Instellingsbesluit Due Diligence Commissie Landelijke Meldkamerorganisatie

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 27-07-2014 t/m heden

Instellingsbesluit Due Dilligence Commissie Landelijke Meldkamerorganisatie

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Gehoord de minister van Defensie, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de voorzitters van de veiligheidsregio’s;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • de minister: de minister van Veiligheid en Justitie;

  • ministerie: het ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • commissie: de due dilligence commissie.

Paragraaf 2. Taken en werkwijze

Artikel 2

  • 1 Er is een due dilligence commissie landelijke meldkamerorganisatie.

  • 2 De commissie heeft tot taak toe te zien op de financiële transitie naar tien meldkamerlocaties.

  • 3 De commissie brengt hiertoe adviezen uit over het verrekenen en vergoeden van transitiekosten en de financiële overdracht die hoort bij de overdracht van taken.

  • 4 De commissie wordt tijdelijk ingesteld en opgeheven, nadat voor iedere samengevoegde meldkamer een finale overeenkomst is gesloten.

Artikel 3

  • 1 Ten behoeve van haar werkzaamheden stelt de commissie een werkplan en een begroting op.

  • 2 Alvorens de commissie het werkplan vaststelt worden de minister, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Defensie, de besturen van de veiligheidsregio’s, de besturen van de Regionale Ambulancevoorzieningen en de korpschef gehoord.

Artikel 4

  • 1 De commissie komt bijeen zo vaak als nodig is voor de uitvoering van haar werkzaamheden.

  • 2 Binnen de door de minister gestelde kaders stelt de commissie haar eigen werkwijze vast.

Paragraaf 3. Samenstelling en ondersteuning van de commissie

Artikel 5

  • 1 De commissie bestaat uit drie onafhankelijke leden waarvan een lid de voorzitter is.

  • 2 De voorzitter en de leden worden benoemd en ontslagen door de minister.

  • 3 De leden worden benoemd voor de periode dat de commissie actief is.

  • 4 In verband met de taken, bedoeld in artikel 2, zal de commissie zijn samengesteld uit personen die financiële of bestuurlijke expertise bezitten.

  • 5 De leden van de commissie zijn niet wettelijk aansprakelijk voor schade, voortvloeiend uit hun werkzaamheden.

  • 6 Als voorzitter van de commissie wordt benoemd de heer R.J.G. Bandel, gepensioneerd burgemeester; als leden van de commissie worden benoemd de heer mr. R.J.J.M. Pans, staatsraad en de heer C. Schouten, gepensioneerd plaatsvervangend directeur-generaal.

Artikel 6

  • 1 De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, die door de minister wordt aangewezen. De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 2 De minister draagt zorg voor adequate ondersteuning van de secretaris.

  • 3 De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de voorzitter van de commissie.

Paragraaf 4. Informatievoorziening en geheimhouding

Artikel 7

  • 1 De korpschef, de korpsbeheerder van de Koninklijke Marechaussee en de beheerders van de meldkamers verstrekken de commissie alle inlichtingen die zij voor haar taak nodig heeft.

  • 2 De minister verstrekt de commissie alle inlichtingen die zij voor haar taak nodig heeft.

Artikel 8

  • 1 De commissieleden nemen geheimhouding in acht ten aanzien van alle informatie die in het kader van deze regeling wordt vergaard en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

  • 2 De commissie zorgt ervoor dat door een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de commissie, geheimhouding in acht wordt genomen ten aanzien van alle informatie die in het kader van deze regeling wordt vergaard en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

Artikel 9

  • 1 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het ministerie en met inachtneming van de beheersregels op grond van de Archiefwet en het Archiefbesluit.

  • 2 De bescheiden worden opgenomen in het archief van het ministerie.

Paragraaf 5. Vergoeding en kosten

Artikel 11

De kosten van de commissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

  • 1. de kosten voor vergaderingen en voor secretariële en inhoudelijke ondersteuning.

  • 2. de kosten voor het opstellen van rapportages en adviezen.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven