Paragraaf 4.1. Persoonsgebonden beëindigingsgronden bij een vast dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:1. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging van het dienstverband door
                                             opzegging
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.5 van de CAO PO, beëindiging
                                          van het dienstverband op verzoek van de werknemer, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:1:1 heeft voldaan en de in dit artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:1:1. Meedelen reden ontslag
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:2. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging van het dienstverband vanwege
                                             dringende reden
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd wegens dringende reden (ontslag op staande voet)
                                          kan geen vergoedingsverzoek worden ingediend. De werkgever wordt geadviseerd om, in
                                          geval van beëindiging vanwege dringende reden, het UWV daarover te informeren en van
                                          die melding aan het UWV het Participatiefonds weer in kennis te stellen.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:3. Grondslag vergoedingsverzoek: ontbinding arbeidsovereenkomst door Kantonrechter
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is ontbonden op grond van de artikelen 7:671b dan wel 7:671c BW (uitspraak kantonrechter), dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoeking
                                          in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:3:1 en 4:3:2 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:3:1. ontbinding arbeidsovereenkomst door kantonrechter
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Het dienstverband van de werknemer is beëindigd door een uitspraak van de kantonrechter.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Uit de stukken, genoemd in het tweede lid, blijkt:
                                             
                                                - 
                                                   
a. dat het dienstverband wordt ontbonden op grond van één van de gronden genoemd in artikel
                                                      3.6, eerste lid, sub a tot en met i van de CAO PO;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. dat aan de ontbinding een inhoudelijke behandeling op tegenspraak bij de rechtbank
                                                      ten grondslag heeft gelegen, in die zin dat de uitspraak een samenvatting van de gronden
                                                      van het ontslagverzoek bevat, een samenvatting van het verweer en de overwegingen
                                                      van de rechter op grond waarvan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wordt gekomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. dat de ontbinding niet in overwegende mate aan de werkgever te wijten is.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:3:2. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door de werkgever en de werknemer, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend.
                                                Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, voor
                                                      de ontslagdatum heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen,
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:4. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege
                                             onbekwaamheid of ongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd op grond artikel 3.5, vierde lid, van de CAO PO,
                                          te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever
                                          sprake is van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende
                                          functie, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d, van de CAO PO, dan komt
                                          de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever
                                          aan de voorwaarden van artikel 4:4:1 tot en met 4:4:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:4:1. Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:4:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband heeft de werkgever zich ingespannen
                                                om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd
                                                dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door de
                                                werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken
                                                tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens
                                                die gesprekken heeft benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door de werkgever geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door de werkgever noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen de werknemer dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie van de werkgever dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke
                                                      verbetering heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:4:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer
                                                in een andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever
                                                met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:4:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door de werkgever en de werknemer, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend.
                                                Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:5. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege
                                             ziekte/arbeidsongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband van de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard
                                          door het UWV in het kader van de WIA is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds
                                          goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van ziekte
                                          of arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de
                                          CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking
                                          indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:5:1 tot en met 4:5:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:5:1. Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor de beëindiging van het dienstverband aan de werknemer
                                                meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de beëindigingsovereenkomst.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de WIA-beschikking waaruit blijkt dat
                                                de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:5:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan de beëindiging dienstverband heeft de werkgever zich ingespannen om
                                                de werknemer voor de eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd
                                                dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus ziekte en arbeidsongeschiktheid’,
                                                die door de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat
                                                gesprekken tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever
                                                tijdens die gesprekken heeft benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. welke beperkingen de werknemer heeft voor het uitoefenen van zijn eigen functie;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. welke mogelijkheden zijn onderzocht om zijn eigen functie aan te passen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de conclusie dat het niet mogelijk is de eigen functie van de werknemer aan te passen.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:5:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek ziekte en
                                                arbeidsongeschiktheid’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring
                                                blijkt dat de werkgever met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen
                                                organisatie heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd
                                                dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:5:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvindenvanwege
                                             gewichtige omstandigheden te weten kwalitatieve fricties
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid, van de CAO
                                          PO, met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden,
                                          zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h, van de CAO PO, vanwege kwalitatieve
                                          fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde
                                          onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:6:1 tot en met 4:6:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:1. Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor de beëindiging van het dienstverband aan de werknemer
                                                meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de beëindigingsovereenkomst.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever terzake overtuigende documenten waaruit blijkt dat conform
                                                artikel 2.1 van de CAO PO de PGMR voor 1 mei van het voorafgaande schooljaar heeft
                                                ingestemd met het meerjarenformatiebeleid/bestuursformatieplan.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden
                                             volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen.
                                                 
                                                - 
                                                   
d. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan de en per de datum waarop het dienstverband met wederzijds goedvinden is beëindigd,
                                                      wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling rijksbekostiging van personeel en
                                                      financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:6:2 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:6:3.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:6:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de werkgever neemt ten slotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening
                                                      in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindigd dienstverband per
                                                een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere
                                                datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                niet voortzetten of beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid, van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon
                                                overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:5. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft
                                          die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband
                                          in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:6:6. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:7. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege
                                             gewichtige omstandigheden
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid van de CAO
                                          PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de
                                          werkgever sprake is gewichtige omstandigheden als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid,
                                          onder h van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:7:1 tot en met 4:7:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:7:1. Meedelen reden beëindiging van het dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:7:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband heeft de werkgever zich ingespannen
                                                om de werknemer voor de eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft de werkgever
                                                geconcludeerd dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door de
                                                werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken
                                                tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens
                                                die gesprekken heeft benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door de werkgever geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door de werkgever noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen de werknemer dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie van de werkgever dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke
                                                      verbetering heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:7:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                de eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer
                                                in een andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever
                                                met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:7:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:8. Grondslag vergoedingsverzoek: plichtsverzuim
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.5, tweede lid, van de CAO PO, te weten
                                          op grond van plichtsverzuim als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h van de
                                          CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking
                                          indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:8:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:8:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het ontslagbesluit waaruit onderbouwd blijkt dat de
                                                werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:9. Grondslag vergoedingsverzoek: onbekwaamheid/ongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder d van de CAO PO,
                                          te weten op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door
                                          hem uitgeoefende functie, anders dan ten gevolge van ziekte of arbeidsongeschiktheid
                                          als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b van de CAO PO, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:9:1 tot en met 4:9:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:9:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:9:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan het ontslag heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd dat dit niet
                                                mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door beide
                                                partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever
                                                en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft
                                                benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door hem geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door hem noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen hij dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke verbetering
                                                      heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:9:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:9:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:10. Grondslag vergoedingsverzoek: geen vacature na afloop lang buitengewoon
                                             verlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.5 van de CAO PO, omdat na afloop van
                                          het lang buitengewoon verlof de werknemer bij gebrek aan een vacature niet in actieve
                                          dienst binnen de instelling dan wel bij de werkgever kan worden geplaatst, komt de
                                          werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan
                                          de voorwaarden genoemd in artikel 4:10:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:10:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het ontslagbesluit waaruit onderbouwd blijkt dat de
                                                werknemer na afloop van buitengewoon lang verlof niet geplaatst kan worden in een
                                                vacature.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:11. Grondslag vergoedingsverzoek: ziekte/arbeidsongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als aan de werknemer, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard in het kader
                                          van de WIA, ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder b van de CAO PO,
                                          te weten op grond van ziekte of arbeidsongeschiktheid, dan komt de werkgever voor
                                          toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:11:1 tot en met 4:11:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:11:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van het ontslagbesluit
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de WIA-beschikking waaruit blijkt dat
                                                de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV in het kader
                                                van de WIA.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:11:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan het ontslag heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd dat dit niet
                                                mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus ziekte en arbeidsongeschiktheid’,
                                                die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken
                                                tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens
                                                die gesprekken heeft benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. welke beperkingen de werknemer heeft voor het uitoefenen van zijn eigen functie;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. welke mogelijkheden zijn onderzocht om zijn eigen functie aan te passen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de conclusie dat het niet mogelijk is de eigen functie van de werknemer aan te passen
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever afschriften
                                                van andere ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:11:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek ziekte en
                                                arbeidsongeschiktheid’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring
                                                blijkt dat de werkgever met de werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen
                                                organisatie heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd
                                                dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever afschriften
                                                van andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin
                                                de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden
                                                zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:11:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12. Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden te weten kwalitatieve
                                             fricties
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder h van de CAO PO,
                                          met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden,
                                          vanwege kwalitatieve fricties omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk
                                          wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan
                                          komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:12:1 tot en met 4:12:6 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het ontslagbesluit.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever terzake overtuigende documenten waaruit blijkt dat conform
                                                artikel 2.1 CAO PO de PGMR voor 1 mei van het voorafgaande schooljaar heeft ingestemd
                                                met het meerjarenformatiebeleid/bestuursformatieplan.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen.
                                                 
                                                - 
                                                   
d. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum waarop het dienstverband met wederzijds goedvinden is beëindigd,
                                                      wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling rijksbekostiging van personeel en
                                                      financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:12:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:12:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:12:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde
                                                van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet of beëindigd
                                                dienstverband per een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel,
                                                wordt per deze andere datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand
                                                aan de datum van het niet voortzetten of beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid, van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon
                                                overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:5. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer of werknemers betreft
                                          die in een vast dienstverband was of waren benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband
                                          in dezelfde functie van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:12:6. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:13. Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder h van de CAO PO,
                                          te weten op grond van gewichtige omstandigheden, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:13:1 tot en met 4:13:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:13:1. Meedelen ontslagaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het ontslagbesluit waaruit onderbouwd blijkt dat er
                                                sprake is van gewichtige omstandigheden op grond waarvan de werkgever van oordeel
                                                is dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat het dienstverband van werknemer
                                                nog langer wordt voortgezet.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:13:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voorafgaand aan het ontslag heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd dat dit niet
                                                mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door beide
                                                partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever
                                                en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft
                                                benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door hem geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door hem noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen hij dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke verbetering
                                                      heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:13:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:13:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband van 10 jaar of korter;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:14. Grondslag vergoedingsverzoek: tussentijdse beëindiging van een leerarbeidsovereenkomst
                                             van een leraar in opleiding
                                          
                                        
                                       
                                       Vervallen.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:15. Grondslag vergoedingsverzoek: het niet meewerken aan re-integratie als
                                             bedoeld in artikel 21 ZAPO
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 21 ZAPO vanwege het niet meewerken aan
                                          re-integratie, komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking
                                          indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:15:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:15:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het ontslag aan de werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het ontslagbesluit waaruit onderbouwd blijkt dat de
                                                werknemer zonder deugdelijke grond niet heeft meegewerkt aan zijn re-integratie
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van het advies van het UWV als bedoeld
                                                in artikel 21, tweede lid, ZAPO.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:15a. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging dienstverband tijdens proeftijd
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 7:676 BW (beëindiging dienstverband tijdens proeftijd), dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij documenten overlegt waaruit blijkt,
                                          dat hij het dienstverband tijdens de proeftijd heeft opgezegd.
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Paragraaf 4.2. persoonsgebonden beëindigingsgronden bij tijdelijke dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:16. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             waarbij werknemer dienstverband niet wil voortzetten
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werknemer geen voortzetting van het dienstverband
                                          wenst, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking
                                          indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:16:1 heeft voldaan en de in het artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:16:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever overlegt ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                geen voortzetting van het dienstverband wenst; of
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt documenten waaruit blijkt dat hij, voorafgaand aan de einddatum
                                                van het tijdelijk dienstverband, een passende reguliere betrekking heeft aangeboden
                                                met tenminste een gelijke omvang als de voorafgaande betrekking.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:17. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege dringende redenen
                                          
                                        
                                       
                                       Als het dienstverband is beëindigd wegens dringende reden als bedoeld in artikel 3.5,
                                          derde lid, van de CAO PO (ontslag op staande voet) dan kan geen vergoedingsverzoek
                                          worden ingediend. De werkgever wordt geadviseerd om, in geval van beëindiging vanwege
                                          dringende reden, UWV daarover te informeren en van die melding aan UWV het Participatiefonds
                                          weer in kennis te stellen.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:18. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege plichtsverzuim
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van
                                          plichtsverzuim zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h van de CAO PO, komt
                                          de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever
                                          aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:18:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:18:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:19. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege onbekwaamheid/ongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van
                                          onbekwaamheid of ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie
                                          zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d van de CAO PO, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de
                                          voorwaarden genoemd in artikel 4:19:1 tot en met 4:19:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:19:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:19:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voordat het tijdelijke dienstverband is verstreken, heeft de werkgever zich ingespannen
                                                om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd
                                                dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door beide
                                                partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever
                                                en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft
                                                benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door hem geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door hem noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen hij dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke verbetering
                                                      heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:19:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:20. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van de het tijdvak waarvoor het
                                          is aangegaan niet wordt voortgezet omdat er naar het oordeel van de werkgever sprake
                                          is van ziekte of arbeidsongeschiktheid zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          b van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:20:1 tot en met 4:20:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:20:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten
                                                alsmede een afschrift van de brief van een onafhankelijke deskundige waaruit blijkt
                                                dat de werknemer op de einddatum van het dienstverband ziek was.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:20:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voordat het tijdelijke dienstverband is verstreken, heeft de werkgever zich ingespannen
                                                om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd
                                                dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Gesprekkencyclus ziekte en arbeidsongeschiktheid’,
                                                die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken
                                                tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens
                                                die gesprekken heeft benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. welke beperkingen de werknemer heeft voor het uitoefenen van zijn eigen functie;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. welke mogelijkheden zijn onderzocht om zijn eigen functie aan te passen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de conclusie dat het niet mogelijk is de eigen functie van de werknemer aan te passen.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:20:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege gewichtige omstandigheden, te weten kwalitatieve fricties
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is
                                          gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h van de
                                          CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties omdat naar het oordeel van de werkgever het
                                          anders onmogelijk wordt het gevraagde onderwijs te verzorgen of de verlangde taken
                                          uit te voeren, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in
                                          aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikelen 4:21:1 tot en met 4:21:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever terzake overtuigende documenten waaruit blijkt dat conform
                                                artikel 2.1 van de CAO PO de PGMR voor 1 mei van het voorafgaande schooljaar heeft
                                                ingestemd met het meerjarenformatiebeleid/bestuursformatieplan.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020 – 2021 en schooljaar 2021 –
                                                      2022 opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020 – 2021 en schooljaar 2021
                                                      – 2022 opgenomen.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021 – 2022 een extra instelling onder het
                                                bevoegd gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020 – 2021 (herkenbaar)
                                                bij de vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:21:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:21:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:21:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een tijdelijk dienstverband dat
                                                eindigt per of na de laatste schooldag van een schooljaar en dat na 1 augustus van
                                                dat jaar niet wordt voortgezet, wordt getoetst als zijnde een niet voortgezet dienstverband
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar en getoetst op basis van het Reglement.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet of beëindigd
                                                dienstverband per een andere datum dan genoemd in het eerste of tweede lid van dit
                                                artikel, wordt per deze andere datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand
                                                aan de datum van het niet voortzetten of beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende lid van
                                                de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan,
                                                wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:21:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:22. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege gewichtige omstandigheden
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is gewichtige
                                          omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h van de CAO PO, dan
                                          komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikelen 4:22:1 tot en met 4:22:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:22:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor beëindiging van het dienstverband aan de werknemer
                                                meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake doende documenten waaruit onderbouwd blijkt
                                                dat er sprake is van gewichtige omstandigheden op grond waarvan de werkgever van oordeel
                                                is dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat het dienstverband van werknemer
                                                nog langer wordt voortgezet.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:22:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen functie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Voordat het tijdelijke dienstverband is verstreken heeft de werkgever zich ingespannen
                                                om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd
                                                dat dit niet mogelijk is.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Gesprekkencyclus’, die door beide
                                                partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever
                                                en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft
                                                benoemd:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de door hem geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de door hem noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering
                                                      moest bereiken en de periode waarbinnen hij dat moest realiseren;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. de conclusie dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke verbetering
                                                      heeft geleid.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals:
                                             
                                                - 
                                                   
a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of
                                                 
                                                - 
                                                   
d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken
                                                      met en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:22:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, dan overlegt de werkgever
                                                afschriften van andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer
                                                waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden
                                                zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:22:4. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:23. Grondslag vergoedingsverzoek: einde van rechtswege van een leerarbeidsovereenkomst
                                             van een leraar in opleiding
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband van een werknemer die als LIO als bedoeld in artikel
                                          3.19 van de CAO PO is benoemd, na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:23:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:23:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de leerarbeidsovereenkomst waaruit
                                                blijkt dat de einddatum van het tijdelijk dienstverband overeenkomt met de datum van
                                                beëindiging van het tijdelijk dienstverband zoals deze door de werkgever bij het vergoedingsverzoek
                                                is opgegeven.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:24. Grondslag vergoedingsverzoek: einde van rechtswege van een leerarbeidsovereenkomst
                                             van een onderwijsassistent in opleiding
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband van een werknemer die als onderwijsassistent in opleiding
                                          als bedoeld in artikel 3.24 van de CAO PO is benoemd, na het verstrijken van het tijdvak
                                          waarvoor het is aangegaan niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:24:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:24:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de leerarbeidsovereenkomst waaruit
                                                blijkt dat de einddatum van het tijdelijk dienstverband overeenkomt met de datum van
                                                beëindiging van het tijdelijk dienstverband zoals deze door de werkgever bij het vergoedingsverzoek
                                                is opgegeven.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:25. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege ontbreken onderwijsbevoegdheid dan wel omdat enige wettelijke bepaling zich
                                             daartegen verzet
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet, omdat de werknemer niet de bij wet voorgeschreven
                                          onderwijsbevoegdheid bezit of indien enige andere wettelijke bepaling zich tegen voortzetting
                                          van het dienstverband verzet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:25:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:25:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. Indien de reden voor het niet voortzetten van een tijdelijk dienstverband ligt in
                                                het feit dat de werknemer de bij wet voorgeschreven onderwijsbevoegdheid niet bezit,
                                                dan overlegt de werkgever een afschrift van een document waaruit blijkt wat de gemaakte
                                                afspraken zijn omtrent de onderwijsbevoegdheid bij aanvang van het dienstverband alsmede
                                                een afschrift van een document waaruit blijkt dat deze afspraken niet zijn nagekomen.
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden voor het niet voortzetten van een tijdelijk dienstverband ligt in
                                                het feit dat enige wettelijke bepaling zich daar tegen verzet, overlegt de werkgever
                                                ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. wettelijke bepalingen zich verzetten tegen het voortzetten van het tijdelijk dienstverband
                                                      van de werknemer; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de werkgever de werknemer heeft meegedeeld dat het tijdelijk dienstverband niet wordt
                                                      voortgezet vanwege het feit dat wettelijke bepalingen zich daar tegen verzetten.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:26. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 21 ZAPO
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat sprake is van
                                          het niet meewerken aan re-integratie als bedoeld in artikel 21 ZAPO, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de
                                          voorwaarden genoemd in artikel 4:26:1 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:26:1. Meedelen reden niet voortzetten dienstverband aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van het advies van het UWV als bedoeld
                                                in artikel 21, tweede lid, ZAPO.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:27. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige met ziekteverlof op grond van ZAPO
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van
                                          een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:27:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:27:1. Aantonen vervanging wegens ziekte
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die ziekteverlof op grond van het ZAPO
                                                genoot.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een arbeidsovereenkomst van de werknemer die de afwezige
                                                werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift of afschriften afkomstig uit zijn salarissysteem waaruit blijkt dat
                                                      de werknemer de wegens ziekte afwezige werknemer heeft vervangen; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer de wegens
                                                      ziekte afwezige werknemer heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:28. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens schorsing
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens schorsing als bedoeld in artikel
                                          3.10 tot en met 3.14 van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor
                                          toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:28:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:28:1. Aantonen vervanging wegens schorsing
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die is geschorst op grond van artikel
                                                3.10 tot en met 3.14 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van het schorsingsbesluit.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:29. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens gecompenseerd vakantieverlof, vanwege eerder genoten
                                             zwangerschaps-bevallingsverlof op grond van de Wet arbeid en zorg en verleend en verlof indien werknemer door ziekte minder dan 20 dagen vakantieverlof
                                             heeft genoten
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vanwege vervanging afwezige wegens gecompenseerd
                                          vakantieverlof, vanwege eerder genoten zwangerschaps-bevallingsverlof op grond van
                                          de Wet arbeid en zorg en verleend en verlof indien werknemer door ziekte minder dan 20 dagen vakantieverlof
                                          heeft genoten als bedoeld in artikel 8.1, vierde lid, van de CAO PO niet wordt voortgezet,
                                          dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:29:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:29:1. Aantonen vervanging wegens gecompenseerd vakantieverlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die gecompenseerd vakantieverlof genoot
                                                vanwege eerder genoten zwangerschaps-bevallingsverlof op grond van de Wet arbeid en zorg, of artikel 8.1, vierde lid, van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer gecompenseerd vakantieverlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die gecompenseerd vakantieverlof genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:30. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens opnieuw verleend verlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid, van de CAO PO, in verband met vervanging wegens opnieuw verleend verlof als bedoeld
                                          in artikel 8.2 van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:30:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:30:1. Aantonen vervanging wegens opnieuw verleend verlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die opnieuw verleend verlof genoot op
                                                grond van artikel 8.2 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer opnieuw verleend verlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die opnieuw verleend verlof genoot, heeft vervangen
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:31. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezig wegens buitengewoon verlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens buitengewoon verlof als bedoeld
                                          in artikel 8.6 tot en met 8.11, artikel 8.13 of artikel 8.16 van de CAO PO, niet wordt
                                          voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking
                                          indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:31:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:31:1. Aantonen vervanging wegens buitengewoon verlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die buitengewoon verlof genoot op grond
                                                van artikel 8.6 dan wel 8.7, 8.8, 8.9, 8.10, 8.11, 8.13 of 8.16 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer buitengewoon verlof heeft genoten op grond van artikel 8.6 dan wel 8.7,
                                                      8.8, 8.9, 8.10, 8.11, 8.13 of 8.16 van de CAO PO; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die buitengewoon verlof op grond van artikel 8.6 dan wel 8.7,
                                                      8.8, 8.9, 8.10, 8.11, 8.13 of 8.16 van de CAO PO genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:32. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof op grond van
                                             de Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof
                                          op grond van de Wet Arbeid en Zorg, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:32:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:32:1. Aantonen vervanging wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die zwangerschaps- en bevallingsverlof
                                                genoot op grond van de WAZO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezig werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die zwangerschaps- en bevallingsverlof genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:33. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens ouderschapsverlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met afwezigheid wegens ouderschapsverlof als bedoeld
                                          in artikel 8.17 van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:33:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:33:1. Aantonen vervanging wegens ouderschapsverlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die ouderschapsverlof genoot op grond
                                                van artikel 8.17 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer ouderschapsverlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die ouderschapsverlof genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:34. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens spaarverlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens spaarverlof als bedoeld in artikel
                                          8.20 van de CAO PO, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van
                                          een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:34:1 en 4:34:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:34:1. Aantonen vervanging wegens spaarverlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die spaarverlof genoot op grond van artikel
                                                8.20 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer spaarverlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die spaarverlof genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:34:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever afschriften
                                                van andere ter zake overtuigende documenten met betrekking tot het herplaatsingsonderzoek
                                                zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en
                                                waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:35. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens levensloopverlof
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens levensloopverlof als bedoeld in
                                          artikel 8.21 van de CAO PO, niet wordt voortgezet, komt de werkgever voor toewijzing
                                          van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:35:1 en 4:35:2 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:35:1. Aantonen vervanging wegens levensloopverlof
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die levensloopverlof genoot op grond
                                                van artikel 8.21 van de CAO PO.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst overlegt
                                                de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer levensloopverlof heeft genoten; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die levensloopverlof genoot, heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:35:2. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                de eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een andere
                                                functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, dan overlegt de werkgever
                                                afschriften van andere ter zake overtuigende documenten met betrekking tot het herplaatsingsonderzoek
                                                zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en
                                                waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:36. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege vervanging afwezige wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds als
                                             bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli
                                             2008
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband dat is aangegaan op grond van artikel 3.1, vierde
                                          lid van de CAO PO, in verband met vervanging wegens studieverlof op grond van het
                                          Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’
                                          van 1 juli 2008, niet wordt voortgezet, dan komt de werkgever voor toewijzing van
                                          een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:36:1 heeft voldaan en de in dat artikel genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:36:1. Aantonen vervanging wegens studieverlof op grond van het Scholingsfonds
                                             als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli
                                             2008
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de werknemer was benoemd in een tijdelijk dienstverband
                                                wegens vervanging van een afwezige werknemer die studieverlof genoot op grond van
                                                het Scholingsfonds als bedoeld in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van
                                                Nederland’ van 1 juli 2008.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de werknemer
                                                die de afwezige werknemer heeft vervangen, waarin is opgenomen:
                                             
                                                - 
                                                   
a. de naam van de afwezige; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de reden van de afwezigheid; en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de periode waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de reden van de afwezigheid niet is opgenomen in de arbeidsovereenkomst dan
                                                overlegt de werkgever naast de arbeidsovereenkomst:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de afwezige
                                                      werknemer studieverlof heeft genoten op grond van het Scholingsfonds als bedoeld in
                                                      het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een afschrift van ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werknemer
                                                      de afwezige werknemer die studieverlof op grond van het Scholingsfonds als bedoeld
                                                      in het ‘Definitief akkoord Convenant Leerkracht van Nederland’ van 1 juli 2008 genoot,
                                                      heeft vervangen.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Paragraaf 4.3. Formatieve beëindigingsgronden bij een vast dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:37. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking vanwege de daling of beëindiging van de gemeentelijke
                                             bijdrage voor in- en doorstroombanen (ID-banen) voor werkgevers met ontslagbeleid
                                             
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert het dienstverband beëindigt met wederzijds goedvinden op grond
                                          van artikel 3.10, vierde lid, van de CAO PO met als reden dat er sprake is van opheffing
                                          betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, onder a van de CAO PO, vanwege
                                          daling of beëindiging van een gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen,
                                          dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:37:1 tot en met 4:37:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:37:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:37:2. Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen is gedaald of beëindigd.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de gemeente de bijdragen voor ID-banen heeft verminderd of beëindigd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:37:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking voor werkgevers met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO voert het dienstverband eindigt met wederzijds goedvinden op grond van artikel
                                          3.10, vierde lid van de CAO PO, met als reden dat er sprake is van opheffing betrekking,
                                          zoals bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, onder a CAO PO wegens daling van de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:38:1 tot en met 4:38:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten
                                          heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020 – 2021 en schooljaar 2021 –
                                                      2022 opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020 – 2021 en schooljaar 2021
                                                      – 2022 opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum waarop het dienstverband met wederzijds goedvinden is beëindigd,
                                                      wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling rijksbekostiging van personeel en
                                                      financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:38:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:38:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:38:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde
                                                van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:4. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Als het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd, dan
                                                geeft de werkgever aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake
                                                is van:
                                             
                                                - 
                                                   
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen het sluiten van de beëindigingsovereenkomst
                                                      en de datum van beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is benoemd;
                                                 
                                                - 
                                                   
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de datum van het
                                                      sluiten van de beëindigingsovereenkomst en de datum van beëindiging van het dienstverband,
                                                      een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                                 
                                                - 
                                                   
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de beëindigingsovereenkomst
                                                      en de datum van beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is getreden;
                                                 
                                                - 
                                                   
v. een vacature op de datum van beëindiging van het dienstverband.
                                                 
                                             
                                             Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                                personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de werknemer van
                                                wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd, dan
                                                wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:38:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                                genoemd in i. t/m. v. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten
                                                van de werknemer van wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst
                                                is beëindigd en die niet in de vacature, genoemd onder v. is benoemd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:5. Uitgestelde beëindiging van het dienstverband 
                                          
                                        
                                       
                                       Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de
                                          vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt
                                          de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven
                                          in artikel 4:38:2 in de schooljaren 2019 – 2020, 2020 – 2021 en 2021 – 2022 vergeleken. Daarna volgt
                                          een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                          derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                       
                                       De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus
                                          2020 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:6. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:7. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:38:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:8. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindigd dienstverband per
                                                een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere
                                                datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon
                                                overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:38:9. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de beëindigingsdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag`
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking voor werkgevers met werkgelegenheidsbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2
                                          van de CAO PO voert, het dienstverband eindigt met wederzijds goedvinden op grond
                                          van artikel 3.10, vierde lid van de CAO PO, met als reden dat er sprake is van opheffing
                                          betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, onder a van de CAO PO wegens
                                          daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden, dan
                                          komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:39:1 tot en met 4:39:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39:2. Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten
                                             op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat hij met de vakcentrales in het DGO het sociaal plan is
                                                overeengekomen omdat hij wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon garanderen.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring “Daling bekostiging bij werkgelegenheidsbeleid”
                                                waaruit blijkt dat
                                             
                                                - 
                                                   
a. zich in één of meer achterliggende schooljaren, direct voorafgaand aan de beëindiging
                                                      van het dienstverband, een daling in de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                      bijdragen van derden heeft voorgedaan; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de werkgever uitsluitend als gevolg van deze daling in de rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven;
                                                      en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van
                                                      financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van de rijksbekostiging van
                                                      personeel en financiële bijdragen van derden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39:3. Sociaal Plan in geval van werknemersvan wie het vaste dienstverband
                                             wordt beëindigd
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden tijdens de looptijd
                                                      van het sociaal plan, conform de in het sociaal plan gemaakte afspraken, is;
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem, nog
                                                niet door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, volledig was
                                                opgelost op de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindigd dienstverband per
                                                een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere
                                                datum getoetst.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid van de CAO PO niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan,
                                                wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:39:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:40. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking vanwege reorganisatie
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele
                                          gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2, vijfde lid, onder a van
                                          de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld
                                          in artikel 10.3 van de CAO PO 2018–2019 uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een
                                          vergoedingsverzoek, voor het dienstverband dat is beëindigd op grond van artikel 3.5,
                                          vierde lid van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing
                                          van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in
                                          artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO, voor toewijzing in aanmerking als
                                          de werkgever heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:40:1 tot en met 4:40:3 en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:40:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:40:2. Sociaal Plan
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden, tijdens de looptijd
                                                      van het sociaal plan conform de in het sociaal plan gemaakte afspraken is; dan wel
                                                 
                                                - 
                                                   
c. het ontslag meteen na afloop van fase twee conform de in het sociaal plan gemaakte
                                                      afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem, nog
                                                niet volledig door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, was
                                                opgelost op de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:40:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit blijkt dat de werknemer gebruik
                                                heeft kunnen maken van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele
                                             bekostiging
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel,
                                          dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband
                                          voor schoonmaakpersoneel is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid van de
                                          CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van de betrekking
                                          zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO, vanwege daling van
                                          de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:41:1 tot en met 4:41:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41:2. Daling materiele bekostiging per 1 januari 2022
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de rijksbekostiging materieel op 1 januari 2022, vergeleken
                                                met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2021, zijn gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel
                                                op 1 januari 2022, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december
                                                2021, is gedaald.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41:3. beëindiging dienstverband
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. In geval van een daling van de rijksbekostiging materiele instandhouding kan de werkgever
                                                op drie data het dienstverband van schoonmaakpersoneel beëindigen:
                                             
                                                - 
                                                   
A. Het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2021, of
                                                 
                                                - 
                                                   
B. Het dienstverband wordt beëindigd per 1 januari 2022, of
                                                 
                                                - 
                                                   
C. Het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2022.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt, afhankelijk van de ontslagdatum, de vergelijking zoals bepaald
                                                in artikel 4:41:3 onder A, B of C:
                                             
                                                - 
                                                   
A. beëindiging dienstverband per 1 augustus 2021
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2021 dan toont de werkgever
                                                            aan dat de daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding
                                                            per 1 januari 2021, inclusief andere niet voortgezette/beëindigde dienstverbanden
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave in loonkosten van de verwachte
                                                            omvang van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere niet voortgezette/
                                                            beëindigde dienstverbanden van schoonmaakpersoneel in de periode vanaf 1 januari 2021
                                                            aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
B. beëindiging dienstverband per 1 januari 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband wordt beëindigd per 1 januari 2022 dan toont de werkgever
                                                            aan dat de daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding
                                                            per 1 januari 2021, inclusief andere niet voortgezette/beëindigde dienstverbanden
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave in loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere niet voortgezette/
                                                            beëindigde dienstverbanden van schoonmaakpersoneel in de periode vanaf 1 januari 2021
                                                            aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
C. beëindiging dienstverband per 1 augustus 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2022 dan toont de werkgever
                                                            aan dat de daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding
                                                            per 1 januari 2021, inclusief andere niet voortgezette/beëindigde dienstverbanden
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2020.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave in loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere niet voortgezette/
                                                            beëindigde dienstverbanden van schoonmaakpersoneel in de periode vanaf 1 januari 2022
                                                            aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41:4. Afvloeiingsvolgorde 
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:41:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale
                                          Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing
                                          in aanmerking als het dienstverband is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde
                                          lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden opheffing van
                                          de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking, zoals bedoeld in artikel
                                          3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd
                                          in artikel 4:42:1 tot en met 4:42:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:2. Daling bekostiging volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging Centrale
                                                Dienst dan wel Samenwerkingsverband, direct voorafgaand aan de beëindiging van het
                                                dienstverband, vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging
                                                Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband per de datum van de beëindiging van het
                                                dienstverband is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de totale bekostiging
                                                Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband direct voorafgaand aan de datum van de
                                                beëindiging van het dienstverband, vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met
                                                de totale bekostiging Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband per de datum van
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
3. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                aan en per de datum waarop het dienstverband met wederzijds goedvinden is beëindigd,
                                                wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling rijksbekostiging van personeel en
                                                financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:42:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:42:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4.42.2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de afvloeiingsvolgorde
                                                van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:4. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       Wanneer van een werknemer het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst
                                          is beëindigd, dan geeft de werkgever aan of er op de datum van beëindiging van het
                                          dienstverband sprake is van:
                                       
                                       
                                          - 
                                             
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                           
                                          - 
                                             
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen het sluiten van de beëindigingsovereenkomst
                                                en de datum van beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is benoemd;
                                           
                                          - 
                                             
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de datum van het
                                                sluiten van de beëindigingsovereenkomst en de datum van beëindiging van het dienstverband,
                                                een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                           
                                          - 
                                             
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de beëindigingsovereenkomst
                                                en de beëindiging van het dienstverband, in vaste dienst is getreden;
                                           
                                          - 
                                             
v. een vacature op de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                       
                                       
                                       Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                          personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van werknemer/werknemers
                                          van wie het dienstverband beëindigd is, dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de
                                          daling, genoemd in artikel 4:42:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                          genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                          loonkosten van de werknemer van wie het dienstverband beëindigd is en die niet in
                                          de vacature, genoemd onder v. is benoemd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:5. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:6. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindigd dienstverband per
                                                een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere
                                                datum getoetst, indien de daling van de bekostiging van de Centrale Dienst dan wel
                                                Samenwerkingsverband zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van bekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de werkgever
                                                door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende lid van
                                                de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan,
                                                wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:7. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen
                                                het samenwerkingsverband te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende
                                                organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit
                                                dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs
                                                niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:42:8. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:43. Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden
                                             vanwege opheffing betrekking vanwege de daling of beëindiging van een landelijke door
                                             de overheid beschikbaar gestelde subsidie voor werkgever met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke
                                          door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor
                                          een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede
                                          scholen’, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband
                                          is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid van de CAO PO, te weten met wederzijds
                                          goedvinden met als reden opheffing van de instelling of de dienst van de instelling
                                          of de betrekking, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO,
                                          en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:43:1 tot en met 4:43:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:43:1. Meedelen reden beëindiging dienstverbandaan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:43:2. Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare
                                             gestelde subsidie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de landelijke subsidie is gedaald of beëindigd.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de landelijk door de overheid beschikbaar gestelde subsidie is gedaald of beëindigd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:43:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de datum van de beëindiging van het dienstverband is ondertekend.
                                                Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, heeft
                                                de werkgever het ondersteuningsaanbod verlengd tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘aanbod externe
                                                      ondersteuning’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen
                                                      bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot
                                                      3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. indien de werkgever geen gebruik heeft gemaakt van de modelbrief ‘aanbod externe ondersteuning’
                                                      andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever het aanbod
                                                      aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten
                                                      de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:44. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking vanwege
                                             de daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor in- en doorstroombanen
                                             (ID-banen) voor werkgevers met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een gemeentelijke
                                          bijdrage voor in- en doorstroombanen, dan komt de werkgever voor toewijzing van het
                                          vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:44:1 tot en met 4:44:3 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:44:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:44:2. Daling of beëindiging van de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de gemeentelijke bijdrage voor ID-banen is gedaald of beëindigd.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de gemeente de bijdragen voor ID-banen heeft verminderd of beëindigd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:44:3. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken.
                                                Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden
                                                ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking voor
                                             werkgevers met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          a van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van
                                          de instelling of de betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel
                                          en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing van het
                                          vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:45:1 tot en met 4:45:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020 – 2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:45:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:45:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:45:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:4. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Indien de werkgever een werknemer in vaste dienst heeft ontslagen dan geeft de werkgever
                                                aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:
                                             
                                                - 
                                                   
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de
                                                      ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;
                                                 
                                                - 
                                                   
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                                 
                                                - 
                                                   
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum in vaste dienst is getreden;
                                                 
                                                - 
                                                   
v. een vacature op de datum van ontslag;
                                                 
                                             
                                             Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                                personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers,
                                                dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:45:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                                genoemd in i. tot iv. en met respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                                loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v., is
                                                benoemd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:5. Uitgestelde beëindiging van het dienstverband
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Indien er sprake is van uitgesteld ontslag dan wordt de vergelijking op bestuursniveau
                                                over drie schooljaren gemaakt.
                                           
                                          - 
                                             
2. In de vergelijking wordt de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden zoals beschreven in artikel 4:45:2 in de schooljaren 2019 – 2020, 2020 – 2021 en 2021 – 2022 vergeleken.
                                           
                                          - 
                                             
3. Daarna volgt een vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte
                                                van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum
                                                van beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus
                                                2021 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                                het dienstverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:6. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:7. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:39:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:8. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per een andere
                                                datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere datum getoetst,
                                                indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                                derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van de beëindiging.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindiging op grond van dit artikel per 1 augustus
                                                van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de werkgever
                                                door het bepaalde van artikel 2.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende lid van de CAO PO
                                                2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:45:9. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking voor
                                             werkgevers met werkgelegenheidsbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2
                                          van de CAO PO 2018–2019 en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.6, eerste
                                          lid, onder a van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de
                                          dienst van de instelling of de betrekking, wegens daling van de rijksbekostiging van
                                          personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt de werkgever voor toewijzing
                                          van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:46:1 tot en met 4:46:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46:2. Sociaal Plan in geval daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten
                                             op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat hij met de vakcentrales in het DGO het sociaal plan is
                                                overeengekomen omdat hij wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon garanderen.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring “Daling bekostiging bij werkgelegenheidsbeleid”
                                                waaruit blijkt dat
                                             
                                                - 
                                                   
a. zich in één of meer achterliggende schooljaren, direct voorafgaand aan de beëindiging
                                                      van het dienstverband, een daling in de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                      bijdragen van derden heeft voorgedaan en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de werkgever uitsluitend als gevolg van deze daling in de rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven
                                                      en
                                                 
                                                - 
                                                   
c. er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van
                                                      financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van de rijksbekostiging van
                                                      personeel en financiële bijdragen van derden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46:3. Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband
                                             wordt beëindigd 
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan, en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. het ontslag meteen na afloop van fase twee conform de in het sociaal plan gemaakte
                                                      afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem nog
                                                niet door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, volledig was
                                                opgelost op de datum van het ontslag.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per een andere
                                                datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere datum getoetst.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:46:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:47. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking vanwege
                                             reorganisatie
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele
                                          gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2, vijfde lid, onder a van
                                          de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld
                                          in artikel 10.3 van de CAO PO 2018–2019 uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een
                                          vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als ontslag is verleend op grond
                                          van artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO, te weten op grond van opheffing
                                          van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking en de werkgever
                                          heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:47:1 tot en met 4:47:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:47:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:47:2. Sociaal Plan
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan; en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. het ontslag meteen na afloop van fase twee conform de in het sociaal plan gemaakte
                                                      afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem, nog
                                                niet volledig door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, was
                                                opgelost op de datum ontslag.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:47:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking van
                                             schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging materieel,
                                          dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband
                                          voor schoonmaakpersoneel is beëindigd op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          a van de CAO PO, te weten ontslag vanwege opheffing van de betrekking vanwege daling
                                          van de materiele bekostiging en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:48:1 tot en met 4:48:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48:2. Daling materiele bekostiging per 1 januari 2022
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de rijksbekostiging materieel op 1 januari 2022, vergeleken
                                                met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2021, zijn gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel
                                                op 1 januari 2022, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december
                                                2021, is gedaald.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48:3. beëindiging dienstverband
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. In geval van een daling van de rijksbekostiging materiele instandhouding kan op drie
                                                data het dienstverband van schoonmaakpersoneel beëindigen:
                                             
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2021, of
                                                 
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt beëindigd per 1 januari 2022, of
                                                 
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt beëindigd per 1 augustus 2022.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt, afhankelijk van de ontslagdatum, de vergelijking zoals bepaald
                                                in artikel 4:48:3 onder A, B of C:
                                             
                                                - 
                                                   
A. beëindiging dienstverband per 1 augustus 2021
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het ontslag geeffectueerd wordt per 1 augustus 2021 dan wordt de materiele
                                                            instandhouding over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de
                                                            daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari
                                                            2021, inclusief andere beëindigde dienstverbanden en natuurlijk verloop, minimaal
                                                            gelijk is aan de omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave van de loonkosten van de verwachte
                                                            omvang van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere beëindigde
                                                            dienstverbanden van schoonmaakpersoneel in een periode vanaf 1 januari 2021 aan de
                                                            hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
B. beëindiging dienstverband per 1 januari 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het ontslag geeffectueerd wordt per 1 januari 2022 dan wordt de materiele instandhouding
                                                            over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de daling van de
                                                            vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari 2021, inclusief
                                                            andere beëindigde dienstverbanden en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de
                                                            omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave van de loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere beëindigde dienstverbanden
                                                            van schoonmaakpersoneel in een periode vanaf 1 januari 2021 aan de hand van de loonkostentool
                                                            van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
C. beëindiging dienstverband per 1 augustus 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het ontslag geeffectueerd wordt per 1 augustus 2022 dan wordt de materiele
                                                            instandhouding over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de
                                                            daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari
                                                            2021, inclusief andere beëindigde dienstverbanden en natuurlijk verloop, minimaal
                                                            gelijk is aan de omvang van het gemelde ontslag.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave in loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere beëindigde dienstverbanden
                                                            van schoonmaakpersoneel vanaf 1 januari 2022 tot en met de datum van ontslag aan de
                                                            hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48:4. Afvloeiingsvolgorde 
                                          
                                        
                                       
                                       Als er meerdere ontslagen gemeld worden, overlegt de werkgever de onderlinge volgorde
                                          van ontslag. Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v.
                                          de afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht. Een vergoedingsverzoek in geval van
                                          ontslag van personeel in vaste dienst, terwijl personeel in tijdelijke dienst gehandhaafd
                                          blijft, is niet mogelijk op grond van dit artikel.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:48:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking Centrale
                                             Dienst dan wel Samenwerkingsverband
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale
                                          Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing
                                          in aanmerking als ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          a van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van
                                          de instelling of de betrekking en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in
                                          artikel 4:49:1 tot en met 4:49:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:2. Daling bekostiging volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging voor
                                                de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging voor de Centrale
                                                Dienst dan wel Samenwerkingsverband per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de totale bekostiging
                                                voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging voor de Centrale
                                                Dienst dan wel Samenwerkingsverband per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
3. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband in mindering gebracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:49:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:49:2.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4.49.2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de afvloeiingsvolgorde
                                                van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:4. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       In geval van ontslag geeft de werkgever aan of er op de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband sprake is van:
                                       
                                       
                                          - 
                                             
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                           
                                          - 
                                             
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de
                                                ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;
                                           
                                          - 
                                             
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de datum van ontslagaanzegging
                                                en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                           
                                          - 
                                             
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van ontslagaanzegging en de ontslagdatum
                                                in vaste dienst is getreden;
                                           
                                          - 
                                             
v. een vacature op de datum van ontslag;
                                           
                                       
                                       
                                       Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                          personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers,
                                          dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:49:2 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                          genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                          loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v. is
                                          benoemd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:5. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:6. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per een andere
                                                datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere datum getoetst,
                                                indien de daling van bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband
                                                zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het niet voortzetten of
                                                beëindigen van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindiging op grond van dit artikel per 1 augustus
                                                van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de bekostiging voor de Centrale
                                                Dienst dan wel Samenwerkingsverband zich eerder heeft voorgedaan maar de werkgever
                                                door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende lid, van
                                                de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan,
                                                wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:7. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen
                                                het samenwerkingsverband te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende
                                                organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit
                                                dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs
                                                niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:49:8. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:50. Grondslag vergoedingsverzoek: Ontslag vanwege opheffing betrekking vanwege
                                             de daling of beëindiging van een landelijke door de overheid beschikbaar gestelde
                                             subsidie voor werkgever met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van een daling of beëindiging van een landelijke
                                          door de overheid beschikbaar gestelde subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor
                                          een combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede
                                          scholen’, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing in aanmerking als ontslag
                                          is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO, te weten
                                          op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking
                                          en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:50:1 tot en met 4:50:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:50:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:50:2. Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare
                                             gestelde subsidie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de landelijke subsidie is gedaald of beëindigd.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de landelijk door de overheid beschikbaar gestelde subsidie is gedaald of beëindigd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:50:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, heeft
                                                de werkgever het ondersteuningsaanbod verlengd tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘aanbod externe
                                                      ondersteuning’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen
                                                      bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot
                                                      3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. indien de werkgever geen gebruik heeft gemaakt van de modelbrief ‘aanbod externe ondersteuning’
                                                      andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever het aanbod
                                                      aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten
                                                      de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Paragraaf 4.4. Formatieve beëindigingsgronden bij een tijdelijk dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:51. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing van de betrekking vanwege daling of beëindiging van een landelijke
                                             subsidie
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet vanwege de opheffing van de betrekking zoals bedoeld
                                          in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO, vanwege daling of beëindiging van
                                          een landelijke subsidie, waaronder ook begrepen subsidie voor een combinatiefunctie
                                          als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede scholen’, dan komt
                                          de werkgever die de regeling werkgelegenheidsbeleid of ontslagbeleid, artikel 10.2
                                          en 10.4a van de CAO PO 2018–2019, hanteert voor toewijzing van het vergoedingsverzoek
                                          in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:51:1 tot en met 4:51:2 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:51:1. Daling of beëindiging van een landelijk door de overheid beschikbare
                                             gestelde subsidie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de landelijke subsidie is gedaald of beëindigd.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de landelijke door de overheid beschikbaar gestelde subsidie of subsidie voor een
                                                combinatiefunctie als bedoeld in het document ‘bestuurlijke afspraken Impuls brede
                                                scholen’ is gedaald of beëindigd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:51:2. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de
                                                verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe overlegt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met ontslagbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van
                                          personeel en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor
                                          toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan
                                          na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan niet is voortgezet met als
                                          reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking
                                          als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO en de werkgever heeft
                                          aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:52:1 tot en met 4:52:7 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:1. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen.
                                                 
                                                - 
                                                   
d. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum waarop het tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, wordt op
                                                      het bedrag dat gemoeid is met de daling rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                      bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2020–2021 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2019–2020 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:2. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, waarvan het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet,
                                                op jaarbasis gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:52:1.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:52:1 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:3. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet,
                                          dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde,
                                          geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen
                                          worden.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:4. Uitgestelde beëindiging van het dienstverband 
                                          
                                        
                                       
                                       Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de
                                          vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt
                                          de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven
                                          in artikel 4:52:1 in de schooljaren 2019–2020, 2020–2021 en 2021–2022 vergeleken. Daarna volgt een
                                          vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden
                                          tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                       
                                       De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus
                                          2020wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:5. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:52:1 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:6. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een tijdelijk dienstverband dat
                                                eindigt per of na de laatste schooldag van een schooljaar en dat na 1 augustus van
                                                dat jaar niet wordt voortgezet, wordt getoetst als zijnde een niet voortgezet dienstverband
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar en getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet dienstverband
                                                per een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze
                                                andere datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                niet voortzetten van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid, van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon
                                                overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:52:7. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing van de betrekking voor werkgever met werkgelegenheidsbeleid
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die werkgelegenheidsbeleid als bedoeld in artikel 10.2 van de CAO
                                          PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van personeel
                                          en financiële bijdragen van derden, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing
                                          in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan op grond van
                                          artikel 3.3, eerste en tweede lid van de CAO PO na het verstrijken van de tijd waarvoor
                                          deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of
                                          de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste
                                          lid, onder a van de CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:53:1 tot en met 4:53:5 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53:1. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking in geval van werknemers van wie het tijdelijk dienstverband
                                             niet wordt voortgezet
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont ten aanzien van een werknemer wiens tijdelijke dienstverband niet
                                                wordt voortgezet aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid gaat met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen.
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53:2. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis in
                                             geval van werknemers van wie het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet 
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers van wie het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet,
                                                op jaarbasis gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:53:1;
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, van wie het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet, bedoeld
                                                in artikel 4:53:2 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53:3. Uitgestelde beëindiging van het dienstverband 
                                          
                                        
                                       
                                       Indien er sprake is van uitgestelde beëindiging van een dienstverband, dan wordt de
                                          vergelijking op bestuursniveau over drie schooljaren gemaakt. In de vergelijking wordt
                                          de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden zoals beschreven
                                          in artikel 4:53:1 in de schooljaren 2019–2020, 2020–2021 en 2021–2022 vergeleken. Daarna volgt een
                                          vergelijking van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden
                                          tot de datum waarop het dienstverband beëindigd is, ten opzichte van de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                       
                                       De daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden per 1 augustus
                                          2020 wordt opgeteld bij de daling, of in mindering gebracht op de rijksbekostiging
                                          van personeel en financiële bijdragen van derden per de datum van beëindiging van
                                          het dienstverband.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een tijdelijk dienstverband dat
                                                eindigt per of na de laatste schooldag van een schooljaar en dat na 1 augustus van
                                                dat jaar niet wordt voortgezet, wordt getoetst als zijnde een niet voortgezet dienstverband
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar en getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet dienstverband
                                                per een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze
                                                andere datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                niet voortzetten van het dienstverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:53:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                          - 
                                             
3. Indien de werkgever niet over een sociaal plan beschikt, overlegt hij de modelverklaring
                                                ‘aanbod ondersteuning extern’, die door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend.
                                                Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer
                                                te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van
                                                de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:54. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege reorganisatie
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele
                                          gevolgen van een reorganisatie als bedoeld in artikel 13.2, vijfde lid, onder a van
                                          de CAO PO en in dat kader een met de bonden overeengekomen sociaal plan, zoals bedoeld
                                          in artikel 10.3 van de CAO PO 2018–2019 uitvoert of heeft uitgevoerd, dan komt een
                                          vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde
                                          tijd is aangegaan na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet
                                          is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling
                                          of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO wegens
                                          reorganisatie en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:54:1 tot en met 4:54:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:54:1. Reden niet voortzetten dienstverbandaan werknemer meedelen
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van een brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:54:2. Sociaal Plan
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan, en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. het niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband tijdens de looptijd van het sociaal
                                                      plan conform de in het sociaal plan gemaakte afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem, nog
                                                niet volledig door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, was
                                                opgelost op de datum van het niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:54:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:55. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             van schoonmaakpersoneel wegens daling van de materiele bekostiging
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de materiele bekostiging dan
                                          komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband voor
                                          schoonmaakpersoneel dat voor bepaalde tijd is aangegaan na het verstrijken van de
                                          tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing van de
                                          instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel
                                          3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO vanwege daling van de materiele bekostiging
                                          en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:55:1 tot en met 4:55:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:55:1. Daling materiele bekostiging per 1 januari 2022
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat de rijksbekostiging materieel op 1 januari 2022, vergeleken
                                                met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december 2021, zijn gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de rijksbekostiging Materieel
                                                per 1 januari 2022, vergeleken met de totale rijksbekostiging Materieel per 31 december
                                                2021, is gedaald.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:55:2. Beëindiging dienstverband
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. In geval van een daling van de rijksbekostiging materiele instandhouding kan op drie
                                                data het dienstverband van schoonmaakpersoneel beëindigen:
                                             
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt niet voortgezet per 1 augustus 2021, of
                                                 
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt niet voortgezet per 1 januari 2022, of
                                                 
                                                - 
                                                   
• Het dienstverband wordt niet voortgezet per 1 augustus 2022
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt, afhankelijk van de datum waarop het tijdelijk dienstverband
                                                niet wordt voortgezet, de vergelijking zoals bepaald in artikel 4:55:3 onder A, B
                                                of C:
                                             
                                                - 
                                                   
A. dienstverband wordt niet voortgezet per 1 augustus 2021
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband niet wordt voortgezet per 1 augustus 2021 dan wordt de materiele
                                                            instandhouding over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de
                                                            daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari
                                                            2021, inclusief andere dienstverbanden die niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het dienstverband dat
                                                            niet wordt voortgezet.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave van de loonkosten van de verwachte
                                                            omvang van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere dienstverbanden
                                                            die niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel in een periode vanaf
                                                            1 januari 2021 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
B. dienstverband wordt niet voortgezet per 1 januari 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband niet wordt voortgezet per 1 januari 2022 dan wordt de materiele
                                                            instandhouding over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de
                                                            daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari
                                                            2021, inclusief andere dienstverbanden die niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het dienstverband dat
                                                            niet wordt voortgezet.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave van de loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere dienstverbanden die
                                                            niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel in een periode vanaf 1 januari
                                                            2021 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                                - 
                                                   
C. beëindiging dienstverband per 1 augustus 2022
                                                   
                                                      - 
                                                         
1. Indien het dienstverband niet wordt voortgezet per 1 augustus 2022 dan wordt de materiele
                                                            instandhouding over de jaren 2021 en 2022 vergeleken. De werkgever toont aan dat de
                                                            daling van de vergoeding per 1 januari 2022 ten opzichte van de vergoeding per 1 januari
                                                            2021, inclusief andere dienstverbanden die niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel
                                                            en natuurlijk verloop, minimaal gelijk is aan de omvang van het dienstverband dat
                                                            niet wordt voortgezet.
                                                       
                                                      - 
                                                         
2. De werkgever legt daartoe over een vergelijking over de jaren 2021 en 2022.
                                                       
                                                      - 
                                                         
3. Tevens overlegt de werkgever een gespecificeerde opgave van de loonkosten van de omvang
                                                            van het natuurlijk verloop van schoonmaakpersoneel en de andere dienstverbanden die
                                                            niet worden voortgezet/beëindigd van schoonmaakpersoneel in een periode vanaf 1 januari
                                                            2022 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                                       
                                                   
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:55:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband langer dan 6 maanden maar korter dan 12 maanden
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing betrekking Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 voert en er is sprake van daling van de bekostiging voor de Centrale
                                          Dienst dan wel Samenwerkingsverband, dan komen vergoedingsverzoeken voor toewijzing
                                          in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan na het verstrijken
                                          van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met als reden, opheffing
                                          van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in
                                          artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:56:1 tot en met 4:56:6 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:1. Daling bekostiging volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid gaat met de totale bekostiging voor
                                                de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband, direct voorafgaand aan de datum van
                                                het niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband, vergeleken met het bedrag dat
                                                gemoeid gaat met de totale bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband
                                                per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over documenten waaruit blijkt dat de totale bekostiging
                                                Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband direct voorafgaand aan de datum van het
                                                niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband vergeleken met het bedrag dat gemoeid
                                                gaat met de totale bekostiging Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband per de
                                                datum van het van het niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
3. Het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                aan en per de datum waarop het tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, wordt op
                                                het bedrag dat gemoeid is met de daling bekostiging voor de Centrale Dienst dan wel
                                                Samenwerkingsverband.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:2. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, waarvan het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet,
                                                op jaarbasis gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:56:1.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:56:1 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn personeel in vaste dienst de geldende regels t.a.v. de afvloeiingsvolgorde
                                                van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:3. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet,
                                          dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde,
                                          geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen
                                          worden.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een tijdelijk dienstverband dat
                                                eindigt per of na de laatste schooldag van een schooljaar en dat na 1 augustus van
                                                dat jaar niet wordt voortgezet, wordt getoetst als zijnde een niet voortgezet dienstverband
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar en getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet dienstverband
                                                per een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze
                                                andere datum getoetst, indien de daling van de bekostiging voor de Centrale Dienst
                                                dan wel Samenwerkingsverband zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum
                                                van het niet voortzetten van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een niet voortgezet dienstverband op grond van dit artikel
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de bekostiging voor
                                                de Centrale Dienst dan wel Samenwerkingsverband zich eerder heeft voorgedaan maar
                                                de werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot niet voortzetten van het dienstverband
                                                kon overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:5. Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor
                                                zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een
                                                andere functie voor de eigen organisatie en/of participerende organisaties binnen
                                                het samenwerkingsverband te behouden.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘Herplaatsingsonderzoek’, die door
                                                beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de
                                                werknemer de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie en/of participerende
                                                organisaties binnen het samenwerkingsverband heeft besproken. Tevens blijkt daar uit
                                                dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs
                                                niet te realiseren zijn.
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer de verklaring weigert te ondertekenen, overlegt de werkgever andere
                                                ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever
                                                gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:56:6. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband langer dan 6 maanden maar korter dan 12 maanden;
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Paragraaf 4.5. Beëindigingsgronden passend onderwijs bij een vast dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking voor
                                             werkgevers met ontslagbeleid wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en
                                             financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 en er is ontslag verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          a van de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van
                                          de instelling of de betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel
                                          en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend onderwijs,
                                          dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:57:1 tot en met 4:57:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:2. Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking
                                                van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met
                                                het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op
                                                overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:3. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:4. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:57:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:57:3.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:57:3 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:5. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Indien de werkgever een werknemer in vaste dienst heeft ontslagen dan geeft de werkgever
                                                aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:
                                             
                                                - 
                                                   
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de
                                                      ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;
                                                 
                                                - 
                                                   
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                                 
                                                - 
                                                   
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum in vaste dienst is getreden;
                                                 
                                                - 
                                                   
v. een vacature op de datum van ontslag;
                                                 
                                             
                                             Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                                personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers,
                                                dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:57:3 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                                genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                                loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v., is
                                                benoemd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:6. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:7. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:57:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:8. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per een andere
                                                datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere datum getoetst,
                                                indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                                derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van de beëindiging.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindiging op grond van dit artikel per 1 augustus
                                                van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de werkgever
                                                door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende lid van
                                                de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon overgaan,
                                                wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:57:9. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58. Grondslag vergoedingsverzoek: ontslag vanwege opheffing betrekking voor
                                             werkgevers die ten behoeve van de personele gevolgen passend onderwijs een sociaal
                                             plan met de vakbonden overeengekomen zijn
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever ontslag verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder a van
                                          de CAO PO, te weten op grond van opheffing van de instelling of de dienst van de instelling
                                          of de betrekking, wegens daling van de financiële bijdragen van derden als gevolg
                                          van de invoering passend onderwijs, een sociaal plan is overeengekomen met de vakcentrales,
                                          dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien
                                          hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:58:1 tot en met 4:58:5 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58:2. Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering
                                             passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat hij met de vakcentrales in het DGO het sociaal plan is
                                                overeengekomen omdat hij wegens daling van de financiële bijdragen van derden als
                                                gevolg van de invoering passend onderwijs de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon
                                                garanderen.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring “Daling financiële bijdragen van
                                                derden als gevolg van de invoering passend onderwijs” waaruit blijkt dat
                                             
                                                - 
                                                   
i. de werkgever uitsluitend als gevolg van deze daling van de financiële bijdragen van
                                                      derden, de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven en
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van
                                                      financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van de financiële bijdragen
                                                      van derden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58:3. Sociaal Plan in geval van werknemers van wie het vaste dienstverband
                                             wordt beëindigd 
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan, en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. het ontslag meteen na afloop van fase twee conform de in het sociaal plan gemaakte
                                                      afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem nog
                                                niet door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, volledig was
                                                opgelost op de datum van het ontslag.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58:4. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per een andere
                                                datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze andere datum getoetst.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:58:5. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59. Grondslag vergoedingsverzoek: gewichtige omstandigheden, te weten kwalitatieve
                                             fricties als gevolg van de invoering van passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       Als ontslag is verleend op grond van artikel 3.6, eerste lid, onder h van de CAO PO,
                                          met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is gewichtige omstandigheden,
                                          te weten kwalitatieve fricties als gevolg van de invoering van passend onderwijs,
                                          omdat het naar het oordeel van de werkgever anders onmogelijk wordt het gevraagde
                                          onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden
                                          genoemd in artikel 4:59:1 tot en met 4:59:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:1. Meedelen reden ontslag aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:2. Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol
                                          
                                        
                                       
                                       De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking
                                          van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met
                                          het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op
                                          overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:3. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt daartoe de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
4. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:4. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:59:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:59:3.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:59:3 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:5. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Indien de werkgever een werknemer in vaste dienst heeft ontslagen dan geeft de werkgever
                                                aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:
                                             
                                                - 
                                                   
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de
                                                      ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;
                                                 
                                                - 
                                                   
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                                 
                                                - 
                                                   
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum in vaste dienst is getreden;
                                                 
                                                - 
                                                   
v. een vacature op de datum van ontslag;
                                                 
                                             
                                             Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                                personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers,
                                                dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:59:3 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                                genoemd in i. tot en met iv. respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                                loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v., is
                                                benoemd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:6. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:7. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:59:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:8. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:59:9. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt daartoe de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 3.000,– bij een dienstverband langer dan 12 maanden maar korter dan 10 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 4.000,– bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. minstens € 5.000,– bij een dienstverband van 20 jaar of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever overlegt daartoe:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Paragraaf 4.6. beëindigingsgronden passend onderwijs bij tijdelijk dienstverband
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en
                                             financiële bijdragen van derden, als gevolg van de invoering van passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever, die de regeling ontslagbeleid als bedoeld in artikel 10.4a van de
                                          CAO PO 2018–2019 hanteert, en er is sprake van daling van de rijksbekostiging van
                                          personeel en financiële bijdragen van derden als gevolg van de invoering van passend
                                          onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor toewijzing in aanmerking als het dienstverband
                                          dat voor bepaalde tijd is aangegaan na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is
                                          aangegaan niet is voortgezet met als reden, opheffing van de instelling of de dienst
                                          van de instelling of de betrekking zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder
                                          a van de CAO PO en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:60:1 tot en met 4:60:8 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:1. Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking
                                                van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met
                                                het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op
                                                overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:2. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de passage van het ondersteuningsplan
                                                als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, onder b van de WPO, over de inzet van de bekostiging van de zorgvoorzieningen in de periode tot en per
                                                de datum van de beëindiging van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
4. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:3. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, waarvan het tijdelijke dienstverband niet wordt voortgezet,
                                                op jaarbasis gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:60:1.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:60:1 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:4. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       Indien de werkgever van een werknemer het tijdelijk dienstverband niet heeft voortgezet,
                                          dan geeft hij aan dat er op de datum waarop het dienstverband van rechtswege eindigde,
                                          geen vacature voor de functie van werknemer was waarin de werknemer benoemd had kunnen
                                          worden.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:5. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:6. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:60:2 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:7. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een tijdelijk dienstverband dat
                                                eindigt per of na de laatste schooldag van een schooljaar en dat na 1 augustus van
                                                dat jaar niet wordt voortgezet, wordt getoetst als zijnde een niet voortgezet dienstverband
                                                per 1 augustus van het volgend schooljaar en getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                          - 
                                             
2. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een niet voortgezet dienstverband
                                                per een andere datum dan genoemd in het eerste lid van dit artikel, wordt per deze
                                                andere datum getoetst, indien de daling van de rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden zich heeft voorgedaan direct voorafgaand aan de datum van het
                                                niet voortzetten van het dienstverband.
                                           
                                          - 
                                             
3. Een vergoedingsverzoek van een beëindigd dienstverband op grond van dit artikel per
                                                1 augustus van het volgend schooljaar, terwijl de daling van de rijksbekostiging van
                                                personeel en financiële bijdragen van derden zich eerder heeft voorgedaan maar de
                                                werkgever door het bepaalde van artikel 2.1 en 10.1 van de CAO PO en 10.4a, zevende
                                                lid van de CAO PO 2018–2019 niet eerder tot beëindiging van het dienstverband kon
                                                overgaan, wordt getoetst op basis van het Reglement 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:60:8. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever legt daartoe over:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:61. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege opheffing betrekking wegens daling van de rijksbekostiging van personeel en
                                             financiële bijdragen van derden, voor werkgevers die ten behoeve van de personele
                                             gevolgen passend onderwijs een sociaal plan met de vakbonden overeengekomen zijn
                                          
                                        
                                       
                                       Als de werkgever met de centrales in het DGO overleg heeft gevoerd over de rechtspositionele
                                          gevolgen van de invoering van passend onderwijs, dan komt een vergoedingsverzoek voor
                                          toewijzing in aanmerking als het dienstverband dat voor bepaalde tijd is aangegaan
                                          na het verstrijken van de tijd waarvoor deze is aangegaan, niet is voortgezet met
                                          als reden, opheffing van de instelling of de dienst van de instelling of de betrekking
                                          zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de CAO PO wegens de invoering
                                          van passend onderwijs en de werkgever heeft aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:61:1 tot en met 4:61:3 voldaan en de in die artikelen genoemde documenten overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:61:1. Sociaal Plan in geval daling bekostiging als gevolg van de invoering
                                             passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat hij met de vakcentrales in het DGO het sociaal plan is
                                                overeengekomen omdat hij wegens daling van de financiële bijdragen van derden als
                                                gevolg van de invoering passend onderwijs de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon
                                                garanderen.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring “Daling financiële bijdragen van
                                                derden als gevolg van de invoering passend onderwijs” waaruit blijkt dat
                                             
                                                - 
                                                   
I. de werkgever uitsluitend als gevolg van deze daling van de financiële bijdragen van
                                                      derden, de werkgelegenheidsgarantie niet meer kon handhaven en
                                                 
                                                - 
                                                   
II. er derhalve aan het beëindigen van het dienstverband niet (mede) andere redenen van
                                                      financiële aard ten grondslag liggen dan genoemde daling van de financiële bijdragen
                                                      van derden.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:61:2. Sociaal Plan
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat:
                                             
                                                - 
                                                   
a. hij met de bonden overeenstemming heeft bereikt over de omvang van het formatieve
                                                      probleem dat zou kunnen leiden tot gedwongen ontslag na afloop van de tweede fase
                                                      van het sociaal plan, en
                                                 
                                                - 
                                                   
b. het niet voortzetten van het tijdelijk dienstverband tijdens de looptijd van het sociaal
                                                      plan conform de in het sociaal plan gemaakte afspraken is.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan.
                                           
                                          - 
                                             
3. Tevens overlegt de werkgever ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de
                                                werkgever en de bonden gezamenlijk van oordeel zijn dat het formatieve probleem nog
                                                niet door middel van reductie van de omvang van het personeelsbestand, volledig was
                                                opgelost op de datum van het ontslag.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:61:3. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over het sociaal plan waaruit moet blijken dat de werknemer
                                                van minstens één van de in het sociaal plan overeengekomen mobiliteitsbevorderende
                                                maatregelen gebruik heeft kunnen maken.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62. Grondslag vergoedingsverzoek: niet voortzetten tijdelijk dienstverband
                                             vanwege gewichtige omstandigheden, te weten kwalitatieve fricties als gevolg van de
                                             invoering van passend onderwijs
                                          
                                        
                                       
                                       Als het tijdelijk dienstverband na het verstrijken van het tijdvak waarvoor het is
                                          aangegaan niet wordt voortgezet omdat de werkgever van oordeel is dat er sprake is
                                          gewichtige omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder h van de
                                          CAO PO, vanwege kwalitatieve fricties, als gevolg van de invoering van passend onderwijs,
                                          omdat naar het oordeel van de werkgever het anders onmogelijk wordt het gevraagde
                                          onderwijs te verzorgen of de verlangde taken uit te voeren, dan komt de werkgever
                                          voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de
                                          voorwaarden genoemd in artikel 4:62:1 tot en met 4:62:9 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:1. Meedelen reden niet voortzetten aan werknemer
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever heeft de reden voor het niet voortzetten van het dienstverband aan de
                                                werknemer meegedeeld.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de brief waarin de werkgever aan
                                                de werknemer heeft medegedeeld waarom hij het tijdelijk dienstverband niet wil voortzetten.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:2. Overleg, gericht op overeenstemming conform vigerende regel overlegprotocol
                                          
                                        
                                       
                                       De werkgever toont aan met ter zake overtuigende documenten dat hij volgens de strekking
                                          van het tripartiet convenant over de personele gevolgen overleg heeft gevoerd met
                                          het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties, gericht op
                                          overeenstemming conform de vigerende regels van het overlegprotocol.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:3. Daling rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van
                                             derden volgens vergelijking
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging
                                                van personeel en financiële bijdragen van derden, direct voorafgaand aan het ontslag,
                                                vergeleken met het bedrag dat gemoeid is met de totale rijksbekostiging van personeel
                                                en financiële bijdragen van derden per de datum van het ontslag, is gedaald.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt daartoe de vergelijking van de rijksbekostiging en financiële
                                                bijdragen van derden. Deze vergelijking voldoet aan de volgende voorwaarden:
                                             
                                                - 
                                                   
a. alle door de werkgever op bestuursniveau ontvangen bedragen rijksbekostiging van personeel
                                                      en financiële bijdragen van derden, worden in de vergelijking opgenomen, tenzij in
                                                      de volgende leden van dit artikel anders wordt vermeld;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. de bedragen die gemoeid gaan met het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid
                                                      worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. de bedragen die gemoeid gaan met de Regeling prestatiebox primair onderwijs worden voor 65% in de vergelijking van schooljaar 2020–2021 en schooljaar 2021–2022
                                                      opgenomen;
                                                 
                                                - 
                                                   
d. het bedrag dat gemoeid is met de omvang van het natuurlijk verloop en de andere niet
                                                      voortgezette/beëindigde dienstverbanden in de periode van zes maanden voorafgaand
                                                      aan en per de datum van het ontslag wordt op het bedrag dat gemoeid is met de daling
                                                      rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen van derden in mindering gebracht.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werkgever is aangesloten bij een samenwerkingsverband waarvan de aangesloten
                                                werkgevers hebben besloten dat zij zich gedragen als ware het samenwerkingsverband
                                                één werkgever voor wat betreft de rijksbekostiging van personeel en financiële bijdragen
                                                van derden, dan neemt de werkgever de bedragen rijksbekostiging van personeel en financiële
                                                bijdragen van derden op het niveau van het samenwerkingsverband in de vergelijking
                                                op.
                                           
                                          - 
                                             
4. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                          - 
                                             
5. Indien er sprake is van een fusie en/of overdacht van instellingen dan wel besturen,
                                                houdt de werkgever hier rekening mee, zodat de verschillende jaren vergelijkbaar blijven.
                                                Dit betekent dat als in het schooljaar 2021–2022 een extra instelling onder het bevoegd
                                                gezag ressorteert, deze instelling in het schooljaar 2020–2021 (herkenbaar) bij de
                                                vergelijking betrokken wordt.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:4. Daling bekostiging groter of gelijk aan loonkosten op jaarbasis
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. De werkgever toont aan dat het totale bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van
                                                de werknemer of werknemers, bedoeld in artikel 4:62:1 op jaarbasis, gelijk of lager is dan het bedrag dat gemoeid is met de daling genoemd
                                                in artikel 4:62:3.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever berekent daartoe het bedrag dat gemoeid is met de loonkosten van de werknemer
                                                of werknemers, bedoeld in artikel 4:62:3 aan de hand van de loonkostentool van het Participatiefonds.
                                           
                                          - 
                                             
3. Bij de berekening van de totale loonkosten van meerdere werknemers brengt de werkgever
                                                de volgende rangorde aan:
                                             
                                                - 
                                                   
a. De werkgever neemt eerst de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie het
                                                      tijdelijk dienstverband niet is voortgezet, bij de berekening in aanmerking. De werkgever
                                                      mag de volgorde van melden zelf bepalen.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. De werkgever neemt vervolgens de loonkosten van de werknemer of de werknemers van
                                                      wie het dienstverband op grond van een beëindigingsovereenkomst is beëindigd bij de
                                                      berekening in aanmerking. De werkgever neemt daarbij eerst het dienstverband in aanmerking
                                                      met de vroegste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst en als laatste
                                                      dienstverband met de laatste datum van ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. De werkgever neemt tenslotte de loonkosten van de werknemer of de werknemers van wie
                                                      het vast dienstverband door middel van ontslag is beëindigd bij de berekening in aanmerking.
                                                 
                                             
                                             Hierbij zijn voor personeel in vaste dienst de geldende regels ten aanzien van de
                                                afvloeiingsvolgorde van de CAO PO van kracht.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:5. Onderbouwing reden dat voor de juiste persoon/personen het vergoedingsverzoek
                                             is ingediend
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Indien de werkgever een werknemer in vaste dienst heeft ontslagen dan geeft de werkgever
                                                aan of er op de datum van beëindiging van het dienstverband sprake is van:
                                             
                                                - 
                                                   
i. personeel in tijdelijke dienst dat gehandhaafd blijft;
                                                 
                                                - 
                                                   
ii. personeel in tijdelijke dienst dat, in de periode tussen de ontslagaanzegging en de
                                                      ontslagdatum in vaste dienst is benoemd;
                                                 
                                                - 
                                                   
iii. personeel in vaste of tijdelijke dienst dat, in de periode tussen ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum een uitbreiding van de betrekking heeft gehad;
                                                 
                                                - 
                                                   
iv. personeel dat, in de periode tussen de datum van het sluiten van de ontslagaanzegging
                                                      en de ontslagdatum in vaste dienst is getreden;
                                                 
                                                - 
                                                   
v. een vacature op de datum van ontslag;
                                                 
                                             
                                             Als van het gestelde onder i., ii., iii., iv. of v. sprake is, in die zin dat het
                                                personeel betreft dat werkzaam is in dezelfde functie als die van de ontslagen werknemer/werknemers,
                                                dan wordt het bedrag dat gemoeid is met de daling, genoemd in artikel 4:62:3 verminderd met het bedrag dat gemoeid is met het in dienst houden of nemen van personeel
                                                genoemd in i. tot iv. en met respectievelijk met het bedrag dat gemoeid is met de
                                                loonkosten van de ontslagen werknemer die niet in de vacature, genoemd onder v., is
                                                benoemd.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:6. Afvloeiingsvolgorde
                                          
                                        
                                       
                                       Een vergoedingsverzoek wordt afgewezen als het een werknemer betreft die in een vast
                                          dienstverband was benoemd, terwijl het tijdelijke dienstverband in dezelfde functie
                                          van één of meer werknemers niet wordt beëindigd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:7. Vergelijking per onderwijssoort
                                          
                                        
                                       
                                       Een werkgever die zowel werkgever is in de zin van de WPO als van de WEC en die wordt geconfronteerd met een daling van de rijksbekostiging maakt de vergelijking,
                                          zoals genoemd in artikel 4:62:3 voor de onderwijssoort waar de daling zich heeft voorgedaan. Is er een daling bij
                                          beide schoolsoorten dan maakt de werkgever per schoolsoort een vergelijking.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:8. Toetsingsdatum
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Een vergoedingsverzoek op grond van dit artikel van een beëindiging per 1 augustus,
                                                waarbij de laatste contractdag van de arbeidsovereenkomst op 31 juli is, wordt getoetst
                                                op basis van het Reglement Participatiefonds 2021–2022.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                          Artikel 4:62:9. Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie
                                          
                                        
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven
                                                voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven
                                                van een werkkring buiten de eigen organisatie.
                                           
                                          - 
                                             
2. De werkgever overlegt daartoe de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die
                                                door beide partijen, voor de ontslagdatum is ondertekend. Uit de verklaring blijkt
                                                welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar
                                                ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het
                                                dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. minstens € 500,– bij een dienstverband van minder dan 6 maanden;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. minstens € 1.000,– bij een dienstverband van 6 maanden of langer.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden
                                                ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan
                                                verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag
                                                van de werknemer.
                                           
                                          - 
                                             
4. De werkgever overlegt daartoe:
                                             
                                                - 
                                                   
a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod
                                                      ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te
                                                      ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft
                                                      verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of
                                                 
                                                - 
                                                   
b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning
                                                      extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                      de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven
                                                      van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste
                                                      WW-dag.
                                                 
                                             
                                           
                                          - 
                                             
5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen
                                                dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat
                                                de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander
                                                werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten
                                                minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.