Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 2022

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 19-08-2022 t/m heden

Regeling van het College voor toetsen en examens van 27 juni 2022, nummer CvTE-22.00899, houdende vaststelling van het examenprotocol centrale examinering mbo 2022 (Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 2022)

Het College voor toetsen en examens,

Gelet op artikel 3 van de Wet College voor toetsen en examens, en artikel 6, eerste lid, onderdeel j, van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB;

Gezien de goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gegeven op 14 juli 2022, kenmerk 33398565,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: het College voor toetsen en examens

  • contactpersoon examencommissie: door het bevoegd gezag aangewezen medewerker die het aanspreekpunt is voor het college namens de examencommissie;

  • examencommissie: examencommissie als bedoeld in art. 7.4.5 van de WEB, ingesteld door het bevoegd gezag;

  • medewerker: persoon die onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie betrokken is bij de centrale examens, zoals afnameplanners, afnameleiders, surveillanten, medewerkers examenbureau, roostermakers;

  • student: student in de zin van de WEB die een centraal examen aflegt.

Hoofdstuk 2. Regels ten behoeve van geheimhouding

Artikel 2. Richtlijnen

De examencommissie draagt de medewerkers op de werkzaamheden met inachtneming van dit protocol te verrichten en draagt er zorg voor dat de geheimhouding van de examenopgaven niet geschonden wordt. Hierbij gelden de volgende regels:

  • 1. Elk centraal examen wordt uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor het bestemd is;

  • 2. De opgaven zijn slechts toegankelijk voor de student tijdens de examenzitting en de inzagesessie waaraan hij deelneemt;

  • 3. De afnameleider zorgt ervoor dat het ingeplande examen pas vlak voor de afname vrijgegeven wordt;

  • 4. De opgaven zijn slechts toegankelijk voor medewerkers van de instelling voor zover dat noodzakelijk is voor de afname;

  • 5. Studenten hebben tijdens een afname geen toegang tot een of meer andere examens dan dat voor die betreffende afname ingepland staat;

  • 6. Het is voor studenten verboden apparatuur waarmee foto- of video-opnamen van examenopgaven gemaakt kunnen worden mee te nemen naar de examenzitting;

  • 7. Het is niet toegestaan dat examenopgaven of examenafnames worden vastgelegd dan wel verspreid, zonder toestemming van het college;

  • 8. Informatie, in welke zin dan ook, over de inhoud van enig centraal examen mag niet met anderen worden uitgewisseld;

  • 9. Het is niet toegestaan een papieren uitdraai te maken van het gemaakte centraal examen, en

  • 10. Door de student gemaakte notities mogen door de student niet worden meegenomen.

Hoofdstuk 3. Handelwijze vooraf

Artikel 3. Contactpersoon examencommissie

Elk jaar voor 1 september maakt het bevoegd gezag aan het college bekend wie als contactpersoon examencommissie voor het college aanspreekpunt is.

Artikel 4. Taken examencommissie

De examencommissie is onverlet artikel 7.4.5a van de Wet educatie en beroepsonderwijs, verantwoordelijk voor:

  • 1. de planning van de afnames binnen de examenperiode;

  • 2. het tijdig informeren van de studenten over het afnametijdstip;

  • 3. indien van toepassing: bepalen op welke computer een examen voor uitzonderingssituaties wordt klaargezet, en

  • 4. het geven van inzage;

  • 5. het ruim voor aanvang van de examenperiode juist en volledig informeren van de studenten over de wijze van examinering, de wijze waarop wordt omgegaan met afwezigheid te laat komen, onwel worden, de toegestane hulpmiddelen en de regels die gelden in geval van fraude.

Hoofdstuk 4. Onregelmatigheden

Artikel 5. Onregelmatigheid tijdens een afname op individueel niveau (overmacht)

  • 1 Van onregelmatigheid tijdens de zitting ten gevolge van overmacht op individueel niveau is sprake in situaties van overmacht die ertoe leiden dat voor een individuele student of een aantal studenten de zitting niet volgens de regels is afgenomen.

  • 2 De onregelmatigheid wordt op het proces-verbaal genoteerd en wordt gemeld aan de examencommissie.

  • 3 De examencommissie kan beslissen de afname van de individuele student of studenten ongeldig te verklaren en besluiten dat het examen opnieuw wordt afgenomen.

  • 4 De beslissing wordt, indien de student minderjarig is, tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de student.

Artikel 6. Collectieve onregelmatigheid tijdens een zitting (overmacht)

  • 1 Van onregelmatigheid tijdens de zitting ten gevolge van overmacht voor de complete afname anders dan op individueel niveau is sprake in situaties waarin door omstandigheden een complete zitting niet volgens de regels kan worden afgenomen, voortijdig wordt afgebroken of als sprake is van een verstoorde verwerking van de studentgegevens

  • 2 Van de collectieve onregelmatigheid bedoeld in het eerste lid die het gevolg is van een storing in de programmatuur of van de apparatuur waarvan het gebruik wordt voorgeschreven door het college voor toetsen en examens, wordt die onregelmatigheid onverwijld door de examencommissie gemeld aan de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs handelt conform de ‘Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in beroepsopleidingen’.

  • 3 Indien de onregelmatigheid tijdens of direct na de zitting bekend wordt, wordt deze op het proces-verbaal genoteerd en gemeld aan de examencommissie.

  • 4 De examencommissie of de Inspectie van het Onderwijs kan besluiten de examenafname van de studenten die het betreft ongeldig te verklaren en te besluiten dat het examen geheel of gedeeltelijk voor die studenten opnieuw wordt afgenomen.

  • 5 Het besluit wordt in afschrift toegezonden aan de studenten en gemeld bij de Inspectie van het Onderwijs en, indien de studenten minderjarig zijn, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de studenten.

Artikel 7. Onregelmatigheid door een student (geen overmacht)

  • 1 Indien een student zich ten aanzien van enig centraal examen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling daarvoor aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de examencommissie maatregelen nemen.

  • 2 De maatregelen, als bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:

    • a. het toekennen van het cijfer 1 voor het centraal examen;

    • b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan het centraal examen;

    • c. het ongeldig verklaren van het reeds afgelegde centraal examen, en

    • d. het bepalen dat het diploma en de resultatenlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd centraal examen, door de student af te leggen in een volgend tijdvak.

  • 3 De beslissing waarbij een maatregel wordt genomen als bedoeld in het eerste lid, wordt toegezonden aan de student. Indien de student minderjarig is, wordt dit tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de student.

  • 4 Het voorval wordt beschreven op het proces-verbaal.

  • 5 De student kan in staat gesteld worden om het examen af te maken om mogelijke beroepsprocedures niet in de weg te staan.

Artikel 8. Gevallen van (vermoeden van) schending van geheimhouding

  • 3 De Inspectie van het Onderwijs kan besluiten dat de onregelmatigheid op grond van het examenprotocol door de examencommissie kan worden afgehandeld en de melding terugverwijzen naar de examencommissie.

  • 4 De student kan indien de handeling plaatsvindt tijdens de afname in staat worden gesteld om het werk af te maken, om mogelijke beroepsprocedures niet in de weg te staan.

Artikel 9. Overige onregelmatigheden

Onregelmatigheden waarin de artikelen 5 tot en met 8 niet voorzien, worden gemeld aan de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs handelt conform de ‘Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in beroepsopleidingen’.

Hoofdstuk 5. Proces-verbaal

Artikel 10. Inhoud proces-verbaal

Van alle afnames gedurende de afnameperiode wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt door de Inspectie van het Onderwijs gebruikt bij toezicht op de afname van de centrale examens mbo. In het proces-verbaal wordt in ieder geval vermeld:

  • 1. De namen en de handtekeningen van de medewerkers betrokken bij de afname;

  • 2. Welke studenten afwezig waren, te laat zijn gekomen of onwel zijn geworden tijdens de afname;

  • 3. Eventuele bijzonderheden zoals geluidsoverlast, onwel worden van studenten, voorvallen die met onregelmatigheden of (mogelijke) schendingen van de geheimhouding verband houden, en

  • 4. Het toestaan van bijzondere faciliteiten.

Hoofdstuk 6. Bijzondere omstandigheden

Artikel 11. Studenten met beperking

Voor studenten met een beperking geldt de regeling ‘Aangepaste wijze of vorm van examineren centrale examens mbo’. In het proces-verbaal staat welke student in aanmerking komt voor deze regeling.

Artikel 12. Te laat komen en eerder verlaten examenlokaal

  • 1 De examencommissie bepaalt hoeveel een student te laat mag komen, mits dit maximaal een half uur na start van de examenafname is.

  • 2 De examencommissie bepaalt wanneer de studenten het examenlokaal mogen verlaten.

Artikel 13. Eindtijd

De eindtijd blijft bij het te laat komen door de student gelijk, tenzij door de examencommissie anders wordt besloten.

Artikel 14. Melding tijdens afname

Een eenmaal gemaakt examen kan achteraf niet ongeldig worden verklaard door een melding van de student dat hij zich niet goed voelde.

Artikel 15. Onwel worden student

Als een student tijdens de zitting onwel wordt, overlegt de examencommissie in eerste instantie met de student over de vraag of deze het examen kan voortzetten.

Artikel 16. Onderbreking afname

  • 1 Als de student het examen niet kan afmaken, kan de examencommissie besluiten dat de student het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. Als dat het geval is moet de student in quarantaine blijven totdat het examen later op de dag voortgezet wordt.

  • 2 De examencommissie maakt hiervan melding in het proces-verbaal.

  • 3 Indien voortzetting later op de dag of het in quarantaine houden van de student niet mogelijk is, besluit de examencommissie als in artikel 7 en legt dit besluit vast in haar verslag.

Hoofdstuk 7. Inzage

Artikel 17. Bewaartermijn examenwerk

  • 1 Het resultaat van het gemaakte examen wordt in het eigen administratiesysteem van de instelling bewaard.

  • 2 Het te bewaren examenwerk omvat de onder de verantwoordelijkheid van het college geleverde rapportage over de resultaten waarin per student de eindscore is gegeven.

  • 3 Deze gegevens worden tot ten minste anderhalf jaar na diplomering door de instelling bewaard.

Artikel 18. Inzage voor studenten

  • 1 Voor studenten en docenten bestaat de mogelijkheid tot een volledige inzage.

  • 2 De volledige inzage betreft de opgaven, het door de student gegeven antwoord en het antwoordmodel in het computersysteem.

  • 3 Voor de inzage zijn de richtlijnen ten behoeve van geheimhouding uit artikel 3 van dit examenprotocol van toepassing.

  • 4 De student dient het verzoek tot inzage in bij de examencommissie van de instelling.

  • 5 De docent hoeft voor inzage in een examen geen verzoek bij de examencommissie in te dienen.

Artikel 19. Termijnen van inzage

Voor de afnameperiode gelden de volgende inzagetermijnen:

  • a. De termijn van inzage start voor Nederlandse taal, rekenen en Engels niveau B1 op de dag van de publicatie van de omzettingstabellen van de desbetreffende afnameperiode. De termijn eindigt vier weken na de laatste afnamedag van de afnameperiode, exclusief de eventuele vakantieweek of -weken;

  • b. De termijn van inzage voor Engels niveau B2 start op de dag van de publicatie van de omzettingstabellen van het desbetreffende examen en eindigt vier weken later, exclusief de eventuele vakantieweek of -weken, en

  • c. Voor het betreffende studiejaar worden op Examenbladmbo.nl de data voor inzage per examen per afnameperiode weergegeven.

Hoofdstuk 8. Klachten en bezwaar

Artikel 20. Klachten over afname

De student kan met klachten over de afname van een centraal examen terecht bij de examencommissie.

Artikel 21. Klachten over beoordeling en resultaat

Tegen besluiten van de examencommissie over (de totstandkoming van) het cijfer voor een centraal examen kan de student een civielrechtelijke procedure starten.

Artikel 22. Bezwaar tegen beslissingen van de examencommissie

De student kan tegen beslissingen van de examencommissie in beroep gaan bij de commissie van beroep voor de examens van de instelling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Het College voor toetsen en examens,

de voorzitter,

P.J.J. Hendrikse

Naar boven