6.2. Extra vermindering na aangifte/melding
                                        
                                       [Regeling vervallen per 01-01-2022]
                                     
                                    
                                       
                                       
                                       Het komt voor dat de registratie van een gebruikt motorrijtuig bij de Dienst Wegverkeer
                                          (RDW) plaatsvindt in twee fases. Eerst wordt een motorrijtuig op aanvraag van een
                                          importeur of handelaar opgenomen in het register aan de hand van technische gegevens
                                          (het chassis-nummer etc.). Tenaamstelling van het motorrijtuig heeft dan nog niet
                                          plaatsgevonden. Pas bij de verkoop wordt de tenaamstelling afgerond.
                                       
                                       Omdat aangifte/melding wordt gedaan bij de eerste fase van registratie is de op aangifte/bij
                                          melding berekende bpm veelal niet gelijk aan de bpm die verschuldigd zou zijn als
                                          dezelfde berekening zou worden gemaakt ten tijde van de tenaamstelling. Door het tijdsverloop
                                          kan sprake zijn van een waardedaling. De belastingplichtige heeft dan mogelijk recht
                                          op een extra vermindering. Deze extra vermindering kan op de volgende wijze worden
                                          aangetoond.
                                       
                                       Als bij de aangifte/melding voor het vaststellen van de vermindering gebruik is gemaakt
                                          van de forfaitaire tabel (art. 10, lid 6, van de wet), kan op het moment dat het motorrijtuig te naam wordt gesteld de extra leeftijdskorting
                                          aan de hand van de forfaitaire tabel worden vastgesteld. Door het maken van bezwaar
                                          tegen de betaling op eigen aangifte kan rekening worden gehouden met de tabelafschrijving
                                          zoals deze geldt op het moment van tenaamstellen. De artikel 8 bpm-vergunninghouder
                                          kan bij de maandaangifte rekening houden met de extra leeftijdskorting.
                                       
                                       Is bij de aangifte/melding gebruik gemaakt van een taxatierapport of koerslijst om
                                          de afschrijving vast te stellen, dan kan de extra afschrijving worden aangetoond door
                                          bij het bezwaar tegen de aangifte (niet-vergunninghouders) of bij de maandaangifte
                                          (artikel 8 bpm-vergunninghouders) een nieuw taxatierapport c.q. herziene koerslijstberekening
                                          in te dienen waaruit een lagere waarde blijkt. Het indienen van een nieuw taxatierapport
                                          c.q koerslijst is een bewerkelijke methode. Als tegemoetkoming in de bewijslast (art. 64 AWR) is daarom de volgende praktische werkwijze toegestaan.
                                       
                                       
                                          Praktische werkwijze
                                          
                                       
                                       Bij het bezwaar tegen de eigen aangifte c.q. bij de maandaangifte kan onder voorwaarde,
                                          de extra afschrijving tussen het moment van aangifte/melding en het moment van tenaamstelling,
                                          aan de hand van de forfaitaire tabel (art. 8, lid 5, van de regeling) worden berekend. De extra afschrijving wordt dan bepaald door het bij de aangifte/melding
                                          verkregen herrekende bruto-bpm bedrag te vermenigvuldigen met het procentuele verschil
                                          van de tabel op het moment van aangifte/melding en tenaamstelling.
                                       
                                       Deze praktische werkwijze kan worden toegepast op aangiften die op of na 10 november
                                          2014 zijn ingediend.
                                       
                                       
                                          Voorwaarde
                                          
                                       
                                       Bij de aangiften waarbij een taxatierapport of een koerslijst is overgelegd, kan de
                                          praktische werkwijze slechts worden toegepast als de staat van het motorrijtuig, zoals
                                          die staat is opgenomen in het taxatierapport c.q. de koerslijst, tussen het moment
                                          van aangifte/melding en tenaamstelling niet is gewijzigd.