Bijlage behorende bij het Besluit vaststelling beleidskader subsidies korte opleidingstrajecten
vmbo-leraren 2017
[Regeling vervallen per 14-09-2017]
Beleidskader subsidies korte opleidingstrajecten vmbo-leraren 2017
Inleiding
Er zijn momenteel twee groepen leraren die zonder passende bevoegdheid lesgeven in
het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en waarvoor korte opleidingstrajecten
zijn ontwikkeld die hen opleiden naar een bekwaamheid gericht op het lesgeven in het
vmbo. Het gaat om de volgende twee groepen:
-
1. leraren die lesgeven in beroepsgerichte vakken in het vmbo (zonder passende bevoegdheid);
-
2. leraren die de opleiding Pedagogische academie voor leraren in het basisonderwijs
(pabo) hebben afgerond en lesgeven in de onderbouw van het vmbo.
Beide groepen komen in aanmerking voor subsidie voor het volgen van de korte opleidingstrajecten.
In het Beleidskader subsidies korte opleidingstrajecten vmbo-leraren 2017 (hierna:
het Beleidskader) wordt nader bepaald voor welke activiteiten en de voorwaarden waaronder
subsidie kan worden verstrekt.
De Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (de Kaderregeling) is op het Beleidskader van toepassing. Met dit beleidskader wordt
invulling gegeven aan de mogelijkheid om in een beleidsregel de activiteiten waarvoor
en de voorwaarden waaronder subsidie kan worden verstrekt, nader te bepalen.
Leraren in beroepsgerichte vakken
Op 1 augustus 2016 zijn de beroepsgerichte profielen in de bovenbouw van het vmbo
ingevoerd. Bij de invoering zijn de 35 vroegere afdelingsvakken, intrasectorale programma’s
en intersectorale programma’s omgevormd tot tien beroepsgerichte profielen. De opleidingsroutes
zijn daardoor inhoudelijk verbreed. Daarnaast zijn de onderwijsprogramma’s ook inhoudelijk
veranderd. De nieuwe profielvakken zijn slechts beperkt vergelijkbaar met de oude
afdelingsvakken.
De invoering van de vmbo-profielen heeft gevolgen voor leraren in het vmbo. De meeste
vmbo-leraren hebben bijscholing nodig om bekwaam les te kunnen geven in de nieuwe profielen. Een deel van de vmbo-leraren heeft bijscholing
nodig om bevoegd les te kunnen geven. Welke bijscholing een leraar nodig heeft, hangt af van zijn
bevoegdheid en van de werkzaamheden die hij zal gaan verrichten.
Vanwege de invoering van de beroepsgerichte profielen is met de beroepsgerichte platforms
in het vmbo overlegd over omzetting van oude bevoegdheden naar de nieuwe profielen.
Voor sommige profielen is vervolgens geconcludeerd dat op onderdelen bijscholing noodzakelijk
is om bevoegd te worden voor het nieuwe profiel. Voor zover sprake was van omzetting
van een bevoegdheid voor een vak waarvoor een lerarenopleiding is, is die scholing
als vereiste vastgelegd in de Regeling conversietabel getuigschriften en vakken VO (hierna: de Regeling conversietabel). Voor vakken waarvoor nog géén lerarenopleiding
bestond, is dit gebeurd in de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo. In dezelfde regeling is voor een aantal beroepsgerichte vakken de mogelijkheid tot
de aanvraag van een ontheffing opgenomen.
Pabo-afgestudeerden in het vmbo
Pabo-afgestudeerden beschikken over een pedagogisch-didactische bekwaamheid en zijn
daarom geschikt om in te spelen op de behoeften van vmbo-leerlingen. Zij zijn echter
niet opgeleid om les te geven in het vmbo. Vanaf 2017 biedt een aantal hogescholen
bijscholing aan pabo-afgestudeerden die les willen geven in het vmbo. Dit aanbod is
het gevolg van een voorstel van de Onderwijscoöperatie, VO-raad en Vereniging Hogescholen.
De bijscholing bereidt de pabo-afgestudeerden voor op het lesgeven in de onderbouw
van de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van het vmbo. Daarnaast bieden de
hogescholen pabo-afgestudeerden vanaf februari 2017 maatwerktrajecten aan die zijn
gericht op een bevoegdheid voor het lesgeven in het bekwaamheidsgebied vo/bve. Beide
voorstellen trajecten zijn aangekondigd in het plan van aanpak bevoegdheden.
Doelstelling
De minister kan subsidie verstrekken voor het volgen van bijscholing door leraren
in beroepsgerichte vakken of pabo-afgestudeerden die in het vmbo werken. De subsidie
is bedoeld als tegemoetkoming in de scholingskosten. De te volgen bijscholing moet
wat betreft de leraren in beroepsgerichte vakken kunnen leiden tot een passende bevoegdheid.
Wat betreft pabo-afgestudeerden moet de bijscholing gericht zijn op de voorbereiding
om les te geven in de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van
het vmbo. Voor de leraren die een maatwerktraject volgen leidt het traject tot een
bevoegdheid voor het lesgeven in het bekwaamheidsgebied vo/bve.
Onder bijscholing wordt verstaan de trajecten die zijn opgenomen in tabel 1 in het
Beleidskader. De trajecten bestaan zowel uit cursussen en trainingen als uit assessments.
a. leraren in beroepsgerichte vakken
Wat betreft de subsidie voor leraren in beroepsgerichte vakken, is de subsidie bedoeld
als tegemoetkoming in de kosten die moeten worden gemaakt voor noodzakelijke bijscholing.
Een aantal leraren beschikt immers over een bevoegdheid die niet aansluit op de nieuwe
profielvakken.
De subsidie is uitsluitend bedoeld voor de bijscholingskosten van leraren die werkzaam
zijn in het vmbo. De subsidie wordt op aanvraag verstrekt aan het bevoegd gezag als
werkgever van de leraar. De bijscholing moet erop zijn gericht dat de betreffende
leraar, die in de oude situatie bevoegd was voor een beroepsgericht vak, door de bijscholing
een bevoegdheid kan halen of kan gaan voldoen aan de voorwaarden voor een ontheffing
of bekwaamheidserkenning voor één van de tien beroepsgerichte profielen. De bijscholingstrajecten
die in aanmerking komen voor subsidie, zijn vermeld in tabel 1 in het Beleidskader.
Deze trajecten zijn afgeleid van de trajecten die zijn opgenomen in bijlage 2 van de Regeling conversietabel en in bijlage I of II van de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning
vo.
b. pabo-afgestudeerden
Wat betreft de subsidie voor pabo-afgestudeerden in het vmbo, is de subsidie bedoeld
ervoor te zorgen dat pabo-afgestudeerden de scholing volgen die hen voorbereid op
het lesgeven in de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. Deze
scholing is door een aantal hogescholen ontwikkeld en bereidt voor op het geven van
de vakken Nederlands, Rekenen/Wiskunde en een van de vakken uit Mens & Maatschappij,
Mens & Natuur of Engels. De bijscholing is gericht op het opdoen van de juiste pedagogisch-didactische
en vakinhoudelijke vaardigheden voor het geven van deze vakken aan deze doelgroep.
De subsidie is daarnaast bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor pabo-afgestudeerden
die een maatwerktraject volgen naar een bevoegdheid voor het bekwaamheidsgebied vo/bve.
Subsidieplafond en wettelijke grondslag
Voor het verstrekken van subsidie op grond van het Beleidskader is een budget van
€ 6 miljoen beschikbaar. De middelen zijn beschikbaar tot aanvang van het schooljaar
2017–2018, of zoveel eerder als het budget is uitgeput.
De subsidies worden verstrekt op basis van de Kaderregeling. Daarin zijn de verplichtingen van de subsidieontvanger en de subsidiegever over
en weer neergelegd. Op de verstrekking van subsidies zijn dus zowel de Kaderregeling
als het Beleidskader van toepassing.
Uitgangspunten bij indiening van aanvragen
Alleen de trajecten als opgenomen in tabel 1 in het Beleidskader komen in aanmerking
voor subsidie. Het betreft een subsidie voor de kosten die gemoeid zijn met het volgen
van de bijscholing om vanuit de oude bekwaamheid te komen tot een passende bekwaamheid
voor het lesgeven in vmbo. In sommige gevallen is hier via de Regeling conversietabel of de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo een bevoegdheid aan verbonden. Het betreft hier de bijscholing die is genoemd in
de Regeling conversietabel (kolom V) of in de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten
en bekwaamheidserkenning vo.
Een subsidieaanvraag moet worden ingediend door het bevoegd gezag van de school waar
de leraar werkzaam is die de betreffende bijscholing gaat volgen.
Voor de trajecten 1, 2 en 3 van onderstaande tabel kan het bevoegd gezag maximaal
éénmaal subsidie aanvragen. Voor de deelname aan maatwerktrajecten (traject 4 in onderstaande
tabel) kan eveneens éénmaal subsidie worden aangevraagd. Indien het bevoegd gezag
na een aanvraag voor de trajecten 1,2 en 3 ook subsidie wil aanvragen voor traject
4, wordt dit door middel van een wijzigingsverzoek gedaan. Hiervoor is een afzonderlijk
wijzigingsformulier beschikbaar (zie onder ‘Aanvragen’). Per traject kan voor meerdere
leraren worden aangevraagd.
Het bevoegd gezag kan op grond van dit beleidskader subsidie aanvragen voor een totaal
bedrag van maximaal € 50.000,–. Voor één leraar kan voor maximaal één traject subsidie
worden aangevraagd.
Te subsidiëren activiteiten en bijbehorende subsidiebedragen
Alleen scholing die tot een bevoegdheid van leraren in beroepsgerichte vakken leidt
of pabo-afgestudeerden voorbereidt op lesgeven in het vmbo komt voor subsidie in aanmerking.
Het betreft de volgende scholingstrajecten:
Tabel 1. Te subsidiëren trajecten
|
Traject
|
Maximale bedrag per deelnemer
|
1
|
Het assessmenttraject voor leraren Media, Vormgeving en ICT (MVI) die voor 1 augustus
2017 werkzaam zijn in het vmbo. Het assessmenttraject start eind januari 2017. De
leraar kan met dit traject bij DUO een bekwaamheidserkenning voor het profielvak MVI
aanvragen.
|
€ 1.400,–
|
2
|
De minor Dienstverlening & Producten (D&P):
a. voor leraren met een beroepsgerichte tweedegraads bevoegdheid, welke in februari
2017 start. Deze minor leidt via de Regeling conversietabel van rechtswege tot een
bevoegdheid voor het profielvak D&P.
b. voor leraren met een niet-beroepsgerichte tweedegraads bevoegdheid en ten minste
twee jaar werkervaring in de afdelingsvakken van een intra-of intersectoraal programma.
De leraar kan na afronding van deze minor via een aanvraag bij DUO in aanmerking komen
voor een bekwaamheidserkenning voor het profielvak D&P.
Deze minor start in februari 2017.
|
€ 4.000,–
|
3
|
De bijscholing voor pabo-afgestudeerden die werkzaam zijn in het vmbo en die gericht
is op de bekwaamheid voor het lesgeven in de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen
van het vmbo. De scholing start in februari 2017.
|
€ 5.000,–
|
4
|
Maatwerktrajecten voor pabo-afgestudeerden naar een bevoegdheid voor het lesgeven
in het bekwaamheidsgebied vo/bve. Deze maatwerktrajecten worden vanaf februari 2017
aangeboden.
|
€ 20.000,–
|
Aanvragen
Het bevoegd gezag van de leraar die zich heeft ingeschreven voor één van bovengenoemde
trajecten kan de subsidie aanvragen. De aanvraag kan worden ingediend bij de Dienst
Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) met gebruikmaking van het formulier
dat hiervoor beschikbaar is gesteld op https://kovl.e-formulier.nl/.
Bij de aanvraag verklaart het bevoegd gezag:
-
– dat de leraar waarvoor de aanvraag wordt gedaan, in dienst is bij de aanvrager;
-
– dat per leraar voor niet meer dan één traject subsidie wordt aangevraagd; en
-
– dat de leraar zich heeft ingeschreven voor het traject waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Aanvragen voor subsidies op grond van het Beleidskader kunnen worden ingediend tot
en met 30 juni 2017. Om voor het volledige subsidiebedrag in aanmerking te komen,
moet de subsidie worden aangevraagd voordat het traject start. Wordt de subsidie aangevraagd
na aanvang van het traject, dan wordt de subsidie naar rato van de duur van het traject
verlaagd. Alleen scholingstrajecten die in het schooljaar 2016–2017 starten komen
voor subsidie in aanmerking. Voor de aanvraag van subsidie voor maatwerktrajecten
voor pabo-afgestudeerden moet een offerte voor het maatwerktraject worden bijgevoegd.
Verdeelregels voor subsidies
De subsidie wordt op volgorde van aanvraag verstrekt. Artikel 2.3, eerste lid, van de Kaderregeling is van toepassing. Hierin is bepaald dat als de aanvraag krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is aangevuld, bij de verdeling de dag waarop de volledige, aangevulde aanvraag is ontvangen, als de datum van ontvangst geldt.
Vaststelling, betaling en verantwoording
Volledige aanvragen worden op volgorde van ontvangst beoordeeld en subsidie wordt
verstrekt aan de hand van het bepaalde in deze bijlage, tot het subsidieplafond bereikt
is. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de (bij de aanvraag aan te geven)
kosten die door de hogescholen in rekening worden gebracht.
DUS-I beslist binnen 13 weken op de aanvraag. De subsidie wordt direct vastgesteld
bij de beslissing op de aanvraag. Het subsidiebedrag wordt in één keer betaald. Het
bevoegd gezag hoeft dus geen aanvraag tot vaststelling in te dienen.
Voor zover het subsidie tot € 25.000 betreft, geschiedt de verantwoording overeenkomstig
de Regeling jaarverslaggeving onderwijs in de jaarverslaggeving. Voor zover het subsidie van € 25.000 of meer betreft, geschiedt
de verantwoording overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs in de jaarverslaggeving
met model G1.
Verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de beantwoording van vragen in
het kader van de evaluatie van dit beleidskader.
De school is verplicht een deelnemersadministratie bij te houden over de inschrijving
van leraren voor trajecten als bedoeld in het Beleidskader.
Handhaving
DUS-I kan een steekproefsgewijze controle uitvoeren op het correcte gebruik van de
subsidie. De controle vindt plaats op basis van een beoordeling van de documenten
die relevant zijn om te beoordelen of de leraar in dienst was van het bevoegd gezag
en daadwerkelijk was ingeschreven voor het traject. In dat kader dient het bevoegd
gezag in elk geval de deelnemersadministratie te overleggen, waarin is opgenomen welke
leraren zijn ingeschreven voor een kort traject als bedoeld in het Beleidskader. Ook
wordt gecontroleerd of is voldaan aan de voorwaarde dat per leraar niet meer dan eenmaal
subsidie kan worden aangevraagd.
Subsidie wordt verstrekt indien de leraar zich heeft ingeschreven voor het traject
waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Aangezien de aanbieder bij inschrijving voor
een kort traject de kosten voor het traject in beginsel in rekening zal brengen, ongeacht
of het traject wordt afgerond, wordt de subsidie niet teruggevorderd wanneer de leraar
onverhoopt het traject niet afrondt.
Administratieve lasten
Ter verantwoording van de administratieve lasten waarmee de aanvrager bij dit beleidskader
te maken krijgt is een toets uitgevoerd volgens een standaard kostenmodel. Uit de
berekening blijkt dat het totale bedrag aan administratieve lasten voor de aanvraag
van deze subsidie zeer beperkt is aangezien enkel het aanvraagformulier hoeft te worden
ingevuld. Naar verwachting zal hiermee maximaal € 6750,– gemoeid zijn (150 geschatte
aanvragen van 1 uur à € 45,– per uur).
Uitvoeringstoets
DUS-I heeft een uitvoeringstoets uitgevoerd. Het beleidskader is uitvoerbaar en handhaafbaar.
Inwerkingtreding
Voor de inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten. De reden hiervoor
is dat de korte trajecten waarvoor subsidie kan worden aangevraagd op een zodanig
korte termijn starten dat indien wordt vastgehouden aan de vaste verandermomenten,
bevoegde gezagen de subsidie niet meer voor de start van de trajecten kunnen aanvragen.