Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021

[Regeling vervalt per 01-08-2025.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 14-04-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 10 december 2019, nr. PO/17792975, houdende regels voor de subsidiëring van een regionale aanpak personeelstekort primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs voor de schooljaren 2020–2021 en 2021–2022 (Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

2. Aanvraagronde 2020

Artikel 3. Periode, activiteiten en cofinanciering

  • 1 De minister kan aan een aanvrager voor de schooljaren 2020–2021 en 2021–2022 subsidie verstrekken voor de uitvoering van een plan van aanpak personeelstekort in een regio.

  • 2 De activiteiten in het plan van aanpak richten zich op de bestaande of te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve tekorten in de personeelsvoorziening. Hieronder kan ook worden verstaan activiteiten die gericht zijn op de totstandbrenging of versterking van samenwerking in de regio voor het aanpakken en verminderen van het bestaande of verwachte personeelstekort.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien sprake is van cofinanciering. De cofinanciering bedraagt ten minste één derde deel van de subsidiabele kosten, en dient in geld of in geld waardeerbaar te zijn.

Artikel 4. Subsidieplafond en maximale hoogte subsidie

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is voor de schooljaren 2020–2021 en 2021–2022 een bedrag beschikbaar van € 32,8 miljoen, waarvan:

    • a. € 18,3 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sector primair onderwijs; en

    • b. € 14,5 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sector voortgezet onderwijs.

  • 2 De subsidie voor een plan van aanpak voor een regio in het primair onderwijs of het voortgezet onderwijs bestaat uit een basisbedrag van maximaal € 385.000,00, en, indien van toepassing, vermeerderd met een maximaal aanvullend bedrag dat wordt vastgesteld aan de hand van de in de bijlage 1 bij deze regeling opgenomen tabel.

  • 3 Indien één of meer besturen met instellingen voor het middelbaar beroepsonderwijs in de regio deelnemen aan het plan van aanpak in het voortgezet onderwijs, wordt het maximale subsidiebedrag verhoogd met 30 procent van het basisbedrag. Voor zover deze verhoging van het subsidiebedrag wordt verstrekt, komt zij ten laste van het budget, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 4 Bij een sectoroverstijgende aanvraag bestaat het maximale subsidiebedrag uit de som van de uit het tweede lid en de bijlage 1 voortvloeiende maximale subsidiebedragen voor de afzonderlijke sectoren.

Artikel 5. Verdeling subsidie

  • 1 Indien het subsidieplafond van een sector, bedoeld in artikel 4, eerste lid, door subsidieverstrekking niet volledig wordt uitgeput, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het subsidieplafond voor de andere sector.

  • 2 Indien met inachtneming van het eerste lid het subsidieplafond voor het primair of voortgezet onderwijs ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor die betreffende sector te kunnen toewijzen, worden de subsidiebedragen naar rato naar beneden vastgesteld. Deze bijstelling heeft betrekking op de aanvullende bedragen, bedoeld in artikel 4, tweede lid. Mocht dit ontoereikend zijn dan vindt vervolgens naar rato een bijstelling naar beneden plaats van het basisbedrag van € 385.000,00 bedoeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 6. Per regio maximaal één toekenning

  • 1 Per regio kan maximaal één subsidieaanvraag worden toegekend voor de sector primair onderwijs en maximaal één subsidieaanvraag voor de sector voortgezet onderwijs. Dit geldt ook in het geval van een sectoroverstijgende aanvraag.

  • 2 Indien een gemeente of een vestiging in een gemeente deel uitmaakt van meer dan één aanvraag, wordt uitgegaan van de regio zoals is beschreven in de eerst ingediende aanvraag.

Artikel 7. Indiening

  • 1 Van 1 februari 2020 tot en met uiterlijk 1 maart 2020 kan een aanvraag worden ingediend. De aanvraag bestaat ten minste uit een plan van aanpak en een begroting. Aanvragen die worden ingediend na 1 maart 2020 worden afgewezen.

  • 2 Een aanvraag wordt medeondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de opstelling van het plan van aanpak. Hiermee verklaren zij gezamenlijk het plan van aanpak uit te zullen voeren. Zij verklaren bovendien dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de aanvrager van de besteding van de subsidie op verzoek aan de aanvrager worden verstrekt.

  • 3 Een aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier en de daarbij behorende rekentool ter vaststelling van de besturen en de personeelsomvang van de vestigingen in de regio, die daartoe via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 8. Eisen aan de regio

  • 1 Indien een aanvraag betrekking heeft op het primair onderwijs, voldoet de regio van de aanvraag aan de volgende eisen:

    • a. ten minste 35 procent van de besturen van de in de betreffende regio gelegen vestigingen voor primair onderwijs neemt deel aan de aanvraag;

    • b. de deelnemende vestigingen van scholen voor primair onderwijs hebben een gezamenlijke personeelsomvang die ten minste een derde deel bedraagt van de totale personeelsomvang van de vestigingen van scholen voor primair onderwijs in de regio, en die tenminste 800 fte bedraagt; en

    • c. één of meer besturen van lerarenopleidingen voor primair onderwijs nemen deel aan de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft.

  • 2 Indien een aanvraag betrekking heeft op het voortgezet onderwijs, voldoet de regio van de aanvraag aan de volgende eisen:

    • a. ten minste 50 procent van de besturen van de in de betreffende regio gelegen vestigingen voor voortgezet onderwijs neemt deel aan de aanvraag;

    • b. de deelnemende vestigingen van scholen voor voortgezet onderwijs hebben een gezamenlijke personeelsomvang die ten minste een derde deel bedraagt van de totale personeelsomvang van de vestigingen van scholen voor voortgezet onderwijs in de regio, en die tenminste 1.200 fte bedraagt; en

    • c. één of meer besturen van lerarenopleidingen voor voortgezet onderwijs nemen deel aan de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft.

  • 3 Onder een regio valt niet het grondgebied van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

  • 4 De vorige leden zijn van toepassing op een sectoroverstijgende aanvraag.

Artikel 9. Plan van aanpak en begroting

  • 1 Het plan van aanpak bevat voor de periode waarop deze betrekking heeft, in aanvulling op de onderdelen van artikel 3.4 van de kaderregeling in ieder geval een beschrijving van:

    • a. de regio;

    • b. de besturen en eventueel andere partijen die deelnemen aan de uitvoering van het plan van aanpak;

    • c. de gestelde doelen in termen van specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden;

    • d. de activiteiten om de doelen te bereiken;

    • e. de wijze waarop de realisatie van de doelen wordt gevolgd en vastgesteld;

    • f. de aanstelling of voorgenomen aanstelling van een aanjager of projectleider ter uitvoering van het plan; en

    • g. de inrichting of voorgenomen inrichting van een informatiepunt of loket om potentieel onderwijspersoneel te informeren over en waar nodig door te geleiden naar routes ter verkrijging van een betrekking in het onderwijs in de regio.

  • 2 Indien het plan van aanpak betrekking heeft op een regio waaraan in het kader van de Subsidieregeling regionale aanpak lerarentekort in 2019 subsidie is toegekend, worden in het plan van aanpak ook eventuele wijzigingen beschreven in het gebied van de regio of in de deelname van scholen met hun besturen ten opzichte van de aanvraag onder de genoemde subsidieregeling.

  • 3 De begroting voldoet onverminderd artikel 3.5 van de kaderregeling aan de volgende eisen:

    • a. de begroting geeft inzicht in de cofinanciering;

    • b. de begroting bevat geen post onvoorziene kosten.

Artikel 10. Aanvrager

  • 1 Subsidie wordt aangevraagd door, verstrekt aan en verantwoord door de aanvrager.

  • 2 De aanvrager is verantwoordelijk voor alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke van de samenwerkende partijen feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

Artikel 11. Vaststelling, betaling en besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt uiterlijk op 1 mei 2020 direct vastgesteld.

  • 2 De minister betaalt het vastgestelde subsidiebedrag in twee delen, waarbij de verdeling in de beschikking wordt bepaald. De delen worden uitbetaald vóór 1 augustus 2020 en vóór 1 augustus 2021.

  • 3 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel van deze regeling.

Artikel 12. Verplichtingen subsidie

  • 1 De subsidie wordt niet gebruikt voor:

    • a. de verbetering van primaire arbeidsvoorwaarden;

    • b. de inhuur van onderwijspersoneel op scholen; en

    • c. personele kosten voor zover deze het uurtarief van € 100,00, inclusief overhead en exclusief BTW, te boven gaan.

  • 2 De activiteiten worden uitgevoerd in de periode 1 augustus 2020 tot en met 31 juli 2022, waarbij een uitloop mogelijk is tot uiterlijk 31 december 2022.

  • 3 De aanvrager is verplicht om op verzoek actief mee te werken aan kennisdelingsactiviteiten.

  • 4 Het plan van aanpak wordt na toekenning van de subsidie openbaar gemaakt met inachtneming van de voorschriften uit de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 5 Over de voortgang en geboekte resultaten over het eerste schooljaar na de subsidietoekenning dient de aanvrager uiterlijk vóór 1 oktober 2021 een tussenrapportage in. Dit geschiedt met gebruikmaking van een via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar gesteld format. Het vierde lid is van toepassing op de tussenrapportage.

3. Aanvraagronde 2021

Artikel 13. Periode, activiteiten en cofinanciering

  • 1 De Minister kan aan een aanvrager die niet eerder op grond van deze regeling subsidie heeft aangevraagd en daardoor niet in aanmerking is gekomen voor een tweejarige subsidie op grond van artikel 3, voor het schooljaar 2021–2022 subsidie verstrekken voor de uitvoering van een plan van aanpak personeelstekort in een nog niet in het kader van paragraaf 2 van deze regeling gevormde regio.

  • 2 De activiteiten in het plan van aanpak richten zich op de bestaande of te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve tekorten in de personeelsvoorziening. Hieronder kunnen ook worden verstaan activiteiten die gericht zijn op de totstandbrenging of versterking van samenwerking in de regio voor het aanpakken en verminderen van het bestaande of verwachte personeelstekort.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien sprake is van cofinanciering. De cofinanciering bedraagt ten minste één derde deel van de subsidiabele kosten, en dient in geld of in geld waardeerbaar te zijn.

  • 4 De artikelen 6, 8, en 10 zijn van overeenkomstige toepassing op deze paragraaf.

  • 5 In afwijking van de definitie van personeelsomvang als bedoeld in artikel 1, geldt voor de bepaling van de personeelsomvang, bedoeld in deze paragraaf, 1 oktober 2019 als peildatum.

Artikel 14. Subsidieplafond en maximale hoogte subsidie

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is voor het schooljaar 2021–2022 een bedrag beschikbaar van € 3,345 miljoen, waarvan:

    • a. € 2,140 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sector primair onderwijs; en

    • b. € 1,205 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sector voortgezet onderwijs.

  • 2 De subsidie voor de uitvoering van een plan van aanpak voor een regio in het primair onderwijs of het voortgezet onderwijs bestaat uit een basisbedrag van maximaal € 192.500,00 en dat, indien van toepassing, wordt vermeerderd met een maximaal aanvullend bedrag dat wordt vastgesteld aan de hand van de in de bijlage 1 bij deze regeling opgenomen tabel met dien verstande dat de bedragen in de bijlage 1 voor de subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf worden gehalveerd.

  • 3 Indien één of meer besturen met instellingen voor het middelbaar beroepsonderwijs in de regio deelnemen aan het plan van aanpak in het voortgezet onderwijs, wordt het maximale subsidiebedrag verhoogd met 30 procent van het basisbedrag. Voor zover deze verhoging van het subsidiebedrag wordt verstrekt, komt zij ten laste van het budget, bedoeld in het eerste lid, onder b.

  • 4 Bij een sectoroverstijgende aanvraag bestaat het maximale bedrag uit de som van de uit het tweede lid genoemde basisbedrag en, indien van toepassing, de gehalveerde aanvullende bedragen voor de afzonderlijke sectoren uit de bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 15. Verdeling subsidie

  • 1 Indien het subsidieplafond van een sector, bedoeld in artikel 14, eerste lid, door subsidieverstrekking niet volledig wordt uitgeput, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het subsidieplafond voor de andere sector.

  • 2 Indien met inachtneming van het eerste lid het subsidieplafond voor het primair of voortgezet onderwijs ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor die betreffende sector te kunnen toewijzen, worden de subsidiebedragen naar rato naar beneden vastgesteld. Deze bijstelling heeft betrekking op de aanvullende bedragen, bedoeld in artikel 13, tweede lid. Mocht dit ontoereikend zijn dan vindt vervolgens naar rato een bijstelling naar beneden plaats van het basisbedrag van € 192.500,00 bedoeld in artikel 14, tweede lid.

Artikel 16. Indiening

  • 1 Van 1 september 2021 tot en met uiterlijk 1 oktober 2021 kan een aanvraag worden ingediend. De aanvraag bestaat ten minste uit een plan van aanpak en een begroting. Aanvragen die worden ingediend na 1 oktober 2021 worden afgewezen.

  • 2 Een aanvraag wordt medeondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de opstelling van het plan van aanpak. Hiermee verklaren zij gezamenlijk het plan van aanpak uit te zullen voeren. Zij verklaren bovendien dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de aanvrager van de besteding van de subsidie op verzoek aan de aanvrager worden verstrekt.

  • 3 Een aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier en de daarbij behorende rekentool ter vaststelling van de besturen en de personeelsomvang van de vestigingen in de regio, die daartoe via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 17. Plan van aanpak en begroting

  • 2 In aanvulling op het in artikel 9, eerste lid bepaalde wordt in de aanvraag tevens verklaard dat voor de gevormde geografisch aaneengesloten regio of delen daarvan, noch voor de in die regio deelnemende vestigingen op basis van paragraaf 2 subsidie is verstrekt.

Artikel 18. Vaststelling, betaling en besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt uiterlijk op 30 november 2021 direct vastgesteld.

  • 2 De Minister betaalt het vastgestelde subsidiebedrag in zijn geheel uit vóór 1 januari 2022.

  • 3 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel van deze regeling.

Artikel 19. Verplichtingen subsidie

  • 1 De activiteiten waarvoor op grond van deze paragraaf subsidie wordt verstrekt, worden uitgevoerd in de periode 1 augustus 2021 tot en met 31 juli 2022, waarbij een uitloop mogelijk is tot uiterlijk 31 december 2022.

4. Aanvraagronde 2022

Artikel 20. Periode, activiteiten en cofinanciering

  • 1 De Minister kan voor het schooljaar 2022–2023 subsidie verstrekken aan:

    • a. een aanvrager aan wie eerder op grond van de artikelen 3 of 13 subsidie is verstrekt, voor de uitvoering of voortzetting van een plan van aanpak personeelstekort in een in het kader van paragraaf 2 of 3 van deze regeling gevormde regio; en

    • b. een aanvrager voor de uitvoering van een plan van aanpak personeelstekort in een regio die nog niet eerder in het kader van paragraaf 2 of 3 van deze regeling is gevormd.

  • 2 Onverminderd het zesde lid, juncto artikel 8, kunnen de deelnemers aan een regio als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden gewijzigd ten opzichte van de eerdere subsidieaanvraag.

  • 3 De activiteiten in het plan van aanpak richten zich op de bestaande of te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve tekorten in de personeelsvoorziening. In ieder geval worden in het plan van aanpak opgenomen:

    • a. de aanstelling of voortzetting van de aanstelling van een aanjager of projectleider ter uitvoering van het plan; en

    • b. de inrichting of continuering van de inrichting van een informatiepunt of -loket om potentieel onderwijspersoneel te informeren over en waar nodig door te geleiden naar routes ter verkrijging van een betrekking in het onderwijs in de regio.

  • 4 Het plan van aanpak kan ook betrekking hebben op activiteiten die gericht zijn op de totstandbrenging of versterking van samenwerking in de regio voor het aanpakken en verminderen van het bestaande of verwachte personeelstekort.

  • 5 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien sprake is van cofinanciering. De cofinanciering bedraagt ten minste één derde deel van de subsidiabele kosten, en dient in geld of op geld waardeerbaar te zijn.

  • 6 De artikelen 6, 8, en 10zijn van overeenkomstige toepassing op deze paragraaf. In aanvulling op artikel 8 geldt dat een bestuur van een lerarenopleiding als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, kan deelnemen aan meerdere regio’s.

  • 7 In afwijking van de definitie van personeelsomvang als bedoeld in artikel 1, geldt voor de bepaling van de personeelsomvang voor regio’s als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, 1 oktober 2020 als peildatum. Voor regio’s ten behoeve waarvan eerder subsidie is verstrekt op grond van artikel 3 of artikel 13, blijft voor de bepaling van de personeelsomvang de toen geldende peildatum van kracht.

Artikel 21. Subsidieplafond en maximale hoogte subsidie

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is voor het schooljaar 2022–2023 in totaal een bedrag beschikbaar van € 18,421 miljoen, waarvan:

    • a. € 9,772 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sector primair onderwijs; en

    • b. € 8,649 miljoen beschikbaar is voor aanvragen die betrekking hebben op de sectoren voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.

  • 2 De subsidie voor de uitvoering van een plan van aanpak voor een regio in het primair onderwijs of het voortgezet onderwijs bestaat uit een basisbedrag van maximaal € 192.500 dat, indien van toepassing, wordt vermeerderd met een maximaal aanvullend bedrag dat wordt vastgesteld aan de hand van de in de bijlage 1 bij deze regeling opgenomen tabel, met dien verstande dat de bedragen in de bijlage 1 voor de subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf worden gehalveerd.

  • 3 Indien één of meer besturen met instellingen voor het middelbaar beroepsonderwijs in de regio deelnemen aan het plan van aanpak in het voortgezet onderwijs, wordt het maximale subsidiebedrag verhoogd met 30 procent van het basisbedrag. Voor zover deze verhoging van het subsidiebedrag wordt verstrekt, komt zij ten laste van het budget, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

  • 4 Bij een sectoroverstijgende aanvraag bestaat het maximale bedrag uit de som van de uit het tweede lid genoemde basisbedrag en, indien van toepassing, de gehalveerde aanvullende bedragen voor de afzonderlijke sectoren uit de bijlage 1 bij deze regeling.

  • 5 Een sectoroverstijgende aanvraag wordt voor het deel van de in de begroting gespecificeerde kosten dat betrekking heeft op de sector primair onderwijs toegerekend aan het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en voor het deel van de kosten dat betrekking heeft op de sectoren voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs aan het subsidieplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 22. Verdeling subsidie

  • 1 Indien een subsidieplafond als bedoeld in artikel 21, eerste lid, door subsidieverstrekking niet volledig wordt uitgeput, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het andere in dat lid bedoelde subsidieplafond.

  • 2 Indien, voorkomend geval na toepassing van het eerste lid, een subsidieplafond ontoereikend is om alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor die betreffende sector te kunnen toewijzen, worden de subsidiebedragen naar rato naar beneden vastgesteld. Deze bijstelling heeft betrekking op de aanvullende bedragen, bedoeld in artikel 21, tweede lid. Mocht dit ontoereikend zijn dan vindt vervolgens naar rato een bijstelling naar beneden plaats van het basisbedrag van € 192.500, bedoeld in artikel 21, tweede lid.

Artikel 23. Indiening

  • 1 Een aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf kan worden ingediend tot en met 29 mei 2022. Aanvragen die worden ingediend na 29 mei 2022 worden afgewezen.

  • 2 De aanvraag bestaat uit een plan van aanpak en een begroting.

  • 3 Een aanvraag wordt medeondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de opstelling van het plan van aanpak. Hiermee verklaren zij gezamenlijk het plan van aanpak uit te zullen voeren. Zij verklaren bovendien dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de aanvrager van de besteding van de subsidie op verzoek aan de aanvrager worden verstrekt.

  • 4 Een aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier en de daarbij behorende rekentool ter vaststelling van de besturen en de personeelsomvang van de vestigingen in de regio, die daartoe via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 24. Plan van aanpak en begroting

  • 1 Het plan van aanpak van een aanvrager als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel a, bevat voor de periode waarop deze betrekking heeft, in aanvulling op de onderdelen van artikel 3.4 van de kaderregeling, in ieder geval een beschrijving van:

    • a. de regio;

    • b. de besturen en eventuele andere partijen die deelnemen aan de uitvoering van het plan van aanpak;

    • c. de gestelde doelen, specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden geformuleerd;

    • d. de nieuwe of aanvullende activiteiten of continuering van activiteiten als vervolg op het plan van aanpak, bedoeld in artikel 9 of 17;

    • e. de wijze waarop de realisatie van de doelen wordt gevolgd en vastgesteld;

    • f. de aanstelling of voortzetting van de aanstelling van een aanjager of projectleider ter uitvoering van het plan;

    • g. de continuering van de inrichting van het informatiepunt of loket om potentieel onderwijspersoneel te informeren over en waar nodig door te geleiden naar routes ter verkrijging van een betrekking in het onderwijs in de regio; en

    • f. op welke manier de regio inzet op strategische personeelsplanning.

  • 3 Artikel 9, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25. Vaststelling, betaling en besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt uiterlijk op 31 juli 2022 direct vastgesteld.

  • 2 De Minister betaalt het vastgestelde subsidiebedrag in zijn geheel uit vóór 30 september 2022.

  • 3 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel van deze regeling.

Artikel 26. Verplichtingen subsidie

  • 1 De activiteiten waarvoor op grond van deze paragraaf subsidie wordt verstrekt, worden uitgevoerd in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 31 juli 2023, waarbij een uitloop mogelijk is tot uiterlijk 31 december 2023.

  • 2 Over de geboekte resultaten behaald op grond van deze regeling dient de aanvrager uiterlijk op 1 oktober 2023 een rapportage in. Dit geschiedt met gebruikmaking van een via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar gestelde format. De rapportage wordt door de Minister openbaar gemaakt.

  • 3 Bij monitoring en evaluatie van deze regeling dient de aanvrager hier aan mee te werken.

5. Aanvraagronde 2023

Artikel 27. Periode, activiteiten en cofinanciering

  • 1 De Minister kan voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 subsidie verstrekken aan een aanvrager aan wie eerder op grond van artikel 20 subsidie is verstrekt, voor de uitvoering of voortzetting van een plan van aanpak personeelstekort in een in het kader van paragraaf 4 van deze regeling gevormde regio.

  • 2 De deelnemers aan een regio als bedoeld in het eerste lid kunnen worden gewijzigd ten opzichte van de eerdere subsidieaanvraag uit aanvraagronde 2022.

  • 3 Indien door een wijziging als bedoeld in het tweede lid het aantal deelnemers aan een regio vermindert, wordt met de rekentool, bedoeld in artikel 29, vierde lid, het aantal besturen en de personeelsomvang van de vestigingen in de regio opnieuw vastgesteld.

  • 4 De activiteiten in het plan van aanpak richten zich op de bestaande of te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve tekorten in de personeelsvoorziening.

  • 5 Het plan van aanpak moet ook betrekking hebben op activiteiten die gericht zijn op de totstandbrenging of versterking van de samenwerking in de regio voor het aanpakken en verminderen van het bestaande of verwachte personeelstekort in aanloop naar de vorming van onderwijsregio’s.

  • 6 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien sprake is van cofinanciering. De cofinanciering bedraagt ten minste één derde deel van de subsidiabele kosten, en dient in geld of op geld waardeerbaar te zijn.

  • 7 De artikelen 6, 8, en 10 zijn van overeenkomstige toepassing op deze paragraaf. In aanvulling op artikel 8 geldt dat een bestuur van een lerarenopleiding als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, kan deelnemen aan meerdere regio’s.

  • 8 In afwijking van de definitie van personeelsomvang als bedoeld in artikel 1, geldt voor de bepaling van de personeelsomvang voor regio’s waarvan het aantal deelnemers is verminderd, zoals bedoeld in het derde lid, 1 oktober 2020 als peildatum.

Artikel 28. Subsidieplafond en maximale hoogte subsidie

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze paragraaf is voor de periode 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023 in totaal een bedrag beschikbaar van € 7.726.987 voor aanvragen die betrekking hebben op de sector primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.

  • 2 De subsidie die op grond van deze paragraaf kan worden toegekend, bedraagt per regio ten hoogste het bedrag dat is opgenomen in de bijlage 2 bij deze regeling opgenomen tabel.

  • 3 Indien in de aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf het middelbaar beroepsonderwijs niet meer deelneemt aan de regio, dan wordt het maximale subsidiebedrag verlaagd met 30 procent.

Artikel 29. Indiening

  • 1 Een aanvraag om subsidie op grond van deze paragraaf kan worden ingediend van 12 april 2023 tot en met 31 mei 2023. Aanvragen die worden ingediend na 31 mei 2023 worden afgewezen.

  • 2 De aanvraag bestaat uit een plan van aanpak en een begroting.

  • 3 De aanvraag wordt medeondertekend door alle besturen die betrokken zijn bij de aanvraag. Hiermee verklaren zij gezamenlijk het plan van aanpak uit te zullen voeren. Zij verklaren bovendien dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de aanvrager van de besteding van de subsidie op verzoek aan de aanvrager worden verstrekt.

  • 4 Een aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier, en indien artikel 27, tweede en derde lid van toepassing zijn, de daarbij behorende rekentool ter vaststelling van de besturen en de personeelsomvang van de vestigingen in de regio, die daartoe via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen beschikbaar worden gesteld.

Artikel 30. Plan van aanpak en begroting

Artikel 31. Vaststelling, betaling en besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt uiterlijk op 7 augustus 2023 direct vastgesteld.

  • 2 De Minister betaalt het vastgestelde subsidiebedrag in zijn geheel uit vóór 30 september 2023.

  • 3 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel van deze regeling.

Artikel 32. Verplichtingen subsidie

  • 1 De activiteiten waarvoor op grond van deze paragraaf subsidie wordt verstrekt, worden uitgevoerd in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 december 2023, waarbij een uitloop mogelijk is tot uiterlijk 31 juli 2024.

  • 2 Bij monitoring en evaluatie van deze regeling dient de aanvrager hier aan mee te werken.

7. Verantwoording

Artikel 33. Verantwoording

  • 1 De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 2 De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. In dit kader zal een steekproefcontrole plaatsvinden.

8. Slotbepalingen

Artikel 34. Inwerkintreding en geldigheidsduur

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 augustus 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 35. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Bijlage 1. behorende bij artikel 4 van de Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021

De subsidiebedragen worden volgens de onderstaande tabellen bepaald op basis van percentage deelnemende besturen in en de personeelsomvang van de deelnemende scholen in de regio voor primair onderwijs of voortgezet onderwijs. In het geval van een sectoroverstijgende aanvraag worden de bedragen bij elkaar opgeteld.

Aandeel deelnemende po-besturen in de regio aan de RAP primair onderwijs

Personeels-omvang deelnemende po-vestigingen in de regio

Basisbedrag (maximaal)

Factor

x

basisbedrag

Aanvullend bedrag (maximaal)

35% tot 45%

≥800 fte

€ 385.000,00

1,00

45% tot 65%

<1.200 fte

€ 385.000,00

1,00

45% tot 65%

≥1.200 fte

€ 385.000,00

1,25

€ 96.250,00

≥65%

<1.600 fte

€ 385.000,00

1,25

€ 96.250,00

≥65%

≥1.600 fte

€ 385.000,00

1,50

€ 192.500.00

Aandeel deelnemende vo- besturen in de regio aan de RAP voortgezet onderwijs

Personeels-omvang deelnemende vo-vestigingen in de regio van tenminste

Basisbedrag (maximaal)

Factor

x

basisbedrag

Aanvullend bedrag (maximaal)

50% tot 60%

≥1.200 fte

€ 385.000,00

1,00

60% tot 80%

<1.600 fte

€ 385.000,00

1,00

60% tot 80%

≥1.600 fte

€ 385.000,00

1,25

€ 96.250,00

≥80%

<2.000 fte

€ 385.000,00

1,25

€ 96.250,00

≥80%

≥2.000 fte

€ 385.000,00

1,50

€ 192.500,00

Bijlage 2. behorende bij artikel 28 van de Subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort onderwijs 2020 en 2021

Referentie

Sector

Regio

Toegekende subsidie aanvraagronde 2022

Maximale subsidie aanvraagronde 2023

RAP220001

PO

Amersfoort, Leusden

€ 192.500

€ 80.208

RAP220002

PO

Baarn, Bunnik, Bunschoten, Houten, Soest Zeist

€ 192.500

€ 80.208

RAP220003

VO met MBO

Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze en Rijen, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht, Zundert

€ 346.500

€ 144.375

RAP220004

PO

IJsselstein, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Vijfheerenlanden, Woerden

€ 192.500

€ 80.208

RAP220005

VO met MBO

Bloemendaal, Haarlem, Heemstede, Velsen, Zandvoort

€ 297.530

€ 123.971

RAP220006

VO met MBO

Alkmaar, Bergen, Beverwijk, Castricum, Drechterland, Enkhuizen, Heemskerk, Heerhugowaard, Heiloo, Den Helder, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Langedijk, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec, Texel

€ 346.500

€ 144.375

RAP220007

PO

Brielle, Hellevoetsluis, Maassluis, Nissewaard, Westvoorne

€ 191.000

€ 79.583

RAP220008

PO

Appingedam, Bedum, Delfzijl, Grootegast, Leek, Loppersum, Marum, Midden-Groningen, Noordenveld, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam, Westerwolde Zuidhorn

€ 240.500

€ 100.208

RAP220009

PO

Groningen

€ 240.625

€ 100.260

RAP220010

PO

Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Haaksbergen, Lingewaard, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Overbetuwe, Rheden Rozendaal, Westervoort, Winterswijk, Zevenaar

€ 288.750

€ 120.313

RAP220011

PO

Apeldoorn, Brummen, Deventer, Lochem, Voorst, Zutphen

€ 192.500

€ 80.208

RAP220012

VO

Purmerend, Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland, Zaanstad

€ 287.660

€ 119.858

RAP220013

PO

Waterland, Purmerend, Wormerland, Landsmeer, Edam-Volendam

€ 192.500

€ 80.208

RAP220014

PO

Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo, Venray

€ 240.600

€ 100.250

RAP220015

PO

Beek, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals

€ 287.051

€ 119.604

RAP220016

PO

Arnhem, Renkum

€ 192.500

€ 80.208

RAP220017

PO

Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht

€ 240.606

€ 100.253

RAP220018

PO

Boxtel, Maasdriel, Meierijstad,

‘s-Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, Vught, Zaltbommel

€ 240.233

€ 100.097

RAP220019

PO

Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Teylingen

€ 128.333

€ 53.472

RAP220020

PO

Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Tynaarlo

€ 228.600

€ 95.250

RAP220021

PO

Hattem, Heerde, Zwolle

€ 240.602

€ 100.251

RAP220022

VO met MBO

Asten, Best, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek, Meierijstad, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, 's-Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, Someren, Maashorst, Zaltbommel

€ 323.350

€ 134.729

RAP220023

VO met MBO

Bladel, Eersel, Eindhoven, Helmond, Valkenswaard, Veldhoven

€ 323.350

€ 134.729

RAP220024

PO

Dalfsen, Hardenberg, Meppel, Steenwijkerland, Westerveld, De Wolden

€ 240.602

€ 100.251

RAP220025

PO

Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hellendoorn, Kampen, Noordoostpolder, Nunspeet, Oldebroek, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Rijssen-Holten, Twenterand, Urk Wierden, Zwartewaterland

€ 240.602

€ 100.251

RAP220026

VO met MBO

Boxtel, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Reusel-De Mierden, Tilburg, Vught, Waalwijk

€ 346.500

€ 144.375

RAP220027

PO

Oostzaan, Zaanstad

€ 192.454

€ 80.189

RAP220028

VO met MBO

Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel, Heerenveen, Leeuwarden, Noordoostpolder, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Tietjerksteradeel, Urk

€ 293.780

€ 122.408

RAP220029

VO met MBO

Bernheze, Boxmeer, Cuijk, Gennep, Grave, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis

€ 249.980

€ 104.158

RAP220030

PO

Alkmaar Bergen (NH), Castricum, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk, Uitgeest

€ 234.952

€ 97.897

RAP220031

PO

Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude

€ 239.520

€ 99.800

RAP220032

VO met MBO

Amersfoort, Bunschoten, Nijkerk

€ 240.634

€ 100.264

RAP220033

PO

Achtkarspelen, Ameland, Dantumadiel, De Fryske Marren, Harlingen, Heerenveen, Leeuwarden, Noardeast-Fryslân, Ooststellingwerf, Opsterland, Súdwest-Fryslân, Schiermonnikoog, Smallingerland, Terschelling Tytsjerksteradiel, Vlieland, Waadhoeke

€ 288.750

€ 120.313

RAP220034

PO

Schiedam, Vlaardingen

€ 240.625

€ 100.260

RAP220035

VO met MBO

Dalfsen, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Zwartewaterland, Zwolle

€ 298.347

€ 124.311

RAP220036

VO met MBO

Apeldoorn, Dronten, Elburg, Epe, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek

€ 298.347

€ 124.311

RAP220037

VO

Aalten, Bronckhorst, Doetinchem, Oude IJsselstreek, Winterswijk, Zutphen

€ 192.500

€ 80.208

RAP220038

PO

Delft, Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk

€ 240.625

€ 100.260

RAP220039

PO

Leidschendam-Voorburg, Voorschoten, Wassenaar, Zoetermeer

€ 192.500

€ 80.208

RAP220040

PO

Dronten, Lelystad

€ 240.625

€ 100.260

RAP220041

PO

Nijmegen

€ 192.500

€ 80.208

RAP220042

PO

Bernheze, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden

€ 192.500

€ 80.208

RAP220043

PO

Berg en Dal, Bergen, Beuningen, Druten, Gennep, Heumen, Mook en Middelaar, West Maas en Waal, Wijchen

€ 192.500

€ 80.208

RAP220044

VO met MBO

De Bilt, Houten, IJsselstein, Montfoort, Nieuwegein, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Zeist, Vijfherenland

€ 218.280

€ 90.950

RAP220045

VO met MBO

Almelo, Borne, Deventer, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Raalte

€ 298.375

€ 124.323

RAP220046

VO met MBO

Berg en Dal, Druten, Nijmegen, Wijchen

€ 297.852

€ 124.105

RAP220047

VO met MBO

Berkelland, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Losser, Oldenzaal, Oost Gelre, Tubbergen

€ 250.250

€ 104.271

RAP220048

VO met MBO

Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, De Ronde Venen, Uithoorn

€ 297.530

€ 123.971

RAP220049

VO met MBO

Appingedam, Bedum, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Leek, Loppersum, De Marne, Marum, Midden-Groningen, Oldambt, Stadskanaal, Veendam Winsum, Zuidhorn

€ 288.750

€ 120.313

RAP220050

PO

Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Steenbergen

€ 164.800

€ 68.667

RAP220051

VO met MBO

Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen

€ 346.420

€ 144.342

RAP220052

PO

Buren, Culemborg, Ede, Rhenen, Tiel, Veenendaal, Wijk bij Duurstede

€ 192.500

€ 80.208

RAP220053

PO

Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Zundert

€ 288.750

€ 120.313

RAP220054

PO

Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Tubbergen

€ 288.750

€ 120.313

RAP220055

PO, VO en MBO

Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen

€ 587.125

€ 244.635

RAP220056

PO

Drechterland, Enkhuizen, Den Helder, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec, Texel

€ 240.580

€ 100.242

RAP220057

VO met MBO

Capelle aan den IJssel, Delft, Krimpen aan den IJssel, Krimpenerwaard, Lansingerland, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Zuidplas

€ 346.500

€ 144.375

RAP220058

VO met MBO

Albrandswaard, Barendrecht, Dordrecht, Molenlanden, Papendrecht, Ridderkerk, Zwijndrecht, Hardinxveld-Giessendam, Gorinchem

€ 346.500

€ 144.375

RAP220059

VO met MBO

Brielle, Hellevoetsluis, Hoeksche Waard, Maassluis, Nissewaard, Schiedam, Vlaardingen, Westland, Goeree-Overflakkee

€ 346.500

€ 144.375

RAP220060

VO met MBO

Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Steenwijkerland, Westerveld, Westerwolde, Weststellingwerf

€ 346.500

€ 144.375

RAP220061

PO

Beverwijk, Heemskerk, Velsen

€ 192.488

€ 80.203

RAP220062

VO met MBO

Barneveld, Ede, Neder-Betuwe, Rhenen, Veenendaal, Wageningen

€ 233.648

€ 97.353

RAP220063

PO

Altena, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg, Waalwijk

€ 288.634

€ 120.264

RAP220064

PO

Almere

€ 240.625

€ 100.260

RAP220065

PO

Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp, Wijdemeren

€ 192.500

€ 80.208

RAP220066

PO

Bloemendaal, Haarlem, Zandvoort

€ 240.265

€ 100.110

RAP220067

VO met MBO

Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Leidschendam-Voorburg, Nieuwkoop, Waddinxveen, Wassenaar, Woerden, Zoetermeer

€ 298.375

€ 124.323

RAP220068

PO

Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Oudewater, Waddinxveen

€ 192.500

€ 80.208

RAP220069

PO

Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop

€ 192.500

€ 80.208

RAP220070

VO met MBO

Almere, Lelystad

€ 298.375

€ 124.323

RAP220071

PO

Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemstede

€ 240.265

€ 100.110

RAP220072

VO met MBO

Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp, Wijdemeren

€ 293.000

€ 122.083

Naar boven