Regeling bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur BES

Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 02-11-2016 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 oktober 2016, nr. 2016-0000571578, houdende regels inzake bijzondere uitkeringen voor de versterking van het openbaar bestuur in Caribisch Nederland (Regeling bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur BES)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 92, vijfde lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur: eenmalige bijzondere uitkering als bedoeld in artikel 2;

  • minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2. Doel bijzondere uitkering openbaar bestuur

De minister kan aan de openbare lichamen bijzondere uitkeringen versterking openbaar bestuur verstrekken voor activiteiten die de verbetering van het openbaar bestuur in het Caribische deel van Nederland ten doel hebben onder meer door:

  • a. de versterking van de bestuurskracht van de openbare lichamen, of

  • b. de verbetering van de dienstverlening van de openbare lichamen, zowel in de fysieke en sociale leefomgeving als in de verschillende wijken.

Artikel 3. Totale beschikbare bedrag

  • 1 Het totale beschikbare bedrag voor bijzondere uitkeringen versterking openbaar bestuur bedraagt voor 2016 € 620.000 en voor 2017 € 650.000.

  • 2 De bedragen, bedoeld in het eerste lid, worden verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur wordt ingediend door het bestuurscollege van het openbaar lichaam met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan, waarin in ieder geval is opgenomen:

    • a. een beschrijving van de activiteiten, waarvoor de bijzondere uitkering openbaar bestuur wordt aangevraagd;

    • b. de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan de doelstelling, bedoeld in artikel 2;

    • c. een sluitende begroting voor het activiteitenplan, en

    • d. de verwachte realisatietermijn, met een beschrijving van het tijdpad en de mijlpalen indien die termijn langer is dan een jaar.

  • 3 Een bestuurscollege kan meerdere aanvragen indienen.

Artikel 5. Beslissing op de aanvraag

  • 1 De minister besluit binnen drie maanden op een aanvraag, maar op een aanvraag die voor 1 november van enig jaar is ingediend, op uiterlijk 31 december van het desbetreffende jaar.

  • 2 De minister besluit uitsluitend tot verlening van een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur indien:

    • a. de activiteiten voldoende bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 2;

    • b. het naar het oordeel van de minister aannemelijk is dat de activiteiten uiterlijk op 31 december 2019 kunnen zijn uitgevoerd;

    • c. de activiteiten doelmatig en doeltreffend zijn;

    • d. de activiteiten redelijkerwijs uitvoerbaar zijn gezien de middelen en de kosten die in het activiteitenplan, bedoeld in artikel 4, tweede lid, zijn begroot; en

    • e. het in artikel 3, eerste lid, genoemde beschikbare bedrag voor het desbetreffende jaar niet wordt overschreden als gevolg van het verlenen van de uitkering.

Artikel 6. Verplichtingen

  • 1 Indien een openbaar lichaam een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur ontvangt:

    • a. bewaakt het bestuurscollege van dat openbaar lichaam de tijdige uitvoering van de activiteiten volgens het activiteitenplan, bedoeld in artikel 4, tweede lid; en

    • b. verzamelt en bewaart het bestuurscollege van dat openbaar lichaam gegevens omtrent de voortgang en kosten van de uitvoering van de activiteiten.

  • 2 Het openbaar lichaam besteedt de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur uitsluitend aan de uitvoering van de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt.

  • 3 Zodra aannemelijk is dat activiteiten waarvoor een bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur is verstrekt niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden uitgevoerd of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de verstrekking van de uitkering verbonden voorschriften zal worden voldaan, doet het bestuurscollege daarvan onverwijld melding aan de minister.

Artikel 7. Betaling

  • 1 De minister verstrekt een voorschot op de verleende bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur.

  • 2 De hoogte van het voorschot wordt per activiteitenplan vastgesteld op basis van een bevoorschottingsregime dat is vastgesteld bij het besluit, bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 3 De minister kan op verzoek van het bestuurscollege van het openbaar lichaam besluiten om de hoogte van een voorschot hoger of lager vast te stellen.

  • 4 De minister kan de verstrekking van voorschotten opschorten, indien:

    • a. activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die niet voldoet aan het doel, bedoeld in artikel 2, of

    • b. verleende voorschotten zijn besteed aan een ander doel dan waarvoor de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur is verstrekt.

Artikel 8. Intrekken besluit tot verstrekken bijzondere uitkering openbaar bestuur

  • 1 Zolang de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur nog niet overeenkomstig artikel 9, eerste lid, is vastgesteld, kan de minister het besluit, bedoeld in artikel 5, tweede lid, wijzigen of intrekken, indien:

    • a. het openbare lichaam een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 6, derde lid;

    • b. het openbare lichaam onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit omtrent de verlening van de uitkering zou hebben geleid;

    • c. het besluit tot verlening van de uitkering onjuist was en het openbaar lichaam dit wist of behoorde te weten;

    • d. activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die niet voldoet aan het doel, bedoeld in artikel 2, of

    • e. verleende voorschotten zijn besteed aan een ander doel dan waarvoor de uitkering is verstrekt.

  • 2 De wijziging of intrekking werkt terug tot en met het tijdstip waarop een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, die aanleiding is om tot wijziging of intrekking over te gaan, zich heeft voorgedaan, tenzij bij het besluit tot wijziging of intrekking anders is bepaald.

Artikel 9. Vaststelling en terugvordering

  • 1 De minister stelt de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur vast uiterlijk vier maanden na indiening van de jaarrekening over het laatste uitvoeringsjaar.

  • 2 Voor zover de bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur niet op de wijze, bedoeld in artikel 6, tweede lid, is besteed kan de minister het reeds betaalde bedrag terugvorderen.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd en werkt terug tot en met 1 september 2016.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bijzondere uitkering versterking openbaar bestuur BES.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Naar boven