Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport (IB02-SPEC 17, versie 04)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-12-2023 t/m 12-01-2024

Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 oktober 2019 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid dierenwelzijn tijdens transport (IB02-SPEC 17, versie 04)

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Het specifiek interventiebeleid dierenwelzijn tijdens transport beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen Interventiebeleid van de NVWA (NVWA-IB02) (AIB) en de Wet dieren, de interventiegrenzen voor specifieke overtredingen binnen het toezichtdomein dierenwelzijn tijdens transport, zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 1/20051 (hierna: de Verordening).

Het specifiek interventiebeleid dierenwelzijn tijdens transport vervangt het interventiebeleid diertransport. De omschrijving is uitgebreid omdat dit beter past bij de inhoud. De wettelijke basis is gelijk gebleven.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB02-SPEC17 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Divisie Regie & Expertise van de Directie Handhaven, eventueel in overleg met de Divisie Ontwerp & Dienstverlening van de Directie Keuren teneinde een interventie te bepalen.

2. Begrippen en wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

2.1. Definities en afkortingen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Voor algemene definities wordt verwezen naar het AIB en de Verordening. Hieronder is een aantal specifieke definities en afkortingen opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02.

  • BB Bestuurlijke boete

  • SW Schriftelijke waarschuwing

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het AIB.

Bij de indeling in de klassen is beoordeeld in hoeverre een overtreding een risico voor welzijnsaantasting vormt, hetzij direct hetzij indirect. Direct risico is bijvoorbeeld dat dieren te lang of in niet geschikte vervoermiddelen vervoerd worden. Indirect risico is als bijvoorbeeld de vereiste documenten ontbreken die nodig zijn om de reisduur te bepalen. Ten algemene zijn overtredingen van administratieve bepalingen een vorm van systeemondermijning. Administratieve verplichtingen zijn een belangrijke voorwaarde om te kunnen beoordelen of aan welzijnsbepalingen voldaan wordt. Op basis van deze beoordeling heeft de indeling in klasse plaatsgevonden. Daarbij zijn de volgende overwegingen meegenomen:

  • Hoe ernstig– in termen van risico op welzijnsaantasting – is de overtreding op individueel dierniveau?

  • Is het een structurele overtreding? Daarbij moet beoordeeld worden of het slechts een enkel dier of meerdere dieren betreft. Een overtreding die een groep dieren raakt, moet anders – zwaarder – beoordeeld worden dan als dezelfde overtreding slechts een enkel dier raakt, bijvoorbeeld het niet functioneren van alle drinknippels versus het niet functioneren van een enkele drinknippel.

  • Een aantal normen zijn in 3 klassen (B, C of D) ingedeeld, omdat de mogelijkheid tot beoordeling van de ernst van de overtreding afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het geval. De inspecteur zal op basis van de feiten en de risico- afweging die klasse hanteren die bij die risico inschaling hoort. Hij doet dit op basis van de overwegingen die hem bij de eerste twee gedachtestreepjes aangereikt zijn.

  • Bij een aantal bepalingen zijn verbijzonderde overwegingen opgenomen voor de indeling in de klasse. Dit zijn meer concrete – getalsmatige – uitwerkingen.

In de bijlage van dit document is vastgelegd op welke wijze wordt geïntervenieerd bij het constateren van een overtreding.

Voor de klasse D overtredingen geldt dat na een derde constatering van een overtreding van klasse D wordt overgegaan naar de interventie die volgt op de constatering van een klasse C overtreding. Dat betekent dat een schriftelijke waarschuwing dient te volgen.

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk in overleg met, en na akkoord van, het afdelingshoofd. De onderbouwing van de reden om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Sanctionerende interventie

Overtredingen van de Wet dieren worden doorgaans bestuurlijk beboet. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie voor. Dit volgt uit artikel 8.10, eerste lid, van de Wet dieren. Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Afgezien van de in artikel 8.11 genoemde overtredingen is strafrechtelijke afdoening niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventie bij eerste overtreding’ en ‘interventie bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlage van dit document aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op de inhoud van bovengenoemde kolommen uit de bijlage.

In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).

Corrigerende interventie

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn een last onder dwangsom, een verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten, ingrijpen in het bedrijfsproces of schorsen of intrekken van een vergunning of erkenning van een bedrijf.

Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies, zoals het schorsen of intrekken van een vergunning of erkenning, kan indien gemotiveerd kan worden waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.

Specifieke corrigerende interventie

Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt met een specifieke corrigerende interventie in het bedrijfsproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:

  • a. een specifiek transport van dieren ter beëindiging van een overtreding of

  • b. het bedrijfsproces ter voorkoming van nieuwe overtredingen.

Voorbeelden van corrigerende interventies die betrekking hebben op de feitelijke uitvoering van het proces zijn:

  • Laten corrigeren van overbelading

  • Verbod op het verder vervoeren van dieren

Daarnaast kent de Verordening noodmaatregelen in artikel 23. Deze maatregelen kunnen onmiddellijk worden opgelegd als het noodzakelijk is om het welzijn van de dieren te beschermen

Aan een specifieke corrigerende interventie kan een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden.

Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zo nodig met ingrijpender maatregelen of een hogere dwangsom.

Generieke corrigerende interventie

Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie, zoals bijvoorbeeld het schorsen of intrekken van een vervoersvergunning van een vervoerder of schorsen dan wel intrekken van het getuigschrift van vakbekwaamheid van personeel betrokken bij het vervoeren van dieren

Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.

Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder, afgezien van de wettelijke eisen voor het dierenwelzijn tijdens transport, andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt. Bij een vergunde vervoerder of een erkend verzamelcentrum kan bijvoorbeeld ook gekeken worden naar het nalevingsgedrag van wettelijke eisen over voedselhygiëne, dierlijke bijproducten en bescherming van diergezondheid (reiniging en ontsmetting).

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van de dierwelzijnsregels tijdens transport wordt vastgesteld, waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van 3 jaar reeds een interventie werd toegepast.

Herinspectie

In afwijking op het AIB zal, in het domein waar dit beleid op ziet, een constatering van een overtreding niet standaard worden opgevolgd door een herinspectie. Transporten zijn unieke gebeurtenissen die zich niet in de tijd herhalen, waarvan het herstel niet achteraf gecontroleerd kan worden. Bij overtredingen passend binnen dit interventiebeleid die wel plaats vinden op een vaste locatie kan wel een herinspectie plaatsvinden om te zien of een vergelijkbare overtreding zich weer voordoet. Inspecties op vervoermiddelen kunnen op basis van eerdere constateringen ook risicogebaseerd ingezet worden. In beide gevallen gaat het echter om nieuwe inspecties. Herinspecties kunnen in rekening worden gebracht bij het bedrijf.

Stapeling

Tijdens een inspectie kunnen overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen worden vastgesteld. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het Algemene Interventiebeleid, NVWA-IB02. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van een maximum van 5 overtredingen per overtreder, per transportmiddel en per controlelocatie/ controlemoment.

Verscherpt toezicht

Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.

3.4. Internettoezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

5. Divers

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 4 oktober 2012 vastgestelde Specifieke interventiebeleid diertransport VWA (IB01-SPEC 15, versie 03).

Deze beleidsregel is herzien naar aanleiding van de aanpassing van het Algemeen Interventiebeleid NVWA met ingang van 1 juli 2016. Ten opzichte van versie 03 is de lay-out van de bijlage gewijzigd. De Minister heeft in haar beleidsbrief3 van 4 oktober 2018 aangegeven dat zij het interventiebeleid van de NVWA in 2019 wil aanscherpen. Deze aanscherping heeft met name consequenties voor de klassenindeling van een aantal overtredingen, waardoor minder waarschuwingen worden gegeven en eerder wordt overgegaan tot sancties.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA dierenwelzijn tijdens transport (IB02-SPEC 17, versie 04)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

De bijlage van dit spec is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Namens deze:

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

R.J.T. van Lint

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

[Red: Gepubliceerd op www.nvwa.nl/interventiebeleid.]

  1. Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97. ^ [1]
  2. Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn ^ [2]
  3. Beleidsbrief Dierenwelzijn, DGAN-DAD/18143347, Kamerstukken TK 2018-2019, 28 286 nr. 991 ^ [3]
Naar boven