In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
-
basis- en kaderberoepsgerichte leerweg: basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet;
-
betrokkene: persoon waarvoor de ontheffing of bekwaamheidserkenning wordt aangevraagd;
-
bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de wet en artikel 1 van de WVO BES;
-
conversietabel: conversietabel als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, van de Regeling conversietabel getuigschriften en
vakken VO;
-
DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;
-
getuigschrift: getuigschrift als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onder b, onder 1°, van de wet en artikel 80, eerste lid, onder b, onder 1° van de WVO BES;
-
inspectie: Inspectie van het Onderwijs;
-
minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
-
pabo: opleiding Pedagogische academie voor leraren in het basisonderwijs;
-
pedagogisch-didactisch getuigschrift: getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek;
-
school: school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de wet en artikel 1 van de WVO BES;
-
vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet;
-
wet:
Wet op het voortgezet onderwijs;
-
WVO BES:
Wet voortgezet onderwijs BES.
De beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten
en bekwaamheidserkenning vo.
De beleidsregel heeft betrekking op de manier waarop de minister gebruikmaakt van
zijn bevoegdheid om:
Het doel van deze beleidsregel is duidelijkheid te bieden over de beleidslijn van
de minister over de beoordeling van aanvragen voor ontheffing of bekwaamheidserkenning
op grond van artikel 33, tweede en zestiende lid van de wet of op grond van artikel 80, vijfde en achttiende lid van de WVO BES.
De beleidsregel heeft geen betrekking op door het bevoegd gezag vastgestelde vakken
en programmaonderdelen (schooleigen vakken) als bedoeld in artikel 33, eerste lid laatste volzin, van de wet of artikel 80, eerste lid laatste volzin, van de WVO BES.
Om in aanmerking te komen voor een ontheffing of bekwaamheidserkenning wordt het vak,
waarvoor de aanvraag wordt ingediend, op jaarbasis ten minste gemiddeld vier uur per
week gegeven door betrokkene.
In bijlage III is schematisch weergegeven uit welke stappen het proces voor de aanvraag van de ontheffing
of bekwaamheidserkenning bestaat.
Er zijn twee soorten aanvragen mogelijk:
-
a)
een gesloten aanvraag voor één van de vooraf beschreven combinaties van bijzondere gevallen en buitengewone
bekwaamheid (leidend tot een ontheffing) of één van de vooraf beschreven invullingen
van bekwaamheid bij het ontbreken van een lerarenopleiding (leidend tot een bekwaamheidserkenning).
De reeds beschreven combinaties van bijzondere gevallen en buitengewone bekwaamheid,
leidend tot een ontheffing, staan in bijlage I. De reeds beschreven invullingen van bekwaamheid leidend tot een bekwaamheidserkenning
staan in bijlage II. De aanvrager voegt daarbij de onder het kopje ‘indieningsvoorwaarden’ in deze beleidsregel
genoemde onderdelen toe.
-
b)
een open aanvraag waarbij betrokkene zelf onderbouwt dat er sprake is van een combinatie van een bijzonder
geval en uitmuntendheid in buitengewone bekwaamheid. Of een open aanvraag voor een
algemeen gebruikelijk vak waarvoor een lerarenopleiding ontbreekt en welke ook niet
opgenomen is in de conversietabel. De aanvrager voegt daarbij de onder het kopje ‘indieningsvoorwaarden’
in deze beleidsregel genoemde onderdelen toe.
Betrokkene of het bevoegd gezag, namens betrokkene, dient een aanvraag voor een ontheffing
of bekwaamheidserkenning in bij de minister. Dit gebeurt via de website van DUO. Meer
informatie over de aanvraag en aanvraagprocedure is ook op dezelfde website vindbaar.
De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst door DUO behandeld. DUO stelt betrokkene
in de gelegenheid om, indien nodig, de aanvraag verder aan te vullen. Als de aanvraag
wordt aangevuld, dan geldt de dag waarop de laatste aanvulling is ontvangen als de
datum van binnenkomst. Conform de Awb beslist de minister binnen acht weken op de
aanvraag, deze termijn kan indien noodzakelijk worden verlengd. In geval van verlenging
wordt dit per brief aan betrokkene meegedeeld.
Na het invullen van het aanvraagformulier wordt de aanvraag op volledigheid getoetst.
Alleen volledig ingevulde formulieren worden in behandeling genomen. Vervolgens wordt
de aanvraag beoordeeld. De open aanvragen worden op hun merites beoordeeld. De gesloten
aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de vooraf vastgestelde beschrijvingen.
De inspectie zal steekproefsgewijs en indien er concrete aanwijzingen zijn advies
geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene. Dit kan
zowel in het geval van gesloten als open aanvragen.
Indien de aanvraag wordt toegekend, ontvangt betrokkene een beschikking tot ontheffing
of bekwaamheidserkenning. Indien de aanvraag wordt afgewezen, ontvangt betrokkene
een afwijzende beschikking. In de beschikking wordt aangegeven hoe betrokkene in bezwaar
en beroep kan gaan, de Awb is hierop van toepassing.
Indieningsvoorwaarden
Een volledige aanvraag bestaat uit:
Bij alle aanvragen
-
1) een omschrijving van het betreffende vak waarin tenminste de omvang van het vak op
jaarbasis, doelstellingen, inhoud, organisatie en eindtermen van het vak;
-
2) een schoolplan van de school waar betrokkene les gaat geven;
-
3) een verklaring van het bevoegd gezag dat het bevoegd gezag redelijkerwijs tot de overtuiging
gekomen is dat betrokkene voldoende pedagogisch-didactisch bekwaam is; en
-
4)
Bij gesloten aanvragen voor:
-
a. ontheffing: voor een van de beschreven doelgroepen in bijlage I (ontheffingstabel) zowel de in kolom I van bijlage I (ontheffingstabel) aangegeven
bewijsstukken als de in kolom II van bijlage I (ontheffingstabel) aangegeven bijzondere
gevallen.
-
b. bekwaamheidserkenning: voor een van de beschreven vakken in bijlage II (tabel bekwaamheidserkenning) de in kolommen I, II en III van bijlage II (tabel bekwaamheidserkenning)
aangegeven bewijsstukken.
Voorbeeld gesloten aanvraag ontheffing
|
Een lerares heeft een pabo-diploma en geeft al een paar jaar les aan een Internationale
Schakelklas in het voortgezet onderwijs. Het bevoegd gezag acht haar pedagogisch-didactisch
bekwaam en onlangs heeft zij aan de hogeschool haar post hbo-certificaat Nederlands
als Tweede taal ontvangen. De lerares heeft geen bevoegdheid voor het voortgezet onderwijs,
daarom wil ze een ontheffing aanvragen. Omdat de lerares een certificaat voor Nederlands
als Tweede taal (buitengewone bekwaamheid) heeft en er op dit moment een grote toestroom is aan nieuwkomerskinderen waarvoor
onderwijs verzorgd moet worden (bijzonder geval), kan zij via de website het aanvraagformulier invullen. Na controle van haar aanvraagdossier
door DUO geeft DUO de beschikking over haar ontheffing af.
|
Voorbeeld gesloten aanvraag bekwaamheidserkenning
|
Een leraar geeft naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in het vmbo. Hij verzorgt
lessen in het profielvak Maritiem & Techniek en het uitstroomprofiel Rijn-, Binnen-
en Kustvaart. Hij bezit de certificaten, diploma’s en bewijzen (zie bijlage II), die
vereist worden voor het verzorgen van onderwijs op het gebied van Rijn-, Binnen- en
Kustvaart (vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch-didactisch bekwaam). Hij kan echter geen getuigschrift van een lerarenopleiding overleggen, omdat er
geen lerarenopleiding is. Hij wil graag zijn bekwaamheid laten erkennen, zodat hij
kan worden benoemd als leraar en zich kan registreren in het lerarenregister. Hij
vult via de website een aanvraag in. Na controle van het aanvraagdossier door DUO,
geeft DUO de beschikking over zijn bekwaamheidserkenning af.
|
-
5)
Bij open aanvragen voor:
Beoordelingscriteria open aanvraag: toepassen ontheffing (artikel 33, tweede lid,
van de wet of artikel 80, vijfde lid, van de WVO BES)
Bij het beoordelen van open aanvragen voor ontheffing spelen twee elementen een rol:
Om in aanmerking te komen voor een ontheffing is vereist dat er zowel sprake is van
een bijzonder geval als van uitmunten in buitengewone bekwaamheid. Het bijzondere
geval en het uitmunten in buitengewone bekwaamheid kunnen gezamenlijk tot het oordeel
leiden dat de leraar een ontheffing van de benoembaarheidsvereisten wordt verleend
voor het vak waarvoor de aanvraag wordt gedaan. De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs
en indien er concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische
bekwaamheid van betrokkene.
Onderstaande betreft geen limitatieve opsomming van bijzondere gevallen en buitengewone
bekwaamheden. Bij open aanvragen mogen ook andere omstandigheden worden aangevoerd
die door de minister worden beoordeeld.
1. Bijzondere gevallen
Om in aanmerking te kunnen komen voor ontheffing, moet er sprake zijn van bijzondere
gevallen. In de beleidslijn van de minister kunnen bijzondere gevallen zowel betrekking
hebben op de persoon als meer externe omstandigheden. Dit betekent dat de betrokkene
verhinderd wordt te voldoen aan de benoembaarheidsvereisten met het afronden van de
lerarenopleiding behorend bij het vak. Bijzondere gevallen zijn altijd afhankelijk
van de individuele situatie van betrokkene.
Dit kunnen bijzondere gevallen zijn zoals:
-
− betrokkene uitsluitend lesgeeft in een specifiek deel van het eerste- of tweedegraadsgebied,
bijvoorbeeld alleen in het praktijkonderwijs of een deel van het vmbo;
-
− betrokkene uitsluitend taalonderwijs geeft aan een geassocieerde Europese school.
Voor aanvragen met betrekking tot taalonderwijs aan de geassocieerde Europese scholen
vindt te allen tijde een beoordeling van de pedagogisch-didactische bekwaamheid van
betrokkene door de inspectie plaats;
-
− betrokkene een diploma heeft dat niet eenduidig vermeldt tot welke vakken de bevoegdheid
zich uitstrekt, mits het verband tussen het diploma en het betreffende vak wel duidelijk
is vast te stellen en de conversietabel geen uitkomst biedt;
-
− betrokkene reeds een bevoegdheid heeft en daarnaast een beperkt aantal uur, maar meer
dan gemiddeld vier uur per week, lesgeeft in een ander vak, waarin volgens de meeste
recente rapportage Integrale Personeelstelling Onderwijs, jaarlijks gepubliceerd op
Rijksoverheid.nl, bovengemiddeld veel onbevoegd wordt lesgegeven. En het aanbod van
de lerarenopleiding voorziet niet in een mogelijkheid waarmee de betreffende leraar
binnen 2 jaar zijn bevoegdheid voor het vak kan halen;
-
− de reisafstand tot de dichtstbijzijnde lerarenopleiding meer dan twee uur bedraagt
met het openbaar vervoer, de lerarenopleiding heeft laten weten dat er geen onderwijs
op afstand mogelijk is en betrokkene kan onderbouwen dat deze tijdsinvestering niet
van hem gevergd kan worden, gelet op zijn gezinssituatie of fysieke gesteldheid;
-
− betrokkene objectief kan aantonen dat er sprake is van persoonlijke omstandigheden,
waardoor betrokkene niet in staat is een lerarenopleiding af te ronden. De omstandigheden
belemmeren echter het lesgeven zelf niet;
-
− de tijd die met het volgen van de lerarenopleiding gemoeid is, langer is dan de tijd
dat betrokkene na diens afstuderen nog werkzaam zal zijn in het onderwijs, uitgaande
van de wettelijke pensioendatum.
2. Buitengewone bekwaamheid van de leraar
Artikel 33, tweede lid van de wet of artikel 80, vijfde lid van de WVO BES vereisen dat de leraar voor wie ontheffing wordt aangevraagd beschikt over een buitengewone
bekwaamheid voor het betreffende vak.
Betrokkene kan gemotiveerd aantonen dat er sprake is van uitmunten in buitengewone
bekwaamheid als hij zijn bekwaamheid heeft opgedaan door activiteiten zoals:
-
− het hebben afgerond van een proefschrift dat relevant is voor het vak waarin betrokkene
lesgeeft;
-
− het hebben geleverd van een excellente prestatie op het eigen vakgebied;
-
− het hebben afgerond van een relevant excellentietraject in combinatie met een afgeronde
relevante opleiding op hetzelfde of hoger niveau;
-
− het beschikken over een pedagogisch-didactisch getuigschrift (mbo) voor zover het
een vak betreft dat eveneens in het voortgezet onderwijs wordt verzorgd;
-
− het eerste of tweede auteur zijn van een lesboek voor het betreffende vak in combinatie
met een afgeronde relevante opleiding op hetzelfde of hoger niveau;
-
− het hebben van ten minste 3 jaar ervaring buiten het voortgezet onderwijs met het
opleiden of begeleiden van anderen in een voor de aanvraag relevant vak;
-
− het hebben afgerond van een andere relevante opleiding op hetzelfde of een hoger niveau
(summa) cum laude;
-
− het hebben afgerond van een lerarenopleiding met een zeer grote relevantie voor het
te geven vak, welke niet is vermeld in de conversietabel.
Bij de open aanvraag geldt dat het aangegeven bijzondere geval en de aangegeven buitengewone
bekwaamheid in samenhang worden bekeken. Beide zijn voorwaarden om in aanmerking te
komen voor de ontheffing. . De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs en indien er
concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid
van betrokkene. Voor aanvragen met betrekking tot taalonderwijs aan de geassocieerde
Europese scholen vindt te allen tijde een beoordeling van de pedagogisch-didactische
bekwaamheid van betrokkene door de inspectie plaats.
Voorbeeld open aanvraag ontheffing
|
Een lerares geeft naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in het voortgezet onderwijs.
Zij heeft echter geen getuigschrift van een lerarenopleiding. De lerares heeft wel
een master Onderwijskunde afgerond en is eerste auteur van een lesboek van het vak
wat ze zelf geeft (buitengewone bekwaamheid). Binnen twee jaar na de eerst mogelijke afstudeerdatum van de beschikbare lerarenopleiding
zal de lerares de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken (bijzondere omstandigheid). Daarom doet ze open aanvraag via de website, waar ze in de aanvraag haar buitengewone
bekwaamheid en bijzondere omstandigheid motiveert. Omdat uit de bewijsstukken blijkt
dat de lerares voldoende pedagogisch-didactisch bekwaam is, zal er geen lesbezoek
door de inspectie plaatsvinden. DUO controleert haar aanvraagdossier, waarna DUO de
beschikking over haar ontheffing afgeeft.
|
Beoordelingscriteria open aanvraag: afgeven bekwaamheidserkenning (artikel 33, zestiende
lid van de wet of artikel 80, achttiende lid, van de WVO BES)
Een aanvraag tot bekwaamheidserkenning kan worden ingewilligd als de leraar onderwijs
verzorgt in een vak waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld krachtens artikel 36, eerste lid, van de wet of krachtens artikel 86, eerste lid, van de WVO BES, maar waarvoor geen toepasselijke lerarenopleiding beschikbaar is. De minister kan
dan verklaren dat de leraar wordt geacht te voldoen aan de bekwaamheidseisen die zijn
gesteld voor dat vak.
1. Geen lerarenopleiding beschikbaar
Het gaat hierbij om vakken in het voortgezet onderwijs die zijn geregeld in de wet
of daarop gebaseerde regelingen, maar waarvoor geen lerarenopleiding beschikbaar is
en die ook niet zijn opgenomen in de conversietabel.
2. Voldoen aan de bekwaamheidseisen
Betrokkene voldoet aan de vereiste bekwaamheidseisen als betrokkene kan aantonen dat
hij voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid voor die vakken. Aan de hand van de overgelegde
onderbouwing, wordt beoordeeld of betrokkene vakdidactisch, vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch
voldoende onderlegd is. De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs en indien er concrete
aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid
van betrokkene.
Voorbeeld open aanvraag bekwaamheidserkenning
|
Een leraar, die jarenlang stagebegeleider in een technisch bedrijf is geweest, geeft
naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in een erkend vak waarvoor geen lerarenopleiding
beschikbaar is. Hij wil graag bevoegd worden voor het vak. Hij kan daarvoor een aanvraag
doen voor een bekwaamheidserkenning. Omdat zijn vak niet op de lijst voor gesloten
aanvragen staat, motiveert de leraar in het aanvraagformulier zijn vakinhoudelijke,
vakdidactische en didactisch-pedagogische bekwaamheid en voegt ter onderbouwing bewijsstukken
bij. Na controle van het aanvraagdossier door DUO geeft DUO de beschikking over zijn
bekwaamheidserkenning af.
|