U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervalt per 01-01-2026.]Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 16-11-2023. Geldend van 16-11-2023 t/m heden
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 november 2021, MBO/28663849, houdende regels voor subsidieverstrekking aan mbo-instellingen voor nazorg aan jongeren met een moeilijke start op de arbeidsmarkt (Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2023)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
activiteitenperiode: periode waarbinnen de te subsidiëren activiteiten kunnen worden uitgevoerd, startend op de dag nadat de aanvraag is ingediend en eindigend op de dag, genoemd in artikel 9, eerste lid;
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de begripsbepaling van bevoegd gezag, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
centrumgemeente: centrumgemeente van een arbeidsmarktregio als bedoeld in artikel 1.8 van de Regeling SUWI;
derde aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel c;
DUS-I: Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;
gediplomeerden: studenten of extranei die een mbo-diploma hebben behaald bij de instelling en vallen onder de doelgroep, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a;
eerste aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a;
instelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of Scholengemeenschap Bonaire, voor zover die bekostigde beroepsopleidingen verzorgt als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;
Kaderregeling: Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
nazorg: nazorg als bedoeld in artikel 3, tweede lid;
RMC-contactgemeente: contactgemeente als bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs van een RMC-regio als bedoeld in artikel 8.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
tweede aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b;
vierde aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel d;
vijfde aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel e;
zesde aanvraagtijdvak: aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel f.
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling.
1 De minister kan op aanvraag aan het bevoegd gezag van een instelling subsidie verstrekken om nazorg te bieden en te evalueren welke nazorginstrumenten en benaderingswijzen van de doelgroep effectief zijn.
2 De nazorg, bedoeld in het eerste lid:
a. wordt gegeven aan gediplomeerden tot 27 jaar met een moeilijke start op de arbeidsmarkt;
b. is gericht op de overstap van de gediplomeerden naar een vervolgopleiding of op het vinden van werk, of bestaat uit de doorgeleiding van de gediplomeerden naar instanties die hen kunnen begeleiden naar werk; en
c. bestaat in ieder geval mede uit persoonlijk en direct contact tussen de gediplomeerden en de instelling.
3 Op grond van deze regeling wordt geen subsidie verstrekt voor:
a. activiteiten voor zover daarvoor reeds een andere subsidie of financiële bijdrage door de Minister of een ander bestuursorgaan aan het bevoegd gezag is verstrekt, waaronder in ieder geval:
1°. subsidie op grond van de Subsidieregeling extra begeleiding en nazorg mbo 2021/2022; en
2°. subsidie op grond van een eerder aanvraagtijdvak van deze regeling; of
b. activiteiten die voor het tijdstip van het indienen van de aanvraag hebben plaatsgevonden.
Voor de subsidieverstrekking op grond van deze regeling is ten hoogste een bedrag beschikbaar van:
a. € 10.500.000,– voor het eerste en eventuele tweede aanvraagtijdvak;
b. € 10.500.000,– voor het derde en eventuele vierde aanvraagtijdvak;
c. € 10.500.000,– voor het vijfde en eventuele zesde aanvraagtijdvak.
1 Voor de subsidieaanvraag wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt dat is bekendgemaakt op de website:
a. https://www.formulierdus-i.nl/nmbo22/ voor het eerste en eventuele tweede aanvraagtijdvak;
b. https://www.formulierdus-i.nl/nmbo23/ voor het derde en eventuele vierde aanvraagtijdvak;
c. https://www.formulierdus-i.nl/nmbo24/ voor het vijfde en eventuele zesde aanvraagtijdvak.
2 Een aanvraag kan worden ingediend:
a. gedurende het eerste aanvraagtijdvak: van 10 november 2021 tot en met 24 december 2021;
b. gedurende het tweede aanvraagtijdvak, mits het subsidieplafond, genoemd in artikel 4, onderdeel a, na het eerste aanvraagtijdvak nog niet is bereikt: van 15 maart 2022 tot en met 26 april 2022;
c. gedurende het derde aanvraagtijdvak: van 30 november 2022 tot en met 23 december 2022;
d. gedurende het vierde aanvraagtijdvak, mits het subsidieplafond, genoemd in artikel 4, onderdeel b, na het derde aanvraagtijdvak nog niet is bereikt: van 15 maart 2023 tot en met 26 april 2023;
e. gedurende het vijfde aanvraagtijdvak: van 16 november 2023 tot en met 22 december 2023; en
f. gedurende het zesde aanvraagtijdvak, mits het subsidieplafond, genoemd in artikel 4, onderdeel c, na het vijfde aanvraagtijdvak nog niet is bereikt: van 15 maart 2024 tot en met 26 april 2024.
3 De Minister wijst de aanvragen die zijn ingediend buiten de aanvraagperiode af.
4 Een bevoegd gezag dat voor meerdere instellingen subsidie wil aanvragen, dient voor elke instelling een afzonderlijke aanvraag in.
5 De subsidieaanvraag bestaat uit een activiteitenplan en een begroting. De artikelen 3.4 tot en met 3.6 van de Kaderregeling zijn van overeenkomstige toepassing.
6 In aanvulling op artikel 3.4 van de Kaderregeling bevat het activiteitenplan in ieder geval:
a. een beschrijving van de te bieden nazorg;
b. een prognose van het aantal gediplomeerden dat van de nazorg gebruik zal maken;
c. een beschrijving van de wijze waarop met de relevante partners van de instelling zal worden samengewerkt, waaronder in ieder geval:
1°. de RMC-contactgemeente of -gemeenten waaronder de instelling valt;
2°. de centrumgemeente of -gemeenten waaronder de instelling valt;
3°. eventuele andere instanties die jongeren begeleiden naar werk; en
4°. werkgevers;
d. indien de aanvraag wordt gedaan in het derde, vierde, vijfde of zesde aanvraagtijdvak:
1°. een beschrijving van hoe het bevoegd gezag de doelgroep van de nazorg en de prognose van het aantal gediplomeerden dat van de nazorg gebruik zal maken, heeft bepaald; en
2°. een beschrijving van hoe de nazorg aan de gediplomeerden aansluit op hun begeleiding in het laatste studiejaar; en
e. indien reeds eerder subsidie is verstrekt op grond van de Subsidieregeling extra begeleiding en nazorg 2021/2022 of deze regeling en de activiteitenperiodes van de verstrekte en te verstrekken subsidie elkaar zullen overlappen, een beschrijving van de wijze waarop de activiteiten waarvoor nu subsidie wordt aangevraagd, zich onderscheiden van de activiteiten waarvoor eerder subsidie is verstrekt.
7 Voor subsidieverstrekking aan het bevoegd gezag van Scholengemeenschap Bonaire geldt dat:
a. het in afwijking van het zesde lid, onderdeel c, onder 1° en 2°, in het activiteitenplan een beschrijving opneemt van de wijze waarop met het openbaar lichaam Bonaire zal worden samengewerkt; en
b. in aanvulling op artikel 1.9 van de Kaderregeling titel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing is.
1 Bij de begroting, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, hanteert het bevoegd gezag:
a. een vast uurtarief voor de loonkosten van € 80,– exclusief BTW voor aanvragen in het eerste of eventuele tweede aanvraagtijdvak;
b. een vast uurtarief voor de loonkosten van € 83,– exclusief BTW en een maximumbedrag per gediplomeerde van € 1.400,– voor aanvragen in het derde of eventuele vierde aanvraagtijdvak;
c. een vast uurtarief voor de loonkosten van € 89,– exclusief BTW en een maximumbedrag per gediplomeerde van € 1.400,– voor aanvragen in het vijfde of eventuele zesde aanvraagtijdvak.
2 Het door het bevoegd gezag begrote bedrag per gediplomeerde wordt berekend door het totaalbedrag van de begroting te delen door het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden.
3 Onverminderd het eerste en tweede lid kan de subsidieverstrekking worden geweigerd, indien de kosten naar het oordeel van de minister niet in redelijke verhouding staan tot de door het bevoegd gezag beoogde resultaten.
1 Voor elk bevoegd gezag is in het eerste, derde en vijfde aanvraagtijdvak een maximaal subsidiebedrag per instelling beschikbaar dat is opgenomen in bijlage 1, bijlage 2 en onderscheidenlijk bijlage 3 bij deze regeling.
2 Onverminderd het maximale subsidiebedrag per instelling, wordt het subsidiebedrag bepaald aan de hand van het door het bevoegd gezag begrote totaalbedrag in de begroting als bedoeld in artikel 5, vijfde lid.
3 Het subsidiebedrag voor Scholengemeenschap Bonaire wordt omgerekend in dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.
1 Indien het subsidieplafond, genoemd in artikel 4, onderdeel a, na het eerste aanvraagtijdvak nog niet is bereikt, is er een tweede aanvraagtijdvak.
2 Het maximale subsidiebedrag per instelling in het tweede aanvraagtijdvak is gelijk aan dat in het eerste aanvraagtijdvak en is opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Een bevoegd gezag kan zowel in het eerste als het tweede aanvraagtijdvak een subsidieaanvraag doen.
3 Onverminderd het maximale subsidiebedrag per instelling, wordt het subsidiebedrag bepaald aan de hand van het door het bevoegd gezag begrote totaalbedrag in de begroting als bedoeld in artikel 5, vijfde lid.
4 Indien het subsidieplafond voor het tweede aanvraagtijdvak ontoereikend is om alle aanvragen toe te wijzen, worden de aanvragen op volgorde van binnenkomst gerangschikt.
5 Het subsidiebedrag voor Scholengemeenschap Bonaire wordt omgerekend in dollars tegen de vastgestelde wisselkoers.
6 Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing indien er een vierde of zesde aanvraagtijdvak wordt ingesteld.
1 De activiteiten worden afgerond op uiterlijk:
a. 31 december 2023 voor subsidies die zijn aangevraagd in het eerste en tweede aanvraagtijdvak;
b. 31 december 2024 voor subsidies die zijn aangevraagd in het derde en vierde aanvraagtijdvak, met uitzondering van de evaluatie, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, die op uiterlijk 28 februari 2025 wordt afgerond;
c. 31 juli 2025 voor subsidies die zijn aangevraagd in het vijfde en zesde aanvraagtijdvak, met uitzondering van de evaluatie, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, die op uiterlijk 31 oktober 2025 wordt afgerond.
2 Het bevoegd gezag organiseert de nazorg en spant zich er aantoonbaar voor in dat het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden ook daadwerkelijk van de nazorg en in het bijzonder van de persoonlijke en directe contactmomenten, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel d, gebruik maakt.
3 Voor subsidies die zijn aangevraagd in het derde, vierde, vijfde of zesde aanvraagtijdvak geldt in aanvulling op het tweede lid dat:
a. het bevoegd gezag de effectiviteit evalueert van de gebruikte nazorginstrumenten en wijze waarop de gediplomeerden voor de nazorg zijn benaderd. Indien reeds eerder subsidie aan het bevoegd gezag is verstrekt op grond van de Subsidieregeling extra begeleiding en nazorg 2021/2022 of deze regeling, neemt het bevoegd gezag de ervaringen uit de voorgaande activiteitenperiodes in de evaluatie mee;
b. het bevoegd gezag in ieder geval aan de inspanningsverplichting, bedoeld in het tweede lid, heeft voldaan indien 70% of meer van het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden van de nazorg gebruik heeft gemaakt;
c. het bevoegd gezag een melding doet bij DUS-I zodra zij verwacht dat minder dan 70% van het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden gebruik zal maken; en
d. indien minder dan 70% van het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden daadwerkelijk van de nazorg gebruik heeft gemaakt, het bevoegd gezag uitsluitend aan zijn inspanningsverplichting heeft voldaan als hij kan motiveren voldoende inspanningen te hebben verricht en daarbij aantoont dat de gediplomeerden in ieder geval persoonlijk voor de nazorg zijn benaderd.
4 Onverminderd de verplichtingen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Kaderregeling, voert het bevoegd gezag een overzichtelijke, controleerbare en doelmatige administratie die zo is ingericht dat daaruit te allen tijde kan worden afgeleid dat de nazorg is aangeboden, hoeveel gediplomeerden van de nazorg gebruik hebben gemaakt en, voor subsidies die zijn aangevraagd in het derde, vierde, vijfde of zesde aanvraagtijdvak, hoe de gediplomeerden voor de nazorg zijn benaderd.
5 Aan de gediplomeerden of hun ouders of verzorgers wordt geen vergoeding voor de nazorg gevraagd.
6 Indien de activiteiten geheel of gedeeltelijk door een derde partij worden uitgevoerd, bedingt de subsidieontvanger bij deze partij dat zij meewerkt aan de evaluatie als bedoeld in artikel 11.
7 Na afronding van de activiteiten zendt het bevoegd gezag de volgende informatie aan DUS-I op uiterlijk de volgende tijdstippen:
a. voor subsidies die zijn aangevraagd in het eerste of tweede aanvraagtijdvak, uiterlijk op 28 februari 2024:
1°. hoeveel gediplomeerden van de nazorg gebruik hebben gemaakt;
2°. hoe invulling is gegeven aan de in het activiteitenplan beschreven samenwerking met de partners, bedoeld in artikel 5, zesde lid, onderdeel c, of, in het geval van Scholengemeenschap Bonaire, artikel 5, zesde lid, onderdeel c, onder 3° en 4°, en zevende lid, onderdeel a; en
3°. hoe het bevoegd gezag heeft voldaan aan de inspanningsverplichting, bedoeld in het tweede lid;
b. voor subsidies die zijn aangevraagd in het derde of vierde aanvraagtijdvak, uiterlijk op 28 februari 2025:
2°. hoe invulling is gegeven aan de in het activiteitenplan beschreven samenwerking met de partners, bedoeld in artikel 5, zesde lid, onderdeel c, of, in het geval van Scholengemeenschap Bonaire, artikel 5, zesde lid, onderdeel c, onder 3° en 4°, en zevende lid, onderdeel a;
3°. hoe invulling is gegeven aan de aansluiting van de nazorg aan de gediplomeerden op hun begeleiding in het laatste studiejaar; en
4°. de evaluatie, bedoeld in het derde lid, onder a;
c. voor subsidies die zijn aangevraagd in het vijfde of zesde aanvraagtijdvak, uiterlijk op 31 oktober 2025:
4°. de evaluatie, bedoeld in het derde lid, onder a.
8 Indien het bevoegd gezag voor een subsidie die is aangevraagd in het derde, vierde, vijfde of zesde aanvraagtijdvak niet heeft voldaan aan de inspanningsverplichting, bedoeld in het tweede en derde lid, stelt de minister de subsidie naar evenredigheid lager vast aan de hand van het aantal gediplomeerden dat niet van de nazorg gebruik heeft gemaakt in relatie tot het aantal in de aanvraag geprognosticeerde gediplomeerden.
1 De subsidie wordt direct vastgesteld op:
a. uiterlijk 28 februari 2022 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het eerste aanvraagtijdvak;
b. uiterlijk 30 juni 2022 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het tweede aanvraagtijdvak;
c. uiterlijk 28 februari 2023 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het derde aanvraagtijdvak;
d. uiterlijk 30 juni 2023 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het vierde aanvraagtijdvak;
e. uiterlijk 29 februari 2024 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het vijfde aanvraagtijdvak;
f. uiterlijk 30 juni 2024 voor de subsidies die zijn aangevraagd in het zesde aanvraagtijdvak.
2 De Minister betaalt het subsidiebedrag in een keer.
3 De verantwoording van de subsidie geschiedt overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs of, voor Scholengemeenschap Bonaire, de Regeling jaarverslaglegging onderwijs BES in de jaarverslaggeving met model G, onderdeel 1.
4 Het bevoegd gezag toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.
5 Indien de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan, kan het eventueel niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
De Minister evalueert de subsidieregeling uiterlijk in 2026.
[Red: Wijzigt de Subsidieregeling extra begeleiding en nazorg mbo 2021/2022.]
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verstrekt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2025.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
I.K. van Engelshoven
Instellingsnaam
Bedrag totaal
Aeres MBO
€ 78.302
Albeda
€ 693.742
Alfa-college
€ 252.818
Aventus
€ 199.453
Cibap
€ 23.754
Clusius College
€ 25.005
Curio-agrarisch opleidingscentrum
€ 16.058
Curio-regionaal opleidingscentrum
€ 276.080
Da Vinci College
€ 161.728
De Rooi Pannen
€ 119.748
Deltion College
€ 262.511
Drenthe College
€ 121.142
Friesland College
€ 139.900
Gilde Opleidingen
€ 181.993
Graafschap College
€ 141.505
Grafisch Lyceum Rotterdam
€ 95.798
Grafisch Lyceum Utrecht
€ 38.495
Hoornbeeck College
€ 69.428
Horizon College
€ 203.009
Hout- en Meubileringscollege
€ 84.584
Koning Willem I College
€ 204.321
Landstede MBO
€ 195.753
Leidse instrumentmakers School
€ 4.204
Lentiz
€ 37.449
MBO Amersfoort
€ 128.815
MBO Utrecht
€ 102.644
mboRijnland
€ 366.379
Mediacollege Amsterdam
€ 57.995
Nimeto
€ 29.507
Noorderpoort
€ 242.744
Nova College
€ 207.400
Regio College
€ 116.119
Rijn IJssel
€ 286.705
ROC A12
€ 129.481
ROC de Leijgraaf
€ 68.909
ROC Friese Poort
€ 239.224
ROC Kop van Noord-Holland
€ 56.498
ROC Menso Alting
€ 9.805
ROC Midden Nederland
€ 357.562
ROC Mondriaan
€ 597.937
ROC Nijmegen
€ 225.935
ROC Rivor
€ 31.900
ROC Ter AA
€ 67.429
ROC Tilburg
€ 172.347
ROC TOP
€ 129.130
ROC van Amsterdam
€ 1.007.204
ROC van Flevoland
€ 172.457
ROC van Twente
€ 423.448
Scalda
€ 154.263
Scholengemeenschap Bonaire
€ 25.762
Sintlucas
€ 40.145
SOMA College
€ 3.657
STC
€ 95.678
Summa College
€ 301.443
SVO
€ 2.245
Terra
€ 33.206
Vista College
€ 239.100
Yuverta
€ 149.280
Zadkine
€ 540.341
Zone.college
€ 60.526
Aeres (V) MBO
€ 78.983
€ 691.899
€ 238.799
AOC West Brabant
€ 17.785
CIBAP
€ 23.280
Curio
€ 281.335
Deltion college
€ 253.091
Grafisch Lyceum R'dam
€ 98.291
€ 39.807
HMC
€ 89.970
€ 69.689
€ 201.409
€ 191.924
Leidse Instr. Makers Sch.
€ 4.979
€ 40.661
€ 132.901
€ 105.737
€ 366.777
Mediacollege Amsterdam Ma
€ 59.463
€ 27.575
€ 253.503
€ 102.544
€ 273.402
€ 128.173
ROC AVENTUS
€ 196.651
ROC Da Vinci College
€ 155.391
€ 63.490
ROC Drenthe College
€ 121.570
€ 230.386
ROC Friesland College
€ 135.021
ROC Gilde Opleidingen
€ 181.681
ROC Graafschap College
€ 136.936
ROC Horizon College
€ 196.314
€ 9.265
€ 351.541
€ 625.453
ROC Nijmegen eo
€ 225.827
ROC Nova College
€ 203.189
€ 31.158
€ 64.169
€ 173.748
€ 115.853
€ 1.039.633
€ 170.394
€ 408.377
€ 156.041
SG De Rooi Pannen
€ 115.541
SintLucas
€ 41.007
€ 3.707
€ 86.810
€ 316.187
€ 2.430
€ 31.087
VISTA College
€ 245.255
Vonk
€ 80.751
€ 573.950
€ 61.652
€ 151.343
€ 26.216
Maximumbedrag per instelling voor het vijfde en zesde aanvraagtijdvak (per aanvraagtijdvak)
€ 79.931
€ 707.036
€ 213.533
C I B A P
€ 23.109
€ 306.618
€ 263.709
Firda
€ 355.794
Grafisch Lyceum R’dam
€ 103.626
€ 44.874
€ 88.696
€ 65.791
€ 255.739
Leidse Instr Makers Sch
€ 4.600
€ 39.844
€ 138.015
€ 108.402
€ 358.773
€ 64.607
€ 28.187
€ 251.032
€ 101.297
€ 258.280
€ 129.440
€ 187.050
€ 148.188
€ 113.762
€ 183.783
€ 135.282
€ 191.225
€ 8.881
€ 353.090
€ 636.686
€ 223.571
€ 214.369
€ 31.630
€ 62.881
€ 180.996
€ 111.320
€ 1.051.646
€ 179.386
€ 413.083
€ 149.386
€ 116.445
SiNTLUCAS
€ 43.952
€ 3.902
€ 71.902
Stichting Landstede
€ 192.826
€ 330.301
€ 1.845
€ 29.293
€ 236.165
€ 76.069
€ 152.495
€ 588.242
€ 59.562
€ 28.850
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Subsidieregeling nazorg mbo 2022/2025", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.