Rechtspositieregeling Raad van bestuur UWV

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2016, 2016-0000263352, tot vaststelling van de rechtspositie van de Raad van bestuur UWV

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 6, vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2. Beloning

  • 1 De beloning wordt bij beschikking vastgesteld, waarbij de WNT in acht wordt genomen.

  • 2 Het bedrag van de beloning is inclusief een vakantie- en een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen van de voor het UWV geldende CAO, en alle overige componenten die tot de beloning in de zin van de WNT worden gerekend.

  • 3 De beloning, bedoeld in het eerste lid, wordt, met uitzondering van vakantie- en eindejaarsuitkering, uitbetaald in gelijke maandelijkse termijnen.

    De vakantie- en eindejaarsuitkering worden eens per jaar uitbetaald, in de maanden mei respectievelijk december van ieder jaar.

Artikel 3. Kostenvergoedingen

  • 1 Een lid heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regeling van het UWV voor het vergoeden van reis- en verblijfkosten.

  • 2 Een lid heeft voor zakelijk verkeer recht op een dienstauto.

Artikel 4. Verlof

Een lid heeft aanspraak op de verloffaciliteiten die gelden voor de personen in dienst van het UWV.

Artikel 5. Arbeidsongeschiktheid

In geval van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte of gebreken, zwangerschap of bevalling zijn de bepalingen ten aanzien van doorbetaling van de bezoldiging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Ontslag en niet-herbenoeming

  • 1 In geval van niet-herbenoeming dan wel tussentijds ontslag, anders dan op eigen verzoek en anders dan ten gevolge van eigen schuld of toedoen, heeft een lid in aanvulling op de reguliere aanspraak op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet aanspraak op een bovenwettelijke uitkering.

  • 2 De hoogte en duur van deze uitkering worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Besluit bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid voor de sector Rijk, met dien verstande dat als diensttijd voor de vaststelling van hoogte en duur van genoemde uitkering tevens geldt:

    • a. de tijd dat een lid is benoemd in de Raad van bestuur van het UWV;

    • b. de tijd dat een lid direct voorafgaand aan zijn benoeming in de Raad van bestuur op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is geweest bij het UWV of één van de rechtsvoorgangers van het UWV.

Artikel 7. Functievervulling

  • 1 Een lid onthoudt zich van het openbaren van gedachten of gevoelens, indien daardoor de goede vervulling van zijn functie of het goede functioneren van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zouden zijn verzekerd.

  • 2 Het is een lid verboden nevenbetrekkingen te vervullen die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.

  • 3 Het is een lid in zijn functie verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.

  • 4 Een lid meldt een voornemen tot het openbaren van gedachten of gevoelens voorafgaand aan deze openbaring aan de minister.

Artikel 8. Loopbaanbegeleiding

Een lid heeft recht op loopbaanbegeleiding, aangeboden door de Algemene Bestuursdienst.

Artikel 9. Uitvoering van deze regeling

  • 1 De kosten die voortvloeien uit deze regeling komen ten laste van het UWV.

  • 2 Het UWV is belast met de uitvoering van deze regeling.

  • 3 De bepalingen van de voor het UWV geldende CAO zijn van overeenkomstige toepassing, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken en met uitzondering van bepalingen omtrent bezoldiging als bedoeld in de WNT.

Artikel 10. Vervallen regelingen en overgangsrecht zittende leden

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 december 2016

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

Naar boven