Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 26-12-2025.
Geldend van 01-02-2022 t/m 15-02-2022.

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 5 oktober 2021, nr. 29716829 houdende regels voor subsidieverstrekking voor het aanbieden van een tweede praktijkgericht programma voor gl en tl in de pilot (Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Subsidieverstrekking voor tweede praktijkgericht programma

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 2 Het bevoegd gezag kan per vestiging op grond van deze regeling voor ten hoogste één praktijkgericht programma subsidie aanvragen.

  • 3 De minister kan de subsidie, bedoeld in het eerste lid, verstrekken voor de volgende activiteiten:

    • a. het starten met een tweede praktijkgericht programma als onderdeel van het curriculum voor leerlingen in het derde en het vierde leerjaar van de gemengde leerweg en de theoretische leerweg;

    • b. het voorbereiden van de implementatie van een tweede praktijkgericht programma;

    • c. het doorontwikkelen van een tweede praktijkgericht programma en het leveren van input voor vraagstukken over het programma door het onderwijspersoneel;

    • d. het opbouwen en onderhouden van een netwerk met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen in de regio; en

    • e. het opzetten of intensiveren van een samenwerking met mbo-instellingen ten behoeve van het opbouwen en onderwijzen van het tweede praktijkgericht programma.

  • 4 Geen subsidie wordt verstrekt voor:

    • a. de kosten voor huisvesting, bedoeld in artikel 76c, WVO;

    • b. activiteiten die al worden bekostigd uit de rijksbijdrage; of

    • c. activiteiten waarvoor de minister al op grond van een andere regeling subsidie heeft verstrekt.

Artikel 4. Subsidieplafond en bedrag per aanvraag

  • 1 Voor de subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in totaal een bedrag beschikbaar van € 1.800.000.

  • 2 Het subsidiebedrag per aanvraag is € 75.000.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • 1 De subsidieaanvraag kan worden ingediend van 15 oktober tot en met 7 november 2021.

  • 2 Voor de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het digitale aanvraagformulier dat te vinden is op de website www.dus-i.nl.

  • 3 In afwijking van artikel 3.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS bevat de aanvraag:

    • a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd en een planning;

    • b. de contactgegevens, het emailadres en telefoonnummer van een contactpersoon die gedurende de periode van de pilot het aanspreekpunt is voor de projectgroep; en

    • c. een verklaring dat de vestiging waarop de aanvraag betrekking heeft in de afgelopen twee schooljaren het beroepsgerichte profiel behorende bij de licentie, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, heeft aangeboden aan leerlingen.

Artikel 6. Loting

  • 1 De aanvragen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, die voldoen aan de eisen, bedoeld in de artikelen 5 en 8, worden in de volgende verhouding verdeeld over de geselecteerde praktijkgerichte programma’s waarop de aanvraag betrekking heeft:

    • a. bouwen, wonen en interieur (BWI): 4;

    • b. groen: 3;

    • c. media, vormgeving en ICT (MVI): 4;

    • d. mobiliteit en transport (M&T): 5;

    • e. horeca, bakkerij en recreatie (HBR): 2;

    • f. produceren, installeren en energie (PIE): 6.

  • 2 Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen toe te wijzen, worden de binnengekomen aanvragen per praktijkgericht programma waarvoor subsidie is aangevraagd door middel van loting gerangschikt.

Artikel 7. Verstrekking en betaling subsidie

  • 1 De minister bepaalt het betaalritme in de beschikking.

  • 2 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 3 De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagtermijn, bedoeld in artikel 5, eerste lid.

Artikel 8. Subsidieverplichtingen

Het bevoegd gezag waaraan de subsidie, bedoeld in artikel 3, wordt verstrekt:

  • a. start met de ontwikkeling van het praktijkgericht programma in schooljaar 2021/2022 en biedt dit praktijkgericht programma aan in de schooljaren 2022/2023 en 2023/2024;

  • b. draagt zorg voor deelname aan de activiteiten in het kader van de pilot;

  • c. deelt actief opgedane kennis, ervaring en materiaal met het onderwijsveld en de projectgroep nieuwe leerweg;

  • d. draagt zorg voor aansluiting bij bestaande netwerken dan wel vormende vorming van een netwerk genoemd in artikel 3, derde lid, onderdeel e, voor het doorontwikkelen van het examenprogramma praktijkgerichte programma en de invoering van dit programma in de vestiging; en

  • e. zendt uiterlijk op 1 december 2022 een voortgangsrapportage als bedoeld in artikel 9 en uiterlijk op 1 december 2024 een eindrapportage aan de minister, die onderdeel kunnen zijn van de voortgangsrapportage en eindrapportage voor de Subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl, zoals luidend op 1 september 2021.

Artikel 9. Voortgangsrapportage en implementatiefase

  • 1 De voortgang van het opzetten van het praktijkgericht programma waarvoor subsidie is verstrekt wordt gemeten op 1 december 2022. Het format voor de voortgangsrapportage en de uitwerking van de implementatiefase worden beschikbaar gesteld door DUS-I. De minister kan aan de hand van de voortgangsrapportage besluiten de subsidie aan te passen of te beëindigen.

  • 2 De voortgangsrapportage en de uitwerking voor de implementatiefase bevat ten minste een:

    • a. realisatie van de activiteiten met een planning voor de resterende subsidieperiode in het schooljaar 2022/2023 en 2023/2024;

    • b. toelichting over de inrichting en implementatie van het praktijkgericht programma dat wordt aangeboden in schooljaar 2022/2023 en 2023/2024; en

    • c. een overzicht van de samenwerkingspartners, waaronder één aangesloten mbo en een bedrijf of maatschappelijke instelling en de wijze waarop er wordt samengewerkt.

Artikel 10. Verantwoording

  • 1 De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 2 De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanvullende subsidieregeling pilot praktijkgericht programma voor gl en tl.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob