U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 22-12-2023.]Geraadpleegd op 18-05-2025. Geldend van 10-02-2021 t/m 21-12-2023
Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 30 januari 2021, nr. WJZ / 20220974, tot vergoeding van kosten van maatregelen voor aardbevingsbestendige industrie in Groningen (Beleidsregel vergoeding aardbevingsbestendige industrie Groningen)
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
[Regeling vervallen per 22-12-2023]
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Checklist aardbevingsbestendigheid risicokaartbedrijven: Checklist aardbevingsbestendigheid risicokaartbedrijven, januari 2021, NCG;
gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gevaarlijke stoffen: gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 12.11, eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 1°, van de Wet milieubeheer;
Handreiking gebruik LoC-methode: Handreiking Aardbevingsbestendigheid Industrie, Fase 2a/b (LoC-methode) en fase 2c, 25 juli 2019, Witteveen en Bos;
Handreiking Industrie fase 1: Handreiking Fase 1 voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen, juni 2018, TNO en Deltares;
Handreiking rekenmethodiek industrie fase 2: Rekenmethodiek voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen 8 juni 2018, TNO en Deltares;
inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;
onafhankelijke kennisinstelling: openbare universiteit te Delft;
piekgrondversnelling: hoogste waarde op maaiveldniveau van de grondversnelling tijdens een aardbeving;
Selectiemethodiek aardbevingsgevoelige industriële installatie: Selectiemethodiek aardbevingsgevoelige industriële installatie [23 januari 2020, Arcadis];
Standaardmethode leidingen op leidingbruggen: Generic approach for pipe systems and pipe racks, 23 september 2019, Royal HaskoningDHV;
Standaardmethode opslagtanks: Generic approach liquid storage tanks, 23 april 2018, Witteveen en Bos.
1 Deze beleidsregel is van toepassing op bedrijven die de volgende inrichtingen oprichten of in werking hebben:
a. inrichtingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, b, d, e, g of h van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
b. inrichtingen met een installatie als bedoeld in bijlage I bij de Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334);
c. inrichtingen waarop afdeling 2 van hoofdstuk 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing is;
d. inrichtingen die gevaarlijke stoffen opslaan in een hoeveelheid die een drempelwaarde als genoemd in bijlage 1 bij de Regeling provinciale risicokaart overschrijdt.
2 Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op de installaties van het bedrijf en op de gebouwen die functioneel verbonden zijn met die installaties.
3 Deze beleidsregel is niet van toepassing op nieuw te bouwen gebouwen waarop de Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige nieuwbouw Groningen van toepassing is.
1 Deze beleidsregel is uitsluitend van toepassing op een bedrijf als bedoeld in artikel 2 dat is gelegen op een locatie waar de piekgrondversnelling ten minste 0,05 g is, berekend en vastgesteld bij een herhalingstijd van 475 jaar.
2 Indien een installatie of gebouw nog niet is gerealiseerd op het moment van indienen van een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, 7, eerste lid, 9, 12, 14, 16, eerste lid, 19 of 22, eerste lid, wordt in afwijking van het eerste lid bij het berekenen en vaststellen van de piekgrondversnelling uitgegaan van het moment van verwachte oplevering van de nieuw te bouwen installatie of het nieuw te bouwen gebouw.
Deze afdeling is van toepassing op het verstrekken van een vergoeding aan een bedrijf indien:
a. het bedrijf is opgenomen in bijlage I of het een bedrijf is als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c; en
b. het installaties en gebouwen betreft die reeds zijn gerealiseerd op het moment van indienen van een aanvraag voor de vergoeding.
1 De minister verstrekt op aanvraag aan een bedrijf een vergoeding voor:
a. het opstellen van een plan van aanpak voor het uitvoeren van een kwalitatieve risicoanalyse van de installaties en gebouwen;
b. het uitvoeren van de kwalitatieve risicoanalyse; en
c. het selecteren van de installaties en gebouwen die in aanmerking kunnen komen voor een kwantitatieve risicoanalyse of het treffen van maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
2 Het opstellen van een plan van aanpak en het uitvoeren van een kwalitatieve risicoanalyse vindt plaats met toepassing van de Handreiking Industrie fase 1.
3 Het selecteren van de installaties en gebouwen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, vindt plaats met toepassing van de Selectiemethodiek aardbevingsgevoelige industriële installatie.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt na afloop van de daar bedoelde activiteiten ingediend en bevat:
a. een overzicht van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het uitvoeren van de activiteiten;
b. een openbare samenvatting van de resultaten van de kwalitatieve risicoanalyse;
c. een verklaring van de onafhankelijke kennisinstantie dat de kwalitatieve risicoanalyse is uitgevoerd volgens de Handreiking industrie fase 1; en
d. een verklaring van de aanvrager dat hij ermee instemt dat de informatie die hij bij de aanvraag heeft verstrekt en de informatie die in het besluit tot toekenning is opgenomen, door de minister worden verstrekt aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. in verband met haar betaalverplichting.
a. het opstellen van een basis of design voor het uitvoeren van een kwantitatieve risicoanalyse van de geselecteerde installaties en gebouwen; en
b. het uitvoeren van een kwantitatieve risicoanalyse van de geselecteerde installaties en gebouwen.
2 Het opstellen van de basis of design en het uitvoeren van de kwantitatieve risicoanalyse vinden plaats met gebruikmaking van:
a. de Handreiking gebruik LoC-methode;
b. de Handreiking rekenmethodiek industrie fase 2;
c. als de te analyseren installatie een opslagtank is: de Standaardmethode opslagtanks; of
d. als de te analyseren installatie een leiding op een leidingbrug is: de Standaardmethode leidingen op leidingbruggen.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt na afloop van de daar bedoelde activiteiten ingediend en bevat:
b. een openbare samenvatting van de resultaten van de kwantitatieve risicoanalyse;
c. een verklaring van de onafhankelijke kennisinstantie dat de kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd volgens een in artikel 7, tweede lid, voorgeschreven methode; en
De minister verstrekt op aanvraag aan een bedrijf een vergoeding voor het bepalen, ontwerpen en uitvoeren van organisatorische of technische maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 9 wordt na afloop van de daar bedoelde activiteiten ingediend en bevat:
b. een openbare samenvatting van de maatregelen die zijn getroffen;
c. de gegevens, bedoeld in artikel 6, en, indien van toepassing, de gegevens, bedoeld in artikel 8; en
Deze afdeling is van toepassing op het verstrekken van een vergoeding aan een bedrijf als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, b of c, indien het installaties of gebouwen betreft die nog niet zijn gerealiseerd op het moment van indienen van een aanvraag voor de vergoeding.
De minister verstrekt op aanvraag aan een bedrijf een vergoeding voor:
a. het opstellen van een plan van aanpak voor het uitvoeren van een kwalitatieve risicoanalyse van de te bouwen installaties en gebouwen;
c. het selecteren van de onderdelen van de te bouwen installaties en gebouwen die in aanmerking kunnen komen voor een kwantitatieve risicoanalyse of het treffen van maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
De artikelen 5, tweede en derde lid, en 6 zijn van overeenkomstige toepassing.
a. het opstellen van een basis of design voor het uitvoeren van een kwantitatieve risicoanalyse van de geselecteerde te bouwen installaties en gebouwen; en
b. het uitvoeren van een kwantitatieve risicoanalyse op de geselecteerde te bouwen installaties en gebouwen.
De artikelen 7, tweede lid, en 8 zijn van overeenkomstige toepassing.
1 De minister verstrekt op aanvraag aan een bedrijf een vergoeding voor het bepalen, ontwerpen en uitvoeren van organisatorische of technische maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
2 Een vergoeding wordt verstrekt voor de incrementele kosten van de realisatie van het ontwerp, waarbij maatregelen zijn opgenomen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad ten opzichte van een ontwerp zonder deze maatregelen.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 16, eerste lid, wordt na het ontwerpen van de daar bedoelde maatregelen ingediend en bevat:
a. een overzicht van de te treffen maatregelen;
b. een overzicht van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het bepalen en ontwerpen van de te treffen maatregelen;
c. een onderbouwing van de verwachte incrementele kosten voor het uitvoeren van de maatregelen; en
Deze afdeling is van toepassing op het verstrekken van een vergoeding aan een bedrijf als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, indien het installaties en gebouwen betreft die reeds zijn gerealiseerd op het moment van indienen van een aanvraag voor de vergoeding.
a. het uitvoeren van een beoordeling van installaties en gebouwen volgens de Checklist aardbevingsbestendigheid risicokaartbedrijven; en
b. het bepalen, ontwerpen en uitvoeren van organisatorische of technische maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 19 wordt na afloop van de daar bedoelde activiteiten gedaan en bevat:
a. de Checklist aardbevingsbestendigheid risicokaartbedrijven, ingevuld;
b. een overzicht van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het uitvoeren van de activiteiten; en
c. een verklaring van de aanvrager dat hij ermee instemt dat de informatie die hij bij de aanvraag heeft verstrekt en de informatie die in het besluit tot toekenning is opgenomen, door de minister worden verstrekt aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. in verband met haar betaalverplichting.
Deze afdeling is van toepassing op het verlenen van een vergoeding aan een bedrijf als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, indien het installaties en gebouwen betreft die nog niet zijn gerealiseerd op het moment van indienen van een aanvraag voor de vergoeding.
a. het uitvoeren van een beoordeling van de te bouwen installaties en gebouwen volgens de Checklist aardbevingsbestendigheid risicokaartbedrijven; en
b. het bepalen, ontwerpen en uitvoeren van technische maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad.
Een aanvraag voor een vergoeding als bedoeld in artikel 22, eerste lid, wordt na het ontwerpen van de daar bedoelde maatregelen gedaan en bevat:
Een vergoeding wordt slechts verstrekt voor de kosten die direct verbonden zijn aan de activiteiten, bedoeld in de artikelen 5, 7, 9, 12, 14, 16, 19 en 22.
De openbare samenvatting, bedoeld in de artikelen 6, onderdeel b, 8, onderdeel b, en 10, onderdeel b, bevat de informatie die is opgenomen in bijlage II.
De minister wijst een aanvraag af indien:
a. een aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens deze beleidsregel gestelde bepalingen;
b. aan de aanvrager eerder op grond van deze beleidsregel een vergoeding is verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 5, 7, 9, 12, 14, 16, 19 of 22;
c. de aanvrager eerder een privaatrechtelijke vergoeding van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. heeft gekregen voor het uitvoeren van een activiteit als bedoeld in artikel 5, 7, 9, 12, 14, 16, 19 of 22, of daarvoor een aanvraag heeft gedaan waarop nog niet onherroepelijk is beslist.
[Red: Wijzigt de Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige nieuwbouw Groningen.]
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige industrie Groningen.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 30 januari 2021
B. van 't Wout
Naam bedrijf
Locatie
Nouryon (Akzo Nobel)
Chemiepark Delfzijl
Covestro
Foxhol
NAM Condensaatopslag
Farmsum
AVEBE locatie Foxhol
ChemCom B.V.
Delamine B.V.
JPB Logistics B.V. (Oosterhorn)
JPB Logistics B.V. (Warvenweg)
Teijin Aramid B.V.
Husa Logistics
Veendam
Noordgastransport (NGT)
Uithuizen
Bio MCN
GOC Real Estate
Klesch Aluminiun B.V.
Reining Warehousing / Topbrands
Kolham
Wildeman Storage and Logistics
Finco Terminal Groningen B.V.
Groningen
C.G. Holthausen
Hoogezand
DFE Pharma
Gasunie Transport B.V. Scheemda
Scheemda
Gasunie Transport B.V. Spijk
Eemshaven
Finco Terminal Delfzijl B.V.
Contitank
DOW Benelux
Gasunie mengstation Zuidbroek
Muntendam
Gasunie MS Noordbroek
Noordbroek
Gasunie Tussenklappen 1 RS
NAM Bedum Productielocatie
Bedum
Nieveen Graanbedrijf B.V.
Lubrizol Advanced Material Resin
Evonik
Delfzijl
NAM RBI
Gasunie Tripscompagnie
Tripscompagnie
Nouryon Salt
ESD-SIC
PPG Industries Chemicals B.V.
Zeolyst C.V.
Gasunie Compressorstation Scheemda
NAM Schaapbulten
Meedhuizen
De openbare samenvatting, bedoeld in artikel 25, bevat ten minste de volgende gegevens:
Gegevens over het bedrijf
a. naam en adresgegevens van het bedrijf;
b. een aanduiding onder welk onderdeel of welke onderdelen van artikel 2, eerste lid, het bedrijf valt;
c. indien van toepassing: of het bedrijf op bijlage I staat;
d. naam en korte beschrijving van de producten en de stoffen die in het bedrijf worden gebruikt.
Gegevens over het onderzoek:
a. omschrijving van de onderzochte installaties en gebouwen;
b. doelstelling van het onderzoek;
c. tijdperiode van het onderzoek;
d. type onderzoek;
e. uitvoerder van het onderzoek;
f. resultaat van het onderzoek met een korte beschrijving van de eindconclusie.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Beleidsregel vergoeding kosten aardbevingsbestendige industrie Groningen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.