Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 18-05-2017 t/m 20-02-2019

Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 september 2016, nr. VO/876872, houdende de beoordeling van buitengewone bekwaamheden in bijzondere gevallen en bekwaamheden bij het ontbreken van een lerarenopleiding in het voortgezet onderwijs (Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

De beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo.

De beleidsregel heeft betrekking op de manier waarop de minister gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om:

Het doel van deze beleidsregel is duidelijkheid te bieden over de beleidslijn van de minister over de beoordeling van aanvragen voor ontheffing of bekwaamheidserkenning op grond van artikel 33, tweede en zestiende lid van de wet of op grond van artikel 80, vijfde en achttiende lid van de WVO BES.

De beleidsregel heeft geen betrekking op door het bevoegd gezag vastgestelde vakken en programmaonderdelen (schooleigen vakken) als bedoeld in artikel 33, eerste lid laatste volzin, van de wet of artikel 80, eerste lid laatste volzin, van de WVO BES.

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing of bekwaamheidserkenning wordt het vak, waarvoor de aanvraag wordt ingediend, op jaarbasis ten minste gemiddeld vier uur per week gegeven door betrokkene.

In bijlage III is schematisch weergegeven uit welke stappen het proces voor de aanvraag van de ontheffing of bekwaamheidserkenning bestaat.

Er zijn twee soorten aanvragen mogelijk:

  • a) een gesloten aanvraag voor één van de vooraf beschreven combinaties van bijzondere gevallen en buitengewone bekwaamheid (leidend tot een ontheffing) of één van de vooraf beschreven invullingen van bekwaamheid bij het ontbreken van een lerarenopleiding (leidend tot een bekwaamheidserkenning). De reeds beschreven combinaties van bijzondere gevallen en buitengewone bekwaamheid, leidend tot een ontheffing, staan in bijlage I. De reeds beschreven invullingen van bekwaamheid leidend tot een bekwaamheidserkenning staan in bijlage II. De aanvrager voegt daarbij de onder het kopje ‘indieningsvoorwaarden’ in deze beleidsregel genoemde onderdelen toe.

  • b) een open aanvraag waarbij betrokkene zelf onderbouwt dat er sprake is van een combinatie van een bijzonder geval en uitmuntendheid in buitengewone bekwaamheid. Of een open aanvraag voor een algemeen gebruikelijk vak waarvoor een lerarenopleiding ontbreekt en welke ook niet opgenomen is in de conversietabel. De aanvrager voegt daarbij de onder het kopje ‘indieningsvoorwaarden’ in deze beleidsregel genoemde onderdelen toe.

Betrokkene of het bevoegd gezag, namens betrokkene, dient een aanvraag voor een ontheffing of bekwaamheidserkenning in bij de minister. Dit gebeurt via de website van DUO. Meer informatie over de aanvraag en aanvraagprocedure is ook op dezelfde website vindbaar.

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst door DUO behandeld. DUO stelt betrokkene in de gelegenheid om, indien nodig, de aanvraag verder aan te vullen. Als de aanvraag wordt aangevuld, dan geldt de dag waarop de laatste aanvulling is ontvangen als de datum van binnenkomst. Conform de Awb beslist de minister binnen acht weken op de aanvraag, deze termijn kan indien noodzakelijk worden verlengd. In geval van verlenging wordt dit per brief aan betrokkene meegedeeld.

Na het invullen van het aanvraagformulier wordt de aanvraag op volledigheid getoetst. Alleen volledig ingevulde formulieren worden in behandeling genomen. Vervolgens wordt de aanvraag beoordeeld. De open aanvragen worden op hun merites beoordeeld. De gesloten aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de vooraf vastgestelde beschrijvingen. De inspectie zal steekproefsgewijs en indien er concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene. Dit kan zowel in het geval van gesloten als open aanvragen.

Indien de aanvraag wordt toegekend, ontvangt betrokkene een beschikking tot ontheffing of bekwaamheidserkenning. Indien de aanvraag wordt afgewezen, ontvangt betrokkene een afwijzende beschikking. In de beschikking wordt aangegeven hoe betrokkene in bezwaar en beroep kan gaan, de Awb is hierop van toepassing.

Indieningsvoorwaarden

Een volledige aanvraag bestaat uit:

Bij alle aanvragen

  • 1) een omschrijving van het betreffende vak waarin tenminste de omvang van het vak op jaarbasis, doelstellingen, inhoud, organisatie en eindtermen van het vak;

  • 2) een schoolplan van de school waar betrokkene les gaat geven;

  • 3) een verklaring van het bevoegd gezag dat het bevoegd gezag redelijkerwijs tot de overtuiging gekomen is dat betrokkene voldoende pedagogisch-didactisch bekwaam is; en

  • 4) Bij gesloten aanvragen voor:

    • a. ontheffing: voor een van de beschreven doelgroepen in bijlage I (ontheffingstabel) zowel de in kolom I van bijlage I (ontheffingstabel) aangegeven bewijsstukken als de in kolom II van bijlage I (ontheffingstabel) aangegeven bijzondere gevallen.

    • b. bekwaamheidserkenning: voor een van de beschreven vakken in bijlage II (tabel bekwaamheidserkenning) de in kolommen I, II en III van bijlage II (tabel bekwaamheidserkenning) aangegeven bewijsstukken.

      Voorbeeld gesloten aanvraag ontheffing

      Een lerares heeft een pabo-diploma en geeft al een paar jaar les aan een Internationale Schakelklas in het voortgezet onderwijs. Het bevoegd gezag acht haar pedagogisch-didactisch bekwaam en onlangs heeft zij aan de hogeschool haar post hbo-certificaat Nederlands als Tweede taal ontvangen. De lerares heeft geen bevoegdheid voor het voortgezet onderwijs, daarom wil ze een ontheffing aanvragen. Omdat de lerares een certificaat voor Nederlands als Tweede taal (buitengewone bekwaamheid) heeft en er op dit moment een grote toestroom is aan nieuwkomerskinderen waarvoor onderwijs verzorgd moet worden (bijzonder geval), kan zij via de website het aanvraagformulier invullen. Na controle van haar aanvraagdossier door DUO geeft DUO de beschikking over haar ontheffing af.

      Voorbeeld gesloten aanvraag bekwaamheidserkenning

      Een leraar geeft naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in het vmbo. Hij verzorgt lessen in het profielvak Maritiem & Techniek en het uitstroomprofiel Rijn-, Binnen- en Kustvaart. Hij bezit de certificaten, diploma’s en bewijzen (zie bijlage II), die vereist worden voor het verzorgen van onderwijs op het gebied van Rijn-, Binnen- en Kustvaart (vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch-didactisch bekwaam). Hij kan echter geen getuigschrift van een lerarenopleiding overleggen, omdat er geen lerarenopleiding is. Hij wil graag zijn bekwaamheid laten erkennen, zodat hij kan worden benoemd als leraar en zich kan registreren in het lerarenregister. Hij vult via de website een aanvraag in. Na controle van het aanvraagdossier door DUO, geeft DUO de beschikking over zijn bekwaamheidserkenning af.

  • 5) Bij open aanvragen voor:

Beoordelingscriteria open aanvraag: toepassen ontheffing (artikel 33, tweede lid, van de wet of artikel 80, vijfde lid, van de WVO BES)

Bij het beoordelen van open aanvragen voor ontheffing spelen twee elementen een rol:

  • al of niet sprake van een bijzonder geval;

  • al of niet sprake van uitmunten in buitengewone bekwaamheid.

Om in aanmerking te komen voor een ontheffing is vereist dat er zowel sprake is van een bijzonder geval als van uitmunten in buitengewone bekwaamheid. Het bijzondere geval en het uitmunten in buitengewone bekwaamheid kunnen gezamenlijk tot het oordeel leiden dat de leraar een ontheffing van de benoembaarheidsvereisten wordt verleend voor het vak waarvoor de aanvraag wordt gedaan. De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs en indien er concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene.

Onderstaande betreft geen limitatieve opsomming van bijzondere gevallen en buitengewone bekwaamheden. Bij open aanvragen mogen ook andere omstandigheden worden aangevoerd die door de minister worden beoordeeld.

1. Bijzondere gevallen

Om in aanmerking te kunnen komen voor ontheffing, moet er sprake zijn van bijzondere gevallen. In de beleidslijn van de minister kunnen bijzondere gevallen zowel betrekking hebben op de persoon als meer externe omstandigheden. Dit betekent dat de betrokkene verhinderd wordt te voldoen aan de benoembaarheidsvereisten met het afronden van de lerarenopleiding behorend bij het vak. Bijzondere gevallen zijn altijd afhankelijk van de individuele situatie van betrokkene.

Dit kunnen bijzondere gevallen zijn zoals:

  • betrokkene uitsluitend lesgeeft in een specifiek deel van het eerste- of tweedegraadsgebied, bijvoorbeeld alleen in het praktijkonderwijs of een deel van het vmbo;

  • betrokkene uitsluitend taalonderwijs geeft aan een geassocieerde Europese school. Voor aanvragen met betrekking tot taalonderwijs aan de geassocieerde Europese scholen vindt te allen tijde een beoordeling van de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene door de inspectie plaats;

  • betrokkene een diploma heeft dat niet eenduidig vermeldt tot welke vakken de bevoegdheid zich uitstrekt, mits het verband tussen het diploma en het betreffende vak wel duidelijk is vast te stellen en de conversietabel geen uitkomst biedt;

  • betrokkene reeds een bevoegdheid heeft en daarnaast een beperkt aantal uur, maar meer dan gemiddeld vier uur per week, lesgeeft in een ander vak, waarin volgens de meeste recente rapportage Integrale Personeelstelling Onderwijs, jaarlijks gepubliceerd op Rijksoverheid.nl, bovengemiddeld veel onbevoegd wordt lesgegeven. En het aanbod van de lerarenopleiding voorziet niet in een mogelijkheid waarmee de betreffende leraar binnen 2 jaar zijn bevoegdheid voor het vak kan halen;

  • de reisafstand tot de dichtstbijzijnde lerarenopleiding meer dan twee uur bedraagt met het openbaar vervoer, de lerarenopleiding heeft laten weten dat er geen onderwijs op afstand mogelijk is en betrokkene kan onderbouwen dat deze tijdsinvestering niet van hem gevergd kan worden, gelet op zijn gezinssituatie of fysieke gesteldheid;

  • betrokkene objectief kan aantonen dat er sprake is van persoonlijke omstandigheden, waardoor betrokkene niet in staat is een lerarenopleiding af te ronden. De omstandigheden belemmeren echter het lesgeven zelf niet;

  • de tijd die met het volgen van de lerarenopleiding gemoeid is, langer is dan de tijd dat betrokkene na diens afstuderen nog werkzaam zal zijn in het onderwijs, uitgaande van de wettelijke pensioendatum.

2. Buitengewone bekwaamheid van de leraar

Artikel 33, tweede lid van de wet of artikel 80, vijfde lid van de WVO BES vereisen dat de leraar voor wie ontheffing wordt aangevraagd beschikt over een buitengewone bekwaamheid voor het betreffende vak.

Betrokkene kan gemotiveerd aantonen dat er sprake is van uitmunten in buitengewone bekwaamheid als hij zijn bekwaamheid heeft opgedaan door activiteiten zoals:

  • het hebben afgerond van een proefschrift dat relevant is voor het vak waarin betrokkene lesgeeft;

  • het hebben geleverd van een excellente prestatie op het eigen vakgebied;

  • het hebben afgerond van een relevant excellentietraject in combinatie met een afgeronde relevante opleiding op hetzelfde of hoger niveau;

  • het beschikken over een pedagogisch-didactisch getuigschrift (mbo) voor zover het een vak betreft dat eveneens in het voortgezet onderwijs wordt verzorgd;

  • het eerste of tweede auteur zijn van een lesboek voor het betreffende vak in combinatie met een afgeronde relevante opleiding op hetzelfde of hoger niveau;

  • het hebben van ten minste 3 jaar ervaring buiten het voortgezet onderwijs met het opleiden of begeleiden van anderen in een voor de aanvraag relevant vak;

  • het hebben afgerond van een andere relevante opleiding op hetzelfde of een hoger niveau (summa) cum laude;

  • het hebben afgerond van een lerarenopleiding met een zeer grote relevantie voor het te geven vak, welke niet is vermeld in de conversietabel.

Bij de open aanvraag geldt dat het aangegeven bijzondere geval en de aangegeven buitengewone bekwaamheid in samenhang worden bekeken. Beide zijn voorwaarden om in aanmerking te komen voor de ontheffing. . De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs en indien er concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene. Voor aanvragen met betrekking tot taalonderwijs aan de geassocieerde Europese scholen vindt te allen tijde een beoordeling van de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene door de inspectie plaats.

Voorbeeld open aanvraag ontheffing

Een lerares geeft naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in het voortgezet onderwijs. Zij heeft echter geen getuigschrift van een lerarenopleiding. De lerares heeft wel een master Onderwijskunde afgerond en is eerste auteur van een lesboek van het vak wat ze zelf geeft (buitengewone bekwaamheid). Binnen twee jaar na de eerst mogelijke afstudeerdatum van de beschikbare lerarenopleiding zal de lerares de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken (bijzondere omstandigheid). Daarom doet ze open aanvraag via de website, waar ze in de aanvraag haar buitengewone bekwaamheid en bijzondere omstandigheid motiveert. Omdat uit de bewijsstukken blijkt dat de lerares voldoende pedagogisch-didactisch bekwaam is, zal er geen lesbezoek door de inspectie plaatsvinden. DUO controleert haar aanvraagdossier, waarna DUO de beschikking over haar ontheffing afgeeft.

Beoordelingscriteria open aanvraag: afgeven bekwaamheidserkenning (artikel 33, zestiende lid van de wet of artikel 80, achttiende lid, van de WVO BES)

Een aanvraag tot bekwaamheidserkenning kan worden ingewilligd als de leraar onderwijs verzorgt in een vak waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld krachtens artikel 36, eerste lid, van de wet of krachtens artikel 86, eerste lid, van de WVO BES, maar waarvoor geen toepasselijke lerarenopleiding beschikbaar is. De minister kan dan verklaren dat de leraar wordt geacht te voldoen aan de bekwaamheidseisen die zijn gesteld voor dat vak.

1. Geen lerarenopleiding beschikbaar

Het gaat hierbij om vakken in het voortgezet onderwijs die zijn geregeld in de wet of daarop gebaseerde regelingen, maar waarvoor geen lerarenopleiding beschikbaar is en die ook niet zijn opgenomen in de conversietabel.

2. Voldoen aan de bekwaamheidseisen

Betrokkene voldoet aan de vereiste bekwaamheidseisen als betrokkene kan aantonen dat hij voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid voor die vakken. Aan de hand van de overgelegde onderbouwing, wordt beoordeeld of betrokkene vakdidactisch, vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch voldoende onderlegd is. De inspectie zal hierbij steekproefsgewijs en indien er concrete aanwijzingen zijn advies geven aan DUO over de pedagogisch-didactische bekwaamheid van betrokkene.

Voorbeeld open aanvraag bekwaamheidserkenning

Een leraar, die jarenlang stagebegeleider in een technisch bedrijf is geweest, geeft naar tevredenheid van het bevoegd gezag les in een erkend vak waarvoor geen lerarenopleiding beschikbaar is. Hij wil graag bevoegd worden voor het vak. Hij kan daarvoor een aanvraag doen voor een bekwaamheidserkenning. Omdat zijn vak niet op de lijst voor gesloten aanvragen staat, motiveert de leraar in het aanvraagformulier zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en didactisch-pedagogische bekwaamheid en voegt ter onderbouwing bewijsstukken bij. Na controle van het aanvraagdossier door DUO geeft DUO de beschikking over zijn bekwaamheidserkenning af.

De beleidsregel treedt op 1 oktober 2016 in werking. Voor 1 oktober 2018 zal de beleidsregel worden geëvalueerd.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker

Bijlage I. Ontheffingstabel

In deze tabel staat beschreven voor welke doelgroep op grond van artikel 33, tweede lid, van de wet of artikel 80, vijfde lid, van de WVO BES door de minister ontheffing verleend kunnen worden. De in de kolom I aangeduide bewijsstukken en de in kolom II aangegeven onderbouwing van bijzonder geval moeten aangeleverd worden als onderbouwing van de aanvraag.

Doelgroep

Kolom I

Buitengewone bekwaamheid

Kolom II

Bijzonder geval

Kolom III

Ontheffing wordt verkregen voor de vakken:

Pabo-gediplomeerd

– pabo-diploma en post-hbo-certificaat NT2;

– of pabo-diploma en ten minste 2 jaar werkervaring, blijkend uit werkgeversverklaring, in NT2-onderwijs en bijscholing NT2.

Door de hoge toestroom van nieuwkomerskinderen is er een maatschappelijke noodvraag ontstaan naar leraren die geschikt zijn voor het verzorgen van onderwijs aan nieuwkomerskinderen in de Internationale Schakelklas, die voorbereidt op instroom in reguliere klassen.

Alle vakken aan nieuwkomers Internationale Schakelklas, die voorbereidt op instroom in reguliere klassen.

Leraar Uiterlijke Verzorging

Ten minste 3 jaar werkervaring uiterlijke verzorging in het beroepsonderwijs, blijkend uit een werkgeversverklaring.

Het vak Uiterlijke Verzorging verdwijnt met de komst van de nieuwe profielen in het vmbo. Het oude vak uiterlijke verzorging sluit echter nog wel aan bij een beperkt aantal keuzevakken uit het profiel Zorg & Welzijn. Het gaat hier om een overgangsmaatregel voor de leraren die vóór 1 augustus 2016 werkzaam waren in de afdeling Uiterlijke Verzorging en die les gaan geven in de keuzevakken binnen het profiel Zorg & Welzijn.

– Haarverzorging;

– Hand- en voetverzorging;

– Huidverzorging;

– Kennismaking met uiterlijke verzorging.

Leraar Uiterlijke Verzorging

– Ten minste 3 jaar werkervaring uiterlijke verzorging in het beroepsonderwijs, blijkend uit een werkgeversverklaring

– en afgeronde bijscholing bij een ho-instelling voor het profielvak Zorg & Welzijn vmbo-docenten Uiterlijke Verzorging.

Het vak Uiterlijke Verzorging verdwijnt met de komst van de nieuwe profielen vmbo. Samen met aanvullende scholing sluit de kennis van leraren van het voormalige vak uiterlijke verzorging aan bij het het profielvak Zorg & Welzijn, inclusief de bijbehorende profielmodules. Het gaat hier om een overgangsmaatregel voor de leraren die les gaan geven in het profielvak Zorg & Welzijn die vóór 1 augustus 2016 werkzaam waren in de afdeling Uiterlijke Verzorging.

Het profielvak Zorg & Welzijn.

Leraar Media, vormgeving & ICT

– Getuigschrift voor vo/bve

– en Certificaat ‘bekwaamheid lesgeven in de vier profielmodules MVI’ afgegeven door geaccrediteerde ho-instelling.

Met de komst van de nieuwe profielen vmbo komen een aantal vakken op een nieuwe manier samen in het profiel Media, Vormgeving & ICT, waarvoor zittende leraren zich nog bekwaam moeten tonen. Het gaat hier om een overgangsmaatregel voor de leraren die les gaan geven in het profiel Media, Vormgeving & ICT en die vóór 1 augustus 2017 werkzaam waren in het vmbo.

Het profielvak Media, Vormgeving & ICT en keuzevakken.

Theoriedocent in het praktijkonderwijs

– Onderwijsbevoegdheid voor een algemeen gebruikelijk vak in het voortgezet onderwijs

– en HBO-certificaat van Taal en Reken module uit een opleiding speciale onderwijszorg of getuigschrift van Master Special Educational Needs.

Leraren met een onderwijsbevoegdheid voor een bepaald vak in het vo zijn ook in het pro enkel voor dat vak inzetbaar. Voor de doelgroep is het van belang dat zij zo min mogelijk verschillende leraren voor de klas hebben, omdat voortdurend wisselen tot teveel onrust leidt waardoor het leren in het gedrang komt. Daarnaast leidt de druk op bevoegd lesgeven tot beweging bij scholen en leidt dit in het praktijkonderwijs tot extra knelpunten, gelet op de behoefte van leerlingen. Er wordt gewerkt aan structurele maatregelen.

Theorievakken in het praktijkonderwijs.

Praktijkdocent in het praktijkonderwijs

– Pedagogisch-didactisch getuigschrift

– en ten minste vier jaar vakgerichte werkervaring in bedrijfsleven, blijkend uit werkgeversverklaring

– en ten minste 3 jaar werkervaring in het praktijkonderwijs, blijkend uit werkgeversverklaring.

In het praktijkonderwijs worden leerlingen direct naar werk begeleid. Het is daarom van belang dat zij leskrijgen van leraren die direct uit deze praktijk komen, maar die tevens voldoende pedagogisch-didactische vaardigheden bezitten om onderwijs aan deze doelgroep te verzorgen. Daarnaast leidt de druk op bevoegd lesgeven tot beweging bij scholen en leidt dit in het praktijkonderwijs tot extra knelpunten, gelet op de behoefte van leerlingen. Er wordt gewerkt aan structurele maatregelen.

Praktijkvakken in het praktijkonderwijs passend bij de ervaring opgedaan in het bedrijfsleven.

Bijlage II. Tabel bekwaamheidserkenning

In deze tabel staat welke bewijsstukken moeten worden verstrekt voor het verkrijgen van een bekwaamheidserkenning op grond van artikel 33, zestiende lid, van de wet of artikel 80, achttiende lid, van de WVO BES voor de genoemde vakken. Bij een aanvraag dienen de bewijsstukken uit kolommen I, II en III te worden verstrekt.

Vak waarvoor bekwaamheidserkenning wordt verleend:

Kolom I

Vakdidactiek

Kolom II

Vakinhoud

Kolom III

Pedagogisch-didactische bekwaamheid

Maritiem & Techniek (profielvak)

– Minor profiel Maritiem & Techniek;

– of Bijscholing profiel Maritiem & Techniek (alleen voor leraren die vóór 1 augustus 2016 lesgaven in de afdeling Haven & Vervoer of Kust-, Rijn- en Binnenvaart).

– mbo-diploma, niveau 4 of gelijkwaardig;

– of getuigschrift voor vo/bve;

– of art. 114-verklaring op grond van Overgangswet WVO voor een van de oude uitstroomrichtingen Rijn-, Binnen- en Kustvaart of Haven & Vervoer of Scheeps- en Jachtbouw;

– of bekwaamheidserkenning op grond van artikel 33, zestiende lid, van de wet of artikel 80, achttiende lid, van de WVO BES voor een van de oude uitstroomrichtingen Rijn-, Binnen- en Kustvaart of Haven & Vervoer of Scheeps- en Jachtbouw.

- Pedagogisch-didactisch getuigschrift;

- of bekwaamheidserkenning voor een van de oude uitstroomrichtingen Rijn-, Binnen- en Kustvaart of Haven & Vervoer of Scheeps- en Jachtbouw.

Uitstroomprofiel Rijn-, binnen- en kustvaart (RBK) met de keuzevakken:

• Werken en leven aan boord (2105),

• Ladingbehandeling aan boord (2106),

• Navigatie (2107),

• Scheepskennis (2108),

• Zeevaartkunde (2109).

Bekwaamheidserkenning profielvak Maritiem & Techniek.

– Schippersdiploma Alle Binnenwateren of MBO niveau 4 Kapitein Binnenvaart

– en Vaarbevoegdheid (Groot Vaarbewijs AB)1

– en Minor Rijn-, binnen- en kustvaart.

Zie kolom I

Uitstroomprofiel Scheeps- en Jachtbouw (S&J) met de keuzevakken:

• Nautische materialen en gereedschappen (2116),

• Scheepvaartconstructie en -ontwerp (2117),

• Maritieme mechanische installaties (2118),

• Conserveren van maritieme systemen (2119).

Bevoegdheid profielvak Maritiem & Techniek.

– mbo-diploma (sector maritieme techniek), niveau 4 of gelijkwaardig

– en Werkervaring in de werkvelden: maritiem technische sector en/of scheepsbouw en/of jachtbouw

– en Minor Scheeps- en Jachtbouw.

Zie kolom I

Uitstroomprofiel Haven en Vervoer (H&V) met de keuzevakken:

• Dienstverlening in de haven (2110),

• Opslag en overslag in de haven (2111)

• Stuwadoor en vorkheftruck (2112),

• Ladingadministratie in de haven (2113),

• Expediteur, luchtvaart en douane (2114),

• Cargadoor (2115).

Bevoegdheid profielvak Maritiem & Techniek.

– mbo-diploma, niveau 4 of gelijkwaardig

– en Werkervaring in de werkvelden havens en/of transport en/of logistiek

– en Minor Haven en Vervoer.

Zie kolom I

Nederlands als Tweede Taal

Getuigschrift voor het vak Nederlands.

Post-hbo certificaat Nederlands als Tweede Taal.

Zie kolom I

Dienstverlening & Producten (profielvak en keuzevakken)

Ten minste 2 jaar werkervaring in de afdelingsvakken, intra- of intersectorale programma’s en/of in het profielvak D&P in de periode tot 1 augustus 2018.

Certificaat van de hbo-minor Dienstverlening & Producten.

Getuigschrift voor niet-beroepsgericht vak in het vo.

1 Door middel van: Basiscertificaat Marifonie en Radardiploma Rijn- en binnenvaart en ADN Basisverklaring Gecombineerd Droge lading- en Tankschepen

Naar boven