Besluit volmacht en machtiging voor de directeur Bureau beheer landbouwgronden 2015

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-03-2015 t/m 31-12-2023

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 24 februari 2015, nr. WJZ / 15025738, houdende regels inzake volmacht en machtiging voor de directeur Bureau beheer landbouwgronden 2015 (Besluit volmacht en machtiging voor de directeur Bureau beheer landbouwgronden 2015)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 32, tweede lid, van de Wet agrarisch grondverkeer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. bureau: Bureau beheer landbouwgronden;

  • b. dienst: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken;

  • c. directeur: directeur van het Bureau beheer landbouwgronden;

  • d. wet: Wet agrarisch grondverkeer.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Als de directeur, bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt aangewezen: de algemeen directeur van de dienst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Bij afwezigheid van de directeur wordt aan de plaatsvervangend directeur van de dienst volmacht en machtiging verleend voor het vertegenwoordigen van het bureau in en buiten rechte.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De directeur kan aan de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame medewerkers volmacht en machtiging verlenen voor het vertegenwoordigen van het bureau in en buiten rechte.

  • 2 De volmacht en machtiging, bedoeld in het eerste lid, behoeft instemming van de Minister van Economische Zaken en wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 Overeenkomsten tot verkrijging van registergoederen, waarbij de tegenprestatie van het bureau een bedrag van ten minste € 1.000.000 vertegenwoordigt, worden gesloten onder de voorwaarde dat de Minister van Economische Zaken ermee instemt.

  • 2 Bij het verlenen van de instemming, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste de prijs van het registergoed, de grondmarkt-politieke situatie, alsmede de budgettaire prioriteitstelling van het bureau betrokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2015.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 27-03-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit volmacht en machtiging voor de directeur Bureau beheer landbouwgronden 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 februari 2015

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven