Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend [...] van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2015. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 20-05-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 17-04-2025.
Geldend van 17-04-2025 t/m heden

Artikel 1

Aan de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken wordt mandaat en volmacht verleend tot:

  • a. het nemen van besluiten en het sluiten van overeenkomsten in het kader van de uitvoering van de in de bijlage bij dit besluit opgenomen subsidieregelingen en -programma’s en andere regelingen; en

  • b. het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in onderdeel a voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt, niet door hem in mandaat is genomen.

Artikel 2

Aan de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken wordt machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding en ter uitvoering van de in artikel 1 bedoelde besluiten en overeenkomsten; en

  • b. het voeren van procedures bij de rechter over de in artikel 1 bedoelde besluiten en overeenkomsten.

Artikel 3

  • 1 De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken kan met betrekking tot zijn bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2 De directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken kan aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau ondermandaat, volmacht en machtiging verlenen voor het uitvaardigen van dwangbevelen en de daaruit voortvloeiende uitvoering van executiegeschillen, en voor het treffen van betalingsregelingen. De directeur-generaal kan de algemeen directeur toestaan ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

  • 3 Aan de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt mandaat verleend om per geval of in het algemeen instructies, die ook beleidsregels kunnen omvatten, te geven ter zake van de uitoefening van de krachtens het tweede lid aan de algemeen directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau toekomende bevoegdheden.

Artikel 4

  • 1 Een document waarin een besluit of overeenkomst als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, of handeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt vastgelegd of bevestigd, bevat in ieder geval een verwijzing naar het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling waarop het besluit, de overeenkomst of de handeling betrekking heeft.

  • 2 Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt, indien het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling tot de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat behoort, aan het slot:

    • ‘DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    • namens deze,’

    • gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.

  • 3 Een document als bedoeld in het eerste lid vermeldt, indien het subsidieprogramma, de subsidieregeling of de andere regeling tot de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat behoort, aan het slot:

    • ‘DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    • namens deze,’

    • gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris.

  • 4 Indien een document als bedoeld in het eerste lid automatisch gegenereerd is en niet met een handtekening wordt ondertekend, worden de vermeldingen, bedoeld in het tweede en derde lid, in afwijking van die leden gevolgd door de functieaanduiding en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionaris en de zin ‘Dit bericht is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.’.

Artikel 6

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van onderdeel C – milieu, achtste en twaalfde gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit.

  • 2 Onderdeel C – milieu, achtste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Subsidieregeling emissiearme bestelauto’s voor gebruik in milieuzones in werking treedt.

  • 3 Onderdeel C – milieu, twaalfde gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 4 Dit besluit werkt terug tot en met 1 maart 2015, met uitzondering van onderdeel C – milieu, tweede, zevende, achtste en twaalfde gedachtestreepje, en onderdeel D – ruimte, eerste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit.

  • 5 Onderdeel C – milieu, tweede gedachtestreepje, en onderdeel D – ruimte, eerste gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit werken terug tot en met 1 mei 2015.

  • 6 Onderdeel C – milieu, zevende gedachtestreepje, van de bijlage bij dit besluit werkt terug tot en met 1 november 2015.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Bijlage bij artikel 1, onderdeel a, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2015. Zie het overzicht van wijzigingen]

Onderdeel A – spoor en weg

Onderdeel C – milieu

Onderdeel E – Luchtvaart