Wet van 27 juni 2018 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van
Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging
van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om geautomatiseerde werken
op afstand heimelijk binnen te kunnen dringen met het oog op de opsporing van ernstige
misdrijven, gegevens op doeltreffende wijze ontoegankelijk te kunnen doen maken ter
beëindiging van een strafbaar feit of ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten,
de strafbaarheid van grooming en van verleiding van een minderjarige tot ontucht te
verruimen alsmede het wederrechtelijk voorhanden hebben of bekend maken van door misdrijf
verkregen gegevens en de online handelsfraude strafbaar te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: