Regeling Wlz-indiceerbaren

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 19-03-2015 t/m heden

Regeling Wlz-indiceerbaren

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11.1.1, zesde lid, van de Wet langdurige zorg;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

De groepen, bedoeld in artikel 11.1.1, zesde lid, van de Wet langdurige zorg worden in de artikelen 3 tot en met 8 van deze regeling omschreven, met dien verstande dat tot de daar bedoelde groepen niet behoren:

  • a. verzekerden die krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op verblijf of voortgezet verblijf,

  • b. verzekerden in wier indicatiebesluit het hebben van een psychiatrische aandoening of beperking als dominante grondslag voor de geïndiceerde zorg wordt genoemd,

  • c. verzekerden die krachtens hun indicatiebesluit tevens zijn aangewezen op ADL-assistentie of op verpleging, persoonlijke verzorging of begeleiding in verband met palliatief terminale zorg,

  • d. verzekerden jonger dan vijf jaar die krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op intensieve kindzorg of op verpleging in verband met een behoefte aan thuisbeademing,

  • e. verzekerden van vijf jaar of ouder maar jonger dan twintig jaar die krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op intensieve kindzorg, tenzij zij tevens zijn aangewezen op zorg in verband met een verstandelijke handicap, en

  • f. verzekerden van vijf jaar of ouder maar jonger dan achttien jaar die krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op verpleging in verband met een behoefte aan thuisbeademing, tenzij zij tevens zijn aangewezen op zorg in verband met een verstandelijke handicap.

Artikel 3

  • 1 Verzekerden die in verband met een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap krachtens hun indicatiebesluit voor een totaal aantal van ten minste negentien dagdelen per week zijn aangewezen op begeleiding in een groep, behandeling in een groep, kortdurend verblijf of tijdelijk verblijf.

  • 2 Ten behoeve van de berekening van het aantal dagdelen, bedoeld in het eerste lid, geldt een indicatie voor:

    • a. een bepaalde klasse voor ‘begeleiding groep’ als een indicatie voor het aantal dagdelen ‘begeleiding groep’ dat gelijk is aan het klassenummer,

    • b. een bepaalde klasse voor ‘behandeling groep’ als een indicatie voor het aantal dagdelen ‘behandeling groep’ dat gelijk is aan het klassenummer, en

    • c. een bepaalde klasse voor ‘kortdurend verblijf’ of ‘tijdelijk verblijf’ als een indicatie voor het aantal dagdelen ‘kortdurend verblijf’ of ‘tijdelijk verblijf’ dat gelijk is aan het klassenummer, vermenigvuldigd met zes.

Artikel 4

Verzekerden die op 1 januari 2015 de leeftijd van vijf maar nog niet die van twintig jaar hebben bereikt, in wier indicatiebesluit een verstandelijke handicap, naast een somatische aandoening of beperking of een lichamelijke handicap, als grondslag voor de geïndiceerde zorg wordt genoemd en die daarnaast krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op intensieve kindzorg.

Artikel 5

  • 1 Verzekerden die in verband met een verstandelijke handicap krachtens hun indicatiebesluit:

    • a. voor een totaal aantal van ten minste acht dagdelen per week zijn aangewezen op behandeling in een groep, of

    • b. zijn aangewezen op begeleiding of behandeling in een groep, deze begeleiding of behandeling in natura in een kinderdienstencentrum ontvangen en wier begeleiding of behandeling wordt gedeclareerd op basis van prestatiecode H818 of H822 als bedoeld in Beleidsregel CA-300-582 van de zorgautoriteit of een daaropvolgende beleidsregel, dan wel die begeleiding of behandeling ontvangen als in die beleidsregel of de opvolger daarvan wordt omschreven bij de prestatiecodes H817 of H819.

  • 2 Ten behoeve van de berekening van het aantal dagdelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geldt een indicatie voor een bepaalde klasse ‘behandeling groep’ als een indicatie voor het aantal dagdelen ‘behandeling groep’ dat gelijk is aan het klassenummer.

  • 3 Een behandelende zorgverlener die werkzaam is in het kinderdienstencentrum waarvan een verzekerde als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, de daar bedoelde zorg ontvangt, geeft desgevraagd een verklaring af waaruit blijkt op grond van welke in dat lid genoemde prestatiecode de zorg wordt gedeclareerd of geleverd dan wel dat zorg wordt geleverd als omschreven bij de prestatiecodes H817 of H819.

Artikel 6

Verzekerden die krachtens een indicatiebesluit dat op of na 1 januari 2011 is vastgesteld, zijn aangewezen op kortdurend verblijf.

Artikel 7

  • 1 Verzekerden die in verband met een lichamelijke handicap, al dan niet in combinatie met een somatische aandoening of beperking of met een zintuiglijke handicap, krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op een totaal aantal van ten minste 25 uren per week individuele begeleiding, persoonlijke verzorging of verpleging.

  • 2 De berekening van het aantal uren, bedoeld in het eerste lid, geschiedt op de in de bijlage geregelde wijze.

Artikel 8

Verzekerden die op 1 januari 2015 achttien jaar of ouder zijn en krachtens hun indicatiebesluit zijn aangewezen op verpleging in verband met een behoefte aan individueel verpleegkundig toezicht bij thuisbeademing.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Bijlage behorende bij artikel 7 van de Regeling Wlz-indiceerbaren

  • 1. Voor de berekening van het aantal uren, bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt een indicatie voor ‘begeleiding individueel’ of ‘persoonlijke verzorging’ in een van de hiernavolgende klassen aangemerkt als een indicatie voor het na de klasse genoemde aantal uren:

    klasse

    uren

    1

    1,0

    2

    3,0

    3

    5,5

    4

    8,5

    5

    11,5

    6

    14,5

    7

    18,0

    8

    22,5

  • 2. Voor de berekening van het aantal uren, bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt een indicatie voor ‘verpleging’ in een van de hiernavolgende klassen aangemerkt als een indicatie voor het na de klasse genoemde aantal uren:

    klasse

    uren

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    3,0

    3

    5,5

    4

    8,5

    5

    11,5

    6

    14,5

    7

    18,0

  • 3. Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘begeleiding individueel’ en daartoe klasse 8 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘begeleiding individueel’, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bepaald door het aantal van 25 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.

  • 4. Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘persoonlijke verzorging’ en daartoe klasse 8 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘persoonlijke verzorging’, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bepaald door het aantal van 25 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.

  • 5. Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘verpleging’ en daartoe klasse 7 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘verpleging’, bedoeld in artikel 7, eerste lid, bepaald door het aantal van 20 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.

Naar boven