Bijlage Geodata for Agriculture and Water Facility 2014–2015 (G4AW Faciliteit)
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De Geodata for Agriculture and Water (G4AW) Faciliteit is een faciliteit van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken binnen de beleidsprioriteit voedselzekerheid, gericht op verbeterde
en verhoogde duurzame productie van voedsel en voor wat betreft water op efficiënt
watergebruik in de landbouw en de daartoe gebruikte irrigatie- en waterstroomgebieden
in partnerlanden en partnertransitielanden, hierna te noemen de G4AW partnerlanden.
De G4AW Faciliteit vult een niche in het bestaande palet aan instrumenten door het
creëren van mogelijkheden voor nieuwe combinaties van samenwerkende partijen (publiek
private samenwerking) met elk een eigen inbreng (kennis, ondernemerschap, netwerk,
financiële middelen).
De Minister heeft besloten voor de G4AW Faciliteit twee oproepen voor voorstellen
(call for proposals) te publiceren: respectievelijk in het jaar 2013 en in 2014. Deze
bijlage vormt het richtsnoer voor de beoordeling van de aanvragen voor subsidies in
het kader van deze tweede call voor de G4AW Faciliteit.
De belangrijkste wijzigingen in de huidige beleidsregels ten opzichte van die van
de eerste call zijn:
-
• Voor deze ronde van het G4AW is maximaal EUR 30,5 miljoen subsidie beschikbaar.
-
• Een aanvraag bedraagt minimaal EUR 500.000, het maximale bedrag is ongewijzigd.
-
• De omvang van de te bereiken doelgroep is verlaagd naar 100,000 voor landbouw/boeren
en/of 50.000 voor vissers en/of 50.000 voor agropastoralisten.
-
• De landenlijst is uitgebreid om een regionale benadering beter te faciliteren.
-
• Voor G4AW transitielanden is het subsidiepercentage 60%. De regels m.b.t. de eigen
bijdrage zijn vereenvoudigd.
-
• Het project mag (kostenneutraal) één jaar verlengd worden.
-
• De regels m.b.t. samenstelling van het partnerschap en de samenwerkingsovereenkomst
zijn vereenvoudigd. De penvoerder mag uit elk land komen, en er is minimaal één Nederlandse
partner. Het partnerschap omvat minimaal één publieke en minimaal één private organisatie.
Een publieke partner kan volstaan met ondertekening van een Memori of Understanding
(MoU) of Letter of Intent (LoI) indien er bezwaren zijn om de samenwerkingsovereenkomst
te ondertekenen.
In het kader van ontwikkelingssamenwerking zet de Nederlandse overheid in op voedselzekerheid,
water en duurzame economische groei en bedrijvigheid. Met de huidige toegenomen inzet
op economische ontwikkeling wordt beoogd de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden
te vergroten. Het bedrijfsleven, hier en in G4AW partnerlanden, speelt daarbij een
belangrijke rol. Met deze inzet wordt in het bijzonder aangesloten op de prioriteiten
voedselzekerheid en watergebruik, waaraan satellietinformatie en -adviezen in belangrijke
mate bijdragen. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de topsectoren agro, inclusief
veeteelt, tuinbouw, aquacultuur en water. Samenwerking tussen diverse partijen, publiek
en privaat, is in veel situaties een effectieve strategie om bij te dragen aan een
inclusieve groei, dat wil zeggen economische bedrijvigheid waar ook kleine voedselproducenten
en ondernemers van profiteren. Met voedselproducenten worden diegenen bedoeld die
actief betrokken zijn in de voedselproducerende sector, zoals boeren, vissers of veehouders.
De G4AW Faciliteit beoogt de totstandkoming van samenwerkingsverbanden te faciliteren
tussen partijen (private sector, NGO’s, kennisinstellingen, publieke organisaties)
uit minimaal Nederland en het G4AW partnerland. Deze initiatieven beogen het vraaggericht
gebruik van satellietdata ter verbetering van de voedselproductie, het watergebruik
door voedselproducenten zoals boeren, veehouders, waterbeheerders, vissers en ter
verbetering van de inkomenszekerheid van de voedselproducenten. Partijen in het samenwerkingsverband
stellen middelen beschikbaar, financieel en niet-financieel, op basis van een uitgewerkt
plan.
De G4AW Faciliteit sluit aan bij het nieuwe beleid voor ontwikkelingssamenwerking
zoals uiteengezet in de Beleidsnota ‘Wat de wereld verdient: Een nieuwe agenda voor
hulp, handel en investeringen’, de Tweede Kamerbrief ‘Uitwerking Voedselzekerheidsbeleid’ en de Tweede Kamerbrief ‘Water in Ontwikkeling’. Centraal in het nieuwe beleid staan handel en ontwikkeling, duurzame economische
groei, voedselzekerheid en water, zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden en transitielanden
en extra aandacht voor mondiale vraagstukken.
De G4AW Faciliteit is bedoeld voor activiteiten in landen opgenomen in de G4AW landenlijst.
De landenlijst die is gehanteerd voor de eerste call is uitgebreid voor de tweede
call met een aantal landen om een regionale benadering te faciliteren. Deze landenlijst
komt terug in de drempelcriteria (zie paragraaf 4.3) en is opgenomen in annex 1.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de uitvoering
van dit Subsidiebeleidskader opgedragen aan Netherlands Space Office, de uitvoeringsorganisatie
van de rijksoverheid voor het ruimtevaartbeleid. Het Netherlands Space Office zal
deze beleidsregels uitvoeren namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
op grond van een aan Netherlands Space Office verleend mandaat.
In dit Subsidiebeleidskader worden in hoofdstuk 2 allereerst de beleidsuitgangspunten
geschetst die de basis vormen voor de G4AW Faciliteit. In hoofdstuk 3 wordt beschreven
hoe de beoordelingsprocedure van subsidieaanvragen zal verlopen. Vervolgens beschrijft
hoofdstuk 4 de op de beleidsuitgangspunten gebaseerde criteria.
2. Beleidsmatige uitgangspunten
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
2.1. Doelstelling en beleidsthema’s van G4AW
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De thema’s voedselzekerheid en water richten zich op:
-
1) toename van duurzame productie
-
2) betere toegang tot gezond voedsel
-
3) efficiëntere markten
-
4) verbetering ondernemingsklimaat
-
5) efficiënter waterverbruik in de landbouw
-
6) een verbeterd stroomgebied beheer
De doelstelling van de G4AW Faciliteit is het duurzaam verbeteren van voedselproductie
door het op omvangrijke schaal vraaggericht, juist en tijdig aanbieden aan de landbouw-
en visserijsector van relevante informatie en diensten, gebaseerd op satellietdata
en een eventuele aanvulling met andere databronnen. Effectief watergebruik is een
onmisbaar element van de voedselproductie en vormt daarom een belangrijk en integraal
onderdeel van de G4AW Faciliteit. Om de eindgebruiker te bereiken wordt gebruik gemaakt
van moderne technieken zoals mobiele telefonie en internet naast traditionele massamedia
als radio en televisie. Activiteiten zoals kennisopbouw en training van de voedselproducenten
door lokale actoren (extension officers, NGO’s, e.a.) zijn essentieel voor het vergroten
van vertrouwen en om de koppeling te maken naar het handelingsperspectief van de voedselproducent.
Hieronder wordt een nadere toelichting gegeven op de aanleiding en de beleidsmatige
uitwerking van de G4AW Faciliteit.
-
• De G4AW Faciliteit beoogt grootschalig gebruik van op satellietdata gebaseerde diensten
in G4AW partnerlanden (zie paragraaf 4.3, drempelcriterium a) te bevorderen en daarmee
minimaal 3 miljoen voedselproducenten te bereiken.
-
• De Wereldbank heeft berekend dat de voedselproductie met 70% dient te stijgen om in
2050 de wereldbevolking te voeden. FAO statistieken laten zien dat minstens 300 miljoen
mensen werkzaam zijn in de agrarische sector in de G4AW partnerlanden.
-
• De Wereldvoedselorganisatie FAO en de Wereldbank onderkennen het belang van geodata
voor landbouw, waterbeheer en klimaatadaptatie. Voedselproductie begint bij de producent.
Het is van belang deze doelgroep te ondersteunen met productierelevante informatie,
waarin satellietdata een cruciale rol spelen bij het opschalen van diensten en het
bereiken van miljoenen voedselproducenten.
-
• Grootschalige informatievoorziening met gebruik van nieuwe technologie en nieuwe media
draagt bij aan het vergroten van investeringszekerheid in de landbouw (verminderen
risico’s, o.a. door adviesdiensten, waarschuwingsdiensten), het versnellen van economische
vooruitgang (verminderen van schade aan productie van voedsel, verbeterde marktinformatie,
reductie van uitval, verhoging en verbetering van productiemethoden) en verduurzaming
via reductie van energie, grondstoffen en water (waarmee kosten worden verlaagd).
Het mobiele telefoongebruik in G4AW partnerlanden varieert per land en neemt snel
toe. Het gebruik van mobiele telefoons voor het doorgeven van adviezen en prijsinformatie
komt in veel van deze landen in een stroomversnelling.
-
• Satellieten leveren objectief, tijdig en snel data die, eenmaal bewerkt, informatie
opleveren die relevant is voor voedselproducenten. Deze data zijn zowel inzetbaar
op mondiaal, regionaal, landelijk, als op lokaal niveau. Bovendien kunnen uit weersatellietdata
tijdreeksen van ongeveer 30 jaar afgeleid worden. Hierdoor zijn satellietdata de enige
mogelijkheid om grootschalig een bijdrage te leveren aan informatieverstrekking voor
optimalisering van voedselproductie en watergebruik. Inzet op levering, gebruik, acceptatie
en opschaling van betrouwbare satellietinformatie en adviezen levert vrijwel zeker
een hoger ontwikkelingsrendement op, tegen lagere kosten dan een traditionele, veelal
geografisch beperkte aanpak met een lokale, gediversifieerde, en veelal verouderde
infrastructuur.
Waar we het hebben over satellietdata, refereren we naar beeldvormende gegevens afkomstig
van aardobservatiesatellieten, eventueel aangevuld met plaatsbepalingsgegevens zoals
GPS en andere geodata.
2.2. Verwachte resultaten van de G4AW Faciliteit
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De G4AW Faciliteit beoogt op faciliteit-niveau onderstaande impact en outcome.
Verwachte impact:
-
• Verbeterde voedselproductie- of opbrengst;
-
• Toename duurzame landbouw inclusief watergebruik;
-
• Betere inkomenszekerheid van voedselproducenten.
Verwachte outcome:
-
• Een (nieuwe) markt voor leveren van informatiediensten in G4AW partner- en transitielanden
(economische bedrijvigheid);
-
• Duurzame samenwerking tussen G4AW partners gericht op continuering en zelffinanciering
van de informatieverstrekking en adviesdiensten;
-
• Boeren maken effectief gebruik van informatie, adviezen, producten voortkomend uit
gebruik van satellietdata;
-
• Effectiever gebruik van inputs (duurzaamheid); minimaal 10% effectiever gebruik van
inputs zoals meststoffen, water, zaaigoed en bestrijdingsmiddelen, en/of minimaal
10% toename van de voedselproductie en/of inkomensverbetering. Dit ten opzichte van
een nulmeting welke onderdeel is van de subsidieaanvraag.
Toelichting op verwachte impact en outcome:
-
• In de G4AW Faciliteit is er een sterke focus op de behoefte van de voedselproducent:
de ambitie is minimaal 3 miljoen voedselproducenten in de G4AW landen te bereiken
binnen de looptijd van de G4AW Faciliteit. De helft van de direct bereikte voedselproducenten
benut de verstrekte informatie of diensten daadwerkelijk.
-
• De ambitie is om door gebruikmaking van juiste en tijdige satellietinformatie en -adviezen
bij te dragen aan duurzame productie door realisatie van 10% effectiever gebruik van
inputs en 10% verbeterde productie (t.o.v. nulmeting) en risico beperkende maatregelen.
-
• Een belangrijk kenmerk van de G4AW Faciliteit is het overbruggen van de informatieketen
met moderne technologieën en moderne media van de satellietdata providers tot en met
de voedselproducent.
-
• Het goed kunnen benutten van ruimtelijke data en informatie vereist een minimaal kennis-
en opleidingsniveau bij de voedselproducenten.
-
• Het wordt verondersteld dat een goede benutting van data en informatie leidt tot een
efficiëntere duurzamere bedrijfsvoering en/of efficiënter waterverbruik en/of een
betere inkomenspositie door o.a. inzet van risico beperkende maatregelen. Dit is niet
eenvoudig meetbaar. Meerdere factoren spelen een rol in de voedselproductie waar de
G4AW Faciliteit geen invloed op heeft. Het is bekend dat een betere bedrijfsvoering
in het algemeen tot een verbeterd inkomen leidt. De G4AW Faciliteit zal vaststellen
of en hoe aangetoond kan worden dat een betere benutting van ruimtelijke data en informatie
ook daadwerkelijk leidt tot een efficiëntere bedrijfsvoering en/of een beter inkomen.
-
• Mogelijke producten en diensten: ondersteuning wordt gegeven aan boeren, veehouders
en vissers met betrekking tot o.a.:
-
○ bedrijfsvoering waaronder gewasmonitoring, voorspelling oogstopbrengst, marktinformatie,
weersinformatie, watergebruik en irrigatieadvies, optimalisaties gewasdifferentiatie
(productie, inkomen), bodemtype en gebruik.
-
○ risico-beperkende maatregelen waaronder beschikbaarheid verzekeringen in combinatie
met het verstrekken van relevante informatie voor voedselproducenten, toegang tot
kredieten/leningen en investeringen, verbeterde marktinformatie en tijdige maatregelen
bij calamiteiten, o.a. ziekten, droogte, overstroming (risicobeheersing).
-
○ regionaal gebiedsbeheer ten behoeve van voedselproducenten waaronder landgebruik,
planning, resource management, waterhuishouding.
2.3. Voor wie en waarvoor zijn de subsidies bestemd?
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De G4AW Faciliteit staat open voor wereldwijde samenwerking en biedt kansen om wederzijdse
versterkende belangen m.b.t. voedselzekerheid en water in ontwikkelingslanden te combineren
met kennis en ervaring over satellietdata en de agrarische en watersector bij het
bedrijfsleven.
De G4AW Faciliteit voorziet in subsidiëring van activiteiten van samenwerkingsverbanden
ook wel partnerschappen genoemd, waar de markt het laat afweten, omdat het risico
te groot wordt geacht (conform OESO-DAC guidelines) en die uiteindelijk (kunnen) leiden tot marktconforme economische bedrijvigheid
(bijvoorbeeld het ontwikkelen en uitvoeren van een verdienmodel zoals voor het betaald
verstrekken van vraaggerichte informatie via communicatiemiddelen, index gebaseerde
microverzekeringen of via een koppeling aan de verkoop van nutriënten of zaden). Hierbij
is de inzet van kennis en kunde van het bedrijfsleven onontbeerlijk.
Voor een samenwerkingsverband gelden de volgende uitgangspunten:
-
• Een samenwerkingsverband moet bestaan uit: minimaal een in Nederland gevestigde organisatie,
niet zijnde Nederlandse rijksoverheid en minimaal één organisatie uit het G4AW partnerland.
Het samenwerkingsverband omvat minimaal één publieke en minimaal één private organisatie,
en kan eventueel aangevuld worden met publieke en/of private organisaties al dan niet
uit andere landen dan G4AW partnerlanden.
-
• De gehele informatieketen van satellietdata tot dienstverlening aan de voedselproducent
dient te worden overbrugd door werkzaamheden van het samenwerkingsverband.
-
• Het samenwerkingsverband staat in direct contact met de doelgroep (eindgebruiker van
de voorgestelde dienst) of met vertegenwoordiger(s) van deze doelgroep.
-
• Een samenwerkingsverband kan buiten het directe partnerschap een overeenkomst aangaan
met organisaties die bijdragen leveren aan de realisatie van het project en die van
wezenlijk belang zijn voor het duurzaam leveren van de beoogde diensten; dit kunnen
o.a. zijn internationale organisaties, lokale (overheids)organisaties, NGO’s.
-
• Een schriftelijke en door alle participerende partijen ondertekende overeenkomst die
de bereidheid tot samenwerking van alle partners en de naleving van onderlinge afspraken
na verstrekking van de subsidie zal waarborgen. Ook de nakoming van de aan de subsidie
verbonden verplichtingen jegens de Minister moet middels de overeenkomst worden gewaarborgd.
-
• Voor de beschrijving van de verplichtingen van de subsidieontvanger bij toekenning
van de subsidieaanvraag wordt verwezen naar paragraaf 6.
2.4. Financieel
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
M.b.t. subsidieverstrekking gelden de volgende uitgangspunten:
-
• De ondergrens van een subsidieaanvraag is EUR 500.000; de bovengrens is EUR 5 miljoen.
-
• De subsidie wordt verstrekt aan de subsidieaanvrager van het samenwerkingsverband.
De subsidieverlening wordt aangegaan naar Nederlands recht.
-
• Subsidie wordt verleend over noodzakelijk gemaakte en direct aan het project verbonden
kosten van een project door het samenwerkingsverband welke kunnen bestaan uit:
-
○ kosten voor technische assistentie, zoals projectmanagement (inclusief reis- en verblijfkosten),
ontwikkelkosten, kosten voor operationele opschaling van informatieverstrekking, training,
lokale capaciteitsopbouw, ontwikkelen/aanpassen van lokale regelgeving, advieskosten,
validatie, certificering
-
○ kosten van duurzame kapitaalgoederen, infrastructuur en benodigde diensten (ook van
derde partijen) (waaronder hardware en/of software en/of satellietbeelden) die ingezet
worden ten behoeve van de informatieketen in het G4AW partnerland met uitzondering
van gebouwen en land
-
• Expliciet niet voor subsidie in aanmerking komende kosten omvatten BTW, werkkapitaal
zoals leningen en garanties aan voedselproducenten evenals bijvoorbeeld inputs zoals
zaden, bestrijdingsmiddelen, enz.
-
• Op grond van artikel 9 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt de subsidie geweigerd indien de subsidie wordt aangevraagd na aanvang van de
projectactiviteiten.
-
• Activiteiten die vóór de beschikking van de aanvraag worden uitgevoerd ter voorbereiding
van het project leiden niet tot weigering van de subsidie, maar de kosten daarvan
komen niet voor subsidie in aanmerking.
-
• Organisaties die een instellingssubsidie ontvangen van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken kunnen geen subsidieaanvrager namens het samenwerkingsverband zijn.
-
• Voor G4AW partnerlanden wordt maximaal 70% subsidie verstrekt over noodzakelijk gemaakte
kosten en voor G4AW partnertransitielanden maximaal 60%.
-
• Het samenwerkingsverband toont aan dat gedurende de looptijd van het project de eigen
bijdrage (30% van de kosten voor projecten uitgevoerd in G4AW partnerlanden en 40%
van de kosten voor projecten uitgevoerd in G4AW partnertransitielanden) kan worden
opgebracht. Wanneer de eigen bijdrage door de bedrijven in het samenwerkingsverband
zal worden gefinancierd zal dat tot uitdrukking komen in een hogere score in de beoordeling.
Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 4.4. Onder eigen bijdragen kan worden gerekend
bijdragen in de financiering door organisaties die geen deel uitmaken van het samenwerkingsverband.
-
• Voor regionale activiteiten die zowel G4AW partnerlanden als G4AW partnertransitielanden
omvatten wordt het subsidiepercentage, c.q. de hoogte van de eigen bijdrage, bepaald
naar rato van de beoogde omvang van de doelgroep (het verwachte (procentueel) aantal
te bereiken voedselproducenten) in de onderscheiden landen.
De bijlagen (project plan, template voor project kosten) van het aanvraagformulier
bevatten een nadere toelichting op de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten.
2.5. Monitoring en Evaluatie
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
2.5.1. M&E op faciliteit niveau
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Monitoring & Evaluatie is bedoeld om vast te stellen welke outcome en impact met de
G4AW Faciliteit en de daaruit gefinancierde projecten bereikt worden. De output van
G4AW Faciliteit is grotendeels de som van de resultaten van de afzonderlijke projecten.
2.5.2. M&E op projectniveau
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De eisen die aan monitoring en evaluatie worden gesteld aan de kant van de subsidieontvangers
zijn verwerkt in de beoordelingscriteria (paragraaf 4.4) en in verplichtingen t.a.v.
de uitvoering van het project (zie paragraaf 6).
3. Aanvraagprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Bij de opening van de tweede call van de G4AW Faciliteit zullen geïnteresseerde organisaties
in de gelegenheid worden gesteld om een informatiebijeenkomst van de G4AW Faciliteit
bij te wonen.
Adviesverzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Met het oog op een beperking van de administratieve lasten hebben potentiële subsidieaanvragers
de mogelijkheid om voorafgaande aan het indienen van een aanvraag aan de Netherlands
Space Office een (niet-bindend) advies te vragen (adviesverzoek) met betrekking tot
de mogelijkheden om voor subsidieverstrekking in het kader van deze beleidsregels
in aanmerking te komen. Op deze wijze kan worden voorkomen dat niet passende aanvragen
worden uitgewerkt en ingediend. Het gegeven advies is geheel vrijblijvend, kan geen
in rechte te honoreren verwachtingen wekken en is geen besluit gericht op rechtsgevolg.
Mocht de aanvrager ondanks een negatief advies toch een aanvraag willen indienen dan
bestaat daartoe geen enkele belemmering.
Via de website kan toegang worden verkregen tot de template voor een adviesverzoek:
www.spaceoffice.nl/g4aw. Het adviesverzoek dient in de Engelse taal te worden opgesteld
en schriftelijk (1 origineel) en volledig te worden ingediend bij Netherlands Space
Office t.a.v. G4AW Programme Office conform de template voor een adviesverzoek. Het
ingevulde adviesverzoek kan vanaf 15 september tot 28 november 2014, 15:00 uur (Nederlandse
tijd) worden ingediend bij Netherlands Space Office. Na ontvangst van het adviesverzoek
zal een projectadviseur van Netherlands Space Office de ontvangst bevestigen en zo
spoedig mogelijk contact opnemen om de analyse van het adviesverzoek te bespreken.
Partnerschappen wordt ten zeerste aanbevolen van deze adviesdienst gebruik te maken.
Een partnerschap kan per projectvoorstel slechts eenmaal een adviesverzoek indienen.
Per partnerschap dient de beoogde subsidieaanvrager de adviesaanvraag in te dienen.
Subsidieaanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Subsidieaanvragen dienen schriftelijk (1 origineel en 3 kopieën; jaarverslagen alleen
elektronisch) en volledig te worden ingediend bij Netherlands Space Office t.a.v.
G4AW Programme Office conform het aanvraagformulier. Tegelijkertijd moet een elektronische
kopie worden ingeleverd op USB-stick. De subsidieaanvraag dient tijdig te zijn ingediend.
De uiterlijke indieningsdatum voor de subsidieaanvraag 27 februari 2015, 15:00 uur
(Nederlandse tijd).
In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de minister vragen om een
aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum
waarop de aanvraag is aangevuld. Indien een aanvraag pas in de laatste twee weken voor het verstrijken van de deadline (27 februari 2015, 15:00u Nederlandse tijd) wordt ingediend, loopt de aanvrager het
risico dat de minister geen toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid om de indiener
om een aanvulling te vragen aangezien een dergelijke aanvulling niet meer mogelijk
is zonder de deadline te overschrijden. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet
meer kunnen worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals hij primair was
ingediend.
In het geval van een onvolledige aanvraag geldt 13 februari 2015 als uiterlijke datum
waarop nog eventuele aanvullingen gevraagd kunnen worden.
Het adres waar het adviesverzoek en de subsidieaanvraag dienen te worden ingediend
is:
Netherlands Space Office
t.a.v. G4AW Programme Office
Bezoekadres Prinses Beatrixlaan 2 | 2595 AL | Den Haag | Nederland
De subsidieaanvraag dient te worden opgesteld in de Engelse taal. Het subsidieaanvraagformulier
dient voorzien te zijn van de naam van de subsidieaanvrager en van de namen van de
overige partners van het samenwerkingsverband. Een tekenbevoegde vertegenwoordiger
van de subsidieaanvrager dient het subsidieaanvraagformulier te ondertekenen. Naast
de subsidieaanvrager dienen de andere partners de subsidieaanvraag mede te ondertekenen
middels een partnerformulier.
Dag en tijdstip waarop de subsidieaanvraag bij G4AW Programme Office ontvangen is
bindend. De aanvrager zal een schriftelijk bericht ontvangen met datum en tijdstip
van ontvangst en een referentienummer.
Alle benodigde informatie en documentatie voor het adviesverzoek en de subsidieaanvraag
zijn uiterlijk vanaf 5 september 2014 te vinden op: http://www.spaceoffice.nl/g4aw.
Administratieve lasten
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De Minister van Buitenlandse Zaken verstrekt subsidies aan organisaties zodat deze
op eigen verantwoordelijkheid activiteiten kunnen uitvoeren in het kader van de Geodata
for Agriculture and Water Faciliteit.
Om de regeldruk voor alle aanvragende organisaties zo laag mogelijk te houden is besloten
de mogelijkheid te bieden een niet-bindend adviesgesprek te houden met een aanvrager
op basis van zijn project idee. Naar aanleiding van de ontvangen adviesverzoeken voert
NSO adviesgesprekken met de betrokken aanvragers. Aanvragers zijn vrij dit advies
wel of niet op te volgen en over te gaan tot indiening van een subsidie aanvraag.
Indiening van een adviesverzoek en deelname aan het daarop volgende adviesgesprek
wordt ten zeerste aanbevolen. Achtergrond is om administratieve lasten voor indieners
te verlichten door advies en toelichting te verstrekken over subsidiecriteria en eisen
die worden gesteld aan een subsidieaanvraag.
Voor de indiening van een adviesaanvraag, wordt gebruik gemaakt van een standaard
advies aanvraagformulier waarop in hoofdlijnen het project idee wordt weer gegeven
(zie www.spaceoffice.nl/g4aw). Deze adviesaanvraag zal beperkt zijn tot een korte
beschrijving van het partnerschap, het projectidee, behoefte van de doelgroep, de
business case en de informatieketen en zal niet meer dan tien pagina’s bedragen.
Voor de subsidieaanvraag zelf wordt eveneens gebruik gemaakt van standaard aanvraag
formulieren, waarbij duplicatie van informatie zo veel mogelijk wordt voorkomen. De
subsidieaanvraag dient in hard copy in viervoud en op een USB-stick te worden ingeleverd
(zie www.spaceoffice.nl/g4aw).
In het kader van het streven van de Nederlandse overheid naar verlaging van de administratieve
lasten voor Nederlandse subsidieaanvragers is in het kader van de tweede call van
de G4AW Faciliteit nagegaan welke geschatte kosten aan een subsidie aanvraag zijn
verbonden.
Uitgaande van een uurtarief van 49,00 en 30 subsidie aanvragers komt dit, afgerond,
neer op 470 uur en ca. EUR 23.000 aan interne kosten en ca. 1.250 uur en EUR 61.000
aan externe kosten. Daarmee komen de totale geschatte kosten neer op afgerond 1.720 uur
en EUR 84.000 per subsidie aanvraag.
In het traject van de uitvoering conformeert het ministerie zich aan het Uniform Subsidiekader
dat tot stand is gekomen om de regeldruk zo veel mogelijk te verminderen.
4. Beoordeling van de aanvragen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
4.1. Formele toets
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvragen vindt een formele
toets plaats. Daarin wordt getoetst of de subsidieaanvragen tijdig en volledig zijn
ingediend. Subsidieaanvragen die niet tijdig zijn ingediend komen niet in aanmerking
voor subsidie.
In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken (zie ook hiervoor hoofdstuk 3 onder Subsidieaanvraag).
4.2. Beoordelingsprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Een subsidieaanvraag die in het kader van de G4AW Faciliteit voor subsidie in aanmerking
wil komen, moet aan bepaalde toetsingscriteria voldoen. Als de subsidieaanvraag voldoet
aan alle formele criteria – zie paragraaf 4.1 – vindt de beoordeling plaats aan de
hand van twee soorten criteria:
-
1. Drempelcriteria (paragraaf 4.3): criteria waaraan elke subsidieaanvraag voor G4AW
subsidie zonder meer moet voldoen. Er worden geen punten toegekend; bij niet voldoen
aan één of meerdere drempelcriteria, wordt de subsidieaanvraag afgewezen en niet verder
beoordeeld.
-
2. Toetsingscriteria (paragraaf 4.4) met betrekking tot de kwaliteit van de subsidieaanvraag.
Subsidieaanvragen waarvan de kwaliteit als onvoldoende wordt beoordeeld, worden afgewezen.
Voor een nadere toelichting op alle criteria en gebruikte termen wordt verwezen naar
de G4AW website (www.spaceoffice.nl/g4aw).
Indien blijkt dat niet aan alle drempelcriteria wordt voldaan komt het voorstel niet
in aanmerking voor een subsidie. Indien de beoordeling aan de drempelcriteria niet
tot afwijzing leidt, wordt daarna de subsidieaanvraag beoordeeld aan de hand van de
toetsingscriteria (zie paragraaf 4.4). Waar nodig zal bij de beoordeling advies worden
ingewonnen en ondersteuning worden gevraagd bij externe deskundigen en/of ambassades
in G4AW partnerlanden. Ambassades in G4AW partnerlanden hebben een belangrijke adviesrol
in de beoordeling.
Netherlands Space Office stelt een beoordelingsdocument op dat voor advies wordt voorgelegd
aan een door de Minister ingestelde onafhankelijke Adviescommissie G4AW.
De Adviescommissie G4AW brengt een zwaarwegend advies uit aan het Netherlands Space
Office over de in het adviesdocument opgenomen uitkomsten van de beoordeling van de
G4AW subsidieaanvragen. De Adviescommissie G4AW heeft daarbij de bevoegdheid desgewenst
gehele subsidieaanvragen in te zien.
Het Netherlands Space Office neemt onder mandaat van de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking een besluit over de aanvragen. Daar waar – in
uitzonderingsgevallen – door Netherlands Space Office wordt afgeweken van het advies
van de Adviescommissie, zal dit met redenen worden omkleed.
Besluitvorming over de subsidieaanvraag vindt plaats binnen 22 weken na de uiterste
indiendatum voor de subsidieaanvragen.
4.3. Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Elke subsidieaanvraag dient aan de hieronder vermelde drempelcriteria te voldoen om
in aanmerking te komen voor subsidie.
-
a) De subsidieaanvraag betreft activiteiten in minimaal één van de volgende landen: G4AW
partnertransitielanden: Colombia, Vietnam, Zuid-Afrika; G4AW partnerlanden: Angola,
Bangladesh, Benin, Burkina Faso, Burundi, Cambodja, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Kenia,
Laos, Malawi, Mali, Mozambique, Myanmar, Niger, Oeganda, Rwanda, Senegal, Tanzania,
Zambia, Zimbabwe, Zuid Sudan.
-
b) De gevraagde subsidie bedraagt minimaal EUR 500.000 en maximaal EUR 5.000.000.
-
c) Het project moet binnen 3 jaar na de datum waarop de subsidie is verleend zijn afgerond.
Een project kan door NSO budgetneutraal met maximaal een jaar worden verlengd.
-
d) De omvang van de te bereiken doelgroep van de aanvraag bedraagt minimaal 100.000 (honderdduizend)
voor landbouw/boeren en/of 50.000 (vijftigduizend) voor vissers en/of 50.000 (vijftigduizend)
voor agropastoralisten.
-
e) Projectvoorstellen richten zich op een verbetering van voedselproductie/opbrengsten
en/of efficiënter gebruik van de input voor de voedselproductie zoals water, zaaigoed,
meststoffen en bestrijdingsmiddelen en/of risicovermindering en/of inkomensverbetering
van voedselproducenten door middel van het leveren van informatiediensten. Een samenwerkingsvoorstel
gericht op verzekeringsdiensten, leningen en kredieten kan alleen worden ingediend
in combinatie met het verstrekken van relevante informatiediensten aan de doelgroepen.
-
f) Satellietdata vormen een onmisbaar en essentieel onderdeel van de informatieketen
als basis van de geleverde dienst of product. Zonder de satellietdata is de operationalisering
van de informatiedienst niet mogelijk.
-
g) Aanvragen worden ingediend namens een samenwerkingsverband (partnerschap), dat minimaal
bestaat uit:
-
– Een Nederlandse organisatie, niet zijnde een onderdeel van de rijksoverheid.
-
– Tenminste één organisatie uit het G4AW partnerland waar de activiteit voor is opgezet.
-
– Tenminste één private organisatie en één publieke organisatie.
-
h) Alle partijen in het samenwerkingsverband bezitten rechtspersoonlijkheid. Dit blijkt,
wat betreft de private partijen, uit een bijgevoegde inschrijving bij de Kamer van
Koophandel en/of statuten (of lokaal equivalent daarvan).
-
i) Het samenwerkingsverband staat in direct contact met de doelgroep (eindgebruiker van
de voorgestelde informatiedienst) en/of met vertegenwoordiger(s) van deze doelgroep
en/of andere intermediaire organisaties.
-
j) Het voorstel toont aan dat gedurende de looptijd de eigen bijdrage in de kosten van
het project (30% bij partnerlanden, 40% bij partnertransitielanden) kan worden opgebracht.
De eigen financiële bijdrage van het aanvragende partnerschap is niet direct of indirect
afkomstig van subsidies of bijdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
De eigen bijdrage van de samenwerkingspartners mag afkomstig zijn uit verschillende
financieringsbronnen. Hieronder vallen onder andere subsidies, leningen aan partners
in het samenwerkingsverbanden giften of investeringen door derden in projectpartners.
Bijdragen die worden geleverd door partijen buiten het samenwerkingsverband kunnen
worden gerekend tot de eigen bijdrage van het samenwerkingsverband. Deze financiering
mag echter evenmin direct of indirect ten laste komen van een subsidie of bijdrage
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
-
k) De werkzaamheden van het samenwerkingsverband (inclusief het aandeel aan die werkzaamheden
dat wordt geleverd door eventuele organisaties buiten het samenwerkingsverband) overbruggen
de gehele informatieketen van satellietdata tot dienstverlening aan de voedselproducent.
-
l) Een schriftelijke en door alle participerende partijen ondertekende overeenkomst die
de bereidheid tot samenwerking van alle partners en de naleving van onderlinge afspraken
na verstrekking van de subsidie zal waarborgen. Tevens bevat de overeenkomst afspraken
over de wijze waarop elk van de partijen bijdraagt aan de werkzaamheden van het samenwerkingsverband
en de wijze waarop de besluitvorming in het samenwerkingsverband plaatsvindt. Ook
de nakoming van de aan de subsidie verbonden verplichtingen jegens de Minister moet
middels de overeenkomst worden gewaarborgd. In geval er wordt samengewerkt met een
lokale overheid kan, indien geen andere optie beschikbaar is, de samenwerking worden
vastgelegd in de vorm van een MoU of een Letter of Intent.
-
m) De deelnemende partijen verklaren bekend te zijn met de eis van het Ministerie van
Buitenlandse Zaken, het gebruik van kinder- en dwangarbeid in de handels- en investeringsketen
uit te sluiten. De deelnemende partijen verklaren tevens dat ze zich conformeren aan
de OESO-richtlijnen voor multinationale bedrijven met betrekking tot Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) en dat de te financieren projectactiviteiten
niet op de FMO uitsluitingslijst vermeld staan. Een link naar deze lijst staat op
de website van G4AW (www.spaceoffice.nl/g4aw).
4.4. Toetsingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De kwaliteit van de subsidieaanvraag (inclusief annexen) wordt beoordeeld aan de hand
van alle hieronder vermelde toetsingscriteria en de mate waarin hieraan wordt voldaan.
-
1.
Kwaliteit van het samenwerkingsverband:
-
a) De in het samenwerkingsverband betrokken organisaties hebben een legale status, zijn
financieel gezond, hebben de juiste core competenties en expertise met betrekking
tot de context en scope van het project en hebben ervaring met het samenwerken in
een samenwerkingsverband. Partners tonen hun core competenties met betrekking tot
de scope van het project met voorbeelden aan (track record) en tonen aan over voldoende
middelen (personeel, infrastructuur) te beschikken om het project te kunnen uitvoeren.
-
b) De mate waarin het samenwerkingsverband een strategische meerwaarde heeft en daaraan
is gecommitteerd m.b.t. het bereiken van de projectdoelstellingen. Er is sprake van
synergie (thematische specialisatie) tussen de partijen. En de rollen van de verschillende
partners in de informatieketen zijn duidelijk gedefinieerd en afgebakend.
-
c) De mate waarin het samenwerkingsverband de juiste capaciteit heeft om duurzame relaties
met afnemers van de diensten op te bouwen en te zorgen dat de diensten vertrouwd en
geaccepteerd worden.
-
d) De private organisaties die deelnemen in het partnerschap hebben een beleid met betrekking
tot IMVO en tonen dit aan. Dit beleid zal zich richten op de primaire activiteiten
van de private organisatie met betrekking tot ketenverantwoordelijkheid en proportioneel
zijn aan aard en omvang van het bedrijf en diens activiteiten. In de situatie dat
een dergelijk beleid ontbreekt, verklaart de private organisatie een dergelijk beleid
in het eerste jaar van projectuitvoering op te stellen.
-
e) De kwaliteit van de specificatie en onderbouwing van het samenwerkingsverband voor
het financiële en administratieve management van het project. De mate waarin vorming
en het onderhoud van het samenwerkingsverband voor alle partners een transparant en
inzichtelijk proces is.
-
f) De kwaliteit van de samenwerkingsovereenkomst: Het samenwerkingsverband legt afspraken
vast in een overeenkomst. Deze zal minimaal de volgende elementen bevatten (op de
website www.spaceoffice.nl/g4aw is een checklist beschikbaar):
-
– Reikwijdte en doelen van de voorgenomen samenwerking.
-
– De wijze waarop elk van de partijen zal gaan bijdragen aan het samenwerkingsverband,
de wijze van samenwerking en vertegenwoordiging, en de wijze waarop de besluitvorming
in het samenwerkingsverband plaatsvindt.
-
– De naleving van de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen jegens de minister.
-
– Hoe bevoegdheden en verantwoordelijkheden zullen worden gedefinieerd en hoe het onderscheid
tussen bestuurs- en toezichtfuncties is geregeld.
-
– Planning, monitoring en evaluatie. De project-monitoring-evaluatie (pme)-systemen
van alle partijen sluiten op elkaar aan.
-
– Een opzet voor financiële afspraken, waaronder de verdeling van (eigendom van) middelen,
apparaats/overheadkosten (tarieven en verdeling), voorschotten en afrekeningen.
-
– Eigenaarschap (‘ownership’) van voorgestelde dienst(en).
-
– De mate waarin de deelnemers de risico’s verbonden aan de uitvoering van de werkzaamheden
zullen dragen en de maatregelen om deze risico’s te beheersen. – Overige bepalingen,
waaronder een geschillenregeling, anti-corruptiebeleid, sanctiebeleid, een klachtenregeling
en een exit strategie.
-
2.
Kwaliteit van de business case:
-
a) Business case: De business case is gebaseerd op een gedegen marktanalyse (inclusief
stakeholderanalyse, probleemanalyse en een heldere analyse van de sociale, economische
en politieke factoren in het land waar het programma zal worden uitgevoerd) en een
beschrijving en onderbouwing van de economische kansen (o.a. marktomvang, marktaandeel,
opbrengstanalyse).
-
b) Doelgroep: Het samenwerkingsverband toont aan dat de dienst gericht is op de vraag
van de beoogde doelgroep (voedselproducenten). De doelgroep wordt gespecificeerd en
onderbouwd.
-
c) Vraagsturing: Het samenwerkingsverband specificeert en onderbouwt de vraagsturing
en betrokkenheid van de doelgroep, met in achtneming van de positie van vrouwen.
-
d) Business Propositie: Het samenwerkingsverband specificeert en onderbouwt de business
propositie, inclusief het unieke en specifieke karakter van het samenwerkingsverband
met betrekking tot de business propositie.
-
e) Niet commercieel haalbaar: Het samenwerkingsverband toont aan dat de dienst niet commercieel
haalbaar is gedurende de looptijd van het project. Het samenwerkingsverband toont
aan dat de dienst na afloop van het project wel financierbaar is zonder financiële
bijdragen van de Nederlandse overheid. Dit wordt o.a. onderbouwd met een standaard
model voor een cashflow analyse voor het project. Het projectvoorstel moet duidelijk
maken dat het niet leidt tot marktverstoring in het land van uitvoering en in Europa.
-
f) Lokale inbedding: Het samenwerkingsverband toont aan dat de dienst betaalbaar en bruikbaar
zal zijn en specificeert en onderbouwt een aanpak met als doel bij de afnemer vertrouwen
in de dienst op te bouwen, zodat de dienst vertrouwd en geaccepteerd wordt. Denk hierbij
aan training & capacity building, aansluiting op lokale systemen en initiatieven,
faciliterende rol van perifere overheidsorganisaties.
-
g) Intellectual Property Rights: Het samenwerkingsverband toont aan dat eventuele Intellectual
Property Rights geïnventariseerd en beschreven zijn op een zodanige wijze dat de diensten
geëxploiteerd kunnen worden voor doorlopende activiteiten na afloop van het project.
-
h) License-to-Operate: Het samenwerkingsverband toont aan dat de dienstverlening in het
partnerland mogelijk is. Er is geen juridische belemmering en alle benodigde inputdata
zijn beschikbaar.
-
i) Synergie: Het samenwerkingsverband toont aan dat de dienstverlening, waar van toegevoegde
waarde, aansluit op lokale initiatieven en synergie met bilaterale en internationale
programma’s.
-
3.
Kwaliteit van het project:
-
a) Bereik en uiteenzetting van output (inclusief de omvang van de te bereiken doelgroep
en percentage vrouwen dat wordt bereikt).
-
b) Bereik en uiteenzetting van outcome.
-
c) Bereik en uiteenzetting van impact.
-
d) Bereik en uiteenzetting van resultaten; deze resultaten moeten voldoende specifiek,
meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden zijn uitgewerkt (SMART).
-
e) Het belang dat de verschillende deelnemers van het partnerschap hechten aan het project,
tot uiting komend in de onderlinge verdeling van de eigen bijdragen in de kosten van
de uitvoering van het project en de relatie met de financiële duurzaamheid van de
activiteiten na afloop van het project. Een hogere eigen bijdrage door de bedrijven
in het samenwerkingsverband zal tot uitdrukking komen in een hogere score in de beoordeling.
Een hogere eigen bijdrage boven de als minimum vastgestelde norm van 30% (40% in het
geval van G4AW partnertransitielanden) zal eveneens tot uitdrukking komen in een hogere
score in de beoordeling.
-
f) Vaststelling van prijs-kwaliteit: de hoogte van de eigen bijdrage in relatie tot de
gevraagde subsidie en de omvang van de te bereiken doelgroep.
-
g) Beschrijving van de project specifieke aanpak van ODA-thema’s, waaronder de kwaliteit
van de analyse m.b.t. Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO),
het voldoende afdekken van de risico’s van klimaatverandering en milieudegradatie
of bijdraagt aan vermindering van milieudegradatie en/of adaptatie aan klimaatverandering,
de wijze waarop wordt omgegaan met de aandacht voor gender.
-
h) Kwaliteit van Planning, Monitoring & Evaluatie (inclusief risicoanalyse, planning,
monitoring en bijsturing, monitoring en evaluatie, nulmeting), inclusief onder g. beschreven thema’s.
-
4.
Haalbaarheid informatiedienst:
-
a) Het samenwerkingsverband geeft een heldere beschrijving van de informatiedienst(en)
en specificeert daarbij de Unique Selling Points.
-
b) Het samenwerkingsverband onderbouwt de essentiële rol en de mate van het gebruik van
satellietdata voor de informatiedienst(en). Het samenwerkingsverband maakt ook duidelijk
welke de eventuele limiterende beperkingen van het gebruik van de satellietdata zijn.
-
c) Het samenwerkingsverband onderbouwt de volledigheid van de informatieketen.
-
d) Transmissiekanalen: Het samenwerkingsverband onderbouwt de inzet en betrouwbaarheid
van transmissiekanalen.
-
e) Operationele toepasbaarheid: Het samenwerkingsverband onderbouwt de operationele toepasbaarheid
van elementen van de informatiedienst(en).
-
f) Validatie: Het samenwerkingsverband specificeert en onderbouwt hoe de informatiedienst
gevalideerd is en hoe kwaliteitsborging plaats vindt.
-
g) Kwaliteit: Het samenwerkingsverband specificeert en onderbouwt hoe de kwaliteitsborging
van de informatiedienst plaats zal vinden tijdens en na het project.
-
h) Data: Het samenwerkingsverband specificeert en onderbouwt de toegang tot (lokale)
data, inclusief aansluiting bij internationale en/of regionale programma’s.
In totaal zijn er 370 punten te verdienen bij de toetsing van de ingediende aanvragen. Ook geldt er een
minimale score die behaald moet worden op de verschillende onderdelen van paragraaf
4.4. Voorstellen die niet voldoen aan deze eis worden afgewezen. De verdeling van
punten is als volgt:
Toets
|
Minimum vereiste score
|
Maximum score
|
Kwaliteit van het samenwerkingsverband
|
45
|
75
|
Kwaliteit van de Business case
|
75
|
125
|
Kwaliteit van het Project
|
45
|
110
|
Operationele haalbaarheid informatiedienst
|
30
|
60
|
TOTAAL
|
195
|
370
|
Bonus: Naast de 370 punten die te verdienen zijn voor de toetsing worden er extra
punten toegekend aan een voorstel voor activiteiten in één van de LDC’s landen en/of
één van de G4AW-partnerlanden. Per land is er10 punten bonus, tot een maximum van
30 punten per voorstel. De landen die voor bonuspunten in aanmerking komen zijn vermeld
in annex 1.
5. Verdeling beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De beoordeling van de aanvragen en de toekenning en verdeling van de beschikbare middelen
vindt plaats via een tender: van alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven van
deze beleidsregels, wordt de kwaliteit beoordeeld volgens dezelfde criteria.
De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats op basis van de uitkomsten van
de beoordeling van de aanvraag op de toetsingscriteria van paragraaf 4.4.
Als de beschikbare middelen niet toereikend zijn om alle aanvragen die als voldoende
zijn beoordeeld volledig te honoreren, zal de verdeling van de middelen over deze
aanvragen vervolgens plaatsvinden aan de hand van een rangschikking van de aanvragen
naar aanleiding van de uitkomsten van de toetsing. Bij de uiteindelijke verdeling
van de middelen zullen de aanvragen die het beste voldoen aan de criteria conform
deze rangschikking als eerste voor subsidie in aanmerking komen, totdat de beschikbare
middelen zijn uitgeput, binnen het raam van artikel 8 en artikel 14 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Het is dus mogelijk dat een project voldoende scoort en toch wordt afgewezen, omdat
het budget van die ronde niet toereikend is. Daarnaast behoort het tot de mogelijkheden
dat bij de besluitvorming een onderbouwd en lager dan aangevraagd doch voor uitvoering
haalbaar budget wordt toegekend.
Het Netherlands Space Office neemt onder mandaat van De Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking het besluit tot subsidieverlening overeenkomstig
deze rangorde.
6. Projectuitvoering
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
De subsidieontvanger is jegens de Minister ten volle aansprakelijk voor de naleving
van alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ook al strekt de subsidie mede
tot bekostiging van de activiteiten van partners in het samenwerkingsverband of worden
de activiteiten (deels) uitgevoerd door (een) partner. Indien subsidie wordt verleend
zullen aan de verlening in elk geval de volgende verplichtingen worden verbonden.
Business plan: Een G4AW project moet zelf financierend worden, bij voorkeur binnen
de looptijd van het project. Het samenwerkingsverband onderhoudt het business plan
en stelt periodiek (minimaal jaarlijks) de financiële analyses bij. Bijstelling van
het business plan en/of financiële analyses (inclusief kwantificering van financieringsbronnen)
wordt aan Netherlands Space Office gerapporteerd.
Voortgangsrapportages: De subsidieontvanger dient eenmaal per 12 maanden te rapporteren
over de gerealiseerde activiteiten en kosten. De termijn voor het indienen van de
daaropvolgende voortgangsrapportages is telkens 12 maanden na de termijn voor het
indienen van de vorige voortgangsrapportage, met dien verstande dat in het laatste
jaar van het subsidietijdvak de eindrapportage in de plaats treedt van de voortgangsrapportage.
De rapportages dienen in het Engels te worden opgesteld volgens het beschikbaar gestelde
model (zie www.spaceoffice.nl/g4aw).
Meldingsplicht: De subsidieontvanger is verplicht onverwijld een schriftelijke melding
te doen, zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend
niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht, dan wel hij niet (geheel)
aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden zal voldoen.
Bijzondere meldingsplicht in het kader van de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten subsidies: De subsidieontvanger dient er zorg voor te dragen dat de partners en de eerste wezenlijke
toeleverancier geen gebruik maken van kinderarbeid en/of dwangarbeid, noch voor het
project waar de aanvraag betrekking op heeft, noch voor andere activiteiten. De subsidieontvanger
dient eventuele feiten of omstandigheden die wijzen op kinder- of dwangarbeid bij
deze bedrijven onverwijld te melden bij Netherlands Space Office.
Voorschotten: Bij de subsidieverstrekking zal worden bepaald op welke wijze bevoorschotting
plaatsvindt. Gedurende het project bedragen de voorschotten in totaal niet meer dan
90% van de verstrekte subsidie.
Monitoring en evaluatie: Om de output van de G4AW Faciliteit kwantificeerbaar te maken
zijn een aantal prestatie-indicatoren vastgesteld waarover elk G4AW project moet rapporteren.
Ook de meerwaarde van publiek-private samenwerking en de hefboomwerking van een overheidsbijdrage
voor het genereren van private investeringen zal deel uit moeten maken van de M&E
studie. De eisen die aan monitoring en evaluatie worden gesteld zijn:
-
• Het samenwerkingsverband rapporteert jaarlijks over een aantal prestatie-indicatoren, deze zijn opgenomen in het model voor de voortgangsrapportage (deze zijn beschikbaar
zijn op de G4AW website).
-
• Het samenwerkingsverband laat een (onafhankelijke) evaluatie uitvoeren over (delen
van) programma’s en het functioneren van het eigen samenwerkingsverband. Hierbij worden
behaalde resultaten o.a. vergeleken met de nulmeting (bijvoorbeeld productie/input
zonder satellietdata) welke onderdeel van de subsidieaanvraag was.
-
• Voor monitoring en evaluatie wordt minimaal 1% van het projectbudget gereserveerd.
De subsidieontvanger monitort en rapporteert over outcome- en output-criteria. Deze
worden op de G4AW website gepubliceerd.
Subsidievaststelling: De subsidieontvanger moet binnen zes maanden na afronding van
de activiteiten de inhoudelijke en financiële eindrapportage aanleveren met een verzoek
tot vaststelling van de subsidie. Deze eindrapportage dient te worden ingediend overeenkomstig
het beschikbaar gestelde model (zie www.spaceoffice.nl/g4aw).
Netherlands Space Office beslist binnen 13 weken over de subsidievaststelling. Een
fysieke inspectie ter plaatse kan onderdeel uitmaken van de beoordeling van de aanvraag
tot subsidievaststelling. In dat geval kan Netherlands Space Office de beslistermijn
verlengen tot 22 weken.
Informatie na vaststelling: Tot 36 maanden na vaststelling van de subsidie kan Netherlands
Space Office de aanvrager verzoeken informatie te verstrekken over de impact van het
project.
Annex 1:. G4AW Landenlijst
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
G4AW Transitielanden
Colombia
Vietnam
Zuid-Afrika
G4AW partnerlanden
Angola
Bangladesh (B)
Benin (B)
Burkina Faso
Burundi (B)
Cambodja
Ethiopië (B)
Ghana (B)
Indonesië (B)
Kenia (B)
Laos
Malawi
Mali (B)
Mozambique (B)
Myanmar (B)
Niger
Oeganda (B)
Rwanda (B)
Senegal
Tanzania
Zambia
Zimbabwe
Zuid Sudan (B)
Landen waarvoor bonuspunten verkregen wordt zijn aangeduid met (B).