Specifiek interventiebeleid NVWA Wet op de dierproeven (IB02-SPEC 14, versie 3)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-12-2023 t/m 12-01-2024

Besluit van de Inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedselautoriteit, namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 24 november 2020 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid Wet op de dierproeven (IB02-SPEC 14, versie 3)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 20, van de Wet op de dierproeven (Wod), artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen Interventiebeleid Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Dit specifieke interventiebeleid beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid NVWA (NVWA IB02), de klasseindeling van en interventies voor specifieke overtredingen van de regelgeving met betrekking tot proefdieren en dierproeven.

Binnen het toepassingsgebied van dit document valt het:

  • Uitvoeren van dierproeven.

  • Het afleveren, fokken en houden van proefdieren.

  • Het vrijgegeven van proefdieren voor adoptie of opnieuw in hun habitat of in een voor de soort geschikt dierhouderijsysteem plaatsen.

Overtredingen met betrekking tot dierproeven en proefdieren die niet in dit document zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Divisie Regie & Expertise van de Directie Handhaven van de NVWA.

2. Begrippen en wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

2.1. Begrippen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

In aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02 gelden de volgende definities:

Afkortingen

  • NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

  • PV proces verbaal

  • SW schriftelijke waarschuwing

  • Wod Wet op de dierproeven

2.2. Wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Nationale wettelijke basis

Wet op de dierproeven (Wet van 12 januari 1977, houdende regelen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren; Wod).

Dierproevenbesluit 2014

Dierproevenregeling 2014

En andere relevante regelgeving waaronder besluiten en beleidsregels zoals, maar niet gelimiteerd tot: Besluit inzake aanwijzing cursus proefdierkunde, Besluit aanwijzing toezichthouders Wet op de dierproeven, Erkenningen dierexperimentencommissies.

Europese wettelijke basis

Richtlijn EU/2010/63 en daarbij horende besluiten en richtsnoeren waaronder, maar niet gelimiteerd tot: EU/2007/526 en ‘working document on genetically altered animals’.

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02.

De ernst van de overtreding wordt in de eerste plaats bepaald door de gevolgen voor de betrokken dier(en). Hierbij wordt gelet op de mate van vermijdbare pijn, lijden, angst of blijvende schade (hierna verder: ongerief) dat het dier of de dieren is aangedaan. In bepaalde gevallen is er (nog) geen ongerief als gevolg van de overtreding vastgesteld, maar is niet voldoende gewaarborgd dat dieren vermijdbaar ongerief wordt bespaard: er bestaat een (gering tot ernstig) risico dat dieren vermijdbaar ongerief wordt aangedaan. Ook de mate waarin (vermijdbaar) niet voldaan wordt aan bevrediging van de fysiologische en ethologische behoeften van het dier wordt meegewogen.

Hoe groter het risico op of de mate van vermijdbaar ongerief is, onder andere gelet op het aantal dieren en/of de tijdsduur, des te hoger wordt de overtreding geclassificeerd.

In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is mogelijk in overleg met het afdelingshoofd. De onderbouwing van de reden om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Sanctionerende interventie

De Wod stelt in artikel 25 vele overtredingen strafbaar. De meeste overtredingen zijn tevens als misdrijf aangemerkt. Overtredingen van de artikelen die in artikel 25, lid 2 van de Wod als ‘misdrijf’ worden aangemerkt, zijn ingedeeld in overtredingsklasse B. Ook pogingen tot misdrijven zijn strafbaar. Door de aard van instellingsvergunninghouders en de veelal open wettelijke normen, die daarnaast soms ook nog onderling strijdig zijn en tegen elkaar moeten worden afgewogen (de 3 V’s van vervanging, vermindering en verfijning), wordt toepassing van het strafrecht in overleg met het OM bepaald.

Bij verdenking op misdrijven en overtredingen sensu stricto (s.s.) wordt de algemene interventieklasseindeling meegenomen in de keuze van de passende interventie. Dit betekent dat ook omstandigheden (bijv. t.a.v. incidenteel vs. structureel vóórkomen, weging van de gevolgen van de overtreding en de typering van de normadressaat zoals mogelijke opzet, aanwijzingen voor onvoldoende effectief intern toezicht) meegewogen worden.

Wordt bij verdenking van misdrijven na overleg met het OM besloten om toch over te gaan tot het opmaken van een SW, dan dient de SW tevens om bij herhaalde overtreding opzet aannemelijk te maken.

Een afschrift van de SW gaat naar het OM en -indien relevant – ook naar de CCD.

Uiteindelijk beslist het OM of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening.

In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een Proces-Verbaal) of een schriftelijke waarschuwing kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie. Door de complexiteit van de regelgeving is het bieden van nalevingshulp in de meeste gevallen gewenst.

Schriftelijke waarschuwing:

Overtredingen s.s. met gering risico op ongerief met een meer dan incidentele karakter en/of in combinatie met andere overtredingen s.s. worden ingedeeld in overtredingsklasse C. Er wordt een schriftelijke waarschuwing opgemaakt. Indien bij een volgende (her-)inspectie blijkt dat de overtreding niet is opgeheven of wederom gemaakt is, kan aanpak conform overtredingsklasse B volgen.

Mededeling ter plaatse of via schriftelijke terugkoppeling van inspectieresultaten:

Bij constatering van een enkele overtreding s.s. met gering risico op ongerief wordt bij een incidenteel karakter van deze overtreding mededeling gedaan en vastgelegd in het dossier. Indien bij een volgende reguliere inspectie blijkt dat de geringe overtreding niet is opgeheven of wederom gemaakt is, kan aanpak conform overtredingsklasse C volgen.

N.B. Een schriftelijke waarschuwing is een schrijven van NVWA als de toezichthouder waarin gesteld wordt dat er een overtreding is geconstateerd bij de geïnspecteerde. Het is geen besluit waartegen bezwaar of beroep kan worden aangetekend.

Corrigerende interventie

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Ze zijn proportioneel en hebben veelal als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend verbetert zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe risico’s voor de proefdieren zoveel mogelijk worden voorkomen. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Een last onder bestuursdwang ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.

  • Een bestuursrechtelijke herstelmaatregel zoals bedoeld in Wod artikel 7 t.a.v. de instellingsvergunninghouder i.e. intrekking of beperking van de instellingsvergunning (bijv t.a.v. locatie, tijd, aard van de proefdieren of dierproeven, projecten).

Bij constatering van herhaling van overtredingen kan opnieuw een corrigerende interventie ingezet worden. Zo nodig samen met ingrijpendere maatregelen als het opmaken van een PV.

De NVWA behoudt zich het recht voor om de vergunningverlener of andere relevante betrokkenen te informeren over geconstateerde misstanden.

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie binnen een periode van 3 jaar dezelfde wettelijke norm, of een wettelijke bepaling die hetzelfde doel beoogd, waarop reeds een interventie werd toegepast, opnieuw wordt overtreden.

Herinspectie

Na constateren van een overtreding kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen. Een herinspectie kan aangekondigd of onaangekondigd worden uitgevoerd. De streeftermijn van herinspectie is 3 maanden. Deze termijn kan worden verlengd op grond van risico-inschatting van de toezichthouder. Indien bij herinspectie blijkt dat de overtreding onvoldoende adequaat is opgeheven, kan de interventie opgeschaald worden.

Stapeling

Tijdens een inspectie kunnen overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen worden vastgesteld. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het Algemene Interventiebeleid NVWA-IB02.

Verscherpt toezicht

Als bij inspectie blijkt dat overtredingen zich stapelen of herhalen, of er aanwijzingen zijn voor onvoldoende effectief intern toezicht, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert. Per bedrijf wordt een maatwerkaanpak opgesteld.

Het verscherpte toezicht wordt voor een beperkte periode opgelegd. In deze periode moet blijken dat de overtredingen zijn/worden opgeheven en als dat het geval is kan, na afloop van de periode, het verscherpt toezicht worden beëindigd. Als dat na afloop van de periode niet het geval is, kan het verscherpte toezicht worden verlengd, al dan niet in combinatie met een andere interventie.

4. Divers

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het 10 januari 2018 vastgestelde en op 15 februari 2018 van kracht geworden Specifieke interventiebeleid dierproeven (IB02-SPEC 14, versie 2). Ten opzichte van versie 02 zijn de wettelijke normen en overtredingsklassen vollediger en eenduidiger geformuleerd. Bestaande regels in de bijlage met meerdere wettelijke normen zijn waar nodig uitgesplitst naar evenzoveel regels. Tenslotte is het hoofddocument en de bijlage ingericht volgens een uniforme opzet, geldend voor alle domeinen.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA Wet op de dierproeven (IB02-SPEC 14, versie 3)’.

De bijlage van dit spec is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2021

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

M.A. Ruys

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

[Red: Gepubliceerd op www.nvwa.nl/interventiebeleid.]

Naar boven