Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven [...] van het Ministerie van Economische Zaken 2015

[Regeling vervallen per 01-01-2019.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 09-06-2017 t/m 31-12-2018

Besluit van de directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie van 5 januari 2015, nr. 14209876, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken 2015)

De directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie,

Gelet op artikel 18 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2015;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de directeur-generaal: de directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie;

  • b. de directeuren: de directeuren van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • c. de plaatsvervangend directeuren: de plaatsvervangend directeuren van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • d. het MT-B&I: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen;

  • e. de MT-leden van een directie: de leden van het managementteam van een directie met uitzondering van de directeur en de plaatsvervangend directeur;

  • f. de Chief Analyst: de Chief Analyst van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • g. de Programma Manager Nationale Iconen: de Programma Manager Nationale Iconen van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • h. de coördinator Economische zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland: de coördinator Economische zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland van het Ministerie van Economische Zaken;

  • i. de regioambassadeurs: de regioambassadeurs van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken;

  • j. de secretaris ATR: de secretaris Adviescollege toetsing regeldruk;

  • k. de Commissaris Militaire Productie: de Commissaris Militaire Productie van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • l. de compensatieadviseurs Militaire Productie: de compensatieadviseurs Militaire Productie van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • m. de compensatieadministrateurs Militaire Productie: de compensatieadministrateurs Militaire Productie van het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie;

  • n. het bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de directeur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen die twee of meer directies van zijn dienstonderdeel raken, tenzij daarover tussen de betrokken directeuren overeenstemming bestaat;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur, respectievelijk de secretaris MT-B&I:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur, respectievelijk de secretaris MT-B&I aan de directeur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld;

  • c. aangelegenheden op het werkterrein van onderzoek, monitoring, effectmeting en beleidsexperimenten, met uitzondering van aangelegenheden waarvoor mandaat, volmacht en machtiging is verleend aan de Chief Analyst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Aan de directeuren en plaatsvervangend directeuren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 1.000.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de directeuren en plaatsvervangend directeuren wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

  • 3 In uitzondering op het eerste en tweede lid, geldt het ondermandaat, de volmacht en de machtiging aan de plaatsvervangend directeur van een directie niet voor aangelegenheden op hun werkterrein:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door de plaatsvervangend directeur aan de directeur worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door een ander MT-lid van de directie moeten worden behandeld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de MT-leden van een directie wordt voorts, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

  • 3 In uitzondering op het eerste en tweede lid, geldt het ondermandaat, de volmacht en de machtiging aan de MT-leden van een directie niet voor aangelegenheden op hun werkterrein:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een MT-lid aan de directeur worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de directeur door de plaatsvervangend directeur of een ander MT-lid moeten worden behandeld.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de Chief Analyst wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 250.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 4b

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de Programma Manager Nationale Iconen wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de coördinator Economische zaken bij de Rijksdienst Caribisch Nederland wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de regioambassadeurs wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

  • 1 Aan de secretaris ATR wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 150.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de secretaris ATR wordt tevens voor de aan hem ter beschikking gestelde medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de Commissaris Militaire Productie wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend op zijn werkterrein, met uitzondering van:

  • a. door de Tweede Kamer der Staten Generaal goedgekeurde defensieprojecten die een bedrag van € 50.000.000 te boven gaan;

  • b. niet vooraf door de Tweede Kamer goedgekeurde defensieprojecten.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de compensatieadviseurs Militaire Productie wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden met betrekking tot een in het kader van een compensatieovereenkomst ingediende claim die een bedrag van € 2.500.000 niet te boven gaan.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Aan de compensatieadministrateurs Militaire Productie wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden met betrekking tot een in het kader van een compensatieovereenkomst ingediende claim die een bedrag van € 250.000 niet te boven gaan.

§ 3. Vervanging

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een ander lid van het betrokken managementteam.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerst dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2019]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Bedrijfsleven en Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 januari 2015

B. Leeftink

directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie

Naar boven