Circulaire (onkosten)vergoeding 2018 en wijziging bezoldiging 2017 politieke ambtsdragers provincies

[Regeling vervallen per 28-03-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2018 t/m 27-03-2019

Circulaire (onkosten)vergoeding 2018 en wijziging bezoldiging 2017 politieke ambtsdragers provincies

Inleiding

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Door middel van deze circulaire wordt u, zoals elk jaar gebruikelijk, geïnformeerd over de wijzigingen van de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor de commissarissen van de Koning, de leden van provinciale staten, de leden van gedeputeerde staten en de commissieleden.

Daarnaast wordt u in deze circulaire geïnformeerd over de wijzigingen van de bezoldigingsbedragen per 1 januari 2017 voor de commissarissen en de gedeputeerden en over de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de statenleden.

Deze wijzigingen volgen de afspraken die in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017 voor het personeel in de sector Rijk zijn gemaakt. Deze afspraken, en daarvan afgeleid de wijzigingen voor de commissarissen, de gedeputeerden en de statenleden, moeten alle nog formeel in de regelgeving worden opgenomen.

Omdat deze regelgevingsprocedure tijd vergt, wordt u, vooruitlopend op het formeel van kracht worden van die wijzigingen, door middel van deze circulaire geïnformeerd over de aanstaande wijzigingen voor commissarissen, gedeputeerden en statenleden.

U kunt deze wijzigingen nu al doorvoeren.

1. Bezoldiging commissaris van de Koning

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017 voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 januari 2017 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 1,4%. Deze verhoging komt in december 2017 met terugwerkende kracht tot uitbetaling; ook voor medewerkers die sinds 1 januari 2017 uit dienst zijn getreden.

Verhoging bezoldiging commissarissen

Op grond van artikel 3, zesde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning wijzigt de bezoldiging van de commissaris van de Koning overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Concreet betekent bovenstaande afspraak voor de commissaris dat de salarisverhoging bestaat uit 1,4% structureel met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017. Deze salarisverhoging komt in december 2017 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 tot uitbetaling.

Het bezoldigingsbedrag voor de commissaris van de Koning genoemd in artikel 3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning bedraagt per 1 januari 2017 € 11.427,98 (was € 11.270,20) per maand.

Commissarissen die sinds 1 januari 2017 het ambt hebben verlaten

De salarisverhoging per 1 januari 2017 moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan commissarissen die sinds 1 januari 2017 of later het ambt hebben verlaten.

Waarnemend commissarissen

Wellicht ten overvloede merk ik op dat het bovenstaande ook geldt voor waarnemend commissarissen van de Koning. Gebaseerd op artikel 5, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning.

Doorwerking naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

De structurele verhoging van het salaris heeft een algemeen karakter en werkt daarom op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

De verhoging van het salaris is pensioengevend met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017. Dit komt pas tot uitdrukking bij de vaststelling van het pensioengevend salaris in 20181.

Reeds ingegane ABP-pensioenen worden echter aangepast overeenkomstig de stijgingen (indexatie) van de ABP-pensioenen. Dat betekent dat deze salarisaanpassing geen effect heeft op al lopende pensioenuitkeringen.

2. Ambtstoelage en overige ambtskosten commissaris van de Koning

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

De in artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning genoemde ambtstoelage bedraagt € 635,29 en de vergoeding van overige ambtskosten € 485,73.

Dit zijn vaste bedragen waarop geen indexering wordt toegepast.

3. Eindejaarsuitkering commissaris van de Koning

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Op grond van artikel 4a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning heeft de commissaris recht op een eindejaarsuitkering overeenkomstig de regels, die te dien aanzien voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

U bent over de eindejaarsuitkering van de commissarissen geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor commissarissen van de Koning sinds 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

4. Bezoldiging gedeputeerden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017 voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 januari 2017 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 1,4%. Deze verhoging komt in december 2017 met terugwerkende kracht tot uitbetaling; ook voor medewerkers die sinds 1 januari 2017 uit dienst zijn getreden.

Bezoldiging gedeputeerden

Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden wijzigt de bezoldiging van gedeputeerden overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Het bezoldigingsbedrag voor gedeputeerden genoemd in artikel 3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden bedraagt per 1 januari 2017 € 8.518,41 (was € 8.400,80) per maand bedraagt.

Gedeputeerden die sinds 1 januari 2017 het ambt hebben verlaten

De salarisverhoging per 1 januari 2017 moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan gedeputeerden die sinds 1 januari 2017 of later het ambt hebben verlaten.

Doorwerking naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

De salarisverhoging heeft een algemeen karakter en werkt daarom op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

De verhoging van het salaris is pensioengevend met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017. In tegenstelling tot de ABP-regeling wordt het pensioengevend salaris in de Appa-regeling met terugwerkende kracht naar 1 januari 2017 aangepast.

Reeds ingegane Appa pensioenen worden echter aangepast overeenkomstig de stijgingen (indexatie) van de ABP-pensioenen. Dat betekent dat deze salarisaanpassing geen effect heeft op al lopende pensioenuitkeringen.

5. Onkostenvergoeding gedeputeerden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

In artikel 21, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten (genoemd in artikel 21, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden) voor een gedeputeerde per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2017 is bepaald op 102,03. Voor 2016 was dit indexcijfer 100,57. Procentueel is dat een verhoging van 1,5. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding voor gedeputeerden per 1 januari 2018 wordt verhoogd met 1,5%.

Met ingang van 1 januari 2018 wordt het bedrag genoemd in artikel 21, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden gewijzigd in € 355,80 (was € 350,54).

6. Eindejaarsuitkering gedeputeerden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Op grond van artikel 4, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden ontvangt de gedeputeerde een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

U bent over de eindejaarsuitkering van gedeputeerden geïnformeerd bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-182147. Deze informatie is nog steeds van toepassing.

Voor uw informatie meld ik u dat de eindejaarsuitkering voor gedeputeerden sinds 1 december 2009 is vastgesteld op 8,3%.

7. Vergoeding vervanging gedeputeerden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Op grond van artikel 7 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden ontvangt een tijdelijk vervanger van de gedeputeerde die verlof heeft tijdens zwangerschap en bevalling of ziekte, voor zijn verzekering voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden een bedrag van € 590,– per maand.

Dit is een vast bedrag waarop geen indexering wordt toegepast.

8. Vergoeding werkzaamheden statenleden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden van statenleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen voor 2017 is bepaald op 108,5. Voor 2016 was dit indexcijfer 108,6. Dat betekent in principe een geringe procentuele verlaging voor het bedrag dat geldt per 1 januari 2018. Deze verlaging wordt echter niet doorberekend in de vergoeding voor de werkzaamheden statenleden over 2018. De bedragen voor de vergoeding van de werkzaamheden voor de statenleden voor 2018 blijven dus op hetzelfde niveau als de bedragen voor 2017.

Het bedrag genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de vergoeding van de werkzaamheden van statenleden bedraagt per 1 januari 2018 € 1.163,75 (was € 1.163,75) per maand.

9. Onkostenvergoeding statenleden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

In artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten genoemd in het derde lid van artikel 2, per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2017 is bepaald op 102,03. Voor 2016 was dit indexcijfer 100,57. Procentueel is dat een verhoging van 1,5. Dit betekent dat het bedrag van de onkostenvergoeding voor statenleden per 1 januari 2018 wordt verhoogd met 1,5%.

Met ingang van 1 januari 2018 bedraagt de onkostenvergoeding genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten € 170,17 (was € 167,65) per maand.

10. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de statenleden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017 voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 januari 2017 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 1,4%. Deze verhoging komt in december 2017 met terugwerkende kracht tot uitbetaling; ook voor medewerkers die sinds 1 januari 2017 uit dienst zijn getreden.

In artikel 10, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat een statenlid ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt.

In artikel 10, tweede lid, van dat rechtspositiebesluit is bepaald dat het bedrag van deze tegemoetkoming wijzigt overeenkomstig de wijzigingen die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

Concreet betekent dit voor de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden, dat dit bedrag met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 wordt gewijzigd in € 103,98 per jaar (was € 102,54 per jaar).

Deze verhoging van de tegemoetkoming moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan statenleden die sinds 1 januari 2017 of later het statenlidmaatschap hebben verlaten.

11. Commissieleden

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

In artikel 13 juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is het bedrag bepaald van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie dat per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen voor 2017 is bepaald op 108,5. Voor 2016 was dit indexcijfer 108,6. Dat betekent in principe een geringe procentuele verlaging voor het bedrag dat geldt per 1 januari 2018. Deze verlaging wordt echter niet doorberekend in het bedrag voor de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen over 2018. Het bedrag voor de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor 2018 blijft dus op hetzelfde niveau als het bedrag voor 2017.

Het bedrag genoemd in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden bedraagt met ingang van 1 januari 2018 in € 112,25 (was € 112,25).

12. Vragen en informatie op internet

[Regeling vervallen per 28-03-2019]

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.politiekeambtsdragers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het Ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

Voor eventuele nadere vragen kunt u ook contact opnemen met het Ministerie van BZK via postbus.helpdeskpa@minbzk.nl.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze,

R. Bagchus

Directeur Democratie en Burgerschap

  1. Het pensioengevend inkomen wordt in de ABP-regeling volgens de zogenoemde ‘peildatumsystematiek’ berekend op basis van het vaste inkomen, zoals dat op 1 januari van elk kalenderjaar bekend is, verhoogd met de variabele pensioengevende inkomensbestanddelen van het voorgaande jaar. Het is vanwege de peildatumsystematiek niet mogelijk het pensioengevend inkomen met terugwerkende kracht te wijzigen. De verhoging van het salaris in verband met de wijziging van de salarisbedragen wordt daarom pas pensioengevend in 2018. Om de verhoging in 2017 ook te laten meetellen wordt deze als variabel inkomensbestanddeel behandeld, zodat daarover in 2018 opbouw en afdracht plaatsvindt. Hiervoor wordt berekend wat het ABP-jaarinkomen zou zijn geweest als de salarisverhoging per 1 januari 2017 was doorgevoerd. Het verschil tussen het daadwerkelijke ABP-jaarinkomen 2017 en het herberekende jaarinkomen 2017 wordt als variabel inkomensbestanddeel toegevoegd aan het ABP-jaarinkomen 2018. ^ [1]
Naar boven