Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024

[Regeling vervalt per 01-05-2025.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2020, nr. MBO/16722156, houdende voorschriften inzake het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters in de jaren 2020 tot en met 2024, alsmede inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024)

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit: Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten;

contactschool: contactschool als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid;

effectrapportage: effectrapportage als bedoeld in artikel 8.25 van de WVO 2020, artikel 8.3.2, zevende lid, van de WEB en artikel 162b, zevende lid, van de WEC;

entreeopleiding: entreeopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de WEB;

jongere in een kwetsbare positie: jongere die jonger is dan 23 jaar, en

minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

nieuwe voortijdig schoolverlater: jongere die jonger is dan 23 jaar en die in enig jaar behoort tot de startpopulatie, bedoeld in bijlage 1, onder I, die het daaropvolgend jaar niet is ingeschreven aan een onderwijsinstelling en die niet behoort tot één van de categorieën, genoemd in bijlage 1, onder II;

onderwijsinstelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de WEB, school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1.1 van de WVO 2020 of school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de WEC;

plusvoorziening: voorziening ten behoeve van de onderwijsinstellingen in een RMC-regio, die bestaat uit een gecombineerd programma van onderwijs leidend naar het behalen van een startkwalificatie, zorg, hulpverlening en waar nodig arbeidstoeleiding en die wordt aangeboden aan jongeren tot 23 jaar, die zodanig ernstige problemen ondervinden op het gebied van financiën, gezondheid, huisvesting, sociale omgeving of maatschappelijk functioneren dat zij de onderwijsinstelling zonder diploma dreigen te verlaten;

regionaal programma: regionaal programma als bedoeld in artikel 8.3.4, eerste lid, van de WEB, artikel 8.27, eerste lid, van de WVO 2020 en artikel 149, eerste lid, van de WEC;

RMC-contactgemeente: contactgemeente als bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid, van de WEB, artikel 147, derde lid, van de WEC en artikel 8.23, eerste en tweede lid, WVO 2020;

RMC-regio: RMC-regio, opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;

startkwalificatie: startkwalificatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Leerplichtwet 1969;

studiejaar: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar;

WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs;

WEC: Wet op de expertisecentra;

WVO 2020: Wet voortgezet onderwijs 2020.

Paragraaf 2. Het regionaal programma voortijdig schoolverlaten

Artikel 2.1. Regionaal programma voortijdig schoolverlaten

  • 1 In elke RMC-regio wordt een regionaal programma uitgevoerd.

  • 2 Het regionaal programma wordt opgesteld door de contactschool samen met de RMC-contactgemeente. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatregelen uit het regionaal programma, bedoeld in artikel 3.1.

  • 3 De RMC-contactgemeente en de contactschool in een RMC-regio stellen streefcijfers op voor de betreffende maatregelen uit het regionaal programma, bedoeld in artikel 3.1, onderdelen a tot en met c.

  • 4 Het regionaal programma omvat ten minste één plusvoorziening, tenzij de contactschool en de RMC-contactgemeente in een gezamenlijk verzoek aan de minister aantonen dat een plusvoorziening niet noodzakelijk is binnen de betreffende RMC-regio.

  • 5 Het regionaal programma van de RMC-regio Friesland Noord omvat ten minste één plusvoorziening voor het landelijke expertise behandelcentrum Fier Fryslan.

Paragraaf 3. Subsidie aan contactschool voor het regionaal programma voortijdig schoolverlaten

Artikel 3.1. Te subsidiëren activiteiten

De minister kan aan een contactschool subsidie verstrekken voor de uitvoering van maatregelen uit het regionaal programma in de studiejaren 2020/2021 tot en met 2023/2024, die tot doel hebben:

  • a. het behalen van het voor de RMC-regio opgestelde streefcijfer ter realisatie van een landelijke vermindering van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters tot maximaal 20.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in het kalenderjaar 2024, gemeten over het studiejaar 2023/2024;

  • b. het behalen van het voor de RMC-regio opgestelde streefcijfer om het percentage uitgevallen jongeren dat een jaar later terugkeert naar het onderwijs, te verhogen;

  • c. het behalen van het voor de RMC-regio opgestelde streefcijfer om het percentage uitgevallen jongeren dat één jaar later voor minimaal 12 uur per week werkzaam is te verhogen; en

  • d. het in de RMC-regio waar nodig ondersteunen van jongeren in een kwetsbare positie ten aanzien van de aansluiting op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt.

Artikel 3.2. Regionale samenwerking en contactschool

  • 1 De onderwijsinstellingen wijzen uit hun midden een onderwijsinstelling aan die optreedt als contactschool in de betreffende RMC-regio.

  • 2 Het bevoegd gezag van de contactschool heeft in ieder geval tot taak:

    • a. om in samenwerking met de desbetreffende RMC-contactgemeente en de onderwijsinstellingen in de desbetreffende RMC-regio de maatregelen uit te voeren die voortvloeien uit het regionaal programma van de betreffende regio;

    • b. het optreden als aanvrager en ontvanger van de subsidie die wordt verstrekt op grond van deze paragraaf;

    • c. het namens de in het eerste lid bedoelde onderwijsinstellingen voeren van het regionaal bestuurlijk overleg over het regionaal programma; en

    • d. het uitvoering geven aan de afspraken in het regionaal programma over de besteding van de subsidie die wordt verstrekt op grond van deze paragraaf.

Artikel 3.3. Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is ten hoogste € 121.600.000 beschikbaar.

Artikel 3.4. Hoogte subsidiebedrag

  • 1 De hoogte van het subsidiebedrag per studiejaar per contactschool is gelijk aan het bedrag dat voor de betreffende RMC-regio is opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling.

  • 2 Voor RMC-regio Friesland Noord wordt het bedrag, bedoeld in bijlage 3, verhoogd met € 150.000,– voor de plusvoorziening, bedoeld in artikel 2.1, vijfde lid.

Artikel 3.5. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag voor subsidie op grond van deze paragraaf wordt via de beveiligde omgeving van duo.nl/zakelijk ingediend bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. De aanvraag voor subsidie omvat het regionaal programma en een volledig ingevuld aanvraagformulier, opgesteld met gebruikmaking van het model dat als bijlage 4 bij deze regeling is opgenomen.

  • 2 Het aanvraagformulier wordt door zowel de contactschool als de RMC-contactgemeente van de desbetreffende RMC-regio ondertekend.

  • 3 De aanvraag voor subsidie op grond van deze paragraaf wordt uiterlijk op 30 september 2020 ingediend.

  • 4 Indien dit voor een goede uitvoering van de regeling noodzakelijk is, kan de minister aanvragen die na de in het derde lid genoemde datum zijn ingediend, afwijzen.

Artikel 3.6. Verlening, vaststelling en betaling

  • 1 De minister beslist uiterlijk op 30 november 2020 op de aanvraag.

  • 2 De verleende subsidie wordt in vier gelijke delen als voorschot uitbetaald. In het studiejaar 2020-2021 vindt de betaling uiterlijk plaats in december. Voor de overige studiejaren vindt de betaling steeds plaats in november van het betreffende studiejaar.

  • 3 De Minister stelt de subsidie vast binnen 52 weken na ontvangst van het jaarverslag over het jaar van besteding.

Artikel 3.7. Besteding van de subsidie

  • 1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor zij is verstrekt.

  • 2 De subsidie wordt uiterlijk in 2024 besteed.

  • 3 Niet-bestede middelen die een bedrag van € 1.000,– te boven gaan, worden teruggevorderd.

Artikel 3.8. Verantwoording

De financiële verantwoording geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G, onderdeel 2, zoals bedoeld in richtlijn RJ660 van de Raad van de Jaarverslaggeving.

Artikel 3.9. Meldingsplicht

  • 1 Een contactschool meldt onverwijld schriftelijk een wijziging in de samenstelling van het samenwerkingsverband in een RMC-regio aan de minister.

  • 2 De contactschool en de RMC-contactgemeente melden onverwijld schriftelijk een wijziging van het regionaal programma aan de minister.

Artikel 3.10. Monitoring en evaluatie

  • 1 De minister evalueert de effecten van de regionale programma’s uiterlijk in 2024.

  • 2 De contactschool draagt er zorg voor dat de onderwijsinstellingen in de RMC-regio meewerken aan het onderzoek naar de effecten van het regionaal programma.

Paragraaf 4. Specifieke uitkering voor RMC-contactgemeenten voor de regionale meld- en coördinatiefunctie en het regionaal programma voortijdig schoolverlaten

Artikel 4.1. Doel specifieke uitkering

De minister verstrekt jaarlijks op grond van deze paragraaf een specifieke uitkering aan de RMC-contactgemeenten voor het in de RMC-regio’s uitvoeren van de taken, bedoeld in de artikelen 8.24, eerste tot en met derde lid, van de WVO 2020, 8.3.2, vijfde lid, van de WEB en 147, vijfde lid, van de WEC, en het uitvoeren van het regionaal programma, bedoeld in de artikelen 8.24, vierde lid, van de WVO 2020, 8.3.4, vierde lid, van de WEB en 149, vierde lid, van de WEC.

Artikel 4.2. Bepalen hoogte specifieke uitkering

  • 1 De minister verstrekt voor de kalenderjaren 2021 tot en met 2024 jaarlijks ten hoogste € 56.151.032,– voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 4.1.

  • 3 De bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen jaarlijks worden aangepast in verband met loon- en prijsbijstelling.

  • 4 De verdeling van het budget, bedoeld in het tweede lid, onder e, over de RMC-regio’s, is opgenomen in bijlage 6 bij deze regeling.

Artikel 4.3. Besteding van de specifieke uitkering

  • 1 Indien de uitkering niet of niet geheel is besteed in het betreffende kalenderjaar aan het doel waarvoor deze is bestemd, mag het resterende bedrag uiterlijk in 2024 aan dat doel worden besteed.

Artikel 4.4. Extra financiële middelen RMC-functie 2022

  • 1 In aanvulling op het bedrag, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid, verstrekt de minister voor kalenderjaar 2022 een bedrag van € 4.500.000,–.

Paragraaf 5. Uitvoeringsvoorschriften inzake de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten en het regionaal programma voortijdig schoolverlaten

Artikel 5.1. Voorschriften effectrapportage

  • 1 De inrichting van de effectrapportage geschiedt conform bijlage 5 bij deze regeling.

  • 2 Burgemeester en wethouders van de desbetreffende RMC-contactgemeente dienen de effectrapportage uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op het studiejaar waarop deze betrekking heeft, in bij de minister.

  • 3 Burgemeester en wethouders van de desbetreffende RMC-contactgemeente dragen er zorg voor dat de onderwijsinstellingen in de RMC-regio meewerken aan het opstellen van de effectrapportage.

Artikel 5.2. Vaststelling RMC-regio’s, aanwijzing gemeenten

  • 1 De vastgestelde RMC-regio’s staan in bijlage 2 bij deze regeling.

  • 2 De RMC-contactgemeente verzoekt de minister schriftelijk een wijziging in de samenstelling van de RMC-regio aan te brengen.

Artikel 5.3. Monitoring en evaluatie

De RMC-contactgemeente draagt er zorg voor dat de gemeenten in de RMC-regio meewerken aan het onderzoek naar de effecten van het regionaal programma, bedoeld in artikel 3.10.

Artikel 5.4. Verantwoording extra financiële middelen RMC-functie 2022

Voor de studiejaren 2021–2022 tot en met 2023–2024 beantwoordt het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende RMC-contactgemeente in de effectrapportage twee aanvullende vragen, opgenomen in bijlage 5, over de resultaten van de besteding van de extra financiële middelen, bedoeld in artikel 4.4.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 mei 2025.

Artikel 6.2. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Bijlage 1. behorende bij artikel 1.1 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024

  • I. In de startpopulatie worden meegeteld alle inschrijvingen op 1 oktober van enig jaar (t) in het vo, vavo en mbo, uitgezonderd:

    • Jongeren die zijn ingeschreven aan een niet-bekostigde instelling;

    • Jongeren die zijn ingeschreven in het praktijkonderwijs;

    • Jongere aan Engelse stroom of Internationaal Baccalaureaat;

    • Jongeren die eerstejaars nieuwkomer zijn;

    • Jongeren ouder dan 22 jaar op het moment van uitval;

    • Jongeren zonder vaste woonplaats, of wonend in het buitenland;

    • Jongeren die zijn ingeschreven in het voortgezet speciaal onderwijs.

  • II. In de telling op 1 oktober t+1 worden de volgende jongeren uit de startpopulatie niet als nieuwe vsv’er meegeteld:

    • Jongeren die onderwijs volgen in bekostigd of niet-bekostigd onderwijs of aan politie/defensie-opleidingen;

    • Jongeren met een diploma van de entree opleiding (mbo niveau 1) en een baan van minimaal 12 uur per week;

    • Jongeren met een verlate startkwalificatie mbo (tot 1 januari);

    • Jongeren die in het bezit zijn van een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs of een diploma beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de wet;

    • Jongeren die zijn toegelaten tot een instelling voor hoger onderwijs;

    • Jongeren die in de loop van het schooljaar (tussen 1 oktober jaar t en 1 oktober jaar t+1) zijn geëmigreerd, overleden, geen vaste woonplaats meer hebben of een vrijstelling hebben.

Door het aantal nieuwe vsv’ers af te zetten tegen het aantal jongeren in de startpopulatie wordt het vsv-percentage bepaald van een instelling. Voor deze definitie is gekozen om meetbaar op instellingsniveau, landelijk uniform, zonder administratieve lasten voor de instellingen en controleerbaar het aantal (nieuwe) jaarlijkse voortijdig schoolverlaters te kunnen meten.

Bijlage 2. behorende bij artikel 5.2 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 (vaststelling RMC-regio’s)

RMC-regio’s

Regio 1. Oost-Groningen

Stadskanaal, Veendam, Westerwolde, Pekela, Oldambt.

Regio 2. Noord-Groningen-Eemsmond

Het Hogeland, Eemsdelta.

Regio 3. Centraal en Westelijk Groningen

Groningen, Midden-Groningen, Westerkwartier.

Regio 4. Friesland Noord

Ameland, Dantumadiel, Harlingen, Leeuwarden, Noardeast-Fryslân, Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland, Waadhoeke.

Regio 5. Zuid-West Friesland

De Fryske Marren, Súdwest-Fryslân.

Regio 6. Friesland-Oost (‘de Friese Wouden’)

Achtkarspelen, Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel, Weststellingwerf.

Regio 7. Noord-en Midden Drenthe

Aa en Hunze, Assen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo.

Regio 8. Zuid-Oost Drenthe

Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen.

Regio 9. Zuid-West Drenthe

Hoogeveen, Meppel, Westerveld, De Wolden.

Regio 10. IJssel-vecht

Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle.

Regio 11. Stedendriehoek

Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Olst-Wijhe, Voorst, Zutphen.

Regio 12. Twente

Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden.

Regio 13. Achterhoek

Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk.

Regio 14.

[Red: Vervallen.]

Regio 15. Rivierenland

Buren, Culemborg, Maasdriel, Neder-Betuwe, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal, Zaltbommel.

Regio 16. Eem en Vallei

Amersfoort, Baarn, Barneveld, Bunschoten, Ede, Leusden, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Veenendaal, Wageningen, Woudenberg.

Regio 17. Noordwest-Veluwe

Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Zeewolde.

Regio 18. Flevoland

Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk.

Regio 19. Utrecht

Bunnik, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Vijfheerenlanden, Wijk bij Duurstede, Woerden, Zeist.

Regio 20. Gooi en Vechtstreek

Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Wijdemeren.

Regio 21. Agglomeratie Amsterdam

Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad.

Regio 22. West-Friesland

Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Stede Broec.

Regio 23. Kop van Noord-Holland

Den Helder, Hollands Kroon, Schagen, Texel.

Regio 24. Noord-Kennemerland

Alkmaar, Bergen (NH), Castricum, Dijk en Waard, Heiloo, Uitgeest.

Regio 25. Zuid-Kennemerland en IJmond

Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Heemskerk, Heemstede, Velsen, Zandvoort.

Regio 26. Zuid-Holland-Noord

Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Kaag en Braassem, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude.

Regio 27. Zuid-Holland-Oost

Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Nieuwkoop, Waddinxveen, Zuidplas.

Regio 28. Haaglanden/Westland

Delft, ’s-Gravenhage, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland, Zoetermeer.

Regio 29. Rijnmond

Albrandswaard, Barendrecht, Capelle, aan, den, IJssel, Goeree-Overflakkee, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Voorne aan Zee.

Regio 30. Zuid-Holland-Zuid

Alblasserdam, Dordrecht, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht Hoeksche Waard, Molenlanden, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht.

Regio 31. Oosterschelde Regio

Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Tholen.

Regio 32. Walcheren

Middelburg, Veere, Vlissingen.

Regio 33. Zeeuws-Vlaanderen

Hulst, Sluis, Terneuzen.

Regio 34. West-Brabant

Altena, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Geertruidenberg, Drimmelen, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Steenbergen, Rucphen, Woensdrecht, Zundert.

Regio 35. Midden-Brabant

Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg, Waalwijk.

Regio 36. Noord-Oost-Brabant

Bernheze, Boekel, Boxtel, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Land van Cuijk, Maashorst, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel, Vught.

Regio 37. Zuidoost-Brabant

Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De, Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.

Regio 38. Gewest Limburg-Noord

Beesel, Bergen (L), Echt-Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel, en, Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert.

Regio 39. Gewest Zuid-Limburg

Beek, Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal.

Regio 40. Rijk van Nijmegen

Berg en Dal, Beuningen, Druten, Heumen, Mook en Middelaar, Nijmegen, Wijchen.

Regio 41. Arnhem

Arnhem, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Westervoort, Zevenaar.

Bijlage 3. behorende bij artikel 3.4 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024

Verdeling jaarlijkse subsidie over de contactscholen

RMC-regio

Naam regio

Contactschool

Bedrag per school

1

Oost-Groningen

Noorderpoortcollege

162.878

2

Noord-Groningen-Eemsmond

Noorderpoortcollege

162.878

3

Centraal en Westelijk Groningen

Noorderpoortcollege

969.211

4

Friesland Noord

Friesland College

359.0131

5

Zuid-West Friesland

Friesland College

119.293

6

De Friese Wouden

Friesland College

271.842

7

Noord- en Midden Drenthe

Drenthe College

119.293

8

Zuid-Oost Drenthe

Drenthe College

271.842

9

Zuid-West Drenthe

Drenthe College

162.878

10

IJssel-Vecht

Deltion College

271.842

11

Stedendriehoek

ROC Aventus

489.770

12

Twente

ROC Twente

1.317.895

13

Achterhoek

Graafschap College

162.878

14

   

15

Rivierenland

ROC Rivor

162.878

16

Eem en Vallei

ROC Midden Nederland

707.697

17

Noordwest-Veluwe

ROC Landstede

271.842

18

Flevoland

ROC Flevoland

969.211

19

Utrecht

Globe College

969.211

20

Gooi en Vechtstreek

ROC van Amsterdam

162.878

21

Agglomeratie Amsterdam

ROC van Amsterdam

4.891.908

22

West-Friesland

ROC Horizon College

271.842

23

Kop van Noord-Holland

ROC Kop van Noord-Holland

271.842

24

Noord-Kennemerland

ROC Horizon College

271.842

25

Zuid-Kennemerland en IJmond

Nova College

707.697

26

Zuid-Holland-Noord

MBO Rijnland

359.013

27

Zuid-Holland-Oost

MBO Rijnland

359.013

28

Haaglanden

ROC Mondriaan

2.538.289

29

Rijnmond

ROC Albeda College

4.891.908

30

Zuid-Holland-Zuid

ROC Da Vinci College

707.697

31

Oosterschelde regio

Scalda

271.842

32

Walcheren

Scalda

271.842

33

Zeeuwsch-Vlaanderen

Scalda

271.842

34

West-Brabant

Curio

707.697

35

Midden-Brabant

ROC Tilburg

969.211

36

Noord-Oost-Brabant

Koning Willem I College

489.770

37

Zuidoost-Brabant

Summa College

969.211

38

Gewest Limburg-Noord

ROC Gilde opleidingen

969.211

39

Gewest Zuid-Limburg

Vista College

707.697

40

Rijk van Nijmegen

ROC van Nijmegen

707.697

41

Arnhem

ROC Rijn IJssel

707.697

1 Dit bedrag wordt conform artikel 3.4 van de regeling verhoogd met € 150.000,–.

Bijlage 4. Aanvraag van subsidie ten behoeve van de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten en voor jongeren in een kwetsbare positie 2020–2024

Algemeen

Via het aanvraagformulier kunt u als contactschool subsidie aanvragen voor de uitvoering van het regionaal programma ter voorkoming en bestrijding van voortijdig schoolverlaten (artikel 8.3.4 lid 1 WEB). De subsidie is bedoeld voor de periode studiejaar 2020/2021 tot en met 2023/2024. Het subsidiebedrag dient uiterlijk eind 2024 besteed te zijn. De contactgemeente krijgt via een specifieke uitkering tevens middelen voor de uitvoering van het regionaal programma (artikel 8.3.4 lid 4 WEB).

Uw aanvraag voor de subsidie moet bestaan uit een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier en een gezamenlijk ontwikkeld en ondertekend regionaal programma aan maatregelen. Het aanvraagformulier vindt u op de beveiligde omgeving van Mijn DUO (www.duo.nl/zakelijk). U dient het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier met bijlagen hier in te dienen. Het verplichte format van het in te vullen aanvraagformulier is in deze bijlage weergegeven.

Regionaal programma aan maatregelen

De volgende items dienen minimaal in het regionaal programma terug te komen om in aanmerking te komen voor subsidie:

  • Maatregelen die inzetten op een of meerdere van onderstaande doelstellingen:

    • Het verlagen van het regionaal aantal jaarlijks nieuwe voortijdig schoolverlaters tussen de 12-23 jaar waarmee wordt bijgedragen aan de landelijke doelstelling van maximaal 20.000 nieuwe schooluitvallers in 2024;

    • Het vergroten van het percentage voortijdige uitvallers dat een jaar later terug naar school gaat;

    • Het vergroten van het percentage voortijdige uitvallers dat een jaar later aan het werk is;

    • Het monitoren en ondersteunen van jongeren in een kwetsbare positie.

  • Een plusvoorziening, bestemd voor de begeleiding van overbelaste jongeren, tenzij onderbouwd wordt aangegeven waarom een plusvoorziening voor uw regio niet relevant is.

  • Jaarlijkse streefcijfers voor wat betreft het percentage nieuwe vsv’ers en het percentage vsv’ers dat één jaar later terug naar school is of aan het werk is.

  • Een begroting waarin staat wat de maatregelen kosten en hoe de financiering gedekt is.1

Het regionaal programma hoeft niet in een bepaald format te worden aangeleverd, maar in het aanvraagformulier wordt wel een overzicht van de begrootte maatregelen gevraagd. Alhoewel niet verplicht, verzoeken we de regio’s tevens in het regionaal programma een analyse te maken van de stijgende vsv-cijfers wanneer dat in uw regio van toepassing is, waarbij gebruik wordt gemaakt van de meest recente kwantitatieve en kwalitatieve landelijke en regionale gegevens van uw regio. Hierbij vragen we extra aandacht voor ongediplomeerde uitstroom naar werk (‘groenpluk’) als oorzaak van vsv en maatregelen die worden genomen om dit tegen te gaan. Ook raden we aan de kwaliteitsagenda’s van de mbo-scholen in uw regio bij het opstellen van de streefcijfers en de maatregelen te betrekken. In de kwaliteitsagenda’s staan reeds doelstellingen en maatregelen om vanuit de mbo-school uitval tegen te gaan en jongeren in kwetsbare positie te ondersteunen. Tot slot vragen we u ook om uw OCW-accountmanager bij het opstellen en vaststellen van het regionaal programma te betrekken.2

Mocht u gedurende de looptijd van het regionaal programma aanleiding zien om de streefcijfers en/of maatregelen aan te passen, dan verzoeken we u dit te melden aan uw accountmanager en aan DUO. Het betreft in dat geval namelijk een aanpassing van het regionaal programma en daarmee subsidieaanvraag.

Invullen aanvraag

1. Contactgegevens

Bij dit onderdeel vult u de gevraagde contactgegevens in.

2. Streefcijfers

Bij dit onderdeel vult u de tabel in. U geeft aan naar hoeveel procent nieuwe jaarlijkse vsv’ers u streeft in 2024 en welke resultaten – uitgedrukt in percentages – u in de tussenliggende jaren wilt behalen. Ditzelfde geldt voor het percentage uitgevallen jongeren dat een jaar later opnieuw naar school gaat en het percentage uitgevallen jongeren dat een jaar later aan het werk is. Het gaat ook hierbij om de schooljaren 2021/22 tot en met 2024/25, maar in dit geval gaat het om het terugkeermoment, namelijk de vsv’ers die een jaar na uitval onderwijs volgen of een baan hebben. Bij de streefcijfers van de nieuwe vsv’ers gaat het over het uitvalmoment van de jongeren. Ten behoeve van het opstellen van deze streefcijfers staan op het zakelijk portaal van DUO de resultaten voor uw regio op peildatum 1 oktober van de jaren 2017, 2018 en 2019. Optioneel kunt u als regio ook streefcijfers per onderwijssector (vo / mbo) en per onderwijsniveau (mbo niveau 1, 2, 3 en 4) opstellen.

Hulp bij opstellen streefcijfers jaarlijkse nieuwe vsv’ers

In tabel 1 staat een overzicht van de gegevens, die u van DUO kunt verwachten met betrekking tot deze jaarlijkse nieuwe vsv’ers:

  • Vanaf maart 2020 staan op het zakelijk portaal van DUO gegevens, bedoeld ter ondersteuning bij het bepalen van de streefdata.

  • Vervolgens staan in februari 2021 op het zakelijk portaal het aantal en het percentage jaarlijkse nieuwe vsv’ers voor uw regio op 1 oktober 2020. Dit betreft de jongeren, die op 1 oktober 2020 zonder startkwalificatie zijn uitgevallen uit onderwijs en het jaar ervoor, op 1 oktober 2019, waren geregistreerd in bekostigd vo, mbo en vavo in BRON. Deze gegevens gebruikt OCW als zogenoemde nulmeting.

  • Hierna komen andere schooljaren aan bod, waarover uw regio de streefcijfers heeft ingevuld op het invulblad, namelijk de meetmomenten 1 oktober 2021 tot en met 1 oktober 2024. Het betreft de jongeren die op deze meetmomenten zonder startkwalificatie zijn uitgevallen en het schooljaar ervoor -op peildatum 1 oktober- een inschrijving hadden in bekostigd vo, vavo of mbo. U ontvangt deze gegevens via DUO in februari in respectievelijk de jaren 2022, 2023, 2024 en 2025.

Tabel 1 (jaarlijkse nieuwe vsv’ers)

Levermoment van gegevens

 

meetmoment

   

1-10-17

1-10-18

1-10-19

1-10-20

1-10-21

1-10-22

1-10-23

1-10-24

hulp bij bepalen van streefpercentages

feb-2020

 

Start-populatie

Uitval-moment

         

Nulmeting

feb-2021

   

Start-populatie

Uitval-moment

       

eerste streefpercentage

feb-2022

     

Start-populatie

Uitval-moment

     

tweede streefpercentage

feb-2023

       

Start-populatie

Uitval-moment

   

derde streefpercentage

feb-2024

         

Start-populatie

Uitval-moment

vierde streefpercentage

feb-2025

           

Start-populatie

Uitval-moment

Hulp bij opstellen streefcijfers vsv’ers één jaar later

Daarnaast staan op het zakelijk portaal van DUO de gegevens over de vsv’ers die een jaar na uitval een baan hebben of opnieuw naar school gaan. Dit is te zien in tabel 2.

  • In maart 2020 staat op het zakelijk portaal van DUO het percentage vsv’ers, dat opnieuw naar school gaat of een jaar later een baan heeft. Het gaat om de jongeren, die op 1 oktober 2018 zonder startkwalificatie zijn uitgevallen uit onderwijs terwijl ze het jaar ervoor, op 1 oktober 2017, waren geregistreerd in bekostigd vo, mbo en vavo in BRON (de zogenoemde startpopulatie). Aangegeven wordt welk deel van hen een jaar later, op 1 oktober 2019 welk deel opnieuw naar school en welk deel een baan heeft.

  • In februari 2021 staat op het zakelijk portaal van DUO het percentage jongeren dat op 1 oktober 2020 is teruggekeerd in het onderwijs of een baan heeft nadat zij op 1 oktober 2019 zijn uitgevallen zonder startkwalificatie en op 1 oktober 2018 stonden ingeschreven in bekostigd vo, mbo of vavo volgens BRON. Deze gegevens gebruikt OCW als zogenoemde nulmeting.

  • Vanaf februari 2022 ontvangt uw regio de gegevens voor de meetmomenten, waarover uw regio de streefcijfers heeft ingevuld op het invulblad, namelijk de meetmomenten 1 oktober 2021 tot en met 1 oktober 2024. Het betreft dus het aandeel uitgevallen jongeren, die op het meetmoment terugkeren in een baan of in het onderwijs. Met behulp van de streefcijfers geeft u aan naar hoeveel procent uitgevallen jongeren dat een jaar later opnieuw naar school gaat en het percentage uitgevallen jongeren dat een jaar later aan het werk is, u op 1 oktober 2024 streeft. Ook geeft u aan welke resultaten – uitgedrukt in percentages – u in de tussenliggende jaren wilt behalen.

Tabel 2: vsv'ers een jaar later in een baan of terug op school

Levermoment van gegevens

meetmoment

   

1-10-17

1-10-18

1-10-19

1-10-20

1-10-21

1-10-22

1-10-23

1-10-24

hulp bij bepalen streefpercentages

feb-20

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

         

Nulmeting

feb-21

 

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

       

eerste streefpercentage

feb-22

   

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

     

tweede streefpercentage

feb-23

     

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

   

derde streefpercentage

feb-24

       

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

 

vierde streefpercentage

feb-25

         

start

populatie

uitval

moment

% school en werk

3. Maatregelen en begroting

Bij dit onderdeel gaat u in op de maatregelen die in uw RMC-regio worden genomen. U geeft aan wat de maatregel inhoudt, aan welke doelstelling(en) van de regeling de maatregel bijdraagt en wat het totaalbedrag per maatregel is. Dit kunnen personele of materiële kosten zijn. Ook geeft u kosten aan die u begroot voor de beheers- en coördinatiekosten. Dit betreft zowel de overkoepelende beheers- en coördinatiekosten als de beheers- en coördinatiekosten van specifieke maatregelen. U kunt ook een dergelijke tabel in uw regionaal programma opnemen en hiernaar verwijzen.

4. Overzicht bedrag subsidie

Bij dit onderdeel geeft u het totale bedrag aan waarvoor u subsidie aanvraagt.

5. Ondertekening

Bij dit onderdeel ondertekent u de aanvraag.

Controle door DUO

DUO controleert of:

  • de benodigde stukken meegestuurd zijn en volledig zijn ingevuld en ondertekend;

  • het programma maatregelen bevat die inzetten op de doelen van de regeling én een plusvoorziening bevat, tenzij onderbouwd aangegeven waarom niet;

  • een begroting voor het regionaal programma is meegestuurd;

  • het aangevraagde bedrag niet uitkomt boven het beschikbare budget per contactschool.

Planning

  • 1 april 2020 tot en met 30 september 2020: aanvraagperiode voor subsidie door contactschool

  • Uiterlijk 30 november 2020: beschikking subsidie door DUO

  • 1 september 2020: start regionaal programma

  • 1 april jaarlijks vanaf 2021: deadline aanleveren effectrapportage (toelichting op resultaten)

Weergave aanvraagformulier subsidie voor uitvoering van het regionale programma voortijdig schoolverlaten en voor jongeren in een kwetsbare positie 2020–2024

1. Contactgegevens

Nummer RMC-regio

 

Naam RMC-regio

 

Contactgemeente van de RMC-regio

Contactgemeente

 

Naam verantwoordelijk wethouder

 

Postadres wethouder

 

Naam contactpersoon

 

Functie contactpersoon

 

Postadres contactpersoon

 

Telefoonnummer contactpersoon

 

E-mailadres contactpersoon

 

Contactschool van de RMC-regio

Naam contactschool

 

BRIN-nummer

 

Voorzitter College van Bestuur

 

Postadres CvB

 

Naam contactpersoon

 

Functie contactpersoon

 

Postadres contactpersoon

 

Telefoonnummer contactpersoon

 

E-mailadres contactpersoon

 

2. Streefcijfers

Regio

Teldatum 1 oktober 2021 m.b.t studiejaar 2020/2021

Teldatum 1 oktober 2022 m.b.t studiejaar 2021/2022

Teldatum 1 oktober 2023 m.b.t studiejaar 2022/2023

Teldatum 1 oktober 2024 m.b.t studiejaar 2023/2024

% nieuwe jaarlijkse vsv in RMC regio

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers op 1 oktober 2021

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers op 1 oktober 2022

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers op 1 oktober 2023

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers op 1 oktober 2024

% vsv dat jaar later opleiding volgt

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2020; welk % daarvan volgt op 1 oktober 2021 een opleiding?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2021; welk % daarvan volgt op 1 oktober 2022 een opleiding?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2022; welk % daarvan volgt op 1 oktober 2023 een opleiding?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2023; welk % daarvan volgt op 1 oktober 2024 een opleiding?

% vsv dat jaar later werk heeft

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2020; welk % daarvan is op 1 oktober 2021 aan het werk?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2021; welk % daarvan is op 1 oktober 2022 aan het werk?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2022; welk % daarvan is op 1 oktober 2023 aan het werk?

Vul hier het streefcijfer in voor de groep nieuwe vsv’ers van 1 oktober 2023; welk % daarvan is op 1 oktober 2024 aan het werk?

3. Maatregelen en begroting

Maatregel 1: ‘titel maatregel’

Inhoud van de maatregel

 

Draagt bij aan welke doelstelling(en):

1.aantal jaarlijkse nieuwe vsv verlagen

2.% vergroten uitgevallen jongeren terug naar school

3.% vergroten uitgevallen jongeren naar werk

4. jongeren in kwetsbare positie monitoren en ondersteunen

 

Totaalbedrag voor de gehele looptijd van de maatregel

Maatregel 2: ‘titel maatregel’

Inhoud van de maatregel

 

Draagt bij aan welke doelstelling(en)

1.aantal jaarlijkse nieuwe vsv verlagen

2.% vergroten uitgevallen jongeren terug naar school

3.% vergroten uitgevallen jongeren naar werk

4. jongeren in kwetsbare positie monitoren en ondersteunen

 

Totaalbedrag voor de gehele looptijd van de maatregel

Maatregel Plusvoorziening ‘titel maatregel’

Doel

 

Looptijd

 

Totaalbedrag voor de gehele looptijd van de maatregel

OF: waarom niet relevant

 

Voeg vanaf hier eventuele overige maatregelen en/of plusvoorzieningen toe

Beheers- en coördinatiekosten voor de gehele looptijd van de regeling

4. Overzicht bedrag subsidieaanvraag

Totaalbedrag waarvoor de contactschool subsidie aanvraagt voor uitvoering van het regionaal programma gedurende vier jaar

5. Ondertekening

Namens de scholen en instellingen in de regio:

Naam bevoegd gezag van de contactschool

 

Plaats

 

Datum

 

Handtekening

 

Namens de gemeenten in de regio:

Naam verantwoordelijke wethouder van de RMC-contactgemeente van de RMC-regio

 

Plaats

 

Datum

 

Handtekening

 

Bijlage 5. behorende bij artikel 5.1 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024 (formulier en handleiding Effectrapportage regionale inzet vsv)

Formulier en handleiding Effectrapportage regionale inzet vsv

Inleiding

De contactgemeente van de RMC-regio is wettelijk verplicht jaarlijks een effectrapportage op te stellen waarin de streefcijfers en bereikte resultaten om voortijdig schoolverlaten te voorkomen en te bestrijden, worden toegelicht (artikel 8.3.2 lid 7 WEB). Ook dient in deze effectrapportage aangegeven te worden hoe de domeinen arbeid en zorg bij het regionale bestuurlijk overleg zijn betrokken in het kader van het regionaal programma vsv (artikel 8.3.4 lid 5 WEB).

Via de ministeriële regeling worden scholen en gemeenten gevraagd het regionaal programma vsv op te stellen. Via deze regeling worden gemeenten ook gevraagd de effectrapportage via een vast format jaarlijks aan te leveren aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De onderwijsinstellingen worden gevraagd mee te werken aan het opstellen van deze regeling (artikel 3.4, lid 4 van de Regeling). Gezien de hoge administratieve lasten van de vorige effectrapportage uit de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 is besloten het format aan te passen en in te korten.

Doel

De rapportage beoogt een instrument te zijn voor de gesprekken tussen OCW en de RMC-regio over behaalde resultaten en genomen maatregelen. De effectrapportage geeft tegelijk invulling aan de wettelijke verplichting van de contactgemeente om jaarlijks een effectrapportage vast te stellen waarin de bereikte resultaten in het licht van de eerder opgestelde streefcijfers worden toegelicht. Het opstellen van streefcijfers is onderdeel van het regionaal programma vsv conform de Regeling regionaal programma vsv 2020–2024.

Procedure

DUO zal jaarlijks via het zakelijk portaal per RMC-regio het volgende in beeld brengen:

  • Het percentage nieuwe vsv’ers;

  • Het percentage vsv’ers dat één jaar later een opleiding volgt;

  • Het percentage vsv’ers dat één jaar later aan het werk is.

De regio wordt gevraagd via de vragen die hieronder zijn opgesteld de resultaten jaarlijks toe te lichten. Hiervoor wordt u jaarlijks, via de gebruikelijke weg, per mail benaderd. Vervolgens vindt er ook elk jaar een gesprek tussen OCW en de regio plaats. Dit gesprek kan onderdeel zijn van de reguliere gesprekken die accountmanagers van OCW reeds jaarlijks met de regio over de vsv-cijfers voeren. Door deze werkwijze kan regelmatig – en met oog voor regionale verschillen – door de regio bijgestuurd worden.

Jaarlijkse planning effectrapportage

  • Vanaf 1 oktober: telling nieuwe vsv’ers + vsv 1 jaar later. Gegevens betreffen het studiejaar daarvoor.

  • Februari: DUO levert per RMC-regio resultaten aan de RMC-regio via het zakelijk portaal.

  • 1 april: RMC-regio levert toelichting op de cijfers aan DUO.

  • April/mei/juni: OCW en de regio gaan in gesprek over behaalde resultaten en maatregelen.

Toelichting op de cijfers

U heeft van DUO de resultaten van uw regio gekregen. Hierin wordt aangegeven wat het opgegeven streefcijfer uit het regionaal programma is én het behaalde resultaat van het betreffende jaar.

Wij vragen u deze cijfers toe te lichten aan de hand van onderstaande vragen.

Als de antwoorden op deze vragen terugkomen in eigen verslaglegging (bijvoorbeeld een jaarverslag, of eigen cijfermateriaal) is het voldoende om dit naar DUO toe te sturen.

Het gaat hier niet om een financiële verantwoording, maar om een beleidsinhoudelijke verantwoording van de maatregelen die via het regionaal programma vsv uitgevoerd worden.

De financiële verantwoording loopt via de reguliere weg, middels de Sisa-verantwoording door gemeenten en de jaarverslaglegging door onderwijsinstellingen.

Vragen:

  • Zijn de beoogde streefcijfers dit jaar behaald?

  • Zo ja, wat waren de succesfactoren?

  • Zo nee, wat is hiervan de oorzaak?

  • In hoeverre is er sprake van ongediplomeerde uitstroom naar werk (‘groenpluk’) onder vsv’ers?

  • Welke aanpassingen of aanvullingen gaat de regio inzetten om alsnog de streefcijfers te behalen?

  • Welke maatregelen uit het regionaal programma vsv werken goed en welke minder goed?

  • Wat zijn hiervan de oorzaken?

  • Hoe zijn de domeinen arbeid en zorg betrokken bij het regionale bestuurlijke overleg en

  • Welke resultaten zijn hiermee bereikt?3

  • Is dit studiejaar gebruik gemaakt van de extra financiële middelen als bedoeld in artikel 4.4? (Vanaf studiejaar 2021–2022)

  • Zo ja, welke extra activiteiten heeft de regio hiervan ondernomen en welke resultaten zijn hiermee bereikt? (Vanaf studiejaar 2021–2022)

Bijlage 6. behorende bij artikel 4.2, vierde lid, van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2020–2024

RMC-regio

Naam regio

RMC-contactgemeente

Bedrag per regio

1

Oost-Groningen

Veendam

129.981

2

Noord-Groningen-Eemsmond

Delfzijl

129.981

3

Centraal en Westelijk Groningen

Groningen

297.099

4

Friesland Noord

Leeuwarden

297.099

5

Zuid-West Friesland

Sneek

129.981

6

De Friese Wouden

Smallingerland

297.099

7

Noord- en Midden Drenthe

Assen

222.824

8

Zuid-Oost Drenthe

Emmen

222.824

9

Zuid-West Drenthe

Hoogeveen

129.981

10

IJssel-Vecht

Zwolle

594.197

11

Stedendriehoek

Apeldoorn

519.923

12

Twente

Enschede

742.747

13

Achterhoek

Doetinchem

371.373

14

   

15

Rivierenland

Tiel

297.099

16

Eem en Vallei

Amersfoort

742.747

17

Noordwest-Veluwe

Harderwijk

222.824

18

Flevoland

Almere

519.923

19

Utrecht

Utrecht

965.571

20

Gooi en Vechtstreek

Hilversum

297.099

21

Agglomeratie Amsterdam

Amsterdam

1.336.944

22

West-Friesland

Hoorn

222.824

23

Kop van Noord-Holland

Den Helder

222.824

24

Noord-Kennemerland

Alkmaar

297.099

25

Zuid-Kennemerland en IJmond

Haarlem

371.373

26

Zuid-Holland-Noord

Leiden

519.923

27

Zuid-Holland-Oost

Gouda

519.923

28

Haaglanden

Den Haag

965.571

29

Rijnmond

Rotterdam

1.708.317

30

Zuid-Holland-Zuid

Dordrecht

594.197

31

Oosterschelde regio

Goes

222.824

32

Walcheren

Middelburg

129.981

33

Zeeuwsch-Vlaanderen

Terneuzen

129.981

34

West-Brabant

Breda

742.747

35

Midden-Brabant

Tilburg

519.923

36

Noord-Oost-Brabant

Den Bosch

742.747

37

Zuidoost-Brabant

Eindhoven

742.747

38

Gewest Limburg-Noord

Venlo

594.197

39

Gewest Zuid-Limburg

Heerlen

742.747

40

Rijk van Nijmegen

Nijmegen

371.373

41

Arnhem

Arnhem

371.373

  1. De begroting gaat over alle maatregelen in het regionaal programma, ook die maatregelen die via de specifieke uitkering aan de gemeenten of cofinanciering worden bekostigd. Denk hierbij aan andere gemeentelijke budgetten, bijvoorbeeld vanuit de Participatiewet, of aan budget vanuit zorgpartijen. Overigens kan het programma ook maatregelen bevatten die geen aanvullende financiering behoeven, bijvoorbeeld als het gaat om afspraken over informatiedeling, overlegstructuur of verdelingen van verantwoordelijkheden. ^ [1]
  2. De contactgegevens van uw OCW-accountmanager zijn te vinden via www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vsv/vraag-en-antwoord/contact-rmc-regios ^ [2]
  3. Artikel 8.3.4 lid 5 WEB. ^ [3]
Naar boven