € 645 miljoen toegang Wlz voor mensen met een psychische stoornis;

      7° +/+ € 5 miljoenuitbreiding EKT- en meerzorgregeling (maatregelen ter voorkoming van zorgval);

      8° +/+ 535 loon- en prijsbijstelling 2021 (zin: € 480 miljoen, pgb: € 55 miljoen);

      9° -/- € 50 miljoen lage zzp’s.

    • d. Artikel 5 Verdeling budgettair kader over de regio’s

      In aanvulling op de opsomming onder lid 2 proces, geldt:

      • f) Inzet van de extra middelen 2021 voor de contracteerruimte (zin) volgens de Reactie op de februaribrief van de NZa 30 maart 2022 (kenmerk 3334575-1025358-LZ). Deze middelen worden ingezet volgens artikel 5 lid 8.

    • e. Artikel 5, lid 4

      In afwijking van de verwijzing naar artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 4° geldt:

      artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 6°

    • f. Artikel 5, lid 5

      In afwijking van de verwijzing naar artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 3° geldt:

      artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 4°.

    • g. Artikel 5 Verdeling budgettair kader over de regio’s

      In aanvulling op de leden 1 tot en met 7, geldt:

      • 8. Extra middelen n.a.v. de februaribrief, artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 5°

        De extra middelen voor de contracteerruimte (zin) als gevolg van de niet aangevraagde middelen bij de aangepaste lumpsumafspraak kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021 en de transitiemiddelen verpleeghuiszorg dienen om eventuele overproductie bij de nacalculatie 2021 (deels) te kunnen opvangen. Deze extra middelen worden niet verdeeld over de zorgkantoorregio’s.

    • h. Artikel 7 Geoormerkte middelen

      In aanvulling op dit artikel geldt:

      Conform de reactie van de Minister op de februaribrief is het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg voor 2021 eenmalig verlaagd naar € 1.414 miljoen. Dit bedrag komt overeen met de totale lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021. De regionale kaders voor het kwaliteitsbudget zijn bijgesteld op het niveau van de gemaakte regionale lumpsumafspraken kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg 2021.

Artikel 16. Intrekken/Vervallen oude beleidsregel(s)

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

De Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021, met kenmerk BR/REG-21110d, die een geldigheidsduur heeft tot 1 april 2022, is op laatstgenoemde datum van rechtswege komen te vervallen.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel budgettair kader Wlz 2022, met kenmerk BR/REG-22117c, ingetrokken.

Artikel 17. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel

[Regeling vervallen per 01-06-2023]

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021 met kenmerk BR/REG-21110d, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold. In aanvulling op de Beleidsregel budgettair kader Wlz 2021, met kenmerk BR/REG-21110d, geldt tevens hetgeen gesteld in artikel 15 van onderhavige beleidsregel.

Inwerkingtreding/Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 juli 2021 en vervalt met ingang van 1 juli 2023.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel budgettair kader Wlz 2022.

  1. In de technische bijlage bij de beleidsregel wordt het verdeelmodel Wlz en het flankerend beleid in detail beschreven. ^ [1]
  2. In de technische bijlage bij de beleidsregel wordt het verdeelmodel Wlz en het flankerend beleid in detail beschreven. ^ [2]
Naar boven