Regeling gaskwaliteit

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 02-12-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 11 juli 2014, nr. WJZ/13196684, tot vaststelling van regels voor de gaskwaliteit (Regeling gaskwaliteit)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 11 en 12, derde lid, van de Gaswet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • calorische bovenwaarde: de hoeveelheid energie, uitgedrukt in megajoule (MJ), afgerond op drie cijfers achter de komma, die vrijkomt bij de volledige verbranding van 1 m3(n) gas in lucht, wanneer de na de verbranding aanwezige componenten tot de uitgangscondities van temperatuur en druk worden teruggebracht, zijnde 298,15 K en een absolute druk van 101,325 kPa (1,01325 bar) en waarbij de bij de verbranding gevormde waterdamp wordt gecondenseerd;

  • daggemiddeld: waarde die gelijk is aan het voortschrijdende gemiddelde van alle meetwaarden in de voorgaande 24 uren;

  • G-gas: gas van een kwaliteit als bedoeld in bijlage 2 of 4;

  • H-gas: gas van een kwaliteit als bedoeld in bijlage 1, 3 of 5;

  • hogere koolwaterstoffen: koolwaterstoffen met meer dan één koolstofatoom per molecuul;

  • HTL-net: gastransportnet dat wordt beheerd door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met een operationele absolute druk van circa 45 bar of hoger;

  • L-gas: gas van een kwaliteit als bedoeld in bijlage 5, bestemd voor export;

  • m3(n): hoeveelheid gas die bij een temperatuur van 273,15 K en een druk van 101,325 kPa een volume inneemt van één m3;

  • propaanequivalent: eenheid van het gehalte aan hogere koolwaterstoffen in gas, berekend als de som van de aandelen in mol% van de hogere koolwaterstoffen in gas, waarbij iedere hogere koolwaterstof een wegingsfactor krijgt van het aantal koolstofatomen in de betreffende hogere koolwaterstof minus één, gedeeld door twee;

  • relatieve dichtheid: de dichtheid van een gas gedeeld door de dichtheid van droge lucht van de standaardsamenstelling bij normale condities, te weten een temperatuur van 273,15 K en een druk van 101,325 kPa;

  • RNB-net: gastransportnet dat niet wordt beheerd door de netbeheerder van het landelijke gastransportnet;

  • RTL-net: gastransportnet dat wordt beheerd door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met een operationele absolute druk van 40,5 bar of lager;

  • Wobbe-index: de calorische bovenwaarde gedeeld door de vierkantswortel van de relatieve dichtheid.

Artikel 2

  • 1 H-gas voldoet bij invoeding op een aansluiting aan de in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen waarden.

  • 2 G-gas voldoet bij invoeding op een aansluiting aan de in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen waarden.

  • 3 H-gas voldoet bij aflevering op een aansluiting aan de in bijlage 3 bij deze regeling opgenomen waarden.

  • 4 G-gas voldoet bij aflevering op een aansluiting aan de in bijlage 4 bij deze regeling opgenomen waarden.

  • 5 H-gas en L-gas dat op een grenspunt via het landelijk gastransportnet wordt ingevoerd of uitgevoerd, voldoet op dat grenspunt aan de in bijlage 5 bij deze regeling opgenomen waarden.

  • 6 Gas dat op het gastransportnet wordt ingevoed of het gastransportnet verlaat is H-gas, G-gas of L-gas.

Artikel 3

[Red: Wijzigt de Wijzigingsregeling Regeling inzake tariefstructuren en voorwaarden gas (vaststelling van gassamenstelling).]

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 juli 2014

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Bijlage 1. bedoeld in artikel 1 en artikel 2, eerste lid, van de Regeling gaskwaliteit

gas bij invoeding op een aansluiting

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index

   

Standaardbandbreedte

49,9 – 55,7

MJ/m3(n)

Afwijkende bovengrens (Wobbe-index)

   

Gassysteem LNG, bedoeld in bijlage 8

57,2

MJ/m3(n)

Waterdauwpunt

≤ -8

°C (bij 70 bar(a))

Gascondensaat

≤ 5

mg/m3 (n) bij -3 °C bij elke druk

Temperatuur

Gassysteem LNG, bedoeld in bijlage 8

0 – 40

°C

Rest Nederland

5 – 30

°C

Zuurstofgehalte

in RTL en RNB

≤ 0,5

mol%

HTL in Gassysteem LNG, bedoeld in bijlage 8

≤ 0,001

mol% daggemiddeld

 

HTL in rest van Nederland

≤ 0,0005

mol%

Koolstofdioxidegehalte

≤ 2,5

mol%

Koolstofmonoxide (CO)

≤ 2900

mg/m3(n)

Chloor op basis van organochloorverbindingen

≤ 5

mg Cl/m3(n)

Fluor op basis van organofluorverbindingen

≤ 5

mg F/m3(n)

Waterstofgehalte

Maasvlaktesysteem, bedoeld in bijlage 12

≤ 0,5

mol%

 

Rest Nederland

≤ 0,02

mol%

Stofdeeltjes met een grootte boven de 5 μm

≤ 100

mg/m3(n)

Pathogene microben

≤ 500

aantal /m3(n)

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte voor odorisatie

≤ 30

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte na odorisatie

≤ 41

mg S/m3(n)

THT-gehalte (odorant)

in HTL: reukloos gas

0

mg THT/m3(n)

in RTL: reukloos / ruikbaar1 gas

0 / 10 – 40

mg THT/m3(n)

in RNB: ruikbaar1 gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

Siliciumgehalte op basis van siliciumhoudende verbindingen

≤ 0,1

mg Si /m3 (n)

1 De alarmerende werking van geodoriseerd gas dient te allen tijde adequaat te zijn.

Bijlage 2. bedoeld in artikel 1 en artikel 2, tweede lid, van de Regeling gaskwaliteit

G-gas bij invoeding op een aansluiting

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index

43,46 – 44,411,2

MJ/m3(n)

Gehalte hogere koolwaterstoffen

≤ 5

mol% propaanequivalent

Gascondensaat

≤ 80

mg/m3 (n) bij –3 °C bij elke druk

Waterdauwpunt

in RTL en HTL

≤ –8

°C (bij 70 bar(a))

in RNB-net

≤ –10

°C (bij 8 bar(a))

Temperatuur

in RTL en HTL

5 – 30

°C

in RNB-net3

5 – 20

°C

Zuurstofgehalte

in RTL en

RNB-net

≤ 0,5

mol%

in HTL

≤ 0,0005

mol%

Koolstofdioxidegehalte

in RTL

en RNB-net

≤10,34

mol%

in HTL

≤ 3

mol%

Waterstofgehalte

in HTL

≤ 0,02

mol%

in RTL en RNB-net

≤ 0,5

mol%

Chloor op basis van organochloorverbindingen

≤ 5

mg Cl/m3(n)

Fluor op basis van organofluorverbindingen

≤ 5

mg F /m3(n)

Koolstofmonoxide (CO)

≤ 2.900

mg/m3(n)

Pathogene microben

≤ 500

aantal /m3(n)

Stofdeeltjes met een grootte boven de 5 μm

≤ 100

mg/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte

voor odorisatie

 

Piekwaarde

≤ 20

mg S/m3(n)

Jaargemiddelde

≤ 5,5

mg S/m3(n)

na odorisatie

 

Piekwaarde

≤ 31

mg S/m3(n)

Jaargemiddelde

≤ 16,5

mg S/m3(n)

THT-gehalte5 (odorant)

In HTL Flevoland,

bedoeld in Bijlage 10, ruikbaar6 gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

in HTL: reukloos6 gas

0

 

in RTL: ruikbaar6 gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

in RNB: ruikbaar6gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

Siliciumgehalte op basis van siliciumhoudende verbindingen

≤ 0,1

mg Si/m3 (n)

1De Wobbe-index van het in te voeden gas dient gedurende ten minste 50% van de tijd boven de ondergrens te liggen. Er mag maximaal 200 keer per voortschrijdend jaar een uur zijn waarin een onderschrijding (een waarde onder de ondergrens) tussen de 0,2 en 0,3 MJ/m3 voorkomt, terwijl zo’n uur niet vaker dan 1 keer per 12 uren mag voorkomen. Er mag maximaal 10 keer per voortschrijdend jaar een uur zijn waarin een onderschrijding van meer dan 0,3 MJ/m3 voorkomt, terwijl zo’n uur niet vaker dan 1 keer per 60 uren mag voorkomen. De waarden voor de Wobbe-index zijn uurgemiddelden. De waarden voor de Wobbe-index dienen altijd boven de absolute ondergrens van 42,96 MJ/m3 (n) en onder de absolute bovengrens van 44, 91 MJ/m3 (n) te zijn onafhankelijk van de meetfrequentie. Deze absolute grenzen gelden voor gassen die voor ten minste 99 mol% bestaan uit methaan, CO2, stikstof (N2) en zuurstof (O2).

2Overschrijdingen (een waarde boven de bovengrens) zijn toegestaan als zij binnen een verdeling rond de grenswaarde liggen met een standaarddeviatie van maximaal 0,1 MJ/m3(n).

3Een andere invoedtemperatuur wordt geaccepteerd indien de invoeder aantoont dat de gebruikte materialen in de leidingen tegen de afwijkende temperatuur bestand is en het gas in de aansluitleiding van de invoeder zal opwarmen of afkoelen zodat het gas bij de afsluiter van het aansluitpunt met het net van de netbeheerder een temperatuur tussen de 5 en 20 °C heeft bereikt. Dit kan berekend worden met de methode uit het KIWA-rapport ‘Eisen aan Groen Gas invoedtemperatuur’ van 2 augustus 2012.

4De volgende restrictie geldt voor het gehalte koolstofdioxide (CO2) voor gassen die voor ten minste 99 mol% bestaan uit methaan, CO2, stikstof (N2) en zuurstof (O2) en voor meer dan 6 mol% uit CO2bestaan.

CO2-gehalte is maximaal het minimum van 10,32 – 0,72 * N2-gehalte – 0,87 * O2-gehalte, en 10,56 – 0,746 * N2-gehalte – 1,01 * O2-gehalte,

Waarin de gehalten zijn uitgedrukt in mol%

In RTL-leidingen die op grenspunten uitkomen mag gas maximaal 3% koolstofdioxide bevatten. Bij invoeding op aansluitingen waarvan het gas wordt gedistribueerd via gedeelten van het RNB-net waar grondwater in het gas terechtkomt, mag gas maximaal 3% koolstofdioxide bevatten.

5THT mag worden vervangen door een stof met een vergelijkbare alarmerende werking.

6Gas mag geen stoffen bevatten waardoor de ruikbaarheid van het odorant na odorisatie niet meer goed waarneembaar is of niet het juiste geurkenmerk waargenomen wordt.

Gas wordt in afwijking van deze bijlage op een RNB-net ingevoed indien dit zonder aanvullende inspanning van de beheerder van dit RNB-net leidt tot aflevering van G-gas dat voldoet aan de voorgeschreven kwaliteit op een aansluiting als bedoeld in bijlage 4.

Bijlage 3. bedoeld in artikel 1 en artikel 2, derde lid, van de Regeling gaskwaliteit

H-gas bij aflevering op een aansluiting

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index

   

Standaardbandbreedte

47 – 55,7

MJ/m3(n)

Afwijkende ondergrens (Wobbe-index)

 

Gassysteem Delfzijl, bedoeld in bijlage 6

48,6

MJ/m3(n)

Gassysteem Eemshaven, bedoeld in bijlage 6

47,2

MJ/m3(n)

Gassysteem ZO Drenthe, bedoeld in bijlage 7

49

MJ/m3(n)

Gassysteem IJmond, bedoeld in bijlage 9

49,3

MJ/m3(n)

De provincie Limburg

49

MJ/m3(n)

De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Groningen

48,3

MJ/m3(n)

Afwijkende bovengrens (Wobbe-index)

 

Gassysteem Westgas/Waalhaven, bedoeld in bijlage 8

57,5

MJ/m3(n)

Gassysteem Maasmond, bedoeld in bijlage 8

56

MJ/m3(n)

Gassysteem LNG, bedoeld in bijlage 8

57,2

MJ/m3(n)

     

Waterdauwpunt1

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

≤ –8

°C (bij 25 bar(a))

Rest Nederland

≤ –8

°C (bij 70 bar(a))

Gascondensaat1

≤ 5

mg/m3 (n) bij –3 °C bij elke druk

Temperatuur

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

0 – 40

°C

Rest Nederland

0 – 35

°C

Zuurstofgehalte

Bij een gasopslaginstallatie in Grijpskerk in de gemeente Zuidhorn

≤ 0,0005

mol% daggemiddeld

 

Bij andere gasopslaginstallaties

≤ 0,0010

mol% daggemiddeld

 

Rest Nederland

≤ 0, 5

mol%

daggemiddeld

Koolstofmonoxide

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

≤ 1,5

mol%

Rest Nederland

≤ 2.900

mg/m3(n)

Koolstofdioxidegehalte

Subsysteem Oude Pekela, bedoeld in bijlage 11

≤ 3,2

mol%

Rest Nederland

≤ 2,5

mol%

Waterstofgehalte

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

≤ 40

mol%

Maasvlaktesysteem, bedoeld in bijlage 12

≤ 0,5

mol%

Rest Nederland

≤ 0,02

mol%

Chloor op basis van organochloorverbindingen

≤ 5

mg Cl/m3(n)

Fluor op basis van organofluorverbindingen

≤ 5

mg F/m3(n)

Pathogene microben1

≤ 500

aantal/m3(n)

Stofdeeltjes1 met een grootte boven de 5 μm in RTL en HTL

≤ 100

mg/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

≤ 10

mg S/m3(n)

Rest Nederland

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

Raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8

≤ 10

mg S/m3(n)

Rest Nederland

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte

vóór odorisatie

≤ 30

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte

na odorisatie

≤ 41

mg S/m3(n)

THT-gehalte (odorant)

in HTL: reukloos gas

0

mg THT/m3(n)

in RTL: reukloos / ruikbaar gas

0 / 10 – 40

mg THT/m3(n)

in RNB: ruikbaar gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

Siliciumgehalte op basis van siliciumhoudende verbindingen

≤ 0,1

mg Si/m3(n)

1Voor zover de netbeheerder de aansluiting beheert.

Bijlage 4. bedoeld in artikel 1 en artikel 2, vierde lid, van de Regeling gaskwaliteit

G-gas bij aflevering op een aansluiting

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index1

43,46 – 44,41

MJ/m3 (n)

Gehalte hogere koolwaterstoffen

≤ 5

mol% propaanequivalent

Tot 1 juli 2016: in uitzonderingssituaties 2 geldt geen beperking

 

Waterdauwpunt3

In RTL en HTL

≤ –8

°C (bij 70 bar(a))

In RNB

≤–104

°C (bij 8 bar(a))

Gascondensaat3

≤ 80

mg/m3 (n) bij –3 °C bij elke druk

Temperatuur

0 – 35

°C

Zuurstofgehalte

Bij een gasopslaginstallatie in Norg in de gemeente Noordenveld

≤ 0,0005

mol% daggemiddeld

Bij andere gasopslaginstallaties

≤ 0,0010

mol% daggemiddeld

 

andere punten

≤ 0,5

mol%

daggemiddeld

Koolstofdioxidegehalte

RTL en RNB-net

≤ 10,35

mol%

HTL in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland

≤ 8

mol%

HTL in de rest van Nederland

≤ 3

mol%

Waterstofgehalte

in HTL

≤ 0,02

mol%

in RTL en RNB-net

≤ 0,5

mol%

Chloor op basis van organochloorverbindingen

≤ 5

mg Cl/m3(n)

Fluor op basis van organofluorverbindingen

≤ 5

mg F /m3(n)

Koolstofmonoxide (CO)

≤ 2.900

mg/m3(n)

Pathogene microben

≤ 500

aantal /m3(n)

Stofdeeltjes met een grootte boven de 5 μm in RTL en HTL3

≤ 100

mg/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte

voor odorisatie

   

Piekwaarde

≤ 20

mg S/m3(n)

Jaargemiddelde

≤ 5,5

mg S/m3(n)

na odorisatie

   

Piekwaarde

≤ 31

mg S/m3(n)

Jaargemiddelde

≤ 16,5

mg S/m3(n)

THT-gehalte (odorant)6

In HTL Flevoland,

bedoeld in bijlage 10: ruikbaar gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

in HTL: reukloos gas

≤ 2

mg/m3

in RTL: ruikbaar gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

in RNB-net: ruikbaar gas

10 – 40

mg THT/m3(n)

Siliciumgehalte op basis van siliciumhoudende verbindingen

≤ 0,1

mg Si /m3(n)

Leveringsdruk bij 25-mbar-aansluitingen (RNB-net)

23,4 – 327

mbar (o)

1De Wobbe-index mag afwijken op basis van de toegestane variaties in de invoeding als opgenomen in voetnoten 1 en 2 bij bijlage 2.

2Uitzonderingssituaties betreffen niet normale bedrijfsvoering, zoals momenten waarop infrastructuur in onderhoud of kapot is of een andere onvoorziene omstandigheid zich voordoet.

3Voor zover de netbeheerder de aansluiting beheert.

4Met uitzondering van netten met een druk lager dan of gelijk aan 200 mbar(o).

5De volgende restrictie geldt voor het gehalte koolstofdioxide (CO2) als het gas voor ten minste 99 mol% bestaat uit methaan, koolstofdioxide, stikstof (N2) en zuurstof (O2) en voor meer dan 6 mol% uit CO2bestaan.

CO2-gehalte is maximaal het minimum van

10,32 – 0,72 * N2-gehalte – 0,87 * O2-gehalte, en

10,56 – 0,746 * N2-gehalte – 1,01 * O2-gehalte,

waarin de gehalten zijn uitgedrukt in mol%

6THT mag worden vervangen door een stof met een vergelijkbare alarmerende werking.

7Een leveringsdruk van 40 mbar (o) wordt toegestaan als de maximale incidentele druk (MIP) gemeten aan de uitgang van de gasmeterbeugel. De maximale werkdruk (MOP) is daarbij 32 mbar (o) van een 30 mbar (o) lage-druk-gasdistributienet.

Bijlage 5. bedoeld in artikel 1 en artikel 2, vijfde lid, van de Regeling gaskwaliteit

Grenspunten L-gas: Uitvoer

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index

België via grenspunt Hilvarenbeek

44,9 – 46,9

MJ/m3(n)

België overig

42,7 – 46,9

MJ/m3(n)

Duitsland via grenspunt Zevenaar en Winterswijk

43,6 – 46,8

MJ/m3(n)

Duitsland overig

42,7 – 46,8

MJ/m3(n)

Zuurstofgehalte

≤ 0,5

mol%

Koolstofdioxide

≤ 3

mol%

Stofdeeltjes met een grootte boven de 5 μm

≤ 100

mg/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte (exclusief odorant)

≤ 20

mg S/m3(n)

Odorant THT (indien geodoriseerd)

10 – 40

mg/m3(n)

Temperatuur

0 – 40

°C

Waterdauwpunt

≤ –8

°C (bij 70 bar(a)

Gascondensaat

≤ 80

mg/ m3 (n) bij –3°C bij elke druk

Grenspunten H-gas: Invoer en Uitvoer

Gaskwaliteit

Waarde

Eenheid

Wobbe-index

Zie onder tabel exportstations

MJ/m3(n)

Zuurstofgehalte

in RTL

≤ 0,5

mol%

 

in HTL

≤ 0,0010

mol% daggemiddelde

Koolstofdioxide

≤ 2,5

mol%

Zwavelgehalte op basis van anorganisch gebonden zwavel

≤ 5

mg S/m3(n)

Zwavelgehalte op basis van alkylthiolen

≤ 6

mg S/m3(n)

Totaal zwavelgehalte (exclusief odorant)

≤ 20

mg S/m3(n)

Aflevertemperatuur

5 – 40

°C

Waterdauwpunt

≤ –8

°C (bij 70 bar(a)

Gascondensaat

≤ 5

mg/m3(n) bij –3°C bij elke druk

Wobbe-index H-gas grensstations en naastgelegen gasopslaginstallaties: Invoer en Uitvoer

   

Wobbe-index [MJ/m3 (n)]

Land

Exportstations

minimaal

maximaal

België

’s Gravenvoeren en Obbicht

49,8

55,7

België

Zelzate en Zandvliet

49,2

55,7

Duitsland

Oude Statenzijl en Vlieghuis

49

55,7

Duitsland

Bocholtz

49,69

55,7

Verenigd Koninkrijk

Julianadorp (BBL)

49,79

54,23

Naar boven